Vragen van de leden Gerbrands en Agema (beiden PVV) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over het bericht dat verpleeghuizen Careyn bijna kopje-onder gaan
(ingezonden 15 augustus 2017).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
4 september 2017)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Verpleeghuizen Careyn gaan bijna kopje-onder»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat het hebben van een speciaal draaiboek voor inspectiebezoeken
maar een doel heeft en dat is de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) om de tuin
leiden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
De IGZ mag vanzelfsprekend nooit in de uitvoering van haar taken belemmerd worden.
De IGZ geeft zelf aan niet belemmerd te worden in haar werk en het kunnen komen tot
een goed oordeel over Careyn. Careyn geeft aan met het algemeen geformuleerd draaiboek
geen andere bedoeling te hebben dan om medewerkers adequaat toe te rusten teneinde
het IGZ-bezoek goed en professioneel te laten verlopen. Het draaiboek heeft met name
een faciliterend karakter. Bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat de documenten, waarvan
Careyn verwacht dat de IGZ ze wil hebben, bij binnenkomst zo snel mogelijk klaar liggen.
Vraag 3
Deelt u tevens de mening dat de IGZ vooral onaangekondigde bezoeken moet afleggen,
omdat alleen dat een eerlijk beeld geeft van de situatie?
Antwoord 3
Alle bezoeken bij Careyn ter beoordeling van de aanwijzing zijn onaangekondigd. Careyn
is vooraf niet op de hoogte welke locaties door de IGZ bezocht worden en wanneer.
Daarnaast ontvangt de IGZ resultaatverslagen en worden gesprekken gevoerd met onder
andere de cliëntenraad, de verpleegkundige adviesraad en de Raad van Bestuur. Op deze
wijze vormt de IGZ zich een totaalbeeld van Careyn.
Vraag 4 en 5
Vindt u dat het onacceptabel is dat medewerkers voorafgaand aan een inspectiebezoek
worden geïnstrueerd dat zij geen persoonlijk ongenoegen mogen uiten en geen ongevraagde
extra informatie mogen geven? Zo nee, waarom niet?
Welke stappen gaat u ondernemen om deze praktijken een halt toe te roepen?
Antwoord 4 en 5
Ik vind het belangrijk dat medewerkers zich vrij moeten kunnen voelen om informatie
te geven aan de IGZ, zodat deze haar toezicht goed kan uitvoeren. Een zin ten aanzien
van het niet mogen uiten van persoonlijk ongenoegen wekt inderdaad een verkeerde indruk.
Careyn heeft desgevraagd laten weten dat dit zeker niet de bedoeling is. Het is de
verantwoordelijkheid van de IGZ om een oordeel te vormen over de kwaliteit van zorg.
Onder andere door middel van (onaangekondigde) bezoeken aan de locaties van Careyn
geeft de IGZ hier invulling aan. Ik heb momenteel geen aanwijzingen die er op wijzen
dat de IGZ hierin wordt gehinderd.
Vraag 6
Komt de veiligheid van de bewoners in gevaar doordat er met niet-gediplomeerde vakantiekrachten
gewerkt wordt? Bent u ook heel benieuwd of deze vakantiekrachten ook ingezet worden
tijdens de inspectiebezoeken?
Antwoord 6
Desgevraagd laat Careyn weten dat er in de zomerperiode onder begeleiding wordt gewerkt
met niet-gediplomeerde vakantiekrachten voor ondersteunende werkzaamheden. Niet-gediplomeerde
vakantiekrachten zijn veelal stagiaires van de HBO-V of andere medische opleidingen
die een stageverleden hebben bij en dus bekend zijn met Careyn. De vakantiekrachten
worden altijd ondersteunend ingezet; de verantwoordelijkheid ligt te allen tijde bij
gediplomeerde professionals die aanwezig zijn op de werkvloer.
Het is aan de IGZ om te bepalen of de kwaliteit en de veiligheid van bewoners adequaat
is, ook als er vakantiekrachten aanwezig zijn.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de bedrijfsvoering verziekt is en dat groter niet altijd beter
is?
Antwoord 7
Groter is inderdaad niet altijd beter. Hoewel de grootte van een instelling geen verband
hoeft te houden met de kwaliteit van zorg, omdat ook een grote organisatie de zorg
kleinschalig kan organiseren, dreigt ook het gevaar van een te grote overhead en bureaucratie.
Daarvoor moet gewaakt worden.
Vraag 8
Vindt u dat de IGZ nu eindelijk eens de opsplitsingsbevoegdheid moet krijgen, zodat
deze organisatie opgeknipt kan worden in kleine locaties en zo opnieuw kan beginnen?
Antwoord 8
De IGZ ziet toe op de kwaliteit van zorg. Als die in het geding is, zal door de raad
van bestuur naar alle randvoorwaarden moeten worden gekeken, inclusief de organisatorische.
X Noot
1AD, 12 augustus 2017