32 824 Integratiebeleid

33 297 Intrekking van de Wet overleg minderhedenbeleid in verband met de herijking van de overlegvorm over het integratiebeleid

Nr. 18 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2013

In het Algemeen Overleg met de vaste Commissie van SZW over Integratieonderwerpen d.d. 27 februari jl. heb ik toegezegd uw Kamer per brief vóór de behandeling van de Intrekkingswet Wet Overleg minderhedenbeleid (WOM, gepland op 6 maart 2013) te informeren over:

1) de wijze waarop de nieuwe dialoog na intrekking van de WOM vorm krijgt, en 2) de wijze waarop invulling is gegeven aan de Motie Van Dam/Sterk (Kamerstukken II 2011–2012, 33 000 VII, nr. 83), inzake het borgen van de geleerde lessen van de LOM-organisaties.

Met deze brief geef ik invulling aan deze toezegging.

1) Vorm geven aan nieuwe dialoog

De regering hecht sterk aan een actieve dialoog met de samenleving over integratievraagstukken. Om een aantal actuele voorbeelden te noemen:

  • Om alert te kunnen zijn op ongewenste verschijnselen als parallelle, geïsoleerde gemeenschappen is het nodig signalen uit de maatschappij op te vangen.

  • Ten behoeve van de bestrijding van jeugdwerkloosheid onder migrantenjongeren is het van belang te spreken met de betreffende groepen om de problemen aan te kunnen pakken.

  • De aanpak van de maatschappelijke gevolgen van de komst van EU-arbeidsmigranten in Nederland, wordt specifiek met groepen EU-migranten besproken. Zo is de regering actief in gesprek met het PLON, de zelfstandige organisatie die in 2010 is opgericht om de belangen van de Polen in Nederland te behartigen.

De regering kiest hierbij voor een flexibele dialoog waarbij afhankelijk van het onderwerp en de probleemstelling de meest relevante gesprekspartners uitgenodigd worden voor overleg. Dit komt in plaats van een geïnstitutionaliseerde overlegstructuur met vaste gesprekspartners zoals met het LOM thans in het kader van de WOM is vormgegeven. Met de flexibele dialoog staat de overheid op een actievere wijze in contact met de samenleving over de verschillende thema’s die in het kader van het integratiebeleid aan de orde zijn, zoals sociale stabiliteit, participatie, taalverwerving of betrokkenheid van ouders in het onderwijs.

De dialoog met de samenleving vindt onder meer plaats door:

  • 1) Oog en oor te hebben voor signalen uit de samenleving: dit doen we door in nauw contact te blijven met partijen als sleutelfiguren uit migrantengemeenschappen, organisaties met kennis over migranten en migrantenorganisaties. Daarnaast is het voornemen om jaarlijks met een brede groep organisaties om tafel te gaan om van gedachten te wisselen over actuele onderwerpen.

  • 2) Het organiseren van rondetafelgesprekken, expertmeetings en conferenties over voor het integratiebeleid belangrijke thema’s. Hierbij worden voor het thema relevante partijen uitgenodigd. Zo was er op 3 en 4 september jl. een Europese conferentie over «Vrij verkeer en participatie van EU-burgers», vond er op 10 oktober jl. een rondetafelgesprek plaats over verbeteren van kansen voor migrantenjongeren bij de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt en op 19 oktober jl. een expertmeeting over ouderbetrokkenheid van migrantenouders.

  • 3) Inzetten van sleutelfiguren bij calamiteiten en incidenten; dit betekent dat de overheid een goed en intensief netwerk nodig heeft.

2) Invulling motie Van Dam/Sterk

In de motie Van Dam/Sterk, wordt de regering verzocht om in overleg te treden met de LOM-organisaties over de borging van het netwerk en de expertise, en hen in de gelegenheid te stellen zich goed voor te bereiden op een nieuwe toekomst zonder subsidiëring van rijkswege. Dit tegen het voornemen dat de Wet Overleg minderhedenbeleid zal worden ingetrokken en de subsidie van de LOM-organisaties per 1 januari 2015 zal worden beëindigd.

In de afbouw van de subsidie van de LOM-organisaties is rekening gehouden met een transformatie naar een nieuwe toekomst zonder subsidiëring van rijkswege. Met betrekking tot de borging hebben de LOM-organisaties aangegeven dat zij hieraan zelf invulling wensen te geven.

Ten aanzien van de borging van de kennis van de eigen organisaties is de LOM-partijen gelegenheid gegeven om via de subsidie voor de werkplannen in de periode 2012 – 2014 een aanvang te maken met het borgen van hun netwerk en expertise.

Er zijn daarnaast drie voorstellen voor bredere borging ingeleverd. In het bestuurlijk LOM-overleg van 12 januari 2012 lichtten de LOM-organisaties twee van deze voorstellen voor een nieuwe overlegvorm toe aan toenmalig Minister Leers van Immigratie, Integratie en Asiel:

  • 1) De «Raad voor integratie en burgerschap» is een gezamenlijk voorstel van het LOM-samenwerkingsverband voor de Molukse gemeenschap BUAT, het Inspraakorgaan Chinezen (IOC), Overlegorgaan Caribische Nederlanders (OCaN) en het Surinaams Inspraakorgaan (SIO). Het betreft een voorstel voor een (vaste) organisatie met relevante en deskundige partijen die op de hoogte zijn van wat er leeft onder de verschillende minderheidsgroeperingen en die waakt over het bereik van generiek beleid onder migranten en de kwaliteit ervan.

  • 2) Het «Sociaal Contract voor Burgerschap en Integratie« is een gezamenlijk voorstel van de Vluchtelingenorganisaties Nederland (VON), het Inspraakorgaan Turken (IOT) en het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN). Het betreft een alliantie, waarin op een nieuwe wijze vorm wordt gegeven aan de (themagewijze) samenwerking in het maatschappelijk middenveld en de samenwerking met overheden.

Minister Leers heeft bij de bespreking aangegeven dat beide voorstellen elementen hadden die aansluiten bij de nieuwe manier van werken. In het vervolg op het LOM-overleg van 12 januari 2012 zijn er op ambtelijk niveau gesprekken geweest met alle LOM-organisaties.

Op 13 februari 2012 vond er op ambtelijk niveau een separaat overleg plaats met Lize over hun plannen voor borging van hun expertise en netwerk. Lize heeft zich afgezonderd van de andere partijen en een voorstel gedaan om individueel verder te gaan. Lize richt zich op de integratie van de (nieuwe) EU-arbeidsmigranten.

In reactie op de voorstellen is aangegeven dat de voorstellen interessante elementen bevatten om de dialoog met de overheid en zeker ook met andere relevante maatschappelijk partijen te voeren. Op de dialoog met de overheid ben ik hierboven ook al ingegaan. De LOM-organisaties is verder geadviseerd om in de nieuwe verhoudingen zich ook buiten de overheid te oriënteren en te investeren in de relatie met relevante maatschappelijke organisaties. De rijksoverheid zal kennis over de positie van verschillende groepen in de Nederlandse samenleving ontsluiten en effectieve interventies ontwikkelen, beschikbaar stellen en het benutten ervan actief stimuleren bij reguliere instellingen. Daarnaast is aangegeven dat het ministerie wanneer daar behoefte aan is vanuit de partijen, verbindingen met andere departementen kan leggen. Uiteraard blijf ik daarbij ook zelf graag in gesprek met de verschillende LOM-organisaties bijvoorbeeld als het gaat om het inzetten van hun kennis en netwerk bij maatschappelijke problemen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven