32 801 EHEC-bacterie

Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 mei 2011

Zoals ik tijdens het Algemeen Overleg van 26 mei jongstleden aan uw Kamer heb toegezegd informeer ik u hierbij over de laatste stand van zaken met betrekking tot de uitbraak van ziektegevallen ten gevolge van besmette komkommers met de Entero Heamolytische Escherichia coli (EHEC)-bacterie in Duitsland. Ik ga in deze brief kort in op de achtergrond en de lopende acties. Meer informatie over symptomen en hoe besmetting voorkomen kan worden is te vinden op www.rivm.nl. De meest recente informatie over de bron van de besmetting is te vinden op www.vwa.nl.

Bij dringende omstandigheden als nu aan de orde, gaan nVWA en RIVM altijd voortvarend te werk. Deze activiteiten zijn gericht op het voorkómen van besmettingen. Het RIVM houdt de meldingen van ziektegevallen nauwlettend in de gaten, en houdt nauw contact met de zorg. De nVWA richt zich op het opsporen van de bron en het voorkómen dat mogelijk besmette partijen op de markt gebracht worden. Inmiddels heeft de nVWA ook een crisiscentrum in het leven geroepen. Informatie brengen nVWA en RIVM zo spoedig mogelijk naar buiten, via persberichten of de eigen websites. Deze activiteiten verrichten zij evenwel altijd onder mijn verantwoordelijkheid.

In dit geval ligt de politieke verantwoordelijkheid voor voedselveiligheid bij mij als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ik werk hierbij nauw samen met de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. In deze brief vindt u een overzicht van de activiteiten die rondom de EHEC-bacterie zijn ondernomen.

De EHEC uitbraak in Duitsland

In Noord-Duitsland, vooral in en rond Hamburg, is een grote uitbraak van ziektegevallen gemeld, veroorzaakt door een EHEC-bacterie (type O104). Dit is een variant van de darmbacterie E. coli. In Duitsland zijn al honderden zware ziektegevallen en enkele doden gemeld met ernstige nierklachten (HUS). Zoals het er nu uitziet zijn komkommers afkomstig uit Spanje de oorzaak. In de loop van 30 mei 2011 wordt over het aantal «verdachte patiënten» gecommuniceerd via de website van het RIVM. Deze berichten worden indien nodig geactualiseerd. Er is ook een aantal ziektegevallen in Scandinavië, 21 toeristen hebben de infectie in Duitsland opgelopen.

De E. colibacterie en symptomen

De meeste varianten van de E. colibacterie zijn onschuldige darmbewoners bij de mens. Er zijn echter ook E. colibacteriën waarvan je ziek kunt worden. De zogenaamde EHEC (soms ook STEC genoemd) kan een besmettelijke dikkedarmontsteking veroorzaken met bloederige diarree. De infectie kan bovendien gepaard gaan met braken, misselijkheid en buikkrampen. Als belangrijkste complicatie kan nierbeschadiging (HUS) optreden. Het is een bacterie die al decennia lang bekend is en af en toe tot ziekte-uitbraken leidt. In Nederland worden jaarlijks ongeveer 10 patiënten met HUS in relatie met een voorafgaande diarree gemeld. Er is de afgelopen decennia slechts een zeer klein aantal EHEC uitbraken in Nederland beschreven.

De bacterie komt bij koeien en schapen voor in de darmen. Besmetting vindt meestal plaats door het eten van onvoldoende verhit rundvlees of schapenvlees (barbecue, hamburgers), het drinken van rauwe melk of het eten van besmette rauwe groenten. Besmetting kan ook plaatsvinden door contact met (mest van) besmet vee en door zwemmen in besmet natuurwater. Ook kan de infectie bij onhygiënisch handelen van mens op mens overgaan.

