32 780 Voorjaarsnota 2011

Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 mei 2011

1. Inleiding

De Voorjaarsnota 2011 is de eerste rapportage van het kabinet over de uitvoering van de begroting 2011. Hierin geeft het kabinet een overzicht van de wijzigingen voor het begrotingsjaar 2011 ten opzichte van de Startnota van 9 november 2010. Deze bijstellingen zijn gebaseerd op de macro-economische ramingen uit het Centraal Economisch Plan (CEP) 2011 van het Centraal Planbureau (CPB) en inzichten over de begrotingsuitvoering.

De uitvoering van de begroting 2011 wordt gekenmerkt door aanzienlijke tegenvallers, met name in de gezondheidszorg. Op totaalniveau sluit het uitgavenkader voor 2011. De voorgenomen maatregelen voor 2012 en verder worden zoals gebruikelijk gepresenteerd in de Miljoenennota 2012.

Het EMU-saldo 2011 wordt geraamd op een tekort van 3,6 procent bbp. De EMU-schuld 2011 komt naar verwachting uit op 64 procent bbp.

Door de vergrijzing en de financieel-economische crisis wordt Nederland geconfronteerd met een houdbaarheidstekort van 29 miljard euro1. Voor alle grote politieke partijen is dit het uitgangspunt geweest in hun verkiezingsprogramma’s. In het regeer- en gedoogakkoord hebben VVD, CDA en PVV ervoor gekozen het merendeel van dit tekort te adresseren in deze kabinetsperiode. Hiervan wordt 18 miljard euro aan besparingen reeds bereikt in 2015. Daarbij wordt ingezet op het versterken van het verdienvermogen van de Nederlandse economie en het concreet werken aan een kleinere, krachtige en dienstverlenende overheid.

De overheidsfinanciën ontwikkelen zich op dit moment gunstiger dan in het regeerakkoord werd verwacht. Dit is goed nieuws en betekent dat we op de goede weg zijn, temeer omdat Nederland op dit moment in de buitensporigtekortprocedure van het Stabiliteits- en Groeipact zit. Tegelijkertijd is het economisch herstel nog pril en ligt het structurele groeipad van de Nederlandse economie lager op (middel)lange termijn. Dit zet de lange termijn financiering van onze publieke uitgaven verder onder druk. Ook is het vergrijzingsprobleem nog onveranderd aanwezig. Tot slot is, gelet op de Europese schuldencrisis, extra voorzichtigheid op zijn plaats. Er blijven dan ook volop neerwaartse risico’s, waar het kabinet de ogen niet voor kan of wil sluiten. Naast het CPB heeft ook het IMF in de Artikel IV consultatie2 aangegeven dat de vooruitzichten onzeker zijn. Het kabinet zal dan ook niet verzaken en doorgaan op de ingeslagen weg. De tekortreducerende maatregelen uit het regeerakkoord moeten worden uitgevoerd om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën voor toekomstige generaties te garanderen. Daarnaast is dit noodzakelijk om aan de doelstelling van het MTO3, een structureel saldo tussen −0,5 en +0,5 procent bbp op middellange termijn, uit hoofde van het Stabiliteits- en Groeipact te voldoen.

In deze Voorjaarsnota zijn ook het Europees Stabilisatiemechanisme (ESM) en het European Financial Stability Facility (EFSF) verwerkt. Het gaat in het geval van het ESM om een betalingsverplichting van 4,6 miljard euro voor de periode 2013–2017 aangevuld met een garantieverplichting van 35,5 miljard euro vanaf het moment dat het ESM is opgezet. Het gaat derhalve om een totaal van circa 40 miljard euro aan verplichtingen.

De voorloper van het ESM, het EFSF, zal op korte termijn worden aangepast om de leencapaciteit van het EFSF te herstellen naar het oorspronkelijk beoogde bedrag van 440 miljard euro. Zoals eerder met de Kamer is gedeeld4, wordt voor het herstel van de leencapaciteit van het EFSF gewerkt aan een combinatie van hogere eerstelijns garanties en achtervang garanties. Om de 440 miljard euro te allen tijde zeker te stellen, ademt het plafond mee met de rente. Ten behoeve van de garantie van de hoofdsom is vanuit Nederland een garantie van ruim 44 miljard euro nodig. Volgens de huidige renteramingen is op dit moment sprake van ruim 11 miljard euro aan garantie voor de rentelasten.

Verder zijn in deze Voorjaarsnota ook de aanpassing van de looptijd en rente van de leningen aan Griekenland verwerkt, de aflossingen van ING en AEGON en de kapitaaluitbreiding van Tennet Holding B.V.

Leeswijzer

De Voorjaarsnota is als volgt opgebouwd: paragraaf 2 gaat in op het bijgestelde economische beeld, paragraaf 3 laat de ontwikkeling aan de uitgavenkant zien, paragraaf 4 kijkt naar de inkomsten, paragraaf 5 behandelt het EMU-saldo en de EMU-schuld en paragraaf 6 gaat in op de budgettaire gevolgen van de economische en financiële crisis.

Bijlage 1 geeft een overzicht van de budgettaire kerngegevens en bijlage 2 bevat het budgettair overzicht interventies ten behoeve van de financiële sector. Het kabinet heeft een beoordelingskader voor de uitgaven van het Infrastructuurfonds voor 2021–2028 opgenomen (bijlage 3). Aan de hand hiervan wordt bepaald hoe het kabinet omgaat met de aanwending van de in deze periode beschikbare middelen. Hierbij is ervoor gezorgd dat voldoende middelen gereserveerd zijn voor onderhoud van onze infrastructuur. In bijlage 4 vindt u een correctie op de bij Startnota gerapporteerde beginstanden van de kaders RBG-eng en SZA. Deze correctie wordt veroorzaakt door de overheveling van de kindregelingen van het kader RBG-eng naar het SZA-kader; de totale uitgavenraming ten tijde van Startnota blijft gelijk. Bijlage 5 gaat in op de uitbreiding van het eigen vermogen van Tennet Holding B.V. en bijlage 6 laat de verticale toelichting van alle departementale begrotingen zien.

2. Economisch beeld

In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkeling van de Nederlandse economie. De Voorjaarsnota is gebaseerd op het Centraal Economisch Plan (CEP) 2011 van het CPB. Onderstaande tabel geeft de wijzigingen in de ramingen van de belangrijkste macro-economische variabelen weer ten opzichte van de ramingen van de «Actualisatie Economische Verkenning 2011–2015», waarop de Startnota is gebaseerd.

Het CPB raamt de economische groei voor 2011 op 1¾ procent. Dit is ongeveer gelijk aan de economische groei van 2010 die uitkwam op 1,8 procent. Het CPB verwacht dus dat het herstel van de economie na de kredietcrisis doorzet, maar de economie groeit niet uitbundig en de onzekerheden blijven groot.

Tabel 1: Macro-economische kernvariabelen 2011
 

Startnota

VJN 2011

Verschil

Volumemutatie bbp (in procenten)

¼

Prijsmutatie bbp (in procenten)

– ¾

Bbp (in miljarden euro)

615

610

– 5

Contractloonstijging markt (in procenten)

0

Inflatie (cpi, in procenten)

2

¼

Lange rente (in procenten)

– ¼

Werkloosheid (in duizenden personen)1

440

390

– 50

Eurokoers (in dollars)

1,25

1,34

0,09

Olieprijs (in dollars)

75

97

22

Bron: CPB

X Noot
1

Conform nationale definitie

Net als in 2010 wordt de groei in 2011 vooral gedragen door de uitvoer (met een groeibijdrage van 1¼ procent). Bedrijfsinvesteringen en consumptie van huishoudens leveren een bescheiden groeibijdrage (beide ¼ procent). Hoewel de reële volumegroei van het bbp in het CEP een ¼ procentpunt hoger wordt geraamd dan ten tijde van de Startnota, verwacht het CPB toch een lagere waarde van het bbp in 2011. Dit komt door een lagere raming van de prijsontwikkeling van de binnenlandse productie.

