Vraag 1
Wat is uw reactie op het feit dat personen die een miltverwijdering hebben ondergaan
en op medische noodzaak vaccins moeten ontvangen, zelf voor de kosten moeten opdraaien
aangezien de vaccins niet in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem zijn opgenomen,
simpelweg omdat de fabrikant daarvoor geen vergoedingsdossier heeft ingediend?1
Antwoord 1
Ik vind het onwenselijk dat bij mensen waarvan de milt is verwijderd en die aangewezen
zijn op een dergelijke vaccinatie, deze niet vergoed krijgen.
Ten aanzien van het middel Bexsero heeft het Zorginstituut, na ontvangst van een vergoedingsdossier
van de fabrikant, inmiddels een positief advies uitgebracht. Ik zal zo spoedig mogelijk
een besluit nemen over de opname in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Voor
het andere middel is geen vergoedingsdossier ingediend. Ik zal de fabrikant hiertoe
oproepen. Voorts ben ik met het Zorginstituut en het RIVM in overleg over een bredere
oplossing voor dergelijke gevallen (zie ook vraag2.
Daar waar patiënten zijn aangewezen op een vaccinatie kunnen deze als onderdeel van
de behandeling in het ziekenhuis aan de patiënt gegeven worden. Indien een patiënt
echter niet (of niet langer) onder behandeling is van een medisch-specialist, is hij
aangewezen op de huisarts en de apotheker. In dat geval dient voor de vergoeding van
de vaccinatie, deze opgenomen te zijn in het GVS. Als de fabrikant echter nooit een
aanvraag daarvoor heeft gedaan, maakt de vaccinatie geen deel uit van het GVS.
Voor de specifieke vaccinatie Nimenrix heeft de fabrikant nooit een verzoek voor opname
in het GVS gedaan. Ik zal daarom, zoals hierboven al vermeld, de fabrikant verzoeken
om alsnog een vergoedingsdossier in te dienen. Het is en blijft immers de verantwoordelijkheid
van een fabrikant om een vergoeding aan te vragen en daarvoor een dossier aan te leveren.
Daarnaast zal ik het RIVM vragen om de huidige situatie, waarin patiënten niet altijd
de noodzakelijke vaccinaties ontvangen, onder de aandacht te brengen van de betreffende
medisch-specialisten, de ziekenhuizen en zorgverzekeraars. De betreffende vaccinaties
zijn namelijk onderdeel van de LCI-richtlijn Asplenie (afwezigheid van een functionerende
milt), welke is vastgelegd in samenspraak met én gedragen wordt door de beroepsgroep3.
Daartoe worden door het RIVM nu al acties ondernomen, zoals de actualisering van richtlijnen
en communicatie hierover met de medische beroepsgroep. Zodat daar waar dit nog niet
gebeurt de toediening van deze vaccinaties georganiseerd kan worden.
Antwoord 2
Het kan zowel gaan om personen met een verminderde functie van de milt als personen
zonder milt. Deze laatste groep bestaat uit personen die zonder milt zijn geboren
en personen van wie de milt is verwijderd om onderliggende medische reden. Deze laatste
groep is verreweg de grootste. Ik begrijp uit de LCI-richtlijn van het RIVM dat het
in Nederland om zo’n 1000 miltverwijderingen per jaar gaat.
Antwoord 3
Zoals hierboven aangegeven zal ik voor deze specifieke casus de fabrikant verzoeken
een GVS-aanvraag in te dienen. Daarnaast ben ik met het Zorginstituut en het RIVM
breder in gesprek over vaccinaties voor medische risicogroepen binnen het verzekerde
pakket. Ik wil samen met het Zorginstituut de knelpunten rondom de toegankelijkheid
van deze vaccinaties in kaart brengen en bezien op welke wijze deze opgelost kunnen
worden. Ik verwacht de Kamer hierover in de tweede helft van 2020 te informeren.