32 805 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg

Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2017

Op basis van signalen van patiënten ben ik in januari 2016 een bestuurlijk overleg hulpmiddelen gestart met vertegenwoordigers van patiënten, verpleegkundigen, behandelaren, apothekers, producenten, leveranciers, zorgverzekeraars, NZa, IGZ en het Zorginstituut Nederland om meer duidelijkheid te creëren voor patiënten waar men op kan rekenen, meer ruimte te creëren voor maatwerk en keuze en daarmee de kwaliteit van de hulpmiddelenzorg voor de patiënt aantoonbaar te verbeteren.

Partijen zijn voortvarend aan de slag gegaan in drie werkgroepen voor stoma-, continentie- en diabeteshulpmiddelen. De drie werkgroepen hebben ieder een specifieke module ontwikkeld en gezamenlijk het Generiek Kwaliteitskader Hulpmiddelenzorg opgesteld. Op 15 maart jl. heeft het bestuurlijk overleg hulpmiddelen ingestemd met de inhoud van de modules en het Generiek Kwaliteitskader.

Bij de module over de hulpmiddelenzorg bij diabetes hebben partijen over één punt geen overeenstemming weten te bereiken, te weten substitutie van bloedglucosemeters op economische gronden. Bij aanbieding van de module voor opname in het Register hebben partijen het Zorginstituut gevraagd om op dit punt doorzettingsmacht in te zetten. De Kwaliteitsraad van het Zorginstituut zal naar verwachting rond 1 augustus hierover een definitief besluit nemen.

In de hiervoor genoemde kwaliteitsstandaarden is ondermeer vastgelegd dat bij het voorschrijven van een geschikt hulpmiddel wordt uitgegaan van «functioneringsgericht» voorschrijven. «Functioneringsgericht» betekent dat bij het bepalen van de benodigde functionaliteiten van een hulpmiddel, rekening wordt gehouden met de specifieke stoornis, beperkingen én participatieproblemen van de persoon die een hulpmiddel nodig heeft, zodat maatwerk kan worden geboden. Bovendien is bepaald dat het proces van voorschrijven transparant en doelmatig is en er een brede keuze is voor de cliënt. Hiermee ben ik tegemoetgekomen aan de motie van het lid Bouwmeester (Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 54).

Dit is een mooi resultaat met echte winst voor patiënten: Een passend hulpmiddel met voldoende keuzemogelijkheden.

Binnenkort worden de modules voor stoma- en continentiehulpmiddelen samen met een Generiek Kwaliteitskader Hulpmiddelenzorg tripartiet (door patiënten, aanbieders en verzekeraars) aangeboden aan het Landelijk Register van Zorginstituut Nederland. De module voor diabeteshulpmiddelen is reeds aangeboden. In dit openbare Register staat wat zorgaanbieders, cliënten en zorgverzekeraars samen hebben afgesproken over wat goede en verantwoorde zorg is voor een bepaalde zorgvorm. Voor zorgverzekeraars zijn de drie modules leidend voor de zorginkoop voor 2018.

De volgende partijen zijn bij de afspraken betrokken:

  • Bekkenbodem4all

  • Diagned, Organisatie van producenten van laboratorium technologie

  • DON, Dwarslaesie Organisatie Nederland

  • DVN, Diabetesvereniging Nederland

  • FHI, Nederlandse brancheorganisatie voor medische technologie

  • IGZ, Inspectie voor de gezondheidszorg

  • Incoclub

  • KNMP, beroeps- en brancheorganisatie voor apothekers

  • LHV, Landelijke Huisartsen Vereniging

  • NDF, Nederlandse Diabetes Federatie

  • Nefemed, Nederlandse Federatie van producenten, importeurs en handelaren van medische producten

  • NZa, Nederlandse Zorgautoriteit

  • Patiëntenfederatie Nederland

  • Stomavereniging

  • V&VN, beroepsvereniging voor verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten

  • Zorginstituut Nederland

  • ZN, Zorgverzekeraars Nederland

  • Ministerie van VWS

Het vastleggen van goede en verantwoorde zorg in modules alleen is niet voldoende. De afspraken moeten ook sectorbreed worden ingevoerd en vertaald naar de praktijk van 2018. Daarom hebben alle betrokken partijen een implementatieplan opgesteld en toegezegd te zullen bijdragen aan de implementatie. Om de voortgang hiervan te volgen en eventuele knelpunten snel gezamenlijk op te kunnen lossen, zal het Zorginstituut bij de implementatie de coördinatie oppakken.

Het proces van het afgelopen jaar was intensief, soms lastig maar heeft ertoe geleid dat alle partijen meer begrip hebben gekregen voor elkaars belangen en rollen en dat er nu door alle partijen onderschreven patiëntgerichte kwaliteitsstandaarden liggen. Ik wil mijn complimenten uitspreken aan alle betrokkenen en heb er alle vertrouwen in dat iedereen er nu ook alles aan zal doen om te zorgen dat met behulp van de gemaakte afspraken de hulpmiddelenzorg voor de patiënt merkbaar verbetert.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven