Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 32820 nr. 490 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 32820 nr. 490 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 februari 2023
Op 15 juni 2022 heeft Cultuur+Ondernemen het rapport «Een bredere kijk op financiering» uitgebracht.1 Met het rapport wil Cultuur+Ondernemen een beeld geven van de financieringsvraagstukken die leven in de culturele en creatieve sector. Het rapport is gedeeld met de vaste commissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Deze brief is mijn reactie op het rapport, waar uw commissie naar aanleiding van de procedurevergadering van 29 juni 2022 om heeft verzocht.
Ondernemerschap is van groot belang voor een bloeiende culturele en creatieve sector. Het zijn de ondernemers en ondernemende makers die zorgen voor aanbod, vernieuwing en werkgelegenheid in de sector. Het is daarom belangrijk dat de overheid ondernemerschap aanmoedigt en faciliteert. Het (gedeeltelijk) ontbreken van toegang tot financiering belemmert ondernemers in de ontwikkeling van hun verdienvermogen2 en staat daarmee in de weg van een aantrekkelijke culturele en creatieve sector met een gezonde arbeidsmarkt.
Het rapport van Cultuur+Ondernemen is tot stand gekomen op basis van rondetafelgesprekken die in april en mei 2022 door Cultuur+Ondernemen met de sector zijn gevoerd. De gesprekken gingen over de knelpunten en vraagstukken op het gebied van de financiering van de culturele en creatieve sector. Ik waardeer de inzet van Cultuur+Ondernemen op dit onderwerp en vind het goed om te lezen dat vertegenwoordigers van branche- en beroepsorganisaties en andere experts zijn betrokken. Het laat zien dat het onderwerp in de sector leeft en dat de uitkomsten van het rapport breed gedragen worden. De punten uit het rapport van Cultuur+Ondernemen zijn herkenbaar en op verschillende onderwerpen zijn al stappen gezet.
Na een korte samenvatting van de geïnventariseerde knelpunten, volgt mijn reactie de structuur van de aanbevelingen die Cultuur+Ondernemen doet. Daarbij geef ik ook aan welke instrumenten de afgelopen tijd zijn (door)ontwikkeld om de toegang tot financiering voor culturele een creatieve makers te verbeteren.
Knelpunten en vraagstukken
De financieringswereld voor de culturele en creatieve sector is volop in beweging, zo concludeert Cultuur+Ondernemen in haar rapport. De coronapandemie heeft het belang van een goede financieringsmix voor culturele en creatieve ondernemers nogmaals verduidelijkt. De sector loopt daarbij tegen enkele vraagstukken aan, die ik als volgt samenvat:
• Er is een grote en structurele financieringsbehoefte in de sector, vooral in het ongesubsidieerde deel van de sector als het gaat om financiering voor innovatie en opschaling;
• Een deel van de culturele en creatieve sector is gefinancierd op basis van subsidies en ondernemers kunnen de weg naar vernieuwende vormen van financiering niet vinden;
• Het bestaand instrumentarium sluit niet altijd aan op de innovatieve manier van werken en organiseren in deze sector. Criteria van financiers staan de groei naar robuustheid en onafhankelijkheid van de sector in de weg;
• Er is behoefte aan nieuwe, innovatieve manieren van financiering, eventueel sectorspecifiek, ook waar het gaat om verzekeringsachtige producten;
• In de keten van idee tot realisatie van een productie zit het geld soms niet op de goede plek, waardoor geld niet altijd (op het juiste moment) op de plek komt waar het nodig is.
In onderstaande paragrafen geef ik mijn reactie op de aanbevelingen van Cultuur+Ondernemen om bovenstaande knelpunten op te lossen.
Financiering van Cultuur
De door Cultuur+Ondernemen genoemde knelpunten zijn niet geheel nieuw. Een deel kwam ook reeds aan de orde in het in advies «Financiering van cultuur», dat de Raad voor Cultuur in 2019 publiceerde. In dit advies analyseerde zij de financieringsmogelijkheden voor de culturele en creatieve sector en adviseerde hoe de toepassing van deze mogelijkheden kon worden vergroot. De raad constateerde onder andere dat er een brede waaier aan (nieuwe) bronnen voor de financiering van cultuur is ontstaan, maar dat de culturele en creatieve sector nog steeds weinig toegang heeft tot substantiële financiering.3 Mijn voorganger heeft de aanbevelingen uit het advies van de Raad voor Cultuur overgenomen. Door de coronapandemie heeft de voortgang daarvan vertraging opgelopen. Inmiddels is de uitvoering hiervan verder opgepakt.
Leenfaciliteiten en voorwaarden
Cultuur+Ondernemen stelt voor om de voorwaarden van de leenfaciliteiten voor de culturele en creatieve sector aan te passen, om op die manier beter aan te sluiten op de behoeftes uit het veld.
Naar aanleiding van het eerder genoemde advies van de Raad voor Cultuur is het revolverend productiefonds voor de culturele en creatieve sector opgezet. Het fonds is ondergebracht bij Cultuur+Ondernemen en wordt uitgezet onder de naam Cultuurlening Plus. Naast deze lening biedt Cultuur+Ondernemen ook de Cultuurlening aan. Om tegemoet te komen aan de grote en structurele financieringsbehoefte van de sector is afgelopen jaar € 15 miljoen extra voor deze leningen beschikbaar gesteld, waarmee nu in totaal € 33,6 miljoen revolverend beschikbaar is. In overleg met Cultuur+Ondernemen zijn ook de voorwaarden van de leningen aangepast, zodat deze beter aansluiten op de behoeften vanuit de sector en ruimte bieden voor meer risicovolle leningen. Daarmee is het advies van Cultuur+Ondernemen gevolgd.
Naast bovenstaande leningen beheert Cultuur+Ondernemen ook de Cultuur Opstart Lening en de Cultuur Vermogen Lening. Deze instrumenten zijn onderdeel van het steun- en herstelpakket van de coronapandemie. De Opstart Lening stelt organisaties en eenmanszaken na de coronapandemie in staat te investeren in producties, programma’s en projecten. De Vermogen Lening is specifiek bedoeld voor organisaties en eenmanszaken met aantoonbaar inkomsten- en omzetverlies als gevolg van de coronapandemie. In totaal is vanuit het steun- en herstelpakket € 73,3 miljoen beschikbaar. Deze middelen zijn tijdelijk en kunnen tot 31 december 2023 worden verstrekt.
De leningen die door Cultuur+Ondernemen worden beheerd zijn niet de enige opties voor de culturele en creatieve sector. Het is goed dat in de sector meerdere aanbieders zijn, ieder met een eigen doelgroep. Het Fonds Kwadraat biedt bijvoorbeeld al meer dan veertig jaar met succes rentevrije leningen tot € 8.000 aan voor talentvolle kunstenaars en ontwerpers. Het Blockbusterfonds vertrekt leningen tot maximaal € 100.000 voor tentoonstellingen, voorstellingen en festivals. En in 2022 kwam daar ook het Blockbusterfonds XTRA bij voor leningen tot € 30.000.
Sectorspecifiek instrumentarium
De Raad voor Cultuur concludeerde in haar advies «Financiering van cultuur» al dat de afzonderlijke deelsectoren en disciplines niet over één kam kunnen worden geschoren. Elke deelsector kampt immers met eigen knelpunten op het gebied van financiering, wat tijdens de coronapandemie nogmaals duidelijk geworden is. Ook Cultuur+Ondernemen stelt voor om te kijken naar sectorspecifieke faciliteiten, voornamelijk waar het gaat om faciliteiten die risicovolle investeringen in culturele producties stimuleren. Ik onderschrijf dat en heb hierom de volgende acties ondernemen:
• Het Nederlands Filmfonds voert een regeling uit voor de audiovisuele sector waarmee onvoorziene schade gedekt kan worden. Vanaf 1 januari 2023 is er een gezamenlijk aanvraagloket met Cultuur+Ondernemen, zodat ook onafhankelijke producties die geen subsidierelatie hebben met het Filmfonds, CoBo, NPO en/of het NPO-fonds hiervan gebruik kunnen maken. Voor deze producties is € 5 miljoen extra beschikbaar gesteld.
• In februari 2023 start het Fonds Podiumkunsten het loket voor de investeringsregeling voor vrije producenten in de podiumkunsten. Hiervoor is € 20 miljoen beschikbaar. Met deze regeling geef ik uitvoering aan mijn voornemen vrije producenten extra in staat te stellen te investeren in nieuw repertoire voor de Nederlandse markt. De regeling is vormgegeven als revolverend fonds.
Financiële innovaties uit andere sectoren
De afgelopen jaren is er vanuit de markt veel aandacht geweest voor het ontwikkelen van alternatieve financieringsinstrumenten. Het aanbod van financiering voor Nederlandse ondernemers is verbreed. Het gaat daarbij ook om meer maatschappelijke financieringsvormen, zoals (social) impact bonds. Deze nieuwe vormen van financiering kunnen interessant zijn voor de culturele en creatieve sector. De toegang tot nieuwe vormen van financiering is voor de culturele en creatieve sector echter niet altijd vanzelfsprekend. Dat heeft enerzijds te maken met het ontbreken van kennis over financiering, waar in de volgende paragraaf op terugkomen wordt. Anderzijds komt dat door de specifieke structuur van onze sector. Ik onderschrijf daarom de aanbeveling van Cultuur+Ondernemen dat het zinvol is om samen met de sector de vertaling te maken naar voor de sector passende financieringsvormen en onderzoek hoe Cultuur+Ondernemen hier een grotere rol in kan nemen.
In dit kader noem ik ook het project Leve het Geven van voordekunst, het Prins Bernhard Cultuurfonds en Platform Acct. Dit project beoogt de inzet van crowdfunding en matchfunding in de culturele en creatieve sector te stimuleren. Onderdeel hiervan is een onderzoek naar de manier waarop deze vormen van financiering in de sector werken. Leve het Geven wordt door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gefinancierd en loopt van 2021 tot en met 2024.
Kennisdeling
Naast specifieke financiering voor de culturele en creatieve sector kunnen ondernemers ook gebruik maken van meer generieke financieringsinstrumenten, onder andere die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) aanbiedt. Cultuur+Ondernemen adviseert terecht om meer aandacht te besteden aan de kennis over deze vorm van financiering in de sector. Als onderdeel van de basisinfrastructuur is Cultuur+Ondernemen het kenniscentrum voor dit onderwerp. Dit is bij uitstek een aanbeveling waarbij zij zelf een belangrijke rol speelt.
Het ontbreken van de kennis over financiering is overigens geen vraagstuk dat alleen in de culturele en creatieve sector speelt. Dat blijkt uit het onlangs aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat aangeboden rapport «Jaarbericht Staat van het mkb 2022: Ondernemen in het ondertussen». Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap concludeert in dit rapport dat alternatieve financiering het aanbod voor ondernemers heeft verbreed, maar dat de markt daardoor ook onoverzichtelijk is geworden.4 Het Comité beveelt aan om in te zetten op onder andere betere dienstverlening voor ondernemers. Ik houd deze ontwikkeling in de gaten en blijf met andere ministeries in gesprek over de specifieke kenmerken van de culturele en creatieve sector en de aansluiting van de sector bij de reguliere dienstverlening.
Opbouw eigen vermogen
Cultuur+Ondernemen concludeert dat het bestaand instrumentarium niet altijd aansluit op de innovatieve manier van werken en organiseren in deze sector. Ze adviseert dat organisaties bijvoorbeeld in staat moeten zijn hun eigen vermogen op te bouwen, zodat zij robuust en onafhankelijk kunnen worden. Daarbij legt Cultuur+Ondernemen de link met de subsidievoorwaarden die door een deel van de financiers worden gehanteerd. Ik ben in gesprek met Cultuur+Ondernemen om te bezien welke acties hiervoor nodig zijn.
Voor de aankomende twee jaar stel ik in ieder geval budget beschikbaar voor het project In The Mix, een project van Cultuur+Ondernemen, Platform Acct en voordekunst. Met het project wordt onderzocht hoe de voorwaarden van financiers beter op elkaar, en op de behoefte van makers uit de sector, kunnen worden afgestemd en welke vraagstukken daarbij ontstaan. De uitkomsten van dit project neem ik mee in de ontwikkeling van mijn beleid op dit onderwerp.
Tot slot
De toegang tot financiering is een belangrijke voorwaarde voor een toekomstbestendige sector. Het rapport van Cultuur+Ondernemen geeft een beeld van de financieringsvraagstukken in de culturele en creatieve sector. Het laat zien dat een deel van de knelpunten die de Raad voor Cultuur in 2019 signaleerde is opgelost, maar een ander deel nog steeds actueel is. Met mijn beleid beoog ik samen met het veld bij te dragen aan het oplossen van alle geconstateerde knelpunten. Ik neem dit onderwerp ook mee in de ontwikkeling van ons cultuurbestel. Zonder toegang tot passende financiering kunnen makers en culturele organisaties immers niet zorgen voor aanbod, vernieuwing en werkgelegenheid in de sector; om daarmee te zorgen voor een florerende en innovatieve sector.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu
Cultuur+Ondernemen. (2022). Een bredere kijk op financiering. https://www.cultuur-ondernemen.nl/artikel/bericht-uit-het-veld-een-bredere-kijk-op-financiering.
Loots, E., & van Witteloostuijn, A. (2022). Inkomens en verdienvermogen in creatieve sectoren. https://www.eur.nl/eshcc/media/104813.
Raad van Cultuur (2019). Financiering van Cultuur. https://www.raadvoorcultuur.nl/documenten/adviezen/2019/02/28/advies-financiering-van-cultuur.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32820-490.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.