32 827 Toekomst mediabeleid

Nr. 114 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juli 2017

Tijdens het VAO Media op 6 juli 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 97) heb ik naar aanleiding van de motie Paternotte/Van der Molen over benoemingen toegezegd bij u terug te zullen komen op de benoemingsprocedure van het Commissariaat voor de Media (hierna: Commissariaat) en andere toezichthouders, in relatie tot de Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP). De aangehouden motie heeft twee dicta. Ten eerste verzoekt u de regering om de procedure voor het benoemen, herbenoemen en ontslaan van leden van het Commissariaat zodanig in te richten dat volstrekte onafhankelijkheid van politieke bemoeienis gewaarborgd is. Ten tweede verzoekt u de regering zich, bij het kiezen voor constructies bij andere toezichthouders te baseren op de procedure voor benoeming, herbenoeming en ontslag van leden van de AP.

Benoemingsprocedure Commissariaat

Zoals ik eerder aankondigde in een brief aan de Eerste Kamer, waarvan u een afschrift heeft ontvangen, ben ik voornemens om deze zomer een wetsvoorstel ter consultatie aan te bieden waarin ik een voorstel doe voor de benoemingsprocedure van het Commissariaat.1 In de uitwerking van de benoemingsprocedure volg ik de aanbevelingen uit het Advies Verkenning benoemingen dat ik in maart jongstleden naar de Eerste Kamer heb verzonden.

In het najaar van 2016 hebben drie onafhankelijke onderzoekers naar aanleiding van het debat in de Eerste Kamer op mijn verzoek geadviseerd over de inrichting van benoemingsprocedures bij publieke media-instellingen.2 Het uitgangspunt van dit onderzoek was om de onafhankelijkheid van publieke media-instellingen ten opzichte van de politiek te vergroten. De onderzoekers hebben voor het Commissariaat specifiek gekeken naar het bijzondere karakter van een toezichthouder die toeziet op onafhankelijke media. Zij zijn van oordeel dat hun voorstel voor de inrichting van de procedure zorgt voor een optimale balans tussen de huidige inzichten over governance, de onafhankelijke positie van het Commissariaat, en de ministeriële verantwoordelijkheid.

Volstrekte onafhankelijkheid verhoudt zich slecht tot de stelselverantwoordelijkheid van de Minister voor de mediasector. Om aan die verantwoordelijkheid te voldoen, zijn in de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen uitgangspunten voor de bevoegdheden van de Minister bepaald. Die licht ik later in deze brief toe. Met het wetsvoorstel dat deze zomer ter consultatie voorligt streef ik een optimale onafhankelijkheid van het Commissariaat na binnen die stelselverantwoordelijkheid.

Benoemingsprocedure van de AP

In het tweede deel van de aangehouden motie verzoekt u de regering om in de toekomst alle benoemingsprocedures van toezichthouders te modelleren op de procedure van de AP. In beginsel zien alle benoemingsprocedures van toezichthouders er nu al hetzelfde uit. De hoofdregels voor het inrichten van een toezichthouder, die tevens zelfstandig bestuursorgaan is, zijn vastgelegd in de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (Kaderwet ZBO’s). Daaronder vallen de meeste zelfstandige toezichthouders, zoals de Autoriteit Consument en Markt, de Nederlandse Zorgautoriteit, de Autoriteit Financiële Markten, en ook het Commissariaat en de AP.

In deze wet zitten waarborgen om een goede balans te garanderen tussen het zelfstandig uitoefenen van taken enerzijds, en sturingsmogelijkheden in het kader van de ministeriële verantwoordelijkheid anderzijds. Tot deze waarborgen behoort onder andere het recht van ministers om leden te benoemen, schorsen en ontslaan. Het is vast overheidsbeleid dat de Kaderwet ZBO’s van toepassing is bij toezichthouders, behalve als er een duidelijke aanleiding is om van één van deze bepalingen af te wijken.

Dat is bij de AP het geval. De AP houdt toezicht op de naleving van privacywetgeving door bedrijven, personen en organisaties. De bestuurders worden benoemd door de Minister van Veiligheid en Justitie. In tegenstelling tot veel andere toezichthouders heeft de AP ook als taak om toezicht te houden op schending van de Wet bescherming persoonsgegevens door overheden, waaronder ook de Minister van VenJ. Vanwege deze bijzondere relatie (een toezichthouder die benoemd wordt door de Minister die onder zijn toezicht valt), heeft de AP een andere positie dan toezichthouders die alleen op niet-overheden toezien. In dat licht zijn er extra waarborgen nodig om de onafhankelijkheid van de AP te garanderen. In de praktijk wordt dit onder andere uitgewerkt in de ontslagbescherming. Artikel 12 van de Kaderwet ZBO’s is hierom niet van toepassing verklaard, evenals een aantal andere bepalingen van die wet dat de onafhankelijkheid van het toezicht beoogt te waarborgen.

Het Commissariaat houdt voornamelijk toezicht op schending van de Mediawet door publieke en private media-instellingen. Dat moet onafhankelijk en op voldoende afstand van de politiek kunnen. Maar het is geen taak van het Commissariaat om toezicht te houden op de overheid of de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Ik vertrouw er op dat ik u met deze brief voldoende toelichting heb gegeven op de door mij gevolgde procedure en overwegingen bij het inrichten van de benoemingsprocedure voor het Commissariaat. In het wetsvoorstel, dat zoals gezegd binnenkort ter consultatie voorligt, kunt u de precieze uitwerking van mijn voorstel vinden.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Brief 15 juni 2017, Kamerstuk 34 264, AA

X Noot
2

Kamerstuk 34 264, Y

Naar boven