Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
over de aanpak van topinkomens (ingezonden 29 december 2014).
Antwoord van Minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 12 januari
2015).
Vraag 1
Waarom hoeven bestuurders van universiteiten per 2015 niet aan de nieuwe wet normering
topinkomens te voldoen?
Antwoord 1
Ik heb besloten voor bestuurders van universiteiten het jaar 2015 als overgangsjaar
te benutten. Ik heb besloten dit te doen onder andere vanwege de nauwe verbintenis
van de umc's met niet alleen de universitaire bestuurders, maar ook met de zorg.
Vraag 2
Hoe kunt u dit uitleggen, aangezien de wet al jaren geleden werd aangekondigd?
Antwoord 2
Het verlaagde maximum van € 178.000 is sinds 1 januari 2015 van kracht geworden. Voor
bestuurders van umc’s heeft de Minister van VWS in 2015 een overgangsjaar bepaald,
mede gezien de verwevenheid die er bestaat met de overige instellingen van de sector
zorg. Voor het zorgvuldig kunnen vaststellen van salarisklassen bij de WNT2 benut
de Minister van VWS het jaar 2015.
Ik verwijs u hierbij ook naar de brief over de invoering Wet verlaging bezoldigingsmaximum
WNT (Kamerstuk 33 978, nr. 27), die de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties mede namens mij heden
aan uw Kamer heeft gezonden.
Vraag 3
Waarom heeft u niet eerder laten weten dat uitstel nodig zou zijn, in plaats van op
het allerlaatste moment?
Antwoord 3
Het benutten van het overgangsjaar voor de universiteiten houdt verband met de nauwe
verbintenis die er bestaat tussen de universiteit en het umc. Zowel bij de indiening
van het wetsvoorstel aan uw Kamer als in de nota naar aanleiding van het verslag,
is stilgestaan bij de eventuele noodzaak van een overgangsjaar in het geval van het
vaststellen van verlaagde normen bij de WNT. Ik verwijs u hierbij ook naar de brief
over de invoering Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT (Kamerstuk 33 978, nr. 27), die de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties mede namens mij heden
aan uw Kamer heeft gezonden.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het flauwekul is om alle universiteiten uitstel te verlenen,
terwijl slechts enkele universiteiten over een Universitair Medische Centrum (UMC)
beschikken?
Antwoord 4
Bij het bepalen van het beloningsmaximum voor universiteitsbestuurders bij de WNT
heb ik geen onderscheid gemaakt tussen het type universiteit. Ik ben van mening dat
de zwaarte van de functie van universiteitsbestuurder voor alle universiteiten van
vergelijkbaar niveau is. De verwevenheid met het UMC leidt ertoe dat voor universiteitsbestuurders
in 2015 hetzelfde beloningsmaximum geldt.
Vraag 5
Waarom laat u zich door uw collega van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot uitstel
overhalen? Waarom heeft u uw collega niet duidelijk gemaakt dat zij net zo goed per
2015 aan de wet moet voldoen?
Antwoord 5
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de brief over de invoering Wet verlaging
bezoldigingsmaximum WNT (Kamerstuk 33 978, nr. 27), die de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, mede namens mij heden
aan uw Kamer heeft gezonden.
Vraag 6
Deelt u de mening dat u de indruk wekt geen haast te maken met invoering van de nieuwe
wet? Wat is de reactie van uw collega de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties?
Antwoord 6
Het verlaagde bezoldigingsmaximum van € 178.000 is sinds 1 januari jl. voor het gehele
OCW-veld van kracht geworden, met uitzondering van de universiteiten. In totaal betreft
het 1.780 OCW-instellingen; op 14 universiteiten is het overgangsjaar van toepassing.
Ik verwijs u hierbij ook naar de brief over de invoering Wet verlaging bezoldigingsmaximum
WNT (Kamerstuk 33 978, nr. 27), die de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties mede namens mij heden
aan uw Kamer heeft gezonden.
Vraag 7
Bent u het er mee eens dat deze gang van zaken uiterst amateuristisch overkomt?
Antwoord 7
Zie de antwoorden bij vragen 5 en 6.
Vraag 8
Gaat u zich inspannen om álle bestuurders alsnog per 2015 te laten voldoen aan de
nieuwe wet topinkomens?
Antwoord 8
In 2015 zal ik ten aanzien van alle OCW-instellingen de vastgestelde maxima toepassen
en zo nodig handhavend optreden.