32 802 Toepassing van de Wet open overheid

Nr. 98 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 september 2024

Hierbij bied ik u een geactualiseerd overzicht aan in het kader van de motie Omtzigt c.s. (Kamerstuk 32 802, nr. 64). De motie Omtzigt c.s. verzoekt de regering om uw Kamer driemaandelijks op de hoogte te stellen van Woo-verzoeken waarbij de rechter een termijn heeft opgelegd om een besluit te nemen, deze termijn wordt overschreden en het ministerie daardoor een dwangsom verschuldigd is (hierna: Woo-verzoeken met een dwangsom). Zoals aangekondigd in de Kamerbrief bij het vorige overzicht, ontvangt u dit overzicht later dan gebruikelijk in verband met het zomerreces.1

Dit is het vijfde overzicht dat met uw Kamer wordt gedeeld. Het bijgevoegde overzicht betreft een update van de Woo-verzoeken met een dwangsom die in het overzicht van 6 juni jl. stonden (peildatum 31 maart 2024). Verder is het overzicht aangevuld met nieuwe Woo-verzoeken waarbij een dwangsom is verbeurd (peildatum 30 juni 2024).

In vergelijking met het vorige overzicht blijkt dat 17 van de 80 Woo-verzoeken van het vorige overzicht inmiddels zijn afgehandeld en dat er nog 63 openstonden. Daarnaast blijkt dat het aantal Woo-verzoeken met een dwangsom in het tweede kwartaal van 2024 met 28 is toegenomen. Van deze 28 verzoeken waren er op 1 juli jl. in totaal 10 afgehandeld en stonden er nog 18 open. Uit deze inventarisatie blijkt zodoende dat er op 1 juli jl. in totaal nog 81 Woo-verzoeken met een dwangsom in behandeling waren.

Vervolg

Ondanks dat uit de bijgevoegde gegevens blijkt dat het aantal (openstaande) Woo-verzoeken met een dwangsom relatief stabiel is gebleven, blijf ik het aantal zorgelijk vinden. Daarom zal ik een nadere (trend)analyse uitvoeren over deze gegevens. De bevindingen hiervan deel ik voor einde van dit jaar met uw Kamer.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark


X Noot
1

Kamerstukken II 2023/24, 32 802, nr. 93.

Naar boven