Vragen van de leden Karabulut en Ulenbelt (beiden SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat steeds meer buschauffeurs worden vervangen door vrijwilligers (ingezonden 4 augustus 2014).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 3 oktober 2014) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2866

Vraag 1 en 2

Wat vindt u van het bericht dat steeds meer buschauffeurs worden vervangen door vrijwilligers?1

Bent u het eens met de stelling dat er sprake is van werkverdringing wanneer vrijwilligers bussen gaan rijden op lijnen waar dit voorheen door betaalde chauffeurs werd gedaan? Zo nee, waarom niet?2

Antwoord 1 en 2

Ik spreek van werkverdringing als werknemers door oneerlijke concurrentie hun baan verliezen. Bij oneerlijke concurrentie kan gedacht worden aan ontduiking van het minimumloon, het cao-loon of de werknemersverzekeringen. Wanneer werknemers hierdoor hun baan verliezen vind ik dat onacceptabel. Of er in concrete gevallen sprake is van werkverdringing is mede afhankelijk van de omstandigheden van het specifieke geval. Zoals Kamerlid Karabulut (SP) heeft verzocht in de procedurevergadering van de vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ben ik in de brief van 1 oktober jl dieper ingegaan op dit onderwerp.

Vraag 3

Wat vindt u van de plannen van gemeenten en provincies om vrijwilligers in te zetten op (voorheen) reguliere buslijnen?

Antwoord 3

Zoals hierboven geschetst is het moeilijk algemene uitspraken te doen. De gemeenten en provincies zijn zelf verantwoordelijk om het openbaar vervoer – binnen de geldende wet- en regelgeving – in hun gebied vorm te geven. Het is niet aan mij om daarover te oordelen.

Vraag 4

Vindt u het een goede ontwikkeling dat meer dan 10% van de buschauffeurs vrijwilliger is? Zo, ja waarom? Verwacht u dat in de komende jaren meer buschauffeurs hun baan verliezen en worden vervangen door vrijwilligers?

Antwoord 4

Of de komende jaren meer buschauffeurs hun baan verliezen en meer vrijwilligers dit soort werkzaamheden gaan doen, kan ik niet inschatten.

Vraag 5

Bent u bereid om met het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) afspraken te maken over hoe het begrip «vrijwilligerswerk» moet worden gedefinieerd en wat «perspectief op werk» betekent? Bent u bereid om gemeenten en provincies die buslijnen door vrijwilligers laten rijden, hierop aan te spreken? Wilt u uw antwoord motiveren?

Antwoord 5

Het UWV is verantwoordelijk voor uitvoering van een aantal werknemersverzekeringen. In het kader van de WW ben ik in overleg met het UWV om te komen tot verruiming van de huidige regels omtrent het verrichten van vrijwilligerswerk met behoud van uitkering zoals aangekondigd in mijn brief van 10 juli jongstleden3. Daar maken we afspraken over hoe vrijwilligerswerk in de zin van de WW wordt gedefinieerd. Werkverdringing houd ik daarbij scherp in het oog.

Zoals aangegeven zijn gemeenten en provincies zelf verantwoordelijk voor de organisatie van het openbaar vervoer in hun gebied.

Vraag 6

Wilt u in overleg treden met de vakbonden en de Tweede Kamer van de resultaten van dit overleg op de hoogte stellen?

Antwoord 6

Ja, ik zal dit bespreken in mijn overleg met sociale partners en uw Kamer over de uitkomsten informeren.


X Noot
1

Volkskrant 2 augustus 2014, pagina 2 en 24.

X Noot
3

Kamerstuk 29 544, nr. 551

Naar boven