Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
860
Vragen van de leden Jager (CDA) en Snijder-Hazelhoff (VVD) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over natuurcompensatie. (Ingezonden 16 november 2007)
1
Heeft u kennis genomen van het bericht «LTO Noord vraagt steun provincie
tegen natuurcompensatie in de Emmapolder»?1
2
Bent u inderdaad voornemens om de bebouwing van grond die reeds jarenlang
bestemd is voor industrie slechts toe te staan als daarvoor grootschalige
natuurcompensatie wordt getroffen? Zo neen, op grond waarvan bestaat dan het
voornemen om in de Emmapolder op goede akkerbouwgrond natuur te ontwikkelen?
3
Zijn de natuurwaarden die op de plaats van de geplande industriële
ontwikkeling aan de Eemshaven tot ontwikkeling zijn gekomen te kwalificeren
als tijdelijke natuur, die door de Flora- en Faunawet beschermd wordt? Zo
neen, welke beschermingsbepalingen zijn hier dan op van toepassing? Welke
natuurwaarden betreft dit geval?
4
Hoe verhoudt zich uw eventuele voornemen tot het verplichten van natuurcompensatie
tot de breed gesteunde Kamermotie, ingediend tijdens de behandeling van de
notitie van de leden Jager en Koopmans over het natuurbeleid, die tijdelijke
natuur mogelijk moet maken?2 Bent u bereid om dit geval te
beschouwen als één van de pilots op het gebied van tijdelijke
natuur waarmee u in het najaar zou starten? Zo neen, waarom niet?
5
Mocht er in geval van nieuwbouw van industrie in natuurgebied, in tegenstelling
tot industriegebied, sprake zijn van verplichte natuurcompensatie, staat de
wet dan toe om deze compensatie in het buitenland te doen plaatsvinden?
Antwoord
Antwoord van minister Verburg (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). (Ontvangen 11 december 2007)
2
De eerste vergunningaanvraag conform de Natuurbeschermingswet voor een
van de vijf voorgenomen Eemshavenprojecten is enkele weken geleden ingediend.
Voor het beoordelen van deze aanvraag en van de eventueel aan de orde zijnde
compensatieplicht zal ik de gebruikelijke wettelijke procedure volgen om te
beoordelen of, en zo ja in welke omvang, compensatie voor de voorgenomen initiatieven
in de Eemshaven aan de orde is op grond van de Natuurbeschermingswet 1998.
Het is de plicht van de initiatiefnemers om in voorkomende gevallen zorg
te dragen voor het voldoen aan een eventueel aan de orde zijnde compensatieplicht.
Vooruitlopend op een besluit op de respectievelijke vergunningaanvragen hebben
de initiatiefnemers van de Eemshavenprojecten besloten om in de Emmapolder
gezamenlijk alvast grond te willen verwerven, om tijdig in eventueel aan de
orde zijnde compensatie te kunnen voorzien.
3
Onder de noemer «tijdelijke natuur» wordt beleid ontwikkeld
over hoe met tijdelijke natuur om te gaan op voorhand, en niet achteraf voor
al bestaande situaties zoals de Eemshaven.
De natuurwaarden in de Eemshaven zijn in de loop van dertig jaar ontstaan
en hangen voor een belangrijk deel direct samen met de directe nabijheid van
het Natura 2000-gebied Waddenzee.
In welke mate deze natuurwaarden beschermd zijn door de Flora- en faunawet
zal worden beoordeeld in de procedure van een concrete ontheffingsaanvraag
op grond van de Flora- en faunawet. Deze beoordeling heeft nog niet plaats
gevonden.
Verder wordt in het kader van de vergunningaanvraag voor de Natuurbeschermingswet
1998 beoordeeld in welke mate Natura 2000-doelen van de nabijgelegen Waddenzee
mogelijk in het geding zijn.
4
Indien natuurcompensatie (mede) zal moeten worden opgelegd vanwege het
verloren gaan van natuurwaarden die beschermd worden in het kader van de Natuurbeschermingswet
1998, betreft het hier geen compensatie voor soorten die zich inmiddels als
tijdelijke natuur op het in te richten terrein hebben gevestigd en die enkel
beschermd zijn op grond van de Flora- en faunawet. In dat geval is een pilot
in het kader van tijdelijke natuur om eventuele compensatieplicht te ondervangen
niet aan de orde.
Aangezien beoordeling van de ontheffingplicht op grond van de Flora- en
faunawet nog niet heeft plaatsgevonden, kan ik nog niet aangeven of dit geval
zich kwalificeert voor een pilot op het gebied van tijdelijke natuur.
5
Uitgangspunt van de Europese Commissie in geval van verplichte natuurcompensatie
is dat de lidstaat waarin een project plaatsvindt alle compenserende maatregelen
neemt om de algehele samenhang van het Natura 2000-netwerk binnen de betreffende
lidstaat in stand te houden.
Bij grensoverschrijdende Natura 2000-gebieden zoals de Waddenzee zou grensoverschrijdende
compensatie wellicht in uitzonderlijke gevallen aan de orde kunnen zijn, indien
compensatie binnen de landsgrenzen onmogelijk lijkt. Op dit moment lijkt er
met betrekking tot de mogelijke effecten van de Eemshavenprojecten vooralsnog
geen sprake te zijn van dergelijke uitzonderlijke gevallen.
XNoot
1 www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html/id=82914
XNoot
2 Kamerstuk 30 690, nr. 11.