Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Geruïneerd door het faillissement van iemand anders.» (ingezonden 30 januari 2018).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 21 februari 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met de uitzending van Opgelicht?! van 23 januari 2018, en in het bijzonder het item «Geruïneerd door het faillissement van iemand anders»?1

Vraag 2

Is het waar dat sinds de invoering van het civielrechtelijk bestuursverbod op 1 juli 2016 nog geen enkel bestuursverbod onherroepelijk is opgelegd? In hoeveel gevallen is tot nog toe op vordering van een curator dan wel op verzoek van het Openbaar Ministerie door een rechtbank een bestuursverbod opgelegd? Indien er bestuursverboden zijn opgelegd, waarom zijn deze dan nog niet onherroepelijk geworden dan wel waarom zijn deze nog niet gepubliceerd op de site van het Handelsregister?

Vraag 3

Worden er in de praktijk problemen of obstakels ervaren – door curatoren, door het Openbaar Ministerie, door rechtbanken, dan wel door andere partijen of instanties – bij het vorderen en/of opleggen van civielrechtelijke bestuursverboden ex artikel 106a Faillissementswet? Waar bestaan die problemen en/of obstakels uit? Bent u voornemens of is er een wettelijke verplichting om de Wet civielrechtelijk bestuursverbod te evalueren en (indien dit zo is) wanneer gaat dit plaatsvinden? Ziet u aanleiding om tussentijds de Kamer te informeren over de voortgang en uitwerking van deze wet?

Vraag 4

Kunt u op hoofdlijnen schetsen hoe de samenwerking loopt tussen bij faillissementsfraude betrokken partijen (curator, rechter-commissaris, politie, FIOD, Openbaar Ministerie en andere relevante partijen)? Is er sprake van periodiek (casus-)overleg tussen deze partijen, ook bij faillissementen met een schade beneden de 100.000 euro? Is het voor curatoren makkelijk om signalen van misdaad en/of fraude af te geven? Is er sprake van voldoende juridische basis voor informatiedeling, hoe ziet die basis er uit?

Vraag 5

Deelt u de mening dat er in Nederland sprake is van een relatief beperkte groep criminelen die stelselmatig betrokken is bij het plegen van faillissementsfraude? Kunt u een inschatting maken van de omvang van deze groep mensen of criminele organisaties? Deelt u de mening dat een veel meer preventieve, (rechts)persoonsgerichte aanpak effectiever zal zijn dan de huidige aanpak die vooral reactief van karakter is? Is er in Nederland een instantie die actief informatie verzamelt van en rond faillissementsfraudeurs en deze informatie benut om proactief faillissementsfraude tegen te gaan? Bent u bereid te onderzoeken of een (rechts)persoonsgerichte aanpak zinnig kan zijn?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Dam (CDA) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Geruïneerd door het faillissement van iemand anders.» (ingezonden 30 januari 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Opgelicht?! (AVROTROS), uitzending d.d. dinsdag 23 januari 2018

Naar boven