Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2018
In 2006 is de dataverzameling van biobank Lifelines gestart. Lifelines heeft als doel
om meerjarig (30 jaar) data en lichaamsmateriaal te verzamelen op basis waarvan onderzoek
kan worden uitgevoerd over de manier waarop wij in Nederland gezonder oud kunnen worden.
Het betreft een grootschalige verzameling van (kwalitatieve) data en biomaterialen.
Er worden gegevens verzameld van gezonde en zieke mensen, van alle leeftijden. Het
betreft zowel klinische gegevens als leefstijlgegevens. Er doen meer dan 165.000 mensen
uit Groningen, Friesland en Drenthe mee. Daarmee komen relevante data (ontwikkeling
van ziekte, geneesmiddelengebruik, leefstijl) en biomaterialen (bloed, serum, haar,
urine, ontlasting) voor beleid en onderzoek beschikbaar.
De biobank Lifelines draagt daarmee bij aan kennis over onder meer gezonde levensjaren
voor de Nederlandse bevolking, aan doelmatiger zorg (betere diagnostiek), aan preventie
en aan het beperken van sociaal economische gezondheidsverschillen. Door de hoeveelheid
gegevens uit te breiden wordt het gebruik van deze dataverzameling interessanter voor
onder meer onderzoekers, beleidsmakers en/of andere partijen in diverse industrieën
(voeding en farmacie). De dataverzameling is van belang om onderzoek naar effectieve
interventies mogelijk te maken en sluit aan bij maatschappelijke vraagstukken rond
zorgbehoefte, de vergrijzing en ontwikkeling van chronische ziekten.
Lifelines is met haar 12 jaar nog een vrij jonge data- en biobank en nog volop in
ontwikkeling. Om de verzamelde gegevens beschikbaar te houden en uit te breiden zijn
financiële middelen nodig. Om dit mogelijk te maken wordt vanuit diverse partijen
financieel – voor in totaal € 40 mln, – bijgedragen. Om de gegevens verder uit te
breiden is een derde onderzoeksronde nodig. Daarom heb ik besloten om voor de derde
onderzoeksronde financiële middelen beschikbaar te stellen. Vanaf 2019 tot en met
2023 draagt VWS jaarlijks € 4 mln. bij.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis