32 805 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg

Nr. 52 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 mei 2017

Hierbij stuur ik u het rapport Quickscan eigen bijdragen gebitsprothesen1 dat Zorginstituut Nederland op 27 maart 2017 heeft uitgebracht. De Minister van VWS heeft deze quickscan gevraagd om te kunnen nagaan wat de praktijk is van de gewijzigde eigen-bijdragenstructuur voor uitneembare tandheelkundige voorzieningen, welke met ingang van 1 januari 2017 in werking is getreden.

Deze wijziging betekent dat sinds die datum over de hele linie van uitneembare gebitsprothesen de eigen bijdragen in percentages van de kosten worden berekend (en niet als voorheen vaste bedragen en percentages door elkaar). De wijziging maakt deel uit van een stelsel van aanbevelingen van het Zorginstituut met als doel om tot een meer rechtmatige benutting van de aanspraak op implantaatgedragen gebitsprothesen onder de bijzondere tandheelkunde te komen. In de pakketbrief van 20 mei 2016 (Kamerstuk 29 689, nr. 713) heeft de Minister de maatregel nader toegelicht.

De quickscan is bedoeld om een eerste indruk te krijgen over hoe de maatregel in de praktijk uitwerkt. Op basis van eerste ramingen aan de hand van schriftelijke en mondelinge consultaties is de voorlopige conclusie van het Zorginstituut dat de hoogte van de eigen bijdragen zich ontwikkelt zoals beoogd. Dat neemt niet weg dat veldpartijen de doorberekening van verschillende percentages per regime als ingewikkeld ervaren. Mede daarom zal het Zorginstituut de effecten van de maatregel verder blijven monitoren en begin volgend jaar definitief rapport uitbrengen.

Voorlopig geven de uitkomsten van de quickscan geen aanleiding om het stelsel van percentuele eigen bijdragen per 1 januari 2018 te wijzigen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven