Vragen van het lid Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Ministers van Defensie en van Veiligheid en Justitie over ronselpraktijken op een luchtmachtbasis (ingezonden 16 oktober 2014).

Antwoord van Minister Hennis – Plasschaert (Defensie), mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 14 november 2014).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Jihadist ronselt op Volkel»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 5 en 6

Kunt u aangeven wat er wordt bedoeld met «ronselpraktijken, die heel bedreigend overkwamen»? En wat doet u tegen het ronselen, specifiek binnen Defensie?

Is het bij de inlichtingendiensten en politie bekend wie de geradicaliseerde ex-militair is? Zo ja, is men de jihadist al op het spoor en is hij inmiddels opgepakt en vastgezet?

Welke maatregelen zijn er genomen tegen geradicaliseerde ex-militairen? Wat is er bekend over deze groep, qua achtergrond?

Bent u van plan om, behalve te zwichten voor de islamitische dreiging door militairen te verbieden in uniform te reizen, het defensiepersoneel extra te beveiligen?

Antwoord 2, 3, 5 en 6

Het ronselen of rekruteren van personen voor de gewelddadige jihad is strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht (Sr). In het bijzonder moet hierbij worden gedacht aan het in artikel 205 Sr strafbaar gestelde werven van een persoon voor vreemde krijgsdienst of gewapende strijd en het in artikel 134a Sr strafbaar gestelde deelnemen en meewerken aan training voor terrorisme. In het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme dat de ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 29 augustus jongstleden aan uw Kamer zonden, is tevens meegedeeld dat in het kader van bestuurlijke maatregelen onder andere ter reductie van het aantal jihadgangers die worden geronseld door terugkeerders, gedacht wordt aan tijdelijke maatregelen als een periodieke meldplicht, contactverboden en medewerking aan herhuisvesting (Kamerstuk 29 754, nr. 253). Deze aanpak is integraal en geldt daarom ook voor eventuele (ex-)werknemers van Defensie.

In dit specifieke geval was er geen sprake van ronselpraktijken door de persoon in kwestie. De MIVD doet indien nodig onderzoek naar (mogelijke) radicalisering van medewerkers van Defensie. Defensie neemt de veiligheid van haar personeel zeer serieus. Als daartoe aanleiding bestaat worden voorzorgsmaatregelen genomen om de veiligheid en het beveiligingsbewustzijn van de medewerkers te verhogen. Om het beoogde effect niet te ondergraven, worden over genomen of nog te nemen maatregelen doorgaans geen mededelingen gedaan.

Vraag 4

Hoeveel geradicaliseerde ex-medewerkers van Defensie zijn betrokken bij jihadistische activiteiten?

Antwoord 4

Over aantallen geradicaliseerde ex-medewerkers van Defensie die betrokken zijn bij jihadistische activiteiten kan ik geen uitspraken doen.

Naar boven