32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 487 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2020

De vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport vraagt in haar brief van 12 maart jl. op welke wijze en op welke termijn het onderzoek zal worden uitgevoerd naar de kosteneffectiviteit van het opnemen van het rotavaccin als universele vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma.

In de Kamerbrief van 30 april jl. (Kamerstukken 32 793 en 25 295, nr. 478), waarin ik uw Kamer informeer over uitstel en heroverweging van de implementatie van rotavirusvaccinatie, heb ik laten weten opnieuw een adviesaanvraag over rotavirus vaccinatie in te dienen bij de Gezondheidsraad. Op basis van de uitkomsten daarvan neem ik een nieuw besluit over het aanbieden van rotavirusvaccinatie. Conform de motie van de leden Diertens en Hermans1 zal ik hierin ook vragen om de kosteneffectiviteit van universele vaccinatie opnieuw te beoordelen.

De Werkagenda van de Gezondheidsraad is besproken en, zoals ik aan uw Kamer heb gemeld in de Kamerbrief Aanbieding Vaccinatiegraadrapport 2019 en Voortgang «Verder met vaccineren» (dd. 29 juni, Kamerstuk 32 793, nr. 485), zal het advies met betrekking tot rotavirus vaccinatie in 2021 worden opgepakt. De adviesaanvraag is inmiddels verstuurd naar de Gezondheidsraad. Tevens is het Zorg Instituut Nederland gevraagd om een update van het eerdere advies in 2017 te geven, indien er nieuwe gegevens zijn die hier aanleiding toe geven.

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Kamerstuk 25 295, nr. 91.

Naar boven