Vragen van de leden Knops en Amhaouch (beiden CDA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de afbraak en inbeslagname van door Nederland gefinancierd zonne-energie project door Israël (ingezonden 6 juli 2017).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken en van Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 9 augustus 2017).

Vraag 1

Klopt het dat de Israëlische autoriteiten in het Palestijnse dorp Jubbet adh Dhib zonder vooraankondiging een door Nederland gefinancierd zonne-energie project hebben afgebroken en grotendeels in beslag hebben genomen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is de directe schade die het gevolg is van de afbraak en inbeslagname van dit project? Wat is de totale investering van Nederland in het desbetreffende project?

Antwoord 2

De schade is ongeveer € 40.000. De totale Nederlandse bijdrage voor het project, dat werd uitgevoerd in tien Palestijnse gemeenschappen, was € 494.961.

Vraag 3

Welke functies vervulde het betreffende project voor de lokale bevolking? Wat zijn de humanitaire gevolgen van de afbraak voor de bewoners van Jubbet adh Dhib?

Antwoord 3

Dankzij het project had het dorp een betrouwbare energievoorziening. Nu de panelen weggehaald zijn is het dorp afhankelijk van een generator die de inwoners ongeveer 2 uur stroom per dag geeft.

Vraag 4

Op welke wijze heeft u bij de Israëlische autoriteiten tegen de afbraak en inbeslagname geprotesteerd? Hoe hebben de Israëlische autoriteiten op uw protest gereageerd?

Antwoord 4

De Tijdelijk Zaakgelastigde in Tel Aviv heeft krachtig geprotesteerd bij de verantwoordelijke Israëlische autoriteiten en aangedrongen op teruggave van de in beslag genomen goederen. Minister-President Rutte heeft de Nederlandse zorgen over het Israëlische optreden uitgesproken in een onderhoud met premier Netanyahu. Volgens de Israëlische autoriteiten zijn de panelen in beslag genomen vanwege het ontbreken van vergunningen. Premier Netanyahu heeft per brief laten weten dat de panelen teruggegeven zullen worden aan Nederland. Nederland is nog in gesprek met de verantwoordelijke Israëlische autoriteiten over teruggave ten behoeve van het getroffen dorp.

Vraag 5

Hoe beoordeelt u de omstandigheid dat de bewoners van Jubbet adh Dhib sinds 1988 diverse aanvragen bij de Israëlische autoriteiten hebben ingediend voor aansluiting op het elektriciteitsnet en dat Israël deze telkens heeft geweigerd, terwijl nederzettingen en buitenposten in de omgeving van Jubbet adh Dhib wel zijn aangesloten?2

Antwoord 5

De bewoners van het dorp hebben de afgelopen 20 jaar ten minste vier verzoeken ingediend bij de verantwoordelijke Israëlische autoriteiten om aangesloten te worden op het elektriciteitsnetwerk. Alle verzoeken zijn afgewezen. Het verschil in kwaliteit van leven tussen de nederzettingen die aangesloten zijn op basisvoorzieningen voor water en elektriciteit en de Palestijnse dorpen die dat niet zijn, draagt bij aan de ongelijkheid en vergroot de spanningen.

Vraag 6 en 7

Is het waar dat Israël onder het internationaal humanitair recht verplicht is basisvoorzieningen te verlenen aan de lokale burgerbevolking in bezet Palestijns gebied, waaronder elektriciteit? Zo ja, in welke mate komt Israël deze verplichting na, ook en vooral in Area C van de Westelijke Jordaanoever?

Is het waar dat Israël onder het internationaal humanitair recht geen voorzieningen mag vernielen waarmee in bezet Palestijns gebied humanitaire hulp wordt geboden en in beginsel de verplichting heeft het werk van humanitaire hulporganisaties te faciliteren? Graag een toelichting.

Antwoord 6 en 7

Israël heeft als bezettende mogendheid op basis van het bezettingsrecht een specifieke zorgplicht jegens de Palestijnse bevolking. Het gaat om humanitaire basisbehoeften als toegang tot (drink)water, medische zorg en levensonderhoud. Als bezettende mogendheid is het Israël op basis van het bezettingsrecht verboden roerende of onroerende goederen te vernielen, behoudens in de gevallen waarin militaire operaties een zodanige vernieling volstrekt noodzakelijk maken. Het is aan Israël om aan te tonen dat sprake is van een dergelijke uitzondering in elk concreet geval.

Vraag 8

Hoe beoordeelt u het standpunt3 van EU Hoge Vertegenwoordiger Mogherini dat het bij het bieden van humanitaire hulp in bezet Palestijns gebied «niet mogelijk» en «niet denkbaar» is om vooraf toestemming aan de Israëlische autoriteiten te vragen en dat het «onze humanitaire plicht» is deze hulp te bieden?

Antwoord 8

Het Israëlisch beleid waarbij niet of nauwelijks vergunningen worden afgegeven voor humanitaire en/of ontwikkelingsprojecten in Area C maakt het uiterst lastig de hulp te verstrekken met een vergunning. In sommige gevallen, waarbij humanitaire hulp snel geboden moet worden, is het bovendien praktisch ondoenlijk om een langdurig traject voor vergunningen te doorlopen als dat zou betekenen dat er zes maanden of nog langer gewacht moet worden. Daarom coördineren hulporganisaties de projecten door Israël op hoofdlijnen te informeren.

Vraag 9

Wat is uw reactie op de kritiek van de Europese Rekenkamer4 dat de Europese Commissie heeft nagelaten haar invloed aan te wenden om Israël ten aanzien EU-projecten in bezet Palestijns gebied tot constructieve samenwerking te bewegen? Is er enige voortgang in de «structured dialogue» hierover tussen de EU en Israël?

Antwoord 9

De EU dringt bij Israël aan op ontwikkeling van Area C ten behoeve van de Palestijnse bevolking, via publieke verklaringen, in bilaterale contacten, bij bijeenkomsten als de Ad Hoc Liasion Committeeen de gestructureerde dialoog. Deze inzet heeft nog niet geleid tot een veranderende opstelling aan Israëlische zijde. Er zijn binnen de EU afspraken gemaakt over de mogelijkheid dat EU-lidstaten en instellingen gezamenlijk optrekken in geval van sloop van projecten, inclusief de mogelijkheid van schadevergoeding.

Vraag 10

Deelt u de mening, mede in het licht van de motie Knops c.s.5, dat Israël de in Jubbet adh Dhib inbeslaggenomen voorwerpen dient te retourneren en de schade die door de afbraak van het project is veroorzaakt dient te vergoeden? Welke stappen gaat u zetten, bilateraal en in Europees verband, om dat te bevorderen?

Antwoord 10

Op dit moment is het kabinet op alle niveaus in contact met de Israëlische autoriteiten over teruggave van de goederen, wat ertoe geleid heeft dat Premier Netanyahu opdracht heeft gegeven de panelen terug te geven aan Nederland. Het kabinet is in contact met andere EU-lidstaten over mogelijke steun voor de inzet om de panelen teruggeplaatst te krijgen in het getroffen dorp.


X Noot
1

«Israël sloopt Nederlands ontwikkelingsproject», AD, 30 juni 2017 (http://www.ad.nl/buitenland/israel-sloopt-nederlands-ontwikkelingsproject~abb0682c/)

«Separate but Unequal», Human Rights Watch, december 2010

X Noot
5

Kamerstuk 23 432, nr. 435

Naar boven