Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de mogelijkheid om banksparen ook mogelijk te maken voor het aankopen van het pensioen (ingezonden 10 april 2012).

Antwoord van minister Kamp (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de minister van Financiën (ontvangen 3 juli 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2329.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «20% meer pensioen mogelijk door wetswijziging»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven hoeveel mensen op dit moment een pensioenverzekering hebben?

Antwoord 2

Het aantal actieve deelnemers dat een verzekerde regeling in de tweede pijler heeft bedroeg in 2011 ruim een miljoen. Overigens bestaan verzekerde regelingen zowel uit premieovereenkomsten als uitkeringsovereenkomsten. Alleen bij een premieovereenkomst is de uitkomst afhankelijk van de opbrengst van de beleggingen. Ongeveer de helft van de deelnemers bij een verzekeraar heeft een premieovereenkomst.

Vraag 3

Deelt u de mening dat een verdere concurrentie op de markt voor de aankoop van pensioenen kan leiden tot een hogere pensioenuitkering voor de deelnemers?

Antwoord 3

De Pensioenwet biedt deelnemers aan een premie- of kapitaalovereenkomst al de mogelijkheid om met het kapitaal dat is opgebouwd op pensioendatum bij een andere pensioenuitvoerder de uitkering in te kopen. Deze «shop» mogelijkheid is ingevoerd om de concurrentie te bevorderen.

Vraag 4

Kunt u cijfermatig aangeven wat de financiële consequenties zijn van het verschil in kosten van de pensioenaanbieder op de aan te kopen pensioenuitkering?

Antwoord 4

Het is niet mogelijk om aan te geven wat de financiële consequenties zijn. De reden hiervoor is dat de aanbieders van bancaire producten (spaar- en beleggingsproducten) en verzekeraars verschillende instellingen zijn die verschillende producten voeren. In het «banksparen» bestaat geen identieke tegenhanger van de levenslange pensioenuitkering. Er kan dus geen vergelijkend warenonderzoek plaatsvinden zonder subjectieve aannames te maken over producten die nu nog niet bestaan.

In ieder geval gelden voor aanbieders van bancaire producten andere solvabiliteitseisen dan voor verzekeraars omdat het business model en het risicoprofiel van aanbieders van bancaire producten en verzekeraars verschillend zijn. Omdat de verzekeraar de uitkering garandeert tot aan het overlijden, loopt de verzekeraar het langleven risico, dit in tegenstelling tot een aanbieder van een bancair product. Deze extra buffereisen die voor verzekeraars gelden hebben ook een doorwerking in de kosten.

Vraag 5

Kunt u aangeven in hoeverre banksparen een passend product kan zijn voor de aankoop van een pensioenuitkering? Wat zijn, naast bijvoorbeeld het feit dat banksparen niet kan voorzien in het afdekken van het langlevenrisico, andere beperkingen voor het gebruik van banksparen bij het aankopen van pensioen?

Antwoord 5

Het ontbreken van de mogelijkheid van het afdekken van het langlevenrisico noopt er toe dat er altijd een verzekeraar in de uitkeringsfase betrokken moet worden. De belangrijkste uitdaging ligt in de benodigde samenwerking tussen deze instellingen.

Vraag 6

Bent u bereid te onderzoeken of, en zo ja hoe, banksparen gebruikt kan worden voor de aankoop van pensioen? Kunt u ook aangeven wat er daarvoor (wettelijk) geregeld moet worden?

Antwoord 6

Uitgaande van de verplichting tot het afdekken van het langlevenrisico lijkt het mij goed dat marktpartijen in de eerste plaats bekijken of en hoe het pensioen in de uitkeringsfase zou kunnen worden gesplitst in een bancair deel en een verzekeringsdekking en hoe en waar het langlevenrisico in de uitkeringsfase verzekerd zou kunnen worden. Daarbij zouden ze ook kunnen aangeven hoe het opsplitsen van het pensioenproduct kostentechnisch aantrekkelijk kan zijn. Ook is van belang dat wordt aangetoond hoe wordt gewaarborgd dat pensioengerechtigden geen hinder ondervinden van de samenwerking en informatie-uitwisseling die nodig zal zijn tussen beide instanties en op welke wijze de rechten van gepensioneerden gewaarborgd blijven. Als uit die analyse blijkt dat het realistisch is dat product ook daadwerkelijk op de markt te verkrijgen zal zijn en tot voordeel van werkgevers en werknemers zal kunnen strekken, dan ben ik bereid in gesprek te gaan over wettelijke belemmeringen, zoals de verplichting voor een pensioenuitvoerder als de PPI om bij de uitvoering van Nederlandse regelingen de uitkeringsfase in het geheel aan een verzekeraar te laten. In dat gesprek zal ook aan de orde moeten komen hoe met verschillen in het businessmodel en risicoprofiel van aanbieders van bancaire producten en verzekeraars kan worden omgegaan.

Naar boven