Vragen van de leden Geurts (CDA), Lodders (VVD), Graus (PVV), Dik-Faber (ChristenUnie), Dijkgraaf (SGP), Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren) en Houwers (Houwers) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over het bericht van Cumela om voor 24 augustus 2016 duidelijkheid te geven over het verzoek van Cumela voor uitstel van het uitrijverbod mest (ingezonden 22 augustus 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) (ontvangen 25 augustus 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met de brief van brancheorganisatie Cumela over het uitrijverbod mest?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bereid voor 24 augustus 2016 duidelijkheid te geven over het verzoek van Cumela voor uitstel van het uitrijverbod mest en om serieus te overwegen uitstel van het uitrijverbod te verlenen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Op basis van het Besluit gebruik meststoffen is het niet toegestaan na 31 augustus drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib aan te wenden. Op basis van artikel 64 van de Wet bodembescherming kan vrijstelling worden verleend, nadat de Technische commissie bodem (TCB) is gehoord en voor zover het belang van de bescherming van de bodem zich niet tegen de vrijstelling verzet.

Op 17 augustus 2016 heeft Cumela Nederland een verzoek ingediend «de uitrijdperiode van drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib uit te stellen tot 16 september, maar liever 1 oktober». Op basis van het verzoek heb ik de TCB om advies gevraagd. Ik verwacht dit advies op korte termijn te ontvangen en zal daarna besluiten over een vrijstelling. Daarover zal ik, gezien het belang van duidelijkheid voor betrokkenen, zo snel mogelijk communiceren. Ik streef ernaar deze week een besluit te nemen en dit kenbaar te maken. Het feitelijk verlenen van de eventuele vrijstelling gebeurt door het plaatsen van een regeling in de Staatscourant.

Vraag 3

Bent u bereid deze schriftelijke vragen voor 24 augustus 2016 te beantwoorden?

Antwoord 3

Ja.

Naar boven