Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 1495 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 1495 |
Wat is uw oordeel over het bericht «Student betaalt meer dan collegegeld», waarin staat dat steeds meer studenten extra kosten moeten maken om hun studiepunten te kunnen halen?1
Ik onderschrijf de inhoud van het bericht. Uit navraag bij het ISO blijkt dat men naar aanleiding van meldingen een steekproef heeft gedaan op de websites van instellingen om na te gaan of extra kosten in rekening worden gebracht. Daarna is een meldpunt geopend. Vervolgens heeft het ISO alle instellingen waarover klachten of meldingen zijn ontvangen, een op de casuïstiek van de desbetreffende instelling toegespitste brief gestuurd.
In artikel 7.50 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) is opgenomen dat de inschrijving voor een opleiding niet afhankelijk kan worden gesteld van andere geldelijke bijdragen dan het collegegeld. Op grond van artikel 7.34 van de WHW heeft de student na inschrijving recht op voorzieningen. Hierbij moet onder andere worden gedacht aan het volgen van het onderwijs, toegang tot de gebouwen, gebruikmaking van studentenvoorzieningen en studiebegeleiding. Dit betekent in principe dat van studenten geen extra financiële bijdrage mag worden gevraagd om studiepunten te behalen.
Hoe is het mogelijk dat instellingen nog altijd extra kosten in rekening brengen (bijvoorbeeld voor het afleggen van tentamens, verplichte studiereizen of studiekosten)2, terwijl uit het antwoord op eerdere vragen blijkt dat verplichte extra heffingen voor activiteiten die noodzakelijk zijn voor het behalen van studiepunten, niet zijn toegestaan?3
Na inschrijving hebben studenten recht op voorzieningen en mogen instellingen aan studenten in principe geen extra financiële bijdrage vragen om studiepunten te behalen. Wel kunnen instellingen extra kosten in rekening brengen voor activiteiten die geen deel uitmaken van de opleiding. Deelname aan en betaling voor dergelijke activiteiten dient plaats te vinden op vrijwillige basis. Als kosten in rekening worden gebracht voor activiteiten die wel deel uitmaken van een opleiding, moet studenten die die kosten niet willen of kunnen betalen een alternatief worden geboden.
Waarom is dit nog steeds niet geregeld, aangezien dit al in 2008 in de Kamer aan de orde is gesteld?
Zoals in mijn antwoord op voorgaande vragen vermeld, bestaat er een wettelijke regel. In de brief van 2009 aan uw Kamer (kamerstuknummer 2008/09 II, 31 288, nr. waar in vraag 2 naar wordt verwezen, is dit nader uiteengezet.
Hoe gaat u instellingen die zich hieraan schuldig maken tot de orde roepen en erop toezien dat dit in de toekomst niet opnieuw gebeurt?
De ISO heeft de instellingen een brief gestuurd waarin wordt gewezen op het onrechtmatig in rekening brengen van extra kosten aan studenten. Inmiddels heeft de ISO een document uitgebracht met daarin een overzicht van de individuele meldingen aangaande extra kosten met daaraan gekoppeld een beoordeling door de ISO. Ik zal de Inspectie van het Onderwijs verzoeken hiernaar te kijken.
Deelt u de mening dat instellingen de taak hebben om glashelder aan studenten te communiceren dat extra kosten vrijwillig zijn en dat instellingen verplicht zijn om een kosteloos alternatief aan te dragen?
Op welke wijze gaat u ervoor zorgen dat studenten beter worden geïnformeerd over hun rechtspositie in dit soort kwesties? Hoe gaat u de klachtenregeling voor studenten verbeteren?5
Bij de evaluatie van de Wet Versterking Besturing is de rechtsbescherming van de student geëvalueerd (kamerstuknummer 2013/14 II, 33 824, nr. 1). Deze evaluatie wijst uit dat de rechtsgang naar tevredenheid functioneert. De meest genoemde kritiek heeft betrekking op de vindbaarheid en informatievoorziening. Dat blijkt ook uit de verbetersuggesties van de studenten die bij de evaluatie zijn betrokken. Algehele conclusie is dat de informatievoorziening voor studenten niet altijd inzichtelijk is. Op dit moment vindt afstemming plaats met de koepels over de manier waarop de voorlichting over de bestaande klachtenregeling kan worden verbeterd. Daarbij worden het ISO en de LSVb betrokken. Ook wordt in het kader van een redesign van de website van de Inspectie van het Onderwijs nagegaan of deze website voldoende toegankelijk is. Onderdeel hiervan is dat er gemakkelijk contact kan worden gemaakt met de inspectie betreffende vragen of signalen. Over de wijze waarop studenten zullen worden geïnformeerd, bestaat nog geen vastomlijnd beeld. Uiteraard is het streven de informatie aan studenten zo goed mogelijk te laten zijn.
Deelt u de mening dat studenten onterechte studiekosten op de betreffende instelling moeten kunnen verhalen? Hoe gaat u dit bevorderen?
Als een student van mening is dat hij aan een instelling ten onrechte bepaalde studiekosten heeft betaald, kan hij een verzoek tot teruggave indienen en zo nodig gebruik maken van de reguliere rechtsbeschermingsprocedure die hiervoor openstaat.
Is het waar dat de Vereniging van Universiteiten (VSNU) onterecht meldt dat boetes geoorloofd zijn voor studenten die zich «te laat» inschrijven voor een tentamen? Wat gaat u ondernemen tegen universiteiten die deze boetes uitdelen?7
Dit wordt ten onrechte gemeld. Ik verwijs verder naar mijn antwoord op vraag 4 en naar mijn antwoord op vergelijkbare vragen van het lid Mohandis (PvdA) van uw Kamer (nr. 2014Z00674, d.d. 11 maart 2014 door uw Kamer ontvangen).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1495.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.