32 802 Toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur

Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2013

Op 7 november jl. heeft een AO plaatsgevonden waar de onderwerpen mGBA, Digitaal 2017 en Open overheid centraal stonden. Naar aanleiding van de toezeggingen die ik u tijdens dit AO heb gedaan, ontvangt u nu deze brief waarin ik een aantal vragen wil beantwoorden. Ik ga daarbij in op de volgende onderwerpen:

  • 1. Open overheid en open data

  • 2. Publiceren van Bedrijfseffectentoetsen

  • 3. Discussie rondom historische kaarten

  • 4. BTW-nummer en BTW-identificatienummer

1. Open overheid en open data

Tijdens voornoemd AO heeft u onder andere gevraagd naar de budgetten die binnen de rijksoverheid gereserveerd zijn voor Open overheid en dan voor open data in het bijzonder. In de visie en het actieplan Open overheid worden drie «kerngebieden» onderscheiden die hierop betrekking hebben: transparante overheid (waar het vooral gaat om actieve openbaarmaking en open data), responsieve overheid (hier gaat het om de manier waarop de overheid open staat voor inbreng uit de samenleving in beleids- en wetgevingsprocessen en bij de uitvoering van beleid) en de toegankelijke overheid (waar de dienstverlening centraal staat). In de beantwoording van uw vraag concentreer ik mij op de budgetten voor het eerste deel, de transparante overheid. Daarnaast is uiteraard budget beschikbaar voor de andere twee kerngebieden. De activiteiten in deze kerngebieden maken integraal onderdeel uit van primaire processen bij departementen en uitvoeringsorganisaties. Het budget dat daarvoor beschikbaar is, is dan ook niet afzonderlijk geoormerkt, maar zit opgesloten in de kosten ten behoeve van het primaire proces. De kosten voor het kerngebied transparante overheid worden uiteengezet in Tabel A in de bijlage. Overigens geldt ook voor het overzicht van budgetten die voor «transparante overheid» zijn begroot, dat dit niet wil zeggen dat hier al het budget ook mee is weergegeven.

Aan de ministeries is de vraag voorgelegd om inzichtelijk te maken welke budgetten op de begroting beschikbaar zijn voor open data. Het gaat dan om de voorziene kosten voor de inventarisatie van open data, het ontsluiten van open data en de kosten voor hosting van open data.

De kosten die eventueel worden gemaakt voor het stimuleren van hergebruik zijn buiten beschouwing gelaten, omdat deze activiteiten niet zozeer gaan over het openen van data, maar over het realiseren van maatschappelijke meerwaarde met die data. Deze inventarisatie heeft geleid tot het overzicht van de voor open data beschikbare budgetten in Tabel B in de bijlage.

Door verschillen in uitgangssituatie en aanpak bij diverse ministeries is het lastig de kosten eenduidig uiteen te zetten. Ten eerste is er een groot verschil in de mate waarin de verschillende ministeries daadwerkelijk datasets bezitten die beschikbaar kunnen worden gemaakt als open data. Bovendien zijn niet de ministeries zelf, maar in veel gevallen vooral de uitvoeringsorganisaties zoals Kadaster, DUO en RDW in bezit van datasets. Daarnaast is er een verschil in de fasering; sommige ministeries zijn al heel ver, andere staan nog aan het begin met de gedachtevorming over open data. Ten slotte wordt bij sommige ministeries de activiteiten op het gebied van open data als aparte activiteit op de begroting opgenomen en door andere niet. Bij voorkeur is het openen van data een onderdeel van de reguliere werkprocessen. Daarmee is niet gezegd dat er geen kosten zijn gemoeid met het openen van data, maar wel dat die onderdeel uitmaken van de kosten van reguliere processen en niet afzonderlijk op de begrotingen staan.

Om een complete inschatting te kunnen maken van de kosten voor open data zou een grondiger inventarisatie moeten worden gehouden gebaseerd op een gedegen informatiemodel over de wel en niet op te nemen kosten. Een dergelijk onderzoek is mogelijk, maar de vraag is wat de toegevoegde waarde hiervan is naast de reeds lopende trajecten. Zo loopt er al een traject gericht op het in kaart brengen van investeringskosten van open data voor organisaties. De in het actieplan aangekondigde maatschappelijke kosten baten analyse zal inzicht geven in hoe kosten en opbrengsten van open data zich tot elkaar verhouden. Ik stuur u heel graag ter informatie de resultaten uit beide trajecten wanneer die beschikbaar zijn.

Tijdens het AO is mij ook gevraagd of open data initiatieven van andere ministeries, zoals van VWS en SZW, onderdeel worden van het actieplan Open overheid, ook al zijn ze nu (nog) niet in het plan opgenomen.

