32 805 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg

Nr. 90 MOTIE VAN HET LID VAN GERVEN

Voorgesteld 4 december 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat al in 2009 melding gemaakt werd van ernstige complicaties bij de toepassing van meshmatjes bij verzakkingen;

overwegende dat een grote groep matjesslachtoffers levenslang is opgezadeld met ernstige klachten waarbij de kwaliteit van het leven zeer sterk is afgenomen;

overwegende dat patiënten in juridische procedures zeer moeilijk hun recht kunnen halen;

constaterende dat de leidraad van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) de volgende vuistregel bevatte: «voordat nieuwe technieken en methoden worden geïntroduceerd in de klinische praktijk dient de effectiviteit, veiligheid en praktische toepasbaarheid te zijn vastgesteld in wetenschappelijk onderzoek waarvan de resultaten gepubliceerd zijn in een peer reviewed tijdschrift»;

constaterende dat de NVOG erkent dat voor vrouwen bij wie deze complicaties zijn opgetreden, het een groot drama is, de zorg met betrekking tot vaginale implantaten niet goed georganiseerd was en gynaecologen deze implantaten te snel zijn gaan gebruiken;

overwegende dat er een morele plicht bestaat om deze groep patiënten perspectief te bieden;

spreekt uit dat de vorming van een medisch letselschadefonds, bijvoorbeeld onder de hoede van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, wenselijk is, waarbij deze groep patiënten een financiële compensatie ontvangt en dure juridische procedures uit handen wordt genomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Gerven

Naar boven