Vragen van het lid Van Veldhoven (D66) aan de Minister van Economische Zaken over
de situatie bij NRG Petten (ingezonden 20 mei 2014).
Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 10 juni 2014).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Exploitant kernreactor Petten bijna failliet»?1
Vraag 2
De directeur van het bedrijf spreekt over een faillissement dat enkel met een overbruggingskrediet
van het Ministerie van Economische Zaken voorkomen kan worden, NRG Petten en haar
werknemers verkeren nu in onduidelijkheid over de toekomst van het bedrijf en hun
banen; kunt u duidelijkheid geven over de status van de honorering van dit overbruggingskrediet?
Antwoord 2
Zoals aangegeven in mijn brief aan uw Kamer over het kredietverzoek van ECN/NRG, die
parallel aan deze antwoorden naar uw Kamer zijn verstuurd, heb ik ECN geïnformeerd
dat de meest betrokken bewindslieden een positieve grondhouding hebben tegenover het
verstrekken van een krediet, onder strenge voorwaarden maar dat er, alvorens een besluit
aangaande een krediet kan worden genomen, nog een aantal aspecten beter moet worden
onderzocht. Ik verwacht dat besluitvorming in de zomer mogelijk is.
Vraag 3
Welke verwachtingen heeft u over de toekomst van NRG? Hoe staat het met de plannen
voor de bouw van Pallas?
Antwoord 3
Het kredietverzoek wordt op dit moment bestudeerd. Het uitzicht op een verantwoorde
bedrijfsvoering en gezonde marktwerking staat voorop bij het beoordelen van dit kredietverzoek.
Op de uitkomsten van dit onderzoek kan ik op dit moment niet vooruitlopen.
Voor de realisatie van de nieuwe onderzoeksreactor «Pallas» is op 16 december 2013
de onafhankelijke Stichting Voorbereiding Pallas-reactor (Stichting Pallas) opgericht,
waarbij de directeur en Raad van Toezicht zijn benoemd. Sinds begin 2014 werkt de
Stichting Pallas aan de uitbreiding van het projectteam, de voorbereiding en planning
van het uitgebreide vergunningentraject, de ontwerpeisen voor de reactor, de voorbereiding
van de Europese aanbesteding van het ontwerp en het uitwerken van een plan voor het
aantrekken van de private financiering voor de bouw- en exploitatiefase van de nieuwe
reactor. Deze fase neemt naar verwachting tenminste vier jaar in beslag.
Vraag 4
Bent u positief over de business case voor Pallas? Kunt u inzicht geven in de aanbestedingsprocedure
van Pallas, en de redenen waarom de bouw van Pallas vertraging oploopt? Is het – met
de voortschrijding der techniek, en de opkomst van alternatieven voor de productie
van medische isotopen door kernreactoren – wel realistisch dat Pallas een positieve
business case heeft?2
Antwoord 4
Voor de business case voor Pallas is het belangrijk dat er prijsverhogingen voor (medische)
radio-isotopen worden doorgevoerd om Pallas economisch rendabel te kunnen exploiteren.
In het antwoord op vraag 3 is aangegeven in welke fase het project zich bevindt. Het
is op dit moment derhalve nog niet mogelijk om inzicht te geven in de aanbestedingsprocedure.
Of het realistisch is om van een positieve business case uit te gaan, zal in de komende
2 à 3 jaren blijken. Het zullen marktpartijen zijn die dan de business case zullen
beoordelen.
Vraag 5
Kunt u inzicht geven in wat het belang is van Pallas voor de positie van ECN als onderzoeksinstituut,
zowel in nationaal als in Europees verband?
Antwoord 5
De realisatie van de nieuwe onderzoeksreactor is ondergebracht bij een nieuwe onafhankelijke
organisatie. Er bestaat dus geen rechtstreekse relatie tussen de nieuwe onderzoeksreactor
en ECN als onderzoeksinstituut. De verwachting is echter dat de komst van een nieuwe
onderzoeksreactor wel degelijk een positieve spin-off zal hebben voor onderzoeksinstituten,
zoals ECN, als gevolg van de bundeling van hoogwaardige expertise op één plek, namelijk
Petten.
Vraag 6
Wat zou de impact zijn op de economie en de werkgelegenheid in de kop van Noord-Holland
als NRG failliet zou gaan? Zijn er andere sectoren in de regio wier groei deze impact
zou kunnen pareren?
Antwoord 6
Zoals aangegeven in mijn brief aan uw Kamer over het kredietverzoek van ECN/NRG bestaat
er bij de meest betrokken bewindslieden een positieve grondhouding voor het verlenen
van een overbruggingskrediet. Het is daarom niet opportuun om te speculeren over de
gevolgen van een situatie die zich vooralsnog niet voordoet.