Kinderen onder de 5 jaar en mensen boven de 60 jaar hebben een verhoogde kans op complicaties. Bij mild verlopende infecties is een behandeling meestal niet nodig. Extra drinken in de vorm van zoete dranken en dranken met zout (bouillon) is belangrijk. Hiervoor zijn zakjes bij de drogist of apotheek te koop (ORS). EHEC infecties worden gewoonlijk niet met antibiotica behandeld omdat een dergelijke behandeling de kans op een gecompliceerd verloop kan vergroten. Aangezien deze infecties niet goed met antibiotica behandelbaar zijn, is preventie van besmettingen van het allergrootste belang. Het feit dat deze bacterie ESBL produceert en dus multiresistent is, speelt geen rol bij de behandeling.

Hoe kan infectie voorkomen worden?

Een goede hygiëne bij de voedselbereiding is, zoals bij de meeste voedselinfecties, essentieel om het risico op een infectie met EHEC te voorkomen.

Maatregelen zoals handen wassen (bij voorkeur met een ontsmettende zeep en daarna de handen goed afdrogen), voorkomen dat bereide levensmiddelen in aanraking komen met rauwe of besmette producten (bijvoorbeeld via een snijplank), het goed verhitten van vlees en groenten (minimaal 10 minuten boven een temperatuur van 70 graden Celsius), het goed wassen en zo mogelijk schillen van rauw te consumeren groenten en fruit, en het niet drinken van rauwe melk kunnen veel infecties voorkomen.

Acties van het RIVM

Het RIVM monitort, en bestrijdt zo nodig, deze situatie op de hierna vermelde wijze.

Het RIVM evalueert signalen op het gebied van infectieziekten in het signaleringsoverleg. Dit geldt dus ook voor de uitbraak met de «EHEC bacterie» .

De EHEC bacterie is meldingsplichtig. Dat betekent dat alle artsen (huisartsen, medisch specialisten) verplicht zijn om ziektegevallen te melden bij de GGD. Het aantal gevallen wordt dus ook in de normale routine gemonitord. Deze routine houdt eveneens een beoordeling in van plotselinge stijgingen in het voorkomen van infectieziekten welke aanleiding kunnen zijn voor nader en verdiepend onderzoek.

Het Centrum Infectie bestrijding (CIb) volgt de internationale ontwikkelingen actief. Onder meer door het volgen van – en participeren in de berichtuitwisseling middels – het EWRS (Early warning and response system) van het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) in Stockholm. Vanuit het ECDC worden de internationale aspecten van de bestrijding gecoördineerd. Er is een zogenaamd «inf@ct» bericht aan professionals in de zorg (artsen infectieziektebestrijding en arts-microbiologen) uitgegaan om hen te informeren over de EHEC-situatie. In dit inf@ct bericht wordt deze professionals gevraagd alert te zijn op patiënten met de EHEC-symptomen en verdachte gevallen met recente reisgeschiedenis naar Duitsland acuut te melden aan het RIVM .

Het CIb coördineert, begeleidt en adviseert GGD en medisch microbiologische laboratoria bij de bestrijding en het onderzoek in het kader van deze EHEC uitbraak en is verantwoordelijk voor de internationale contacten en afstemming.

Het RIVM informeert het publiek onder meer door middel van berichtgeving op de website met daaraan gekoppeld doorverwijzingen naar verdiepende informatie. Deze berichten worden afgestemd met de nVWA. Het CIb coördineert tevens de informatievoorziening aan de landelijke dagbladen.

Acties van de nVWA

De voedselautoriteiten van de Europese lidstaten worden door de Europese Commissie continu geïnformeerd via het zogenaamde RASFF syteem (Rapid Alert System for Food and Feed). De meldingen vanuit dit systeem komen binnen bij de nVWA. Op dit moment heeft Duitsland via 2 verschillende RASFF meldingen andere landen geïnformeerd dat twee komkommers positief op EHEC O104 bevonden zijn. Beide komkommers zijn afkomstig uit Spanje (Almería en Málaga).

Via een 3e RASFF melding hebben de Duitse autoriteiten bekend gemaakt dat een derde verdacht monster (komkommer), nog in onderzoek is. Het is nog niet bekend of dit 3e monster van dezelfde soort ziekteverwekkende E. colibacterie is. Het monster is genomen in een restaurant en teruggetraceerd tot een Duitse handelaar. De Duitse handelaar kon geen duidelijkheid geven over de oorsprong van de partij en verwees door naar twee mogelijke bronnen: een Nederlandse handelaar of een Duitse handelaar die de partij uit Denemarken zou hebben ontvangen.

Afgelopen vrijdag heeft door de nVWA een inspectie plaatsgevonden bij de Nederlandse handelaar. Uit de inspectie bij deze Nederlandse handelaar is gebleken dat de naar Duitsland verstuurde komkommers niet afkomstig zijn uit Spanje en dat het bedrijf geen commerciële relatie heeft met de Spaanse verdachte bedrijven. De naar Duitsland geëxporteerde komkommers waren afkomstig van een Nederlandse teler.

De nVWA heeft ook deze Nederlandse teler geïnspecteerd en daar uitgebreid monsters genomen van groenten, grond, water, enz. Alle partijen komkommers bij de betreffende Nederlandse teler en de handelaar zijn preventief geblokkeerd. Op basis van de nu beschikbare gegevens kan uitgesloten worden dat de onderzochte bedrijven bron van infectie zijn. De geblokkeerde partijen zijn ondertussen vrijgegeven. De Deense autoriteiten zijn ook bezig met tracering van de Deense partij.

Afgelopen vrijdag heeft er een teleconferentie plaatsgevonden tussen de Europese Commissie, de voedselautoriteiten van de Europese lidstaten, het Duitse Robert Koch Institute, het EU referentie laboratorium E. coli in Rome en internationale organisties zoals WHO, ECDC, EFSA. Hieruit bleek dat Duitsland verwacht dat het aantal ziektegevallen in Duitsland nog zal stijgen. Daarom gaat het onderzoek door. Duitsland onderzoekt niet alleen komkommers, maar ook tomaten, sla, rauwkost ed. Verder is EHEC aangetroffen op zowel biologische als niet-biologische komkommers en alleen bij rauwe producten (niet in bewerkte producten). In Spanje zijn geen ziektegevallen gerapporteerd.

Verder heeft de nVWA direct bilateraal contact met een Duitse collega van het Bundesinstitut Risikobewertung en het Bundesamt für Verbraucherschutz und Lebensmittelsicherheit over de ontwikkelingen in Duitsland en de mogelijke gevolgen (voor) in Nederland.

Sinds 1999 doet de nVWA onderzoek naar ziekteverwekkende Escherichia coli op landbouwhuisdieren, levensmiddelen en andere producten van dierlijke oorsprong. Uit deze surveillance en monitoringsprogramma blijkt dat het EHEC O 104, het type bacterie dat de uitbraak in Duitsland heeft veroorzaakt, nog nooit in Nederland is aangetroffen.

De nVWA doet op dit moment aanvullend onderzoek naar ziekteverwekkende E. colibacteriën. Er worden monsters genomen van komkommers en andere soorten groenten, die verkocht worden op de markt en in supermakten. Het Productschap Tuinbouw neemt daarnaast monsters bij de groothandel en telers. Deze monsters worden in het laboratorium van de nVWA te Zutphen onderzocht. Dit is namelijk het enige geaccrediteerde laboratorium in Nederland voor de bepaling van ziekteverwekkende E. colibacteriën. Het laboratorium is vrijdag 27 mei 2011 begonnen met de analyse van ongeveer 200 monsters. De resultaten van dit onderzoek zijn op dit moment (maandag 30 mei 2011) nog niet bekend.

De nVWA onderzoekt in samenwerking met het CBL en het Productschap Tuinbouw of komkommers zijn geïmporteerd uit Duitsland of uit Spanje afkomstig van de verdachte bedrijven aldaar. Tot nu toe (maandag 30 mei 2011) zijn geen verdachte partijen komkommers op de Nederlandse markt aangetroffen.

Vervolg

De analyseresultaten van de monsters zullen dinsdag 31 mei 2011 bekend worden. Afhankelijk van deze resultaten zullen vervolgactiviteiten ondernomen worden. Deze informatie wordt, zodra beschikbaar, via de eerder genoemde websites van nVWA en RIVM bekend gemaakt. Ik zal u indien nodig op de hoogte houden van nieuwe ontwikkelingen.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers

Naar boven