De bedoeling van dit actieplan is nadrukkelijk vanaf het begin af aan geweest om een «levend document» te zijn. Op dit moment worden binnen het hele openbaar bestuur nieuwe initiatieven genomen die bijdragen aan een meer open overheid. Het plan kan in die zin nooit uitputtend zijn. Wel is mijn inzet erop gericht om die initiatieven waar dit kan zoveel mogelijk te laten aansluiten op de lijnen zoals die in het actieplan zijn uitgezet. Zo sluit het plan vanuit VWS rondom open data naadloos aan bij de aanpak zoals die op dit moment vanuit mijn ministerie wordt uitgevoerd. De open data acties van SZW passen evenzeer in die aanpak

De vraag die ook in het AO naar voren kwam, namelijk of en in welke mate ik binnen de rijksoverheid regie voer, sluit op bovenstaande aan. Vanuit mijn rol stimuleer ik andere onderdelen van de rijksoverheid om activiteiten te ontwikkelen die helpen de visie op Open overheid te realiseren en span ik mij ook in die activiteiten op elkaar te laten aansluiten. Tegelijkertijd geloof ik niet in de effectiviteit van het opleggen hiervan; openheid moet voortkomen uit intrinsieke motivatie om geloofwaardig, transparant en effectief te zijn.

Wel herken ik het ongeduld zoals dat vanuit uw Kamer tijdens het AO werd geuit dat op een aantal domeinen het beschikbaar stellen van datasets vanuit de rijksoverheid achterblijft. Ik zal daarom bij andere ministeries achterhalen welke streefcijfers zij hanteren als het gaat om het ter beschikking stellen van datasets en hierover aan uw kamer rapporteren.

Vanuit BZK werk ik op dit moment zelf aan de ambitie om 10 nieuwe datasets per 31 december 2013 beschikbaar te stellen, bijvoorbeeld open data omtrent arbeidszaken publieke sector en onderzoeksdata. Sinds begin dit jaar heb ik al 12 nieuwe datasets ontsloten via het Open data portaal. Dit betreft datasets op het terrein van de Leefbaarheidsmonitor, Wet normering Topinkomens, Jaarrapportage bedrijfsvoering en andere datasets zoals lokale bekendmakingen en het basis wetten bestand.

2. Publiceren van Bedrijfseffectentoetsen

U heeft tijdens het AO gevraagd of het mogelijk is de resultaten van de bedrijfseffectentoetsen (of impact-assessments) openbaar maken. Dit sluit aan bij een tweetal voornemens die het kabinet al eerder heeft geformuleerd: het vergroten van de inzet van internetconsultatie en het openbaar maken van de afwegingen bij nieuwe wetgeving volgens het Integraal Afwegingskader (IAK).

Het kabinet wil het gebruik van internetconsultatie bevorderen. Uitgangspunt daarbij is dat voorstellen die significante verandering brengen in de rechten en plichten van burgers, bedrijven en instellingen of die grote gevolgen hebben voor de uitvoeringspraktijk via internet worden geconsulteerd, behoudens goede gronden om daarvan af te zien. Bij nieuwe internetconsultaties wordt het dan beschikbare eindresultaat van de toepassing van het Integraal Afwegingskader (IAK) gepubliceerd. Het IAK geeft onder andere inzicht in de gevolgen van een wetsvoorstel voor de verschillende doelgroepen. Naast antwoorden op de IAK-vragen publiceert het verantwoordelijke departement de bij internetconsultatie beschikbare effecttoetsen voor zover deze op grond van de Wet openbaarheid bestuur nu ook al op verzoek openbaar kunnen worden gemaakt (zoals de bedrijfseffectentoets). In de najaarsrapportage over de vermindering van regeldruk (die in december aan uw Kamer wordt aangeboden) wordt op de uitwerking van laatstgenoemde maatregel ingegaan.

3. Discussie rondom historische kaarten

Het Kadaster heeft, op basis van de Archiefwet, waarvoor de Minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen verantwoordelijk is, een machtiging gekregen om de (historische) papieren kaarten te vervangen door een digitaal archief. Vervanging betekent automatisch vernietiging van het papieren archief. Het Kadaster mag namelijk – ook op basis van de Archiefwet – maar één archief hebben. Tegen dit voornemen van het Kadaster is bij de bestuursrechter bezwaar gemaakt door enkele verontruste belanghebbenden, die de historische kaarten als cultureel erfgoed willen behouden. Hun ingediende bezwaar is door de Raad van State inmiddels niet-ontvankelijk verklaard. Dit neemt niet weg dat het Kadaster wel degelijk bereid is rekening te houden met de levende bezwaren en, na de uitspraak van de Raad van State, actief op zoek is gegaan naar een oplossing. Er is contact gezocht met het Nationaal Archief om te bespreken hoe de papieren kaarten bewaard kunnen blijven voor de toekomst. Het Kadaster heeft uitgesproken te vertrouwen op een positieve uitkomst van deze kwestie. Zoals bekend is de Minister van I&M verantwoordelijk voor het Kadaster.

4. BTW-nummer en BTW-identificatienummer

Tijdens het overleg heeft u kenbaar gemaakt dat de informatie op de website van de Belastingdienst betreffende de lijst met verplichte gegevens voor facturen, waaronder het BTW nummer, verwarrend is. Naar aanleiding van uw signaal is de informatie op de website aangevuld. Daardoor is meer duidelijkheid gecreëerd over de gevallen waarin verplicht een factuur moet worden uitgereikt en de gegevens die in dat geval op de factuur moeten worden vermeld.

Tijdens het overleg werd door enkele leden gewezen op het feit dat het op grond van fiscale wetgeving niet noodzakelijk is om bij webdiensten het BTW-identificatienummer op de website te plaatsen, terwijl dat in andere wetgeving wel wordt verlangd. Het is juist dat op grond van civielrechtelijke regelgeving is aangegeven dat «degene die een dienst van de informatiemaatschappij verleent» een aantal gegevens «gemakkelijk, rechtstreeks en permanent toegankelijk» moet maken voor zijn afnemers.

Hieruit volgt dat het kenbaar maken van het BTW-identificatienummer van toepassing is voor zover een ondernemer via zijn website goederen of diensten te koop aanbiedt en het mogelijk is om via die website een overeenkomst te sluiten. Het BW schrijft echter niet voor op welke wijze dit dient te gebeuren. Het ligt voor de hand dat dit gebeurt door middel van een vermelding op de website, maar van een dwingende verplichting daartoe is geen sprake. Het BTW-identificatienummer moet dan wel op andere wijze kenbaar wordt gemaakt. Het doel van deze bepaling is om ondernemers onderling te beschermen tegen frauduleuze ondernemingen.

Om een zorgvuldig gebruik van BTW-identificatienummers te stimuleren is via verschillende voorlichtingskanalen, zoals internet en twitter, nog eens uitdrukkelijk gewezen op de gevallen waarin het nummer wel en niet vermeld moet worden. Dit is mede gericht op het voorkomen van identiteitsfraude.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Tabel A Actiepunten uit actieplan Open overheid
 

2014

2015

 

ACTIEPUNT 1a Aanwijzen categorieën overheidsinformatie voor actieve beschikbaarstelling

40.000

 

Onderzoek actieve openbaarheid informatiecategorieën: welke informatiecategorieën leveren de meeste meerwaarde op en welke zijn eenvoudig te ontsluiten. BZK geeft hierin als eerste departement het goede voorbeeld

ACTIEPUNT 1 b actieve openbaarheidInformatiehuishouding en actieve openbaarheid: 4 pilots met open by design.

40.000

40.000

4 Pilots: Begeleiden projectorganisatie pilots, leerpunten verzamelen, vertalen in ontwerpprincipes, verslaglegging., 20.000 euro per pilot.

ACTIEPUNT 2 Ontwikkelen en stimuleren open data

400.000

400.000

– stimuleren openen data (open data next, voorbeelden, businesscases, opschalen.)

– data continuiteit stimuleren,

– drempels wegnemen (handreikingen, onderzoek)

beheer open data portaal

170.000

170.000

beheer open data portaal

ACTIEPUNT 3 Verkenning BZK Open uitgavendata

30.000

 

Beoogde stappen:

– Screenen huidige manier van registreren: is deze begrijpelijk en conform Wob.

– Publicatie van data in duurzame vorm, aandacht voor standaardisatie en aansluiting op andere open spending initiatieven

– Organiseren interactie met gebruikers data, vragen beantwoorden

– Daarnaast goed documenteren om verbreding van ervaringen naar andere organisaties mogelijk te maken

ACTIEPUNT 15 Toegankelijke en vindbare overheids informatie

30.000

 

Communicatief ontsluiten van informatie Actief openbaar maken zodanig zodat aansluiting wordt gevonden op context of omgeving burgers en stakeholders

Bijeenkomsten stuurgroep en inspiratieteam

10.000

10.000

Organiseren van twee stuurgroepen per jaar en 2 bijeenkomsten van het inspiratieteam.

Algemene communicatie

40.000

40.000

Algemene communicatie:

website verbeteren, publicaties, sociale media, Interviews, reportages, filmpjes, materiaal voor bijeenkomsten, artikelen in tijdschriften ed

Leer- en expertisepunt open overheid en open data

250.000

250.000

Opstarten en in stand houden van een leernetwerk (themagewijs) voor open overheid en open data

     

Vraagbaak en verzamelpunt kennis, ondersteunen pilots en vergaren goede voorbeelden, organiseren reflectie en uitwisseling op thema's

Bijdrage deelname OGP

50.000

50.000

OGP verwacht jaarlijkse bijdrage voor ondersteuningsorganisatie, stuurgroep OGP, en conferenties. Ook is budget nodig om het networking mechnism in stand te houden en de onafhankelijke rapporteurs voor de evaluaties te financieren.

Tabel B Kosten open data per ministerie
 

2013

2014

Ontsloten data

Omschrijven kosten

Infrastructuur en Milieu

1.400.000

3.800.000

Een veelheid aan datasets van I&M en de volgende I&M-organisaties:

• Centraal Bureau Rijvaardigheidbewijzen

• de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport,

• het Kadaster,

• KNMI,

• Nederlandse Emissie autoriteit,

• Planbureau voor de Leefomgeving,

• Rijksdienst voor het wegverkeer,

• Rijkswaterstaat

• en van de Nationale Databank Wegverkeersgegevens

De gerapporteerde kosten over 2013 en 2014 betreffen het totaal van de kosten voor de inventarisatie van open data, de kosten voor het ontsluiten van open data en de hosting kosten.

Financiën

nihil

nihil

• Begrotingsstaten

• Tabellen uit de miljoenen nota

• Betalingskenmerk loonheffing

• Aangifte en betaaldata 2012

Budgetten die bijdragen aan een open overheid maken onderdeel uit van primaire processen. Er zijn geen specifieke budgetten voor vrijgemaakt op de begroting.

Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

240.000

292.000

• Trends in beeld

• Overige open data

• Volgend jaar linked open data DUO

Deze informatie is beperkt tot de bekende uitgaven binnen het departement. Mogelijke andere initiatieven in de OCW keten zijn niet opgenomen

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

• Werkzoekenden

• Vacatures

• Spanning tussen vraag en aanbod,

• Mobiliteit op de arbeidsmarkt

• WW-rechten

• LRKP

Budgetten die bijdragen aan een open overheid maken onderdeel uit van primaire processen.

Er zijn geen specifieke budgetten voor vrijgemaakt op de begroting.

Buitenlandse Zaken

220.000

215.000

Kosten publiceren Open data Ontwikkelingssamenwerking

 

Kosten open data per ministerie

2013

2014

Ontsloten data

Omschrijven kosten

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

22.250

100.000

• Jaarverslagen zorg (DigiMV)

• Regelhulp als service

• BIG-register als service

• Kiesbeter

• Kosten van ziekten

Voor 2013 zijn de extra kosten genoemd die zijn gemaakt om de data te ontsluiten, dus niet de reguliere kosten voor bijvoorbeeld ambtenarenuren of hosting. In 2013 is het «laaghangend fruit» geplukt.

In 2014 wordt aandacht gegeven aan datasets die moeilijker open te maken zijn, bijvoorbeeld omdat ze ongestructureerd of ongedocumenteerd zijn. Ook wordt het gesprek gevoerd met partijen buiten de directe sturingslijn van VWS – in deze sector zijn namelijk niet alle interessante datasets in publieke handen

Economische Zaken

447.000

423.000

In 2013 zijn beschikbaar:

• BRP light;

• CBS wijk en buurtkaarten 2010 / 2011 / 2012;

• CBS Vierkanten 500 m;

• CBS Vierkanten 100 m; Bestand Bodemgebruik;

• NOK 2012; NOK 2013;

• CBS wijk en Buurt 2012;

• Mossel- en oesterhabitats;

• Mosselzaadinvanginstallaties;

• Schelpdierpercelen;

• CBS provincies

De gerapporteerde kosten over 2013 en 2014 betreffen het totaal van de kosten voor infrastructuur en de kosten voor het publiceren.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

37.200

100.000

In 2013 worden minimaal 20 datasets beschikbaar gesteld waaronder

• Leefbaarheidsmonitor,

• Wet normering Topinkomens,

• Jaarrapportage bedrijfsvoering

• Basiswettenbestand

Verkenning en openen data BZK -departement

Volgend jaar worden additionele kosten voor hosting gemaakt.

Naar boven