Vragen van de leden Servaes en Van Laar (beiden PvdA) aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over het bericht dat de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (VN) is
gechanteerd door Saudi-Arabië (ingezonden 10 juni 2016).
Antwoord van Minister Koenders ( Buitenlandse Zaken) (ontvangen 5 juli 2016).
Vraag 1
Kent u het bericht «Saudi-Arabië chanteerde VN-chef om zwarte lijst»?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de bevindingen in het Children and Armed Conflict report2, maar ook in eerdere rapporten zoals die van het UN Panel of Experts on Yemen van
22 januari3 en in onderzoeken van organisaties als Amnesty4, dat de coalitie onder leiding van Saudi-Arabië verantwoordelijk is voor een groot
gedeelte van de kinderslachtoffers in Jemen, onder meer door het bombarderen van scholen
en ziekenhuizen?
Antwoord 2
Het kabinet vindt de bevindingen in de aangehaalde rapporten zeer verontrustend. Dit
geldt in het bijzonder ten aanzien van de gevolgen die de oorlogvoering in Jemen,
door zowel de door Saoedi-Arabië geleide coalitie als de Houthi/Saleh alliantie, heeft
voor kinderen en beschermde burgerobjecten, zoals scholen en ziekenhuizen.
Vraag 3, 4, 5, 6
Deelt u de mening dat het in het licht van bovengenoemde bevindingen onvoorstelbaar
is dat de coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië wordt geschrapt uit de lijst van
kinderrechtenschenders? Zo nee, waarom niet?
Hoe beoordeelt u de berichtgeving dat de coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië
is geschrapt uit de lijst van kinderrechtenschenders na politieke druk vanuit Saoedi-Arabië
en haar bondgenoten? Kunt u bevestigen dat dit het geval is? Zo nee, kunt u aangeven
wat dan de reden is van de schrapping?
Deelt u de mening dat het buitengewoon slecht is voor de geloofwaardigheid van de
VN dat de coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië is geschrapt van de lijst, en zeker
wanneer dit inderdaad het resultaat is van politieke chantage? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om, dan wel namens Nederland dan wel in uw rol als EU-voorzitter, bij
de VN te benadrukken dat schrapping van de coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië
uit de lijst met kinderrechtenschenders onacceptabel is, en te pleiten voor handhaving
van de oorspronkelijke lijst? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4, 5, 6
De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (SGVN) publiceert jaarlijks een rapport
over de wereldwijde situatie rondom kinderen in gewapend conflict. De Speciaal Vertegenwoordiger
van de SGVN voor Kinderen en Gewapend Conflict, Leila Zerrougui, stelt dit rapport
op, op basis van haar onafhankelijke mandaat. Bij het rapport wordt een «zwarte lijst»
als annex opgenomen, waarin landen en organisaties genoemd worden die volgens de VN
ernstige schendingen begaan tegen kinderen in gewapend conflict.
Dit jaar is de coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië opgenomen in de zwarte lijst
behorend bij het definitieve, door de SGVN vastgestelde rapport, vanwege de daarin
geschetste gevolgen die de luchtbombardementen in Jemen voor kinderen hebben. Na publicatie
van het rapport is de coalitie alsnog van deze zwarte lijst verwijderd, hangende een
nader feitenonderzoek.
De SGVN noemde het uitvoeren van onafhankelijk onderzoek een vanzelfsprekend en noodzakelijk
onderdeel van het werk van de VN en noemde het «onaanvaardbaar» dat lidstaten hierop
buitensporige politieke druk uitoefenen.
Het kabinet onderschrijft deze uitspraken van de SGVN en keurt elke politieke druk
van landen om niet opgenomen te worden in de zwarte lijst af. Dit soort situaties
ondermijnt de geloofwaardigheid van de Speciaal Vertegenwoordiger van de SGVN en de
neutraliteit van de VN. Het kabinet benadrukt het belang van onafhankelijke informatievergaring
en rapportage over schendingen begaan tegen kinderen in conflictsituaties. Het onafhankelijke
mandaat van de Speciaal Vertegenwoordiger van de SGVN, op basis waarvan het rapport
wordt opgesteld, is noodzakelijk om tot deze informatievergaring en rapportage te
komen.
Het kabinet overlegt binnen de EU en met partners binnen de Group of Friends on Children
and Armed Conflict op welke wijze gezamenlijk op deze situatie te reageren en publiekelijk
steun uit te spreken voor het onafhankelijke mandaat van de Speciaal Vertegenwoordiger
van de SGVN.