Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2024
In mijn brief van 15 februari 2024 heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de
verdere juridische opvolging van het onderzoek naar de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen
(hierna: PBM), zodra de gelegenheid zich voordoet.1 Hierbij informeer ik u over de laatste stand van zaken.
Stand van zaken juridische procedure inzake de transacties met Relief Goods Alliance
B.V.
In eerdergenoemde brief heb ik uw Kamer geïnformeerd over de datum van het eerste
deel van de mondelinge behandeling bij de rechtbank van de juridische procedure inzake
de transacties met Relief Goods Alliance B.V. (hierna: RGA). Deze mondelinge behandeling
heeft inmiddels plaatsgevonden op 22 april 2024. Ik kan u melden dat het tweede deel
van de mondelinge behandeling gepland staat op 4 december aanstaande.
Overige transacties, niet zijnde RGA
Zoals ik uw Kamer op 15 februari 2024 heb laten weten, heeft de landsadvocaat ten
aanzien van de overige onderzochte transacties, niet zijnde die met RGA, alle deelrapporten
geanalyseerd en de juridische positie van de Staat beoordeeld. Hierbij is onder andere
gekeken of er bij transacties sprake was van omstandigheden die nopen tot het nemen
van (juridische) stappen.
Mede op basis van het advies van de landsadvocaat heb ik ervoor gekozen om (juridische)
stappen te zetten bij enkele transacties. Bij een aantal transacties ben ik via de
landsadvocaat met verschillende betrokken partijen in gesprek gegaan. In verband met
het veiligstellen van alle rechten, zoals het voorkomen van verjaring, is het in sommige
gevallen wenselijk deze processen parallel aan elkaar te laten verlopen. Met enkele
partijen ben ik tot een gezamenlijke oplossing gekomen. In verband met de aard van
die geschilbeslechting en de daarmee samenhangende afspraken daaromtrent, kan ik uw
Kamer niet mededelen voor welke transacties er tot een afronding is gekomen. Indien
het niet mogelijk blijkt om tot een gezamenlijke oplossing te komen met partijen ben
ik voornemens de desbetreffende kwestie voor te leggen aan de rechter.
Vanwege de procespositie van de Staat kan ik geen mededelingen doen over eventuele
andere vervolgacties die worden ondernomen om het onrecht dat is ontstaan, recht te
zetten en op welke transacties deze betrekking hebben.
Tot slot
Zodra de gelegenheid zich voordoet, zal uw Kamer worden geïnformeerd over de verdere
juridische opvolging van het onderzoek naar de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder