32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 324 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 20 juli 2018

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 29 mei 2018 over het bevolkingsonderzoek darmkanker-uitslagen (Kamerstuk 32 793, nr. 311).

De vragen en opmerkingen zijn op 22 juni 2018 aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 19 juli 2018 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Lodders

Adjunct-griffier van de commissie, Clemens

I. VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief inzake het bevolkingsonderzoek darmkanker-uitslagen. Genoemde leden vinden dat er altijd met de grootste zorgvuldigheid moet worden omgesprongen met uitslagen van bevolkingsonderzoeken. Het is goed dat de Staatssecretaris maatregelen heeft genomen, zoals een aanpassing in het ICT-systeem en betere voorlichting, om dit soort fouten in de toekomst te voorkomen.

Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie

De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van de brief over het bevolkingsonderzoek darmkanker. Zij hebben hier nog enkele vragen over.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Staatssecretaris om een kwalificatie van het feit dat er ernstige fouten zijn gemaakt bij het bevolkingsonderzoek darmkanker. Hoe beoordeelt de Staatssecretaris de gang van zaken, de fouten die zijn gemaakt en de afhandeling?

Daarnaast vragen genoemde leden of de Staatssecretaris er zeker van is dat dit alle gevallen zijn die geen bericht hebben gehad. Kan het systeem dat feilloos aantonen?

Wordt het IT-systeem dat bij het bevolkingsonderzoek darmkanker is gebruikt, tevens gebruikt voor andere bevolkingsonderzoeken? Is het mogelijk dat bij andere bevolkingsonderzoeken dezelfde fout is gemaakt?

Ook vragen deze leden de Staatssecretaris nader in te gaan op de houdbaarheidsdatum en het verlopen daarvan. Hoe wordt omgegaan met houdbaarheidsdata bij bevolkingsonderzoek? Zijn de houdbaarheidsdata reëel en krijgen mensen genoeg tijd om een test terug te sturen, of is het mogelijk dan wel noodzakelijk om in te zetten op onderzoeken met een langere houdbaarheidsdatum?

Tot slot vragen de leden van de fractie van GroenLinks of de Staatssecretaris rekening houdt met mogelijke schadevergoedingsclaims en of daarover al signalen zijn binnengekomen.

II. REACTIE VAN DE STAATSSECRETARIS

Vraag 1.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen mij om een kwalificatie van het feit dat er ernstige fouten zijn gemaakt bij het bevolkingsonderzoek darmkanker. Hoe beoordeelt de Staatssecretaris de gang van zaken, de fouten die zijn gemaakt en de afhandeling?

In 2014 en 2015 hebben in totaal ongeveer 1,3 miljoen mensen aan het bevolkingsonderzoek meegedaan. 604 deelnemers hebben meer dan twee jaar na ontvangst de test teruggestuurd. Zij hadden inmiddels ook een uitnodiging voor de tweede ronde van het bevolkingsonderzoek ontvangen. In het automatiseringssysteem van het bevolkingsonderzoek wordt een ronde van deelnemers na twee jaar afgesloten. Het systeem was er niet op ingericht dat mensen na het verstrijken van meer dan twee jaar, deze eerste test alsnog zouden insturen.

Ik betreur het dat door deze samenloop van omstandigheden deze groep van 604 deelnemers geen terugkoppeling heeft gekregen.

Zodra dit bekend werd, stond het informeren van deze personen voorop. Met inspanning van het RIVM en de screeningsorganisaties zijn deze deelnemers persoonlijk benaderd met informatie die specifiek op hun situatie was toegesneden. Met de mensen die een ongunstige uitslag hadden, is persoonlijk contact geweest met een arts, waarbij zij zijn geïnformeerd over de vervolgmogelijkheden. Alle deelnemers bij wie een intakegesprek leidt of heeft geleid tot een coloscopie zullen door regionaal coördinerend MDL-artsen opnieuw worden gebeld of zijn reeds gebeld, zodra de uitslag bekend is. In dat gesprek zal de deelnemers ook worden gevraagd hoe zij de situatie hebben ervaren.

Ik betreur de gang van zaken, en ik kan mij zeer goed voorstellen dat de betrokken deelnemers geschrokken zijn van het bericht.

Ik ben van mening dat de afhandeling met de gevolgde aanpak zorgvuldig is geweest, alsook afdoende voor de toekomst. Naast de aandacht voor getroffen deelnemers, heb ik er op toegezien dat het bij het bevolkingsonderzoek naar darmkanker gehanteerde IT-systeem is aangepast, waardoor mensen in het vervolg altijd een uitslag krijgen wanneer zij een test opsturen.

Vraag 2.

