Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2015
Met deze brief bericht ik u over de wijze waarop ik de middelen die terugvloeien vanwege
de ontbinding van het Nederlands Instituut Sinti en Roma in 2013, zal inzetten voor
de Sinti en Roma in Nederland. Hiermee geef ik gevolg aan toezeggingen gedaan aan
uw Kamer1.
Het opnieuw bestemmen van de geoormerkte middelen is na overleg met Sinti en Roma
tot stand gekomen. De «bottom-up» benadering heeft veel tijd gekost. Ze had tot doel
om te komen tot uitvoerbare voorstellen van, voor en gedragen door Sinti en Roma.
Als bijlage bij deze brief is het resultaat bijgesloten, in de vorm van een «Beleidskader
voor de subsidiëring van projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie
en emancipatie van de Sinti en Roma in Nederland»2.
Het doel van het beleidskader is om de Sinti en Roma in Nederland zelf in staat te
stellen om in de komende jaren hun positie in de maatschappij te verstevigen. Op deze
wijze worden middelen, die als gevolg van een verschrikkelijk verleden als rechtsherstel
Tweede Wereldoorlog zijn toegekend, ingezet voor een betere toekomst.
De volgende thema’s zijn door Sinti en Roma ingebracht en opgenomen in het beleidskader:
-
• Herinnering Tweede Wereldoorlog
-
• Tegengaan van discriminatie en vooroordelen
-
• Versteviging van belangenbehartiging en vertegenwoordiging
-
• Stimuleren van onderwijs
-
• Creëren van werkgelegenheid
-
• Respect voor cultuur en identiteit
-
• Advies en begeleiding intermediairs.
Ik ben van mening dat Sinti en Roma niet alleen in het voortraject, maar ook bij de
beoordeling van de aanvragen een stem moeten hebben. Hierom heb ik een adviescommissie
samengesteld, bestaande uit leden van de Sinti- en Romagemeenschap die mij zal adviseren
bij het beoordelen van de subsidieaanvragen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn