Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat het bedrijf van familie van een in opspraak geraakte OM-topman (ingezonden 7 juni 2018).

Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 18 juni 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «OM deed zaken met bedrijf van familie procureur Van Nimwegen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat het openbaar ministerie (OM) vanaf 2009 acht jaar lang voor de personeelswerving zaken heeft gedaan met een bedrijf van de zus en zwager van de in het berichten genoemde «OM-topman»? Zo nee, wat is er dan niet waar?

Antwoord 2

Tot op heden is vastgesteld is dat er onder verantwoordelijkheid van het toenmalige College een overeenkomst is aangegaan met een bedrijf waarbij familieleden van een lid van het College werken. Dat heeft volgens het College gemaakt dat er een schijn van belangenverstrengeling is ontstaan.

Het College heeft mij laten weten dat dit niet had mogen gebeuren. Daarom heeft het College de commissie, zoals genoemd in het antwoord op vraag 2 van het lid Groothuizen (D66) over verstoorde verhoudingen in de top van het Openbaar Ministerie (ingezonden op 17 mei 2018, nummer 2018Z08990), gevraagd om de gang van zaken rondom de totstandkoming en de verlenging van de overeenkomst te onderzoeken.

Vraag 3, 4, 5, 6

Had de genoemde procureur-generaal personeelsbeleid in portefeuille?

Is het contract met het bedrijf Hireserve gesloten in de tijd dat de genoemde procureur-generaal in functie was?

Heeft het genoemde bedrijf voor of nadat de genoemde procureur-generaal in functie was, contracten met het OM gesloten? Zo ja, wanneer?

Heeft de genoemde OM-topman enige bemoeienis gehad met het in het bericht genoemde contract?

Antwoord 3, 4, 5, 6

De in onderhavige vragen genoemde aspecten raken aan het onderzoeksterrein van de in het antwoord op vraag 2 genoemde commissie. Ik kan derhalve uw vragen pas beantwoorden wanneer ik over de onderzoeksresultaten en conclusies van deze commissie beschik.

Vraag 7

Deelt u de mening dat het begrijpelijk zou kunnen zijn dat deze berichtgeving onderdeel zou uitmaken naar het door het OM reeds aangekondigde onafhankelijke onderzoek naar de integriteit van de genoemde OM-topman? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Ja. Zoals ook gemeld in het antwoord bij vraag 2 heeft het College de commissie, zoals genoemd in het antwoord op vraag 2 van het lid Groothuizen (D66) over verstoorde verhoudingen in de top van het Openbaar Ministerie (ingezonden op 17 mei 2018, nummer 2018Z08990), gevraagd om de gang van zaken rondom de totstandkoming en de verlenging van de overeenkomst te onderzoeken.

Vraag 8

Kunt u enige rol spelen teneinde helderheid in deze zaak te krijgen of te bespoedigen? Zo ja, welke rol? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Ik heb er vertrouwen in dat deze zaak zorgvuldig wordt onderzocht. Het is van belang dat de commissie de ruimte krijgt haar onderzoek te doen en dat de resultaten daarvan worden afgewacht. Ik zal de Kamer informeren zodra de resultaten van het onafhankelijk onderzoek bekend zijn.

Naar boven