32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 208 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 maart 2016

Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (I&M) en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), het rapport «BISPHENOL A, Part 2, Recommendations for risk management» aan1, dat vandaag is gepubliceerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Omdat ik belang hecht aan de uitkomsten van dit onderzoek heb ik Bureau Risicobeoordeling & Onderzoeksprogrammering (bureau) van de NVWA gevraagd om op basis van het rapport van het RIVM te adviseren over acties die bij kunnen dragen aan het zo ver mogelijk verlagen van de blootstelling van consumenten en risicogroepen aan BPA. Bij deze brief ontvangt u tevens het «Advies over Bisfenol A (BPA)«, van bureau2.

Het RIVM concludeert in haar rapport dat nieuwe inzichten over schadelijke effecten van BPA reden geven tot zorg over de niveaus waarop consumenten, patiënten en werknemers aan deze stof worden blootgesteld. BPA wordt gebruikt in plastics die worden toegepast in bijvoorbeeld bouwmaterialen, elektronica, plastic flessen, (voedsel)verpakkingsmateriaal, kassabonnen, medische hulpmiddelen en speelgoed. Het is aannemelijk dat BPA het immuunsysteem van de ongeboren vrucht of jonge kinderen kan schaden bij een lagere blootstelling dan tot nu toe werd aangenomen. Dit lagere blootstellingsniveau komt ongeveer overeen met de dagelijkse blootstelling aan BPA. Als gevolg van deze blootstelling hebben kinderen mogelijk meer kans om voedselintoleranties te ontwikkelen en kunnen ze gevoeliger worden voor infectieziekten.

Het RIVM concludeert dat er voldoende aanleiding is om verdere aanscherping van de normen te overwegen en stelt voor op korte termijn aanvullende maatregelen te treffen die de blootstelling aan BPA verder verminderen. Het RIVM en bureau concluderen daarnaast dat terugdringen van de blootstelling aan BPA niet eenvoudig is. Van alternatieve chemicaliën waar onderzoek naar is gedaan, bijvoorbeeld BPA-analogen, is niet zonder meer vast komen te staan dat ze veilig zijn. Van andere alternatieven zijn de gevolgen voor de volksgezondheid niet goed onderzocht. Wel kan de blootstelling verder omlaag worden gebracht. Gezien de analyse van het RIVM en de daarop gebaseerde adviezen is het Kabinet van mening dat de blootstelling aan BPA omlaag moet, maar dat een verbod niet wenselijk is. Een verbod leidt tot gebruik van alternatieve stoffen, terwijl over de veiligheid hiervan geen duidelijkheid bestaat. Het Kabinet neemt daarom de adviezen van het RIVM over om aanscherping van de huidige Europese normen te bevorderen en om op nationaal niveau de blootstelling aan BPA zo ver mogelijk terug te dringen. Ik zal hieronder in meer detail op de adviezen ingaan en daarbij aangeven wat het kabinet op deze punten gaat doen.

Aanpak op Europees niveau

Het RIVM beveelt aan de huidige grenswaarde voor de toelaatbare dagelijkse inname (TDI) voor BPA, zoals die op EU-niveau is vastgesteld, te heroverwegen. Het kabinet zal er bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op aandringen de TDI op grond van de nieuwe inzichten bij te stellen. Ook zal het kabinet de Europese Commissie (EC) verzoeken de Wetenschappelijk Commissie voor Beroepsmatige Blootstellingslimieten (SCOEL) te vragen de beroepsmatige blootstellingslimiet via de lucht (OEL) opnieuw te bezien. Verder zal het kabinet de EC vragen om het Europees Chemicaliënagentschap (ECHA) te verzoeken om de evaluatie van de gevaren van BPA voor de gezondheid en de daaruit voortvloeiende blootstellingslimieten aan te vullen met de recente inzichten in de effecten van BPA op het immuunsysteem.

Het RIVM beveelt aan om door aanpassingen in meerdere Europese wetgevingskaders de blootstelling te verlagen. Het kabinet zal zich hier actief voor inzetten. Gelukkig zijn er op EU niveau al meerdere ontwikkelingen gaande met als doel de blootstelling aan BPA terug te dringen. Zo wordt momenteel een afspraak tussen veldpartijen over BPA-migratie uit speelgoed vervangen door een strengere wettelijke migratielimiet. Daarnaast heeft de Europese Commissie voorgesteld om de migratielimiet van BPA voor voedselcontactmaterialen te verlagen. Europese lidstaten hebben zich er ook voor uitgesproken dat BPA moet worden opgenomen in de lijst van stoffen met geharmoniseerde gevaarsclassificatie (reprotoxisch categorie 1B). Besluitvorming hierover in het Europees parlement moet nog plaatsvinden. Deze geharmoniseerde classificatie zal vervolgens doorwerken in verschillende Europese verordeningen en richtlijnen waarin uiteenlopende toepassingen van chemische stoffen worden gereguleerd. Zodra BPA in deze lijst is opgenomen, zal het Kabinet op basis daarvan BPA voordragen voor de zogenaamde REACH kandidatenlijst als zeer zorgwekkende stof. Dat zal het gebruik van BPA nog verder terugdringen.

