Vragen van het lid Agema (PVV) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Hoe Buurtzorg miljoenen misloopt door willekeur zorgverzekeraars» (ingezonden 6 augustus 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 september 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2688

Vraag 1

Kent u het bericht «Hoe Buurtzorg miljoenen misloopt door willekeur zorgverzekeraars»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat goede prestaties in de zorg niet worden beloond maar afgestraft wanneer een organisatie succesvol is, en daardoor gedwongen wordt cliënten door te verwijzen naar de concurrent? Vindt u dit niet de omgekeerde wereld? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Voor mij staat de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg aan cliënten centraal. Zorgaanbieders en zorgkantoren maken daartoe afspraken omtrent de te leveren zorg aan cliënten. Het is aan zorgkantoren om de partijen te contracteren die een goede prijs/kwaliteit verhouding leveren. Zorgaanbieders dienen binnen die afspraken de zorg te leveren.

Vraag 3

Is er sprake van een toename van zorgvragen? Zo ja, hoe komt dat? Zo nee, zou de groei van Buurtzorg elders dan tot een afname van zorg moeten leiden? Kan Buurtzorg niet gefinancierd worden uit de onderproductie van andere organisaties? Bent u bereid dit te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

In de loop der tijd is er sprake van een toename van de zorgvraag vanwege de toenemende medische mogelijkheden, toenemend aantal mensen met een chronische ziekte en de vergrijzing. De groei die Buurtzorg de afgelopen jaren heeft doorgemaakt hangt hier deels mee samen. De zorgkantoren geven niet aan dat de groei van Buurtzorg wordt gecompenseerd door een afname van zorglevering bij andere zorgaanbieders. Op dit moment vindt een onderzoek plaats naar de doelmatigheid van de zorglevering door Buurtzorg.

Vraag 4

Bent u ervan op de hoogte dat waar andere instellingen de productie neerwaarts bijstellen, daar bij Buurtzorg geen sprake van is, en dat ook andere partijen afwegingen hebben te maken hoe om te gaan met een instroom van cliënten die kan leiden tot overproductie? Is de instroom dan niet het gevolg van het neerwaarts bijstellen van de productie van andere organisaties?

Antwoord 4

Deze signalen zijn mij niet bekend.

Vraag 5

Wanneer kunnen de resultaten van het doelmatigheidsonderzoek worden verwacht?2

Antwoord 5

De resultaten van het doelmatigheidsonderzoek worden in het najaar verwacht.

Vraag 6

Vindt u dat geleverde geïndiceerde zorg te allen tijde betaald moet worden? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid het systeem, zoals neergelegd in de beleidsregels van de Nederlandse Zorgautoriteit, aan te passen nu uit de praktijk blijkt dat deze regels de groei van succesvolle en innovatieve organisaties in de weg staan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Het zorgkantoor heeft de zorgplicht in een regio en bepaalt in hoeverre (extra) productieafspraken gezien de zorgvraag bij een zorgaanbieder noodzakelijk zijn. Een zorgkantoor kan verschillende redenen hebben om geen aanvullende productieafspraken te maken met een zorgaanbieder. Het zorgkantoor moet immers met alle zorgaanbieders productieafspraken maken waardoor extra productie bij een zorgaanbieder ten koste kan gaan van de afgesproken capaciteit van een andere zorgaanbieder. Niet van te voren afgesproken overproductie leidt dus niet automatisch tot bijstelling van het budget. Bij zorgaanbieders is overigens bekend dat productie boven de productieafspraak voor eigen risico kan zijn. Zorgaanbieders kunnen hier dus rekening mee houden bij hun zorglevering.


X Noot
1

follow the money, 30 juli 2014

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2188

Naar boven