Vragen van de leden Van Ojik en Klaver (beiden GroenLinks) en Omtzigt (CDA) aan de Minister en Staatssecretaris van Financiën over Oekraïense vermogens die in Nederland gestald worden en de rol die de Nederlandse ambassade hierin speelt (ingezonden 7 maart 2014).

Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën) mede namens de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Financiën (ontvangen 12 maart 2014).

Vraag 1

Kunt u precies uiteenzetten hoe vaak, wanneer en in welke landen sinds het aantreden van het kabinet Rutte I trustkantoren presentaties hebben gegeven op of met medewerking van de Nederlandse ambassade, het Nederlandse ministerie van Financiën of de Nederlandse Belastingdienst? Kunt u bij elk van de gelegenheden aangeven welke trustkantoren het betreft?

Vraag 2

Heeft de Nederlandse ambassade in Kiev vooraf inzage gehad in de presentaties van trustkantoor Nova en advocatenkantoor DLA Piper die zij in november hebben gegeven op de Nederlandse ambassade in Kiev?

Vraag 3

Vielen de presentaties binnen het Nederlandse beleid, zoals dat in de OESO is afgesproken en met de Kamer gedeeld onder andere op het gebied van substance-eisen?

Vraag 4

Bent u bereid de presentaties die trustkantoor Nova en advocatenkantoor DLA Piper gegeven hebben op de bijeenkomst in november op de Nederlandse ambassade in Kiev met de Kamer te delen, bij voorkeur nog voorafgaand aan de besloten technische briefing over het stallen van geld door de Oekraïense elite in Nederland die 11 maart aanstaande plaatsvindt?

Vraag 5

Wie heeft de deelnemers voor de bijeenkomst in november op de Nederlandse ambassade in Kiev uitgenodigd? Bent u bereid een deelnemerslijst voor deze bijeenkomst met de Kamer te delen?

Vraag 6

Hoeveel bijeenkomsten – en in welke landen – staan er de komende vier maanden op Nederlandse ambassades gepland waar (onder andere) trustkantoren komen spreken over het fiscale klimaat in Nederland?

Antwoord 1 t/m 6

Tijdens het debat van uw Kamer van 5 maart j.l. heb ik aangegeven dat het in algemene zin tot het takenpakket van de Nederlandse ambassades behoort om informatie te bieden over het vestigingsklimaat, inclusief het fiscale klimaat in Nederland. De bijeenkomst die gefaciliteerd is door de ambassade in Kiev past binnen dit takenpakket. Zoals ook toegelicht in het verslag van de Europese Raad van 6 maart j.l., betrof het seminar dat in november j.l. heeft plaatsgevonden op de Nederlandse ambassade in Kiev een publieke bijeenkomst die openlijk in de media is geadverteerd en waarvoor elk geïnteresseerd bedrijf zich kon aanmelden. Aan het seminar namen ongeveer 60 – 70 vertegenwoordigers van Oekraïense, Nederlandse en internationale bedrijven deel. Foto's zijn die avond vrijgemaakt en na afloop is ook een foto op de Facebook pagina van de ambassade geplaatst. Geen van de 18 personen op de EU-sanctielijst heeft aan het seminar deelgenomen. Het Kabinet is van mening dat het faciliteren van deze bijeenkomst past binnen de staande taakopdracht van de ambassades. Vergelijkbare bijeenkomsten worden derhalve met enige regelmaat elders in de wereld georganiseerd, die qua omvang, aard en aanpak echter kunnen verschillen.

Vraag 7

In de beantwoording van eerdere vragen1 wordt aangegeven dat conform Europese wetgeving onderzoek naar de identiteit van de uiteindelijk belanghebbenden wettelijk verplicht is voor banken en trustkantoren; hoeveel meldingen zijn er in de periode 2010–2013 door banken en trustkantoren gedaan van verdachte transacties en of vermoeden van witwaspraktijken met betrekking tot gelden uit Oekraïne?

Vraag 8

Hoe verhoudt dit aantal meldingen zich tot de hoeveelheid kapitaal dat van Oekraïne naar en door Nederland stroomt?

Vraag 9

Bij hoeveel van deze meldingen is overgegaan tot vervolging?

Antwoorden 7 t/m 9

Mede gelet op de korte beantwoordingtermijn kan de volgende informatie beschikbaar worden gesteld. FIU-Nederland heeft een zoekslag gedaan naar alle transacties die vanaf 1-1-2013 bij FIU zijn gemeld. Het betreft 1475 transacties die te relateren zijn aan transacties tussen Nederland en Oekraïne en 359 transacties te relateren aan personen met de Oekraïense nationaliteit. Het merendeel van de transacties betreft moneytransfers met bescheiden bedragen en aankopen van tweedehandsauto’s die vervolgens worden geëxporteerd.

Voorts heeft FIU-Nederland aangegeven van trustkantoren in de periode 2010–2013 twee ongebruikelijke transacties ontvangen te hebben die aan Oekraïne te relateren zijn, waarvan er één verdacht is verklaard. Hiermee was een bedrag van € 4 mln gemoeid.

Vraag 10

Is deze meldingsplicht van vermoeden van fraude of witwassen door trustkantoren en financiële instellingen (die hun geld verdienen met het stallen van vermogens) niet een kwestie van de slager die zijn eigen vlees keurt?

Antwoord 10

Conform internationale afspraken gaat de Nederlandse wetgeving tegen witwassen uit van verplichtingen voor zogenoemde poortwachters: instellingen die door hun dienstverlening toegang bieden tot het Nederlandse financiële stelsel. Daartoe behoren financiële instellingen en trustkantoren, maar ook bijvoorbeeld advocaten en notarissen. Deze instellingen zijn verplicht zelf onderzoek te doen naar de identiteit en achtergrond van hun cliënten en transacties van hun cliënten. Met hun expertise zijn de instellingen daartoe het beste uitgerust en kunnen zij het best boordelen of een transactie ongebruikelijk is. Zulke transacties moeten zij melden bij de Financial Intelligence Unit – Nederland. Toezichthouders zoals de Nederlandse Bank (DNB) controleren of instellingen deze verplichtingen naleven. Zo heeft DNB vorig jaar nog maatregelen genomen ten aanzien van enkele trustkantoren die deze verplichtingen onvoldoende bleken na te leven.

Vraag 11

Bent u bereid deze vragen uiterlijk maandag 10 maart 2014 te beantwoorden?

Antwoord 11

Ja.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1295

Naar boven