Vragen van het lid Spekman (PvdA) aan de minister voor Immigratie en Asiel over de
Rapportage Vreemdelingenketen over januari tot juli 2011 (ingezonden 29 november 2011).
Mededeling van minister Leers (Immigratie, Integratie en Asiel,) (ontvangen 23 december
2011).
Vraag 1
Wat is de verklaring voor het feit dat in het laatste half jaar van 2010 56% van in
de Algemene Asielprocedure afgedane asielaanvragen is ingewilligd, en dit in de eerste
helft van 2011 44% is? Is er een aanscherping van de toelatingsregels die zorgt voor
deze daling? Zo ja, welke? Is er een aanscherping van de toets van de geloofwaardigheid
die zorgt voor deze daling? Zo ja, welke?
Vraag 2
Wat zijn er de oorzaken van dat grote landen met veel inwoners zoals bijvoorbeeld
Polen, Spanje, Tsjechië, Portugal en Bulgarije relatief veel minder asielaanvragen
te verwerken krijgen?
Vraag 3
Op welke wijze is de opname van de ruim 2000 extra «Griekse Dublinclaimanten» in de
Nederlandse asielprocedure in de toelatingscijfers verwerkt?
Vraag 4
Wat is er de oorzaak van dat de werkvoorraad asiel van de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State in een jaar tijd is verdubbeld? Hoe komt het dat de gemiddelde
doorlooptijden bij de Raad van State als het gaat om asielzaken onder druk staan?
Op welke wijze wordt ervoor gezorgd dat deze naar een gewenst niveau worden teruggebracht
en de werkvoorraad kan afnemen?
Vraag 5
Hoe vaak heeft u hoger beroep ingesteld bij de Raad van State in vreemdelingenzaken?
Hoe verhoudt dat aantal zich tot 2010? In hoeveel van die zaken ging het om hoger
beroep dat noodzakelijk was voor het waarborgen van de rechtseenheid?
Vraag 6
Aan hoeveel Somalische, hoeveel Afghaanse, hoeveel Irakese en hoeveel Iraanse asielzoekers
is een vergunning verleend?
Vraag 7
Hoe vaak hebben vreemdelingen onderscheidenlijk in 2009, 2010 en 2011 een aanvraag
om gezinshereniging voor verblijf bij kennismigrant gedaan?
Vraag 8
Hoe vaak is in 2010 en het eerste half jaar van 2011 door de Immigratie en Naturalisatiedienst
(IND) een mvv-vrijstelling verleend, waardoor in Nederland een verblijfsvergunning
regulier kon worden aangevraagd? Wat zijn de belangrijkste categorieën redenen waarom
deze vrijstellingen zijn verleend?
Vraag 9
Gaat u het conform het gedoogakkoord onmogelijk maken om in Nederland een verblijfsvergunning
regulier aanvragen?
Vraag 10
Hoeveel procent van Somalische, van de Irakese en van de Afghaanse afgewezen asielzoekers
in behandeling bij de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) zijn teruggekeerd naar het
land van herkomst?
Vraag 11
Hoe groot is de groep Alleenstaande minderjarige vreemdeling (AMV)’s die nog onder
het oude AMV-beleid vielen en die (nog) geen verblijfsrecht (meer) hebben? Hoeveel
van hen bevindt en zich langer dan vijf jaar in Nederland zijn onder de 21 jaar? Hoeveel
van hen, waaronder de deelnemers aan het Perspectief-experiment, zijn in beeld bij
de overheid?
Vraag 12
Hoeveel vreemdelingen die in de Europese Unie (EU) toelating vragen komen via de oostgrens
van Europa de EU binnen? Hoeveel komen er via de zuidgrens de EU binnen? Kunt u daarbij
een onderscheid maken tussen asielzoekers en overige vreemdelingen?
Mededeling
Naar aanleiding van de vragen van het lid Spekman (PvdA) over de Rapportage Vreemdelingenketen
over januari tot juli 2011, ingezonden op 29 november 2011 met kenmerk 2011Z24518, deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te
beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen, die
voor de beantwoording nodig zijn.
Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.