Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
2063
Vragen van de leden Joldersma en Van Haersma Buma (beiden CDA) aan de ministers van Justitie en van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over het bericht dat de politie geen recht op inzage
heeft in het medisch dossier van een psychiatrisch patiënt die wordt
verdacht seriemoordenaar te zijn. (Ingezonden 6 februari 2009)
1
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat de politie geen recht op inzage
heeft in het medisch dossier van een psychiatrisch patiënt die ervan
wordt verdacht seriemoordenaar te zijn?1
2
Welke andere mogelijkheden dan inzage in het medisch dossier staan voor
de politie open om informatie in te winnen over een verdachte?
3
Kan de politie wel aan relevante persoonsgegevens komen als er sprake
is van een zwaarwegend belang van de patiënt of een ander, omdat in dat
geval het bewaren van het beroepsgeheim voor de patiënt of de ander ernstig
nadeel of gevaar zou opleveren?2
4
Op welke wijze wordt het uitwisselen van persoonsgegevens in bijvoorbeeld
Veiligheidshuizen geregeld, zodat goed samen kan worden gewerkt, maar het
beroepsgeheim en geheimhoudingsplicht niet worden geschonden?
5
Is het in het belang van de opsporing en de veiligheid van de samenleving
nodig meer duidelijkheid of zo nodig aanvullende mogelijkheden voor de politie
te creëren voor het verkrijgen van persoonsgegevens van verdachten bij
beroepsbeoefenaar met een medisch beroepsgeheim?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid
De Roon (PVV), ingezonden 6 februari 2009, (vraagnummer 2009Z02016/2080912320)
en de leden Teeven en Van Miltenburg (VVD), ingezonden 6 februari 2009, (vraagnummer
2009Z02018/2080912340).
Antwoord
Antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie), mede
namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen
24 maart 2009) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009,
nr. 1776
2 en 3
De politie staan in het kader van een opsporingsonderzoek naar een strafbaar
feit binnen de voorwaarden die de wet daar aan stelt alle opsporingsbevoegdheden
ten dienste om informatie over een verdachte te verzamelen.
De officier van justitie kan aan de rechter-commissaris verzoeken om een
arts als getuige op te roepen en te horen. Als de arts zich naar de mening
van het Openbaar Ministerie ten onrechte op zijn verschoningsrecht beroept,
moet de rechter-commissaris daarover oordelen.
Voor wat betreft het juridisch kader rondom het verschoningsrecht van
een arts verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 4 van het lid De Roon.
4
Bij samenwerkingsverbanden tussen de overheden, zoals de Veiligheidshuizen,
worden veelal in een convenant afspraken gemaakt over informatieuitwisseling.
In deze convenanten staat het doel van informatieuitwisseling beschreven evenals
de aard van de informatie en de wijze waarop deze – binnen de wettelijke
kaders – aan de samenwerkingspartners wordt verstrekt. Dat betekent
niet dat de officier van justitie ten behoeve van strafrechtelijk onderzoek
zonder meer van gegevens uit medische dossiers kennis mag nemen en deze in
het strafdossier mag voegen. De gegevens kunnen evenwel van invloed zijn op
de afstemming van te nemen beslissingen ten aanzien van een bepaalde persoon
in het overleg met vertegenwoordigers van de Raad voor de kinderbescherming,
Bureau Jeugdzorg, het maatschappelijk werk en de geestelijke gezondheidszorg.
Over het al dan niet doorbreken van het beroepsgeheim worden geen afspraken
in algemene zin gemaakt, aangezien de betrokken behandelaar daarover steeds
per concreet geval een afweging maakt.
5
Nee. Zoals ook uit het antwoord op vraag 3 blijkt, bestaat er voldoende
ruimte voor de betrokken beroepsbeoefenaars om het belang van de opsporing
en de veiligheid af te wegen tegen het belang van de bescherming van persoonsgegevens
en de geheimhoudingsplicht. Wanneer dit leidt tot een onbevredigend resultaat,
kan uiteindelijk de rechter deze belangen tegen elkaar afwegen en een beslissing
nemen. Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 4 van het lid De Roon over beperking
van een moordonderzoek door het beroepsgeheim.
XNoot
1 De Telegraaf, 5 februari 2009: «Moordenaar ongrijpbaar».
XNoot
2 College bescherming persoonsgegevens, geheimhouding van medische
gegevens.