De contractlonen reageren met enige vertraging op het economische herstel; de raming is niet veranderd sinds de Startnota. Mede als gevolg van hogere energieprijzen wordt de inflatie in de CEP een ¼ procentpunt hoger geraamd dan ten tijde van de Startnota. Ook de onderliggende inflatie (geschoond voor veranderingen in energieprijzen en belastingen) loopt in de raming van het CPB op in 2011. Dit weerspiegelt het conjuncturele herstel.

De actuele raming van de lange rente laat een meevaller zien voor de Nederlandse begroting: de rente wordt een ¼ procentpunt lager geraamd dan bij Startnota en wordt verwacht uit te komen op 3½ procent. Dit resulteert in lager geraamde rente-uitgaven voor de overheid dit jaar.

In de Voorjaarsnota wordt, conform het CEP, uitgegaan van een olieprijs van 97 dollar per vat; een opwaartse bijstelling van 22 dollar ten opzichte van de Startnota. Hoewel dit ceteris paribus een positief effect heeft op de aardgasbaten – en dus de inkomsten van de overheid – drukt het tegelijkertijd ook de economische groei en zorgt het voor een hogere inflatie.

3. Uitgaven

Totaalkader

Op diverse begrotingen is sprake van forse uitvoeringsproblematiek. Deze is volledig opgelost. Tabel 2 laat zien dat het totaalkader sluit.

Tabel 2: Toetsing totaalkader (in miljarden euro, «+» = tegenvaller)
 

2011

Stand Startnota

0,0

Kader Rijksbegroting in enge zin

– 1,3

Kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt

0,2

Budgettair Kader Zorg

1,1

Stand Voorjaarsnota 2011

0,0

Kader RBG-eng

Binnen het kader RBG-eng hebben zich ten opzichte van stand Startnota diverse mutaties voorgedaan, hetgeen resulteert in onderstaande kadertoetsing.

Tabel 3: Uitvoeringsbeeld kader RBG-eng (in miljarden euro, «+» = tegenvaller)
 

2011

Stand kadertoetsing RBG-eng Startnota

0,0

Macromutaties

 

Ruilvoet

0,1

Winstafdracht DNB

− 0,3

Beleidsmatige mutaties

 

Apurement

0,1

Inzet prijsbijstelling OCW

− 0,1

COA

0,1

ODA

− 0,1

Wtcg

0,1

Overige mutaties

 

Intertemporele compensatie diverse begrotingen

− 1,0

Afwikkeling FES

− 0,1

Ramingsbijstelling studiefinanciering

− 0,1

Stand kadertoetsing RBG-eng Voorjaarsnota 2011

− 1,3

Rente-uitgaven

(− 0,5)

Macromutaties

Binnen het kader RBG-eng is dit jaar sprake van ruilvoetverlies als gevolg van de nominale ontwikkeling uit het CEP. De prijsontwikkeling nationale bestedingen waarmee het kader wordt geïnfleerd is licht afgenomen terwijl de loon- en prijsbijstelling van de overheidsuitgaven opwaarts is bijgesteld. Het saldo van deze effecten, de ruilvoet, geeft daarmee een verlies.

De winstraming voor DNB wordt voor 2011 opwaarts bijgesteld in het licht van de gerealiseerde winst in 2010. De onzekerheid rondom de winstraming blijft echter hoog, mede vanwege het renteverloop op de financiële markten.

De accressen voor het gemeente- en provinciefonds laten voor dit jaar geen mutaties zien, omdat de nominale afspraak uit het aanvullend beleidsakkoord uit 2009 hiervoor nog geldt. De ontwikkeling van de accressen na 2011 is onder voorbehoud van de totstandkoming van het bestuursakkoord.

Beleidsmatige mutaties

Om het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie in de gelegenheid te stellen een aantal (toekomstige) financiële correcties vanuit de EU op te kunnen vangen is 140 miljoen euro vrij gemaakt binnen de eigen begroting. Het betreft correcties op Nederlandse declaraties bij Europese fondsen voor die gevallen, waarbij de uitvoering naar de mening van de Commissie niet conform Europese regelgeving heeft plaatsgevonden. Dit staat bekend als «apurement».

De Tweede Kamer is op 13 april jl. per brief geïnformeerd over de fasering van de maatregelen uit het regeerakkoord betreffende passend onderwijs en langstudeerders (verhoging collegegeld en efficiencykorting op instellingen)5. In deze brief is een tabel opgenomen met de budgettaire gevolgen van deze fasering en de bijbehorende dekking. Onderdeel van deze dekking is een gedeelte van de prijsbijstelling tranche 2011.

De kosten van eerstejaarsopvang van asielzoekers uit ontwikkelingslanden worden volgens internationale afspraken toegerekend aan ODA (Official Development Assistence). De toerekening wordt voor 2011 op basis van de relevante variabelen voor 2011 en de realisatiegegevens 2010 verhoogd. De hogere asieltoerekening leidt tot herprioritering binnen het ontwikkelingssamenwerkingbudget. Het bedrag dit jaar bestaat voor een deel (41,2 miljoen euro) uit een hogere toerekening voor 2011 en voor een deel (42,3 miljoen euro) uit de realisatie uit 2010.

De overschrijding op de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) wordt gedekt onder het kader Rijksbegroting in enge zin.

Overige mutaties

De post intertemporele compensatie diverse begrotingen bestaat uit meerdere componenten. Zoals in de Najaarsnota 2010 gemeld is, hebben in 2010 vooruitbetalingen plaatsgevonden inzake de OV-studentenkaart en het basispakket Beheer en Onderhoud Hoofdwegennet. Daarnaast vindt in 2011 (de in de Najaarsnota gemelde) terugontvangst van teveel bevoorschotte inburgeringsmiddelen plaats. Verder worden verschillende intertemporele compensaties geaccommodeerd binnen onder andere het Infrastructuurfonds, de HGIS en de begroting van OCW. Het totaal aan mutaties leidt tot een kaderonderschrijding van 1 miljard euro in 2011.

Bij Slotwet 2010 heeft de laatste verrekening van het Fonds Economische Structuurversterking (FES) plaatsgevonden. Sommige projecten lieten in 2010 onderuitputting zien en sommige projecten kenden een overschrijding. Deze zijn toegelicht in het jaarverslag 2010 van het FES. De onderuitputting of overschrijding in 2010 is gesaldeerd met de geraamde uitgaven in 2011. Het saldo hiervan bedraagt 103 miljoen euro negatief.

De ramingsbijstelling studiefinanciering is het effect van een aantal ontwikkelingen. Bij de omzetting van de prestatiebeurs in een gift wordt op grond van actuele inzichten een meevaller verwacht. Daarnaast wordt minder gebruik gemaakt van de aanvullende beurs dan eerder werd geraamd. Dit leidt tot een meevaller.

De rente-uitgaven laten een meevaller zien van 0,5 miljard euro ten opzichte van de raming bij Startnota. Dit wordt met name veroorzaakt door de lagere rentevoet en de verbetering van het financieringssaldo. Zoals is vastgelegd in de begrotingsregels leiden meevallende rentelasten niet tot ruimte onder het kader, maar tot een verbetering van EMU-saldo en –schuld.

Kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt

Het kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt laat een overschrijding van 0,2 miljard euro zien. Hier gaan zowel mee- als tegenvallers achter schuil.

Tabel 4: Uitvoeringsbeeld kader SZA(in miljarden euro, «+» = tegenvaller)
 

2011*

Stand kadertoetsing SZA Startnota

0,0

Macromutaties

 

w.v. ruilvoet

0,1

w.v. werkloosheidsuitgaven

– 0,3

Uitvoering

0,5

Stand kadertoetsing SZA Voorjaarsnota 2011

0,2

* Door afronding wijkt de som der delen af van het totaal.

Binnen het kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt doet zich met name door een neerwaartse bijstelling van de werkloosheidsraming een meevaller voor.

Hiertegenover staan uitvoeringstegenvallers. De uitgaven aan de kinderopvangtoeslag zijn naar boven bijgesteld (220 miljoen euro), met name als gevolg van een ramingsbijstelling ten aanzien van een hogere deelnameontwikkeling, het aantal afgenomen uren en gedragseffecten. Een tegenvaller bij de arbeidsongeschiktheidsregelingen (155 miljoen euro) wordt in belangrijke mate veroorzaakt door een hogere instroom in de WIA (80 miljoen euro). Het instroomniveau ligt zo’n vierduizend personen hoger dan waar eerder rekening mee werd gehouden waardoor de omvang van de tegenvaller jaar op jaar toeneemt. Een mindere mate van herstel uit de WAO zorgt dit jaar eveneens voor een tegenvaller (70 miljoen euro). Verder doen zich nog hogere uitgaven voor bij onder meer de Ziektewet (94 miljoen euro), de AOW (52 miljoen euro) en de AKW (kinderbijslag, 35 miljoen euro).

Budgettair Kader Zorg

Het Budgettair Kader Zorg overschrijdt dit jaar met 1,1 miljard euro.

Tabel 5: Uitvoeringsbeeld kader Zorg (in miljarden euro, «+» = tegenvaller)
 

2011*

Stand kadertoetsing BKZ Startnota

0,0

Macromutaties (ruilvoet)

0,2

Uitvoeringstegenvallers

1,0

Stand kadertoetsing BKZ Voorjaarsnota 2011

1,1

* Door afronding wijkt de som der delen af van het totaal.

De uitgaven aan de gezondheidszorg zijn sterker gegroeid dan geraamd (op basis van gegevens van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) over 2009 en 2010). De hogere uitgaven in 2009 en 2010 doen zich op meerdere onderdelen van de zorg voor. Dit leidt tot hogere uitgaven in zowel 2011 als in latere jaren.

In de curatieve zorg zijn er extra uitgaven aan onder andere de medisch specialisten (52 miljoen euro), huisartsen (45 miljoen euro), paramedische zorg (49 miljoen euro), grensoverschrijdende zorg (59 miljoen euro), multidisciplinaire zorgverlening (70 miljoen euro), ziekenvervoer (26 miljoen euro) en de geestelijke gezondheidszorg (255 miljoen euro). Op het terrein van de care zijn met name overschrijdingen bij AWBZ-instellingen. Het gaat hierbij om zorg in natura (90 miljoen euro), nieuwe capaciteit (200 miljoen euro) en kapitaallasten (62 miljoen euro).

Voor het lopende jaar zijn het verzekerd pakket voor de Zorgverzekeringswet (Zvw), de aanspraken op de AWBZ en de eigen betalingen wettelijk vastgelegd. Hierdoor is het niet mogelijk maatregelen te treffen die nog dit jaar effect sorteren. Maatregelen om de uitgavenverhoging te redresseren, worden in de Miljoenennota 2012 gepubliceerd. Een deel van de maatregelen zal conform afspraak nog voor het zomerreces worden voorgehangen.

4. Belasting- en premieontvangsten

In 2011 komen de belasting- en premieontvangsten op EMU-basis volgens de huidige inzichten per saldo 0,6 miljard euro hoger uit dan verwacht bij de Startnota.

Tabel 6: Belasting- en premieontvangsten 2011 op EMU-basis (in miljarden euro)
 

Stand Startnota

Stand VJN 2011

Verschil

Belastingen en premies volksverzekeringen

175,2

175,7

0,4

wv. belastingen

135,1

137,4

2,3

wv. premies volksverzekeringen

40,1

38,3

– 1,9

Premies werknemersverzekeringen

50,2

50,3

0,1

Totaal

225,4

226,0

0,6

Ondanks dat de nominale bbp-groei6 in 2011 ten opzichte van de Startnota iets minder gunstig uitkomt, is de raming van de belasting- en premieontvangsten over 2011 opwaarts bijgesteld. Deze bijstelling betreft een saldo van mee- en tegenvallers. Hieronder worden de belangrijkste bijstellingen toegelicht.

