Vragen van het lid Vermeij (PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de overgangsregeling bij de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd (ingezonden 9 mei 2012).

Antwoord van minister Kamp (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 29 mei 2012).

Vraag 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8

Uitgaande van het feit dat in het naar de Europese Commissie verstuurde Stabiliteitsprogramma een overgangsregeling in verband met de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd is opgenomen, wie gaan er onder deze overgangsregeling vallen? Kan daar een overzicht van gegeven worden?

Gaan mensen die gebruik maken van de Vervoegde uittreding (VUT) onder deze overgangsregeling vallen?

Gaan alle mensen met een verzekerde regeling (die altijd eindigt op een vaste datum) eronder vallen?

Gaan alle arbeidsongeschikten (die een verzekerde regeling hebben) eronder vallen?

Wat gebeurt er met de uitkeringen van mensen die in de overgangsregeling vallen? Lopen alle uitkeringen door? Ook als ze hoger zijn dan een AOW-uitkering?  Wat zijn de kosten daarvan?

Om hoeveel mensen gaat het bij de overgangsregeling?

Hoeveel gaat de overgangsregeling kosten? Hoe verhoudt dat bedrag zich tot de opbrengsten?

Komt er ook een overgangsregeling voor de jaren na 2013? Met andere woorden, als de AOW-leeftijd in 2014 verder verhoogd wordt, komt er dan ook voor die mensen een overgangsregeling? Om hoeveel mensen gaat het dan in dat geval? Wat zijn de kosten van die overgangsregeling?

Antwoord 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8

Het kabinet is zich ervan bewust dat verhoging van de AOW-leeftijd per 2013 tijdelijke overbruggingsproblemen kan veroorzaken voor mensen die weinig voorbereidingstijd hebben en weinig mogelijkheden hebben het verlies te compenseren. Daarom wordt een viertal overgangsmaatregelen genomen om de overbrugging voor de mensen met weinig voorbereidingstijd te versoepelen:

  • Ten eerste wordt de verhoging van de AOW-leeftijd geleidelijk ingevoerd, zodat de overbruggingsproblemen voor de groep met weinig voorbereidingstijd sterk worden beperkt. In onderstaande tabel is dit uitgewerkt (verhoging in maanden):

    2013

    2014

    2015

    2016

    2017

    2018

    2019

    1

    1

    1

    2

    2

    2

    3

    Het overbruggingsprobleem wordt met dit verzachte invoerpad aanzienlijk verkleind voor mensen die het dichtst tegen hun pensioen aanzitten.

  • Er komt voor de eerste jaren een voorschotregeling. Deze regeling biedt de mogelijkheid om een voorschot op de AOW te krijgen vanaf de 65e verjaardag. Hiermee kunnen mensen een eventueel inkomensgat overbruggen. Daarbij geldt dat het eerder opgenomen bedrag over een vastgestelde termijn (maximaal 1,5 jaar bij 3 maanden voorschot in 2015) dient te worden terugbetaald.

  • In situaties van onvoldoende middelen om in het bestaan te voorzien tot de AOW-gerechtigde leeftijd kan door mensen die aan de voorwaarden voldoen altijd een beroep gedaan worden op de (bijzondere) bijstand, die geregeld is in de WWB. De SVB zal de groep ouderen met weinig voorbereidingstijd actief benaderen.

  • Voor degenen die alleen als gevolg van de versnelde verhoging van de AOW leeftijd geen partnertoeslag meer ontvangen, i.e. voor de mensen die in november en december 2014 65 jaar worden en onder de bestaande regelingen recht hadden op de toeslag, blijft de AOW partnertoeslag beschikbaar. Hierdoor wordt voorkomen dat mensen door dit wetsvoorstel opeens niet meer de partnertoeslag ontvangen, terwijl zij daar wel op rekenen.

Daarnaast zullen alle sociale zekerheidsuitkeringen doorlopen tot de nieuwe AOW-gerechtigde leeftijd. Voor een nadere uitwerking van de overgangsfaciliteiten en een raming van de kosten van de voorzieningen verwijs ik graag naar het wetsvoorstel voor verhoging van de AOW-leeftijd, dat ik zo snel mogelijk, in ieder geval begin juni, aan u zal aanbieden.

Nb. De brief aan de Stichting van de Arbeid over Stabiliteitsprogramma Nederland en het Pensioenakkoord is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven