Vragen van het lid Van Toorenburg (CDA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over een 77-jarige vrouw uit Valkenswaard die tienduizenden euro’s moet betalen omdat vaten gif op haar terrein zijn gestort door criminelen (ingezonden 3 december 2013).

Antwoord van Staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 27 februari 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 961.

Vraag 1

Heeft u de uitzending gezien over een 77-jarige vrouw uit Valkenswaard die tienduizenden euro’s moet betalen omdat vaten gif op haar terrein zijn gestort door criminelen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de inschatting van de betreffende gemeenteambtenaar van Valkenswaard dat deze eigenaresse niet alles heeft gedaan om haar terrein te beschermen tegen dergelijke ongewenste stortingen?

Antwoord 2

Het storten of dumpen van chemisch afval kan ernstige gevolgen hebben voor de omgeving van de dumpplaats en risico’s inhouden voor mens, dier en milieu. Dergelijke stortingen dienen zoveel mogelijk te worden teruggedrongen en de criminelen dienen verantwoordelijk te worden gehouden voor het opruimen en herstellen van de gevolgen en op te draaien voor de kosten hiervan.

De gemeente is zelf bevoegd met betrekking tot de betreffende milieu-aspecten. Ik kan daarom geen mening geven omtrent inschattingen die de betreffende gemeenteambtenaar heeft gemaakt met betrekking tot de specifieke casus in Valkenswaard. Daar waar het gaat om het aanpakken van de verontreinigingen van het milieu en het voorkomen van verdere verspreiding is de gemeente in mijn ogen voortvarend opgetreden. De inschatting in hoeverre de eigenaresse alles heeft gedaan, ligt niet in mijn bevoegdheden en ik heb daar ook geen zicht op.

Vraag 3

Deelt u de mening dat het onrechtvaardig is dat deze vrouw zelf voor de kosten moet opdraaien van de vervuilende goederen die criminelen hebben gedumpt op haar terrein? Zo ja, bent u bereid om in gesprek te gaan met de gemeente Valkenswaard om deze onrechtvaardigheid te bespreken?

Antwoord 3

In het algemeen gezien – en zoals gezegd – ben ik van mening dat de criminelen/vervuilers dienen op te draaien voor de kosten. Echter, zoals aangegeven is het in casu de gemeente die een afweging dient te maken omtrent deze specifieke casus.

Op betreffende locatie gaat het om cans met – naar alle waarschijnlijkheid – afvalproducten van synthetische drugs, zijnde chemisch afval en gevaarlijk voor de volksgezondheid. Op grond van de Wet milieubeheer is het niet toegestaan zich door afgifte aan een ander van gevaarlijke afvalstoffen te ontdoen, tenzij het aan bevoegde inzamelaars en verwerkers wordt afgegeven. Het college van B&W heeft tot taak dit verbod ten aanzien van gevaarlijke afvalstoffen bestuursrechtelijk te handhaven.

De gevaarlijke stoffen zijn tevens in de bodem terecht gekomen waarbij er sprake was van een acuut gevaar voor natuur/milieu en de volksgezondheid. Op grond van de Wet bodembescherming dient een dergelijke verontreiniging of aantasting en de directe gevolgen daarvan te worden beperkt en zoveel mogelijk ongedaan gemaakt te worden door de overtreder dan wel degene die het feitelijk in zijn of haar macht heeft om de verontreiniging te beëindigen en te voorkomen. In het kader van de toepassing – door de gemeente – van de relevante (zorgplicht)bepaling is het mogelijk een afweging te maken als het gaat om redelijkheid van het toepassen van bestuursdwang. Zo ook als het gaat om het verhalen van gemaakte kosten bij die bestuursdwang.

Vraag 4

Deelt u de mening dat het juist in dit soort gevallen de taak van de gemeente is om de helpende hand te bieden, in plaats van burgers te laten opdraaien voor schade waar ze zelf geen enkel aandeel in hebben?

Antwoord 4

Ik ben van mening dat de gemeente uit dient te gaan van het geldende wettelijke kader en verantwoordelijk is voor het toepassen hiervan.

Vraag 5

Hoe denkt u over het instellen van een hardheidsclausule in de wet of het instellen van een speciaal fonds bij gemeenten, zodat in dit soort schrijnende gevallen de kosten niet worden verhaald op onschuldige burgers?

Antwoord 5

Het wettelijk kader biedt voldoende mogelijkheden om het illegaal dumpen van afval aan te pakken. Ik zie geen meerwaarde in het wijzigen van het wettelijk kader.

Ik waardeer het initiatief van de provincie Noord Brabant die enkele maanden geleden een werkgroep heeft gevormd met vertegenwoordigers van gemeenten, politie, brandweer, waterschappen, OM en omgevingsdiensten. In dit verband is een plan van aanpak opgesteld met afspraken en maatregelen om het aantal dumpingen terug te dringen.

Er zijn, in dit initiatief, tevens richtlijnen ontwikkeld over hoe te werk te gaan na het aantreffen van drugsafval. Ook worden mogelijkheden verkend om de kosten voor het opruimen van het drugsafval en het schoonmaken van het terrein terug te dringen. In dit verband onderzoekt de provincie de wenselijkheid en haalbaarheid van een waarborgfonds waaruit de kosten van het opruimen kunnen worden betaald. Ik zal graag de uitkomsten van de werkgroep ontvangen om te zien welke zaken in meer generieke zin door de rijksoverheid zouden kunnen worden opgepakt om belemmeringen te voorkomen.


X Noot
1

«Vandaag de Dag», WNL, 28 november 2013

Naar boven