De opwaartse bijstelling van de totale belasting- en premieontvangsten over 2011 is vrijwel geheel het gevolg van de doorwerking van de gerealiseerde ontvangsten over 2010 die ten opzichte van de verwachting bij Startnota per saldo 2,0 miljard euro hoger zijn uitgekomen. Het grootste deel van de meevaller over 2010 wordt echter als incidenteel beschouwd. De meevallende opbrengsten over 2010 die wel structureel doorwerken betreffen met name de ontvangsten uit de omzetbelasting.

De meevallende ontvangsten bij de vennootschapsbelasting over 2010 worden als incidenteel beschouwd omdat deze met name de kasontvangsten over oudere jaren (2009 en daarvoor) betreffen. Deze ontvangsten komen hoger respectievelijk minder negatief uit dan verwacht. De ontvangsten met betrekking tot het winstjaar 2010 en de ten opzichte van de Startnota licht negatief bijgestelde winstverwachting over 2011 geven aanleiding voor een beperkte neerwaartse bijstelling van de vpb-ontvangsten en, in relatie hiermee, een neerwaartse aanpassing van de ontvangsten dividendbelasting over 2011. Daarnaast zorgt een negatievere verwachting ten aanzien van de ontwikkeling op de (tweedehands) woningmarkt voor een neerwaartse aanpassing van de overdrachtsbelasting.

Per saldo worden de ontvangsten over 2011 met 0,6 miljard euro opwaarts bijgesteld. De negatieve mutatie bij de premies volksverzekeringen zoals getoond in tabel 6, betreft grotendeels een bijstelling van de te verwachten verrekening tussen het premiedeel en het belastingdeel van de loon- en inkomensheffing. Deze (boekhoudkundige) schuif van premies naar belastingen heeft geen gevolgen voor het EMU-saldo.

5. EMU-saldo en EMU-schuld

Tabel 7 geeft de ontwikkeling van het EMU-saldo weer ten opzichte van de raming bij Startnota.

Tabel 7: EMU-saldo (in %bbp)
 

2011

EMU-saldo Startnota

– 4,0%

Belasting- en premie-inkomsten

0,1%

Zorguitgaven

– 0,2%

Werkloosheidsuitgaven

0,1%

Overige uitgaven sociale zekerheid

– 0,1%

Gasbaten

0,2%

Rente-uitgaven

0,1%

Intertemporele compensatie diverse begrotingen

0,2%

EMU-saldo Voorjaarsnota 2011

– 3,6%

Per saldo laat het EMU-saldo een verbetering van 0,4 procent bbp zien ten opzichte van de raming bij Startnota. Deze verbetering wordt veroorzaakt door hogere belasting- en premie-inkomsten en lagere uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen en rente. Daarnaast leidt de hogere olieprijs tot een meevaller voor het EMU-saldo. Vanwege diverse intertemporele compensaties die het beeld in andere jaren belasten en daarmee dit jaar ontlasten treedt een incidentele verbetering in het EMU-saldo 2011 op. De uitgaven aan zorg, arbeidsongeschiktheidsregelingen en kinderopvangtoeslag zorgen voor tegenvallers voor het EMU-saldo.

De EMU-schuld komt dit jaar naar verwachting uit op 64 procent bbp; dit is ruim 2 procent bbp lager dan de raming bij Startnota. Naast de verbetering van het EMU-saldo is sprake van een aantal financiële transacties dat doorwerkt op de EMU-schuld.

ING en AEGON hebben respectievelijk 2 miljard en 750 miljoen euro terugbetaald van de kapitaalversterkingen die deze bedrijven eind 2008 ontvangen hebben van de Staat. Deze aflossingen gaan gepaard met extra premies van respectievelijk 1 miljard en 375 miljoen euro. Vooralsnog heeft Eurostat besloten deze ontvangsten als niet- saldorelevant aan te merken. De EMU-schuld neemt als gevolg van deze terugbetalingen ruim 4 miljard euro af.

Als gevolg van een uitbreiding van het eigen vermogen van Tennet Holding B.V. neemt de EMU-schuld dit jaar 0,3 miljard euro toe. Als landelijk netbeheerder heeft Tennet Holding B.V. onder meer de wettelijke taak voldoende capaciteit op het Nederlandse hoogspanningsnet te garanderen met een hoogstaande kwaliteit. Voor het uitvoeren van de taken in Nederland zijn extra investeringen nodig. Om in de behoefte aan extern kapitaal die hierdoor ontstaat te voorzien en om de huidige credit rating te behouden, is een aanvulling van het eigen vermogen van Tennet à 0,6 miljard euro noodzakelijk. Omdat de staat de enige aandeelhouder van Tennet Holding B.V. is, zal de staat in deze kapitaaluitbreiding voorzien. De kapitaaluitbreiding van 0,6 miljard euro is niet-relevant voor zowel uitgavenkader als EMU-saldo, maar leidt wel tot een toename van de EMU-schuld, waarvan 0,3 miljard euro in 2011 en 0,3 miljard euro in 2012 neerslaat. Bijlage 5 gaat verder op Tennet in.

Tenslotte is de realisatie van de EMU-schuld 2010 lager uitgekomen dan waar in de Startnota rekening mee werd gehouden, waardoor de uitgangspositie circa 1 procentpunt gunstiger is dan voorzien. Dit heeft onder andere te maken met financiële verkopen van medeoverheden.

Figuur 1: EMU-saldo en EMU-schuld 2011 (eurozone, in % bbp)

Figuur 1: EMU-saldo en EMU-schuld 2011 (eurozone, in % bbp)

Ieder jaar in april moeten EU-landen hun tekortrealisatie notificeren aan Eurostat. Vrijdag 13 mei zijn de daarop gebaseerde ramingen van de Europese Commissie uitgekomen. Positief is dat blijkt dat zestien landen in 2010 hun budgettaire doelstelling uit de stabiliteits- en convergentieprogramma’s hebben gehaald, zelfs vaak met een ruime marge (waaronder Nederland). De verwachting is dat deze tekortverbetering zich doorzet en dat veel landen in 2011 de drie procentgrens verder zullen naderen (zie figuur 1) of zelfs al onder de drie procentgrens uit zullen komen (Duitsland, Estland, Finland en Luxemburg). Hoewel enkele landen nog kampen met ernstige budgettaire problemen is het eurogebied als geheel goed op weg naar het wegwerken van de crisisgerelateerde tekorten.

6. Budgettaire ontwikkelingen in het kader van de economische en financiële crisis

Om tegenwicht te bieden aan de gevolgen van de crisis voor het economische en financiële klimaat, heeft het kabinet een aantal maatregelen genomen om het financiële stelsel gezond te houden, de rust te helpen herstellen en om de economie te ondersteunen. Deze interventies en de bijbehorende budgettaire effecten worden besproken in deze paragraaf.

i. Financiële interventies

Bijlage 2 geeft een overzicht van de budgettaire gevolgen van de financiële interventies en een toelichting op de mutaties die sinds Startnota hebben plaatsgevonden op deze interventies.

ii. Griekenland

Omdat dit noodzakelijk was met het oog op de financiële stabiliteit in de eurozone, is in 2010 een leningenprogramma gestart voor Griekenland. Voor Nederland gaat het om een aandeel in dit programma van maximaal 4,7 miljard euro over de periode 2010–2013. Voor het ritme waarmee op dit bedrag getrokken zal worden is een raming gemaakt die voor 2011 uitkomt op 2,2 miljard euro.

Op de Eurotop van 11 maart 2011 is besloten dat de rente die Griekenland betaalt voor deze leningen aangepast wordt met 100 basispunten. Griekenland betaalt dan een rentevergoeding die samengesteld is uit de driemaands euribor rente plus een opslag van 200 basispunten, plus een additionele opslag van 100 basispunten voor bedragen die langer dan drie jaar uitstaan. Voor de financiering van (het Nederlandse deel van) deze leningen trekt het Agentschap middelen aan op de financiële markten tegen het voor Nederland geldende rentepercentage; dat is aanzienlijk lager dan de vergoeding die Griekenland betaalt.

De leningen aan Griekenland zijn niet relevant voor het EMU-saldo, maar wel voor de EMU-schuld. De rentebaten evenals de rentelasten zijn wel relevant voor het EMU saldo, maar vallen (conform de afspraken over crisisgerelateerde maatregelen) buiten de kaders.

iii. Europees Stabilisatiemechanisme (ESM)

Tijdens de Europese Raad van 24 en 25 maart 2011 is een akkoord bereikt over de opzet van het permanente noodmechanisme ESM dat als sluitstuk van de versterkte economische beleidscoördinatie in noodgevallen steun kan bieden aan lidstaten. Het ESM zal vanaf medio 2013 de opvolger zijn van de tijdelijke noodmechanismen EFSF en EFSM.

Afgesproken is dat het ESM een maatschappelijk kapitaal zal krijgen van 700 miljard euro. Hiervan zal 80 miljard euro geplaatst kapitaal en 620 miljard euro opeisbaar kapitaal zijn. Het Nederlandse aandeel hierin bedraagt 5,72 procent. Voor het geplaatste kapitaal zal Nederland in de jaren van 2013 tot en met 2017 circa 915 miljoen euro per jaar storten. Het Nederlandse aandeel in het opeisbaar kapitaal is 35,5 miljard euro. Dit opeisbaar kapitaal is vergelijkbaar met een garantieverplichting en leidt niet direct tot kasuitgaven. Voor het oprichten van het ESM wordt een verdrag opgesteld. Dit verdrag zal voorgelegd worden aan het Nederlandse parlement ter ratificatie.

iv. European Financial Stability Faciltiy (EFSF)

De voorloper van het ESM, het EFSF, zal op korte termijn worden aangepast om de leencapaciteit van het EFSF te herstellen naar het oorspronkelijk beoogde bedrag van 440 miljard euro. Voor het herstel van de leencapaciteit van het EFSF wordt gewerkt aan een combinatie van hogere eerstelijns en achtervang garanties.

De eerstelijns garanties dienen hierbij de directe dekking van de netto leningen van het EFSF en de daaraan gekoppelde rentelasten. Aanvullende achtervang garanties zijn nodig om de AAA-rating van het EFSF te garanderen. Voor Nederland gaat het dan voor de netto leningen en bijbehorende achtervang garanties om ruim 44 miljard euro. Om te allen tijde de leencapaciteit van 440 miljard euro zeker te stellen, moeten ook de rentelasten worden gegarandeerd. Deze bewegen mee met de renteontwikkeling. Volgens de huidige renteramingen is op dit moment sprake van ruim 11 miljard euro aan garantie voor de rentelasten van het EFSF.

Aangezien rentestanden zich kunnen ontwikkelen in de toekomst, en om de leencapaciteit van 440 miljard euro zeker te stellen, zullen de garanties voor de rentelasten mee bewegen met deze ontwikkelingen. Bij reguliere begrotingsmomenten zullen daarom de garanties voor de rentelasten van het EFSF geactualiseerd worden met de dan geldende CPB-ramingen, zoals ook bij andere begrotingsposten het geval is.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager

BIJLAGE 1 BUDGETTAIRE KERNGEGEVENS:

 (in miljarden euro)

2011

Inkomsten (belastingen en sociale premies)

226,0

   

Netto uitgaven onder de kaders

246,1

Rijksbegroting in enge zin

115,7

Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt

69,5

Budgettair Kader Zorg

60,9

Overige netto uitgaven

– 2,9

Zorgtoeslag

4,8

Gasbaten

– 11,5

Overig

3,8

Totale netto uitgaven

243,2

   

EMU-saldo centrale overheid

– 17,2

   