Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de recordopbrengst aan boetes (ingezonden 13 juni 2013).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 26 juli 2013).

Vraag 1

Klopt de schatting dat dit jaar waarschijnlijk 1 miljard euro aan boetes zal worden geïnd, wat een stijging is van 30% ten opzichte van vorig jaar? Wat vindt u van deze stijging?1

Antwoord 1

Onlangs is de raming voor de ontvangsten boeten en transacties geactualiseerd in de Voorjaarsnota; de raming voor 2013 bedraagt € 912 miljoen. Gedurende de uitvoering van het begrotingsjaar wordt de raming voor 2013 geactualiseerd. Daarbij wordt rekening gehouden met de veelheid van factoren die van invloed zijn op de raming, zoals o.a. de verkeersintensiteit, economische situatie, gedrag van de burger en wegwerkzaamheden.

De gerealiseerde ontvangsten boeten en transacties bedroegen € 898 mln. in 2012. Op basis van de huidige inzichten is de stelling dat sprake zou zijn van een stijging van 30% dus onjuist.

Vraag 2

Gaat u de extra opbrengsten uit boetes gebruiken om te investeren binnen het ministerie van Veiligheid en Justitie, in bijvoorbeeld de politie, het openbaar Miniserie (OM) en het gevangeniswezen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u aangeven welke bezuinigingen dan kunnen komen te vervallen?

Antwoord 2

Per Voorjaarsnota, Ontwerpbegroting en Najaarsnota wordt uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering van het begrotingsjaar. Mocht tijdens de uitvoering blijken dat een meevaller op de boeteontvangsten wordt voorzien voor het begrotingsjaar 2013, dan zal in het totaal van alle mee- en tegenvallers op de begroting van mijn departement bezien worden op welke wijze de middelen aangewend zullen worden.

Vraag 3

Klopt het dat nog slechts bij 5% van de boetes sprake is van een staandehouding, en dat het in 95% van de gevallen gaat om automatische boetes? Deelt u de opvatting van de politiebond dat hier geen opvoedend effect meer vanuit gaat, zoals wordt beoogd met het beboeten van overtredingen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Van de 3.757.525 boetes in de eerste vier maanden van 2013 is er in 195.655 gevallen sprake geweest van een staandehouding, dit betreft dus 5,2% van de gevallen. De overige 94,8% van de overtredingen zijn op kenteken geconstateerd. Hiervan is 82,9% geconstateerd met behulp van een geautomatiseerd handhavingsmiddel en 11,9% is door de opsporingsambtenaar op kenteken bekeurd of vastgesteld door middel van een registervergelijking bij de RDW.

Anders dan de politiebond ben ik van oordeel dat ook van een boete die niet direct aan de betrokkene wordt overhandigd een opvoedend effect uitgaat. De overtreder wordt immers ook dan geconfronteerd met de gevolgen van zijn verkeersgedrag en dat men deze kosten kan vermijden door de regels na te leven.

Vraag 4

Klopt het dat bekeuringen soms pas 5 of 6 weken na het begaan van de overtreding bij mensen op de mat vallen? Deelt u de mening dat dit, gezien het feit dat het in 95% van de gevallen gaat om een geautomatiseerde boete, sneller moet kunnen om te voorkomen dat mensen herhaaldelijk dezelfde fout maken doordat zij lang moeten wachten voordat zij zien dat ze een fout hebben begaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoeveel dagen of weken is volgens u haalbaar en binnen welke termijn gaat u dit regelen?

Antwoord 4

Bij overtredingen geconstateerd door trajectcontrolesystemen duurt het gemiddeld 11 dagen tot dat een beschikking bij de betrokkene op de deurmat valt. Ook bij flitspalen is de gemiddelde aanlevertijd 11 dagen. Ik vind dit acceptabele termijnen omdat het versturen van boetes zorgvuldig dient te gebeuren en zie geen aanleiding dit te versnellen.

Vraag 5

Klopt de constatering dat met name op 130 km-wegen de stijging van beboete voertuigen fors is toegenomen? Hoe verklaart u dit? Deelt u de opvatting van de ANWB dat dit vooral komt doordat de nieuwe maximumsnelheid van 130 km/u voor onduidelijkheid heeft gezorgd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om deze onduidelijkheid weg te nemen?

Antwoord 5

Nee, die constatering klopt niet. In de laatste vier maanden van 2012 werden 15.171 overtredingen geconstateerd op 130 km-wegen. Dit aantal is in de eerste vier maanden van 2013 gedaald naar 12.096 overtredingen. De opvatting dat de nieuwe maximumsnelheid voor onduidelijkheid heeft gezorgd deel ik dan ook niet.

Vraag 6

Deelt u de mening dat sommige boetebedragen absurd zijn in verhouding tot de aard van de overtreding? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid het boetestelsel en de vastgestelde bedragen samen met de bonden en andere experts kritisch tegen het licht te houden?

Antwoord 6

Nee, deze mening deel ik niet. Zoals ik eerder heb geantwoord op vragen naar aanleiding van het Referentiekader geldboetes, Verslag van een onderzoek naar de hoogte en wijze van berekening van geldboetes in het bestuursrecht en het strafrecht2 wordt er in de huidige systematiek rekening gehouden met de aard van de overtreding.

Bij de vaststelling van de hoogte van verkeersboetes wordt sinds 2005 gewerkt met het zogeheten Tarievenhuis van het Openbaar Ministerie. Met dit Tarievenhuis is een beoordelingskader ingevoerd waarmee de aan gedragingen gekoppelde tarieven op een eenvoudige en uniforme wijze door middel van een aantal criteria worden vastgesteld. Dit beoordelingskader zorgt ervoor dat er vaste verhoudingen bestaan tussen de sancties voor de verschillende strafbare gedragingen. Overtredingen zijn in het kader ingedeeld in verschillende rubrieken waarbij het motto geldt: hoe gevaarlijker, hoe duurder. Specifieke weegfactoren zorgen er bovendien voor dat overtredingen op gevaarlijke plekken of overtredingen die worden begaan met bijvoorbeeld grotere voertuigen, extra zwaar worden bestraft.

Daarnaast is er ter uitvoering van de motie Van der Staaij c.s. bij de invulling van de verhoging van de verkeersboetes per 1 januari 2012 nadrukkelijk gekozen voor gerichte boeteverhogingen voor in het bijzonder asociale en gevaarlijke verkeersovertredingen. En zijn specifiek de boetebedragen voor snelheidsovertredingen van meer dan 10 km/u en de snelheidsovertredingen in woonwijken verhoogd3. Met het hanteren van het beoordelingskader Tarievenhuis en de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de motie Van der Staaij c.s. komt de verhouding tussen de aard van de overtreding en de hoogte van de boete in het huidige stelsel van de verkeersboetes op een juiste manier tot zijn recht. Ik ben daarom niet voornemens het boetestelsel of de huidige verkeersboetes te herzien.


X Noot
1

AD, 7 juni 2013

X Noot
2

Zie Kamerstuk 33 000 VI, nr. 77 en Kamerstuk 33 400-VI nr. 114

X Noot
3

Zie voor de volledige toelichting over de uitvoering van de motie Van der Staaij c.s. mijn brief aan uw Kamer van 2 september 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 29 398, nr. 285).

Naar boven