Aanpak op nationaal niveau

Aanscherping van de Europese normen kost tijd en de effecten zijn pas over lange tijd merkbaar. Daarom wil het Kabinet in samenwerking met deskundigen nu al de blootstelling van de meest kwetsbare groepen omlaag brengen. Het RIVM doet daar voorstellen voor. Op verzoek van VWS heeft bureau de voorstellen die gericht zijn op consumenten en patiënten beoordeeld op effectiviteit en haalbaarheid.

Werknemers

Het RIVM ziet een mogelijk risico voor werknemers die in contact komen met BPA tijdens de productie en verwerking daarvan. Daarnaast ziet het RIVM een risico voor werknemers die zwanger zijn of borstvoeding geven en die in contact komen met thermisch papier zoals kassabonnen. Er wordt op Europees niveau al gewerkt aan de uitfasering van BPA in thermisch papier. Bovendien zal de Minister van SZW in beide gevallen in overleg treden met de relevante branches om te komen tot een plan van aanpak om de blootstelling aan BPA terug te dringen.

Patiënten

De nieuwe informatie over de effecten van BPA op het immuunsysteem laat zien dat al bij een lagere blootstelling dan tot nu gedacht nadelige gezondheidseffecten kunnen optreden. Met name leeftijdsgroepen waarbij het immuunsysteem nog in ontwikkeling is lopen risico, zoals bij de foetus, pasgeborenen en jonge kinderen. Wanneer deze groepen in een ziekenhuis behandeld moeten worden, kunnen zij aan een relatief hoge dosis BPA worden blootgesteld. BPA wordt toegepast in allerlei medische hulpmiddelen, die soms van levensbelang zijn. Tegelijkertijd zou vanwege het nog in ontwikkeling zijnde immuunsysteem de blootstelling aan BPA zo laag moeten zijn als redelijkerwijs mogelijk. In Europa is het al een aantal ziekenhuizen gelukt bijna alle medische hulpmiddelen die voor deze kwetsbare groepen worden gebruikt BPA-vrij te maken. In Nederland is het Westfriesgasthuis koploper op dit gebied.

Ik ga met de ziekenhuizen en relevante beroepsverenigingen afspraken maken over het op een verantwoorde manier terugdringen van de blootstelling aan BPA op de kinderafdelingen en intensive care units voor pasgeborenen. Het doel is dat deze organisaties een actievere rol gaan spelen in het terugdringen van de blootstelling aan BPA. Uiteraard staat een goede medische behandeling voorop, en dient er in individuele gevallen een goede afweging te worden gemaakt van de eventuele risico’s en medische voordelen.

Consumenten

Ik ga samen met het RIVM, VeiligheidNL en het Voedingscentrum de voorlichting aan vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven verder uitbreiden ter bescherming van de foetus en baby’s. Via deze bestaande kanalen wordt de nieuwe informatie over BPA beschikbaar gesteld. Uiteraard is deze informatie ook bruikbaar voor consumenten die hun blootstelling aan BPA willen verminderen. Daarnaast laat ik onderzoeken welke producten in Nederland het meest bijdragen aan de blootstelling aan BPA. Dit helpt in de toekomst om consumenten nog preciezer te informeren over hoe de blootstelling aan BPA kan worden teruggebracht.

Producenten

Op basis van de rapporten van het RIVM en bureau gaat het Kabinet zich ervoor inzetten dat producenten het gebruik van BPA verminderen en veiligere alternatieven voor BPA ontwikkelen. De ontwikkeling van dergelijke nieuwe stoffen vormt ook onderdeel van de ambitie die het Kabinet heeft neergelegd om samen met het bedrijfsleven de kansen te verkennen die bijvoorbeeld REACH biedt voor substitutie van gevaarlijke stoffen (Kamerstuk 21 501-08, nr. 548).

Waterbodem

Het RIVM constateert dat BPA een mogelijk risico is voor organismen die leven in waterbodems. Het is onduidelijk of BPA in het milieu vooral vrijkomt bij de productie en verwerking, bij het gebruik van producten waar BPA in verwerkt is, of bij hergebruik of verwijdering van die producten. Verwacht wordt dat de stofevaluatie die op dit moment in het kader van REACH wordt uitgevoerd in Duitsland in de loop van 2016 meer duidelijkheid zal geven. De Staatssecretaris van I&M zal dan besluiten of er op basis daarvan, en zo ja welke, emissiereducerende maatregelen genomen moeten worden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven