32 814 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas)

F VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR EC0NOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE1

Vastgesteld 26 juni 2012

De nadere memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen. De commissie verzoekt de regering om de vragen uiterlijk 29 juni 2012 16.00 uur te beantwoorden. Vertrouwende op een adequate en tijdige reactie achten de leden van de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inleiding

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de nadere memorie van antwoord en hebben nog enkele nadere vragen aan de regering.

PVV

De leden van de PVV-fractie constateren dat de maximumtarieven door de NMA worden vastgesteld. Voor de vaststelling wordt de volgende formule gehanteerd:

«TIt = (1 + (cpi-x+q/100))TIt-1»

Waarbij:

TIt = de totale inkomsten uit de tarieven in het jaar t

TIt-1 = de totale inkomsten uit de tarieven in het jaar voorafgaande aan het jaar t

cpi = de relatieve wijziging van de consumentenprijsindex (alle huishoudens), berekend uit het quotiënt van deze prijsindex, gepubliceerd in de vierde maand voorafgaande aan het jaar t, en van deze prijsindex, gepubliceerd in de zestiende maand voorafgaande aan het jaar t, zoals deze maandelijks wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek;

x = de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering;

q = de kwaliteitsterm die de aanpassing van de tarieven in verband met de geleverde kwaliteit aangeeft

Deze leden constateren dat de factor x de efficiency korting is. Hoe groter x, des te groter is de efficiency en des te lager is het tarief.

Voor de netbeheerders TenneT, Liander, Stedin en Enexis is in de jaren 2009 en 2010 een x factor gehanteerd met een waarde variërend van 2,1 tot 6,3. In 2011 is er een x factor gehanteerd met een waarde variërend van -7,9 tot -5,6. Hier is sprake van een negatieve efficiencykorting. Een negatieve korting is geen korting maar een toeslag. Deze negatieve korting veroorzaakt een tariefverhoging. En dat terwijl de efficiencykorting juist een neerwaarts effect op de tarieven moet hebben.

De leden van de PVV-fractie vragen hoe er sprake kan zijn van negatieve efficiency. Is de laagst te behalen efficiencywaarde niet 0? Mag de waarde van de efficiencyfactor lager zijn dan 0? Bestaat er negatieve efficiency? Hoe is het mogelijk dat het wordt toegestaan dat de efficiencykorting een negatieve waarde mag hebben? Graag vernemen deze leden hierop een reactie van de regering.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Kneppers-Heynert

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, De Boer


X Noot
1

Samenstelling: Holdijk (SGP), Kneppers-Heynert (VVD), (voorzitter), Terpstra (CDA), Noten (PvdA), (vice-voorzitter), Sylvester (PvdA), Essers (CDA) Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Reuten (SP), Schaap (VVD), Smaling (SP), Flierman (CDA), Hoekstra (CDA), Van Boxtel (D66), Backer (D66), Vos (GL), De Lange (OSF), Schrijver (PvdA), Postema (PvdA), Vlietstra (PvdA), Klever (PVV), Van Strien (PVV), Faber-van de Klashorst (PVV), Ester (CU), Van Rey (VVD), Bröcker (VVD) en Beckers (VVD).

Naar boven