Vragen van het lid Arissen (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over de uitzending van Rambam, waaruit blijkt dat trainers (politie)honden ernstig
mishandelen (ingezonden 23 januari 2018).
Mededeling van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen
6 februari 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van Rambam van 18 januari 2018 over hondentrainingen?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de beelden van Rambam, die ondubbelzinnig aantonen dat bij de tiental
bezochte particuliere politiehondenscholen sprake is van structurele en ernstige dierenmishandeling,
met name bestaande uit het gebruik van voorwerpen om dieren te corrigeren, zoals elektronische
halsbanden, slipkettingen en prikbanden, maar ook door honden te slaan en te schoppen?
Vraag 3
Waarom is het Besluit tot wijziging van het Besluit diergeneeskundigen en het Besluit
houders van dieren in verband met diverse wijzigingen op het gebied van dierenwelzijn
(hierna: wijzigingsbesluit) na anderhalf jaar nog altijd niet in werking getreden,
waardoor een verbod op het gebruik van voorwerpen om dieren op hardhandige wijze te
corrigeren nog altijd niet in werking is getreden?2
Vraag 4
Kunt u, nu ook de Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging (KNPV) aangeeft dat
er behoefte is aan wetgeving om dieronvriendelijke trainingsmethoden te verbieden, aangeven op welke datum het dit wijzigingsbesluit van 1 juni
2016 in werking zal treden?
Vraag 5
Wat is uw reactie op het feit dat zelfs een politieagent in de uitzending van Rambam
aangeeft bewust een naar zijn weten verboden voorwerp te gebruiken om honden te corrigeren?
Vraag 6
Bent u bereid om de training van politiehonden niet langer onder te brengen bij particuliere
hondenscholen waar een zeer gesloten cultuur heerst? Zo nee, waarom niet en deelt
u de mening dat de beelden van Rambam voldoende aanleiding biedt om streng toezicht
te houden op alle politiehondenscholen?
Vraag 7
Bent u vanwege de beelden van Rambam bereid om de KNPV te vragen al haar leden per
brief te gebieden om, in ieder geval totdat trainers de benodigde cursus hebben doorlopen,
geen elektronische halsbanden, slipkettingen en prikbanden te gebruiken bij de training
van (politie)honden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Deelt u de mening van onder meer de Raad van Beheer dat er geen wettelijke uitzondering
moet worden geboden voor het gebruik van de in het wijzigingsbesluit genoemde voorwerpen
om dieren te corrigeren? Bent u bereid om de uitzondering voor het gebruik van deze
voorwerpen, die is opgenomen in artikel 2, onder A onderdeel h van het wijzigingsbesluit
te schrappen? Zo nee, waarom niet en hoe zal het toezicht op het gebruik worden vormgegeven?3
Vraag 9
Op welke wijze zal de registratie van de «deskundigen» die de vereiste cursus hebben
doorlopen worden vormgegeven?
Vraag 10
Bent u voornemens om de koop en verkoop van de in het wijzigingsbesluit verboden voorwerpen
te verbieden? Zo nee, waarom niet? Waar zullen de volgens het wijzigingsbesluit verboden
voorwerpen dan worden verkocht en op welke wijze zal worden gecontroleerd dat de koper/gebruiker
de benodigde cursus heeft doorlopen?
Vraag 11
Kunt u garanderen dat de verboden hulpmiddelen niet kunnen worden verkocht aan en
gekocht door trainers of huisdiereigenaren zonder deskundigheid? Zo ja, op welke wijze?
Zo nee, deelt u de mening dat de uitzonderingen op dit verbod derhalve moeten worden
teruggedraaid?
Vraag 12
Deelt u de mening dat het inzetten van deze verboden middelen voor de jacht niet voldoet
aan de voorwaarde dat er sprake moet zijn van uitzonderlijke situaties waarbij geen
andere oplossingen zijn dan de inzet van deze middelen? Zo nee, kunt u dit toelichten?
Vraag 13
Wat gaat u doen om particuliere (zelfbenoemde) hondentrainers die mensen aanleren
hun dieren te mishandelen keihard aan te pakken?
Vraag 14
Bent u bereid om alle erkende hondentrainers te registreren?
Mededeling
Het lid Arissen (PvdD) heeft op 23 januari schriftelijk vragen gesteld over de uitzending
van Rambam, waaruit blijkt dat trainers (politie)honden ernstig mishandelen. De benodigde
interdepartementale afstemming zorgt ervoor dat de beantwoording niet binnen de hiervoor
gestelde termijn kan plaatsvinden.