Vragen van het lid Helder (PVV) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de
tientallen miljoenen die het Rijk laat liggen door een versnipperde aanpak (ingezonden
14 september 2015).
Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 30 september
2015)
Vraag 1
Kent u het bericht «Burgemeesters: pluk de crimineel»?1
Vraag 2, 3 en 4
Klopt het dat het Rijk door een versnipperde aanpak minder crimineel vermogen afpakt
dan mogelijk is en daardoor tientallen miljoenen laat liggen? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat georganiseerde criminaliteit keihard moet worden aangepakt en
dat je deze criminelen hard treft als je hun geld afpakt? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat hetgeen nu wordt afgepakt, iets meer dan 1% van het potentieel
crimineel vermogen, ondanks dat de doelstelling ruim is gehaald, veel te weinig is?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2, 3 en 4
Ondermijnende en georganiseerde criminaliteit moet hard worden aangepakt en het afpakken
van daarmee verkregen vermogen is een essentieel onderdeel van die aanpak. Dat blijkt
ook uit de Veiligheidsagenda 2015–2018. Er zijn geen betrouwbare schattingen over
hoeveel «misdaadgeld» er precies omgaat in Nederland. De genoemde getallen zijn gebaseerd
op de algemene (abstracte) aanname dat er naar schatting € 9,3 miljard aan crimineel
vermogen in Nederland omgaat en dat hiervan nu «slechts» 1% wordt afgepakt door inzet
van het strafrecht. Deze aanname is niet voldoende onderbouwd. Het is empirisch gezien
lastig om het criminele vermogen in Nederland vast te stellen. Onderzoeken hiernaar
leveren telkens andere uitkomsten op. De bedragen zijn gebaseerd op verschillende
aannames en zijn naar mijn mening niet voldoende betrouwbaar om te kunnen dienen als
basis voor een verdere berekening.
Datzelfde geldt voor het genoemde bedrag van € 50 miljoen, dat een afgeleide is van
de bij de berekeningen gehanteerde schatting van € 9,3 miljard. De op dit moment bestaande
doelstelling voor het strafrechtelijk afpakken van crimineel vermogen (conform de
Veiligheidsagenda 2015–2018 oplopend tot ruim € 115 miljoen in 2018) is in mijn ogen
ambitieus maar realistisch. Dat neemt niet weg dat ik samen met de betrokken partners
blijf zoeken naar mogelijkheden om de aanpak verder te versterken en te verbeteren.
Alle voorstellen die daar een bijdrage aan kunnen leveren, treed ik met een positieve
grondhouding tegemoet. Dat geldt ook voor de voorstellen van de burgemeesters.
Vraag 5, 6, 7 en 8
Zo ja, bent u bereid om de rijksbegroting te ontschotten en een gezamenlijke afpakambitie
af te spreken zodat de aanpak nog effectiever wordt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per
wanneer?
Klopt het dat een investering van 50 miljoen euro leidt tot een veelvoud aan crimineel
vermogen dat kan worden afgepakt en dat daardoor het financieel risico voor het Rijk
nihil is? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, bent u bereid 50 miljoen euro te investeren in lokale en regionale afpakteams
zoals het openbaar ministerie en de burgemeesters dat voorstellen? Zo nee waarom niet?
Zo ja, per wanneer?
Bent u bereid een deel van het afgepakte criminele vermogen te gebruiken voor een
verstevigde gezamenlijke aanpak van ondermijnde criminaliteit en daarmee weer meer
geld af te pakken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5, 6, 7 en 8
Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op de vragen 2 en 3 terzake van het lid Van
Oosten (VVD), ingezonden 14 september 2015 (vraagnummer 2015Z16420).
Daarnaast heb ik in de Ontwerpbegroting 2016 structureel € 3 miljoen vrijgemaakt voor
een verdere intensivering van de aanpak van ondermijnende criminaliteit door middel
van het afpakken van crimineel vermogen, waarbij ik ervan uitga dat dit op termijn
ook tot hogere afpakopbrengsten leidt.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Oosten
(VVD), ingezonden 14 september 2015 (vraagnummer 2015Z16420).
X Noot
1Volkskrant, 11 september 2015