Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de ministers van Economische Zaken en van Buitenlandse
Zaken over de gevolgen van het faillissement en de herstart van Better Place inzake
accu-oplaadstations (ingezonden 17 juli 2013).
Antwoord van minister Kamp (Economische Zaken), mede namens de minister van Buitenlandse
Zaken (ontvangen 27 augustus 2013)
Vraag 1 en 3
Bent u op de hoogte van de doorstart van het voormalige Better Place? Zo ja, welk
verzoek met betrekking tot de eerdere samenwerking met Nederland doet de nieuwe directie
nu aan u? Welk verzoek doet de directie aan de EU in het licht van de samenwerking
die door Better Place met de EU was aangegaan?1
Wat zijn de gevolgen voor de Europese ondersteuning van Better Place met name in het
kader van het Ten-T project? Is het mogelijk dat de EU de schade, die na het faillissement
van Better Place ontstond, kan verhalen op de nieuwe firma? Indien nee, waarom niet?
Antwoord 1 en 3
Het kabinet is niet vooraf op de hoogte gesteld van de doorstart. Het kabinet heeft
vervolgens de berichten gezien en zich op de hoogte gesteld van de casus. Er zijn
beperkte banden tussen het voormalige Better Place en Nederland. De nieuwe eigenaar
heeft geen contact met het kabinet opgenomen en omgekeerd het kabinet ook niet met
de nieuwe eigenaar.
Het Israëlische bedrijf Better Place heeft in het kader van de TEN-T (Trans-European
Transport Networks) call voor het project «Greening European Transportation Infrastructure
for Electric Vehicles», dat uitsluitend betrekking heeft op oplaad- en wisselstations
in Europa, een aanvraag ingediend en subsidie van de EU ontvangen (zie tevens antwoord
op vraag 4).
De Nederlandse staat heeft hier geen directe bemoeienis. Agentschap NL heeft, zoals
vaker met Europese projecten, meegekeken met de aanvraag en heeft contact gehad met
de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Better Place heeft namelijk een pilot gestart met
een accuwisselstation voor elektrische taxi’s op Schiphol.
Of er sprake is van schade voor de EU, en of de EU die schade wil en kan verhalen
op de nieuwe eigenaar, is primair aan de EU. Het kabinet merkt overigens op dat de
subsidie is verleend conform Europese richtsnoeren (zie verder antwoord op vragen
4 en 5).
Vraag 2
Wat zijn de financiële verplichtingen die de Nederlandse staat (met name het ministerie
van Economische Zaken) is aangegaan bij de introductie van het bedrijf Better Place
in Nederland? Wat is de schade van de Nederlandse steun aan het project na het faillissement
eerder dit jaar? Is het mogelijk deze schade bij de nieuwe firma te verhalen? Indien
nee, waarom niet?
Antwoord 2
De Nederlandse staat is geen verplichting aangegaan. Het Ministerie van Economische
Zaken, inclusief Agentschap NL, heeft geen financiële relatie met Better Place. Better
Place heeft geen MIA/VAMIL aangevraagd voor het accuwisselstation op Schiphol.
Vraag 4 en 5
Deelt u de opvatting dat in het kader van Nederlandse plicht tot «due diligence» de
gemeente Amsterdam, de Nederlandse staat en de EU beter niet met Better Place in zee
konden gaan, tenzij Better Place openlijk afscheid had genomen van ondersteuning van
de bezetting en haar stations in de bezette gebieden had afgestoten? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, wat betekent dat voor uw beleid van actieve ontmoediging van contacten
met het bedrijfsleven om in en met de nederzettingen zaken te doen?
Deelt u de conclusie dat het aangaan van nieuwe banden met de opvolger van Better
Place alleen mogelijk is als afstand wordt gedaan van de faciliteiten in de bezette
gebieden? Zo ja, kunt u dat toelichten? Indien nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
Het Israëlische bedrijf Better Place heeft in het kader van de TEN-T call voor het
project «Greening European Transportation Infrastructure for Electric Vehicles», dat
uitsluitend betrekking heeft op oplaad- en wisselstations in Europa, subsidie van
de EU ontvangen. Hoewel de subsidie reeds werd verleend in een tijd dat er nog geen
Europese richtsnoeren ten aanzien van de subsidiabiliteitsvoorwaarden voor activiteiten
van Israëlische bedrijven waren, past de verlening van de subsidie achteraf bezien
binnen deze richtsnoeren (Pb EU C 205 van 19 juli 2013, blz. 9–11). Overigens was
alleen de gemeente Amsterdam als uitvoerende instantie betrokken bij een pilot met
een accuwisselstation voor elektrische taxi’s op Schiphol, en niet de Nederlandse
staat.
Het Nederlandse beleid ten aanzien van nederzettingen is ongewijzigd. De Nederlandse
overheid en onder de verantwoordelijkheid van de overheid vallende instellingen verlenen
geen diensten aan bedrijven die gevestigd zijn in Israëlische nederzettingen noch
aan Nederlandse bedrijven die aldaar zaken willen doen.
X Noot
1Auto’s met verwisselbare accu blijven rijden na overname, De Volkskrant, 12 juli 2013.