Daarnaast vragen de genoemde leden of ik er zeker van ben dat dit alle gevallen zijn die geen bericht hebben gehad. Kan het systeem dat feilloos aantonen?

Nadat duidelijk werd dat er een aantal mensen geen uitslag had ontvangen van hun ontlastingtest, is er een grondige analyse gedaan om te achterhalen bij welke mensen hier nog meer sprake van zou kunnen zijn. Door op verschillende momenten en op diverse wijzen het systeem te controleren, vertrouw ik er op dat alle mensen die geen bericht hebben gehad in beeld zijn gekomen.

Zoals gezegd is er nu een systeemaanpassing aangebracht, waardoor deelnemers in de toekomst altijd een bericht krijgen na het insturen van hun ontlastingtest. Tot het moment van de aanpassing is er door de screeningsorganisaties periodiek gecontroleerd of er zich een situatie voordeed waarbij mensen geen terugkoppeling kregen van hun deelname.

Vraag 3.

Wordt het IT-systeem dat bij het bevolkingsonderzoek darmkanker is gebruikt, tevens gebruikt voor andere bevolkingsonderzoeken? Is het mogelijk dat bij andere bevolkingsonderzoeken dezelfde fout is gemaakt?

Bij de bevolkingsonderzoeken naar borstkanker en naar baarmoederhalskanker worden andere IT-modules gebruikt.

In de opzet van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker kan een systeemfout zoals in het geval van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker, in principe niet optreden: er vindt een dagelijkse (nu nog) handmatige controle plaats op het aantal cliënten dat is gekomen voor een mammogram, het aantal cliënten waarvan het mammogram beoordeeld wordt en het aantal cliënten naar wie een uitslag is verstuurd. Per medio 2019 gaat een nieuw IT-systeem in werking waarin de handmatige controles voortaan automatisch uitgevoerd gaan worden. Hiermee wordt nog beter geborgd dat de juiste informatie ook alle deelnemers bereikt.

Voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, waarbij de deelnemers een uitstrijkje bij de huisarts laten maken, geldt de procedure dat zowel de deelnemers als de huisarts de uitslag van het laboratorium ontvangen. De kans dat er geen terugkoppeling van de uitslag plaatsvindt, is door deze dubbele verzending zeer gering. Deelnemers die voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker gebruikmaken van de zelfafnameset (ZAS), ontvangen via een geautomatiseerd systeem de uitslag van hun test. Op dit moment zijn geen gevallen bekend van gebruikers die geen uitslag hebben ontvangen. Het IT-systeem voor de ZAS-test wordt nu gecheckt om de mogelijkheid dat geen uitslag wordt verstuurd, ook voor de toekomst uit te sluiten.

Voor alle drie de bevolkingsonderzoeken geldt dat incidenten als gevolg van menselijke fouten, waardoor onverhoopt deelnemers niet (adequaat) worden geïnformeerd, helaas niet kunnen worden uitgesloten.

Vraag 4.

De leden vragen mij nader in te gaan op de houdbaarheidsdatum en het verlopen daarvan. Hoe wordt omgegaan met houdbaarheidsdata bij bevolkingsonderzoek? Zijn de houdbaarheidsdata reëel en krijgen mensen genoeg tijd om een test terug te sturen, of is het mogelijk dan wel noodzakelijk om in te zetten op onderzoeken met een langere houdbaarheidsdatum?

De ontlastingtest van het bevolkingsonderzoek darmkanker is maximaal 21 maanden houdbaar. De screeningorganisaties werken met een grote voorraad ontlastingtests. Aangezien deze niet allemaal gelijktijdig verstuurd worden, varieert in de praktijk de maximale houdbaarheidsdatum. Deze is echter voor alle genodigden minimaal drie maanden na ontvangst van het uitnodigingspakket. Met andere woorden, deelnemers hebben minimaal drie maanden de tijd om de test uit te voeren en terug te sturen. Deze termijn blijkt in de praktijk lang genoeg aangezien deelnemers aan het bevolkingsonderzoek gemiddeld binnen één tot drie weken de test terugsturen.

De houdbaarheidsdatum staat op de test aangegeven. Het RIVM en de screeningorganisaties wijzen de deelnemers in de gebruiksaanwijzing op het controleren van de houdbaarheidsdatum, naast het tijdig insturen van de test.

Vraag 5.

Tot slot vragen de leden van de fractie van GroenLinks mij of ik rekening houd met mogelijke schadevergoedingsclaims en of daarover al signalen zijn binnengekomen.

Er is op dit moment noch bij het Ministerie van VWS, noch bij het RIVM of bij de screeningorganisaties een formele schadeclaim ingediend.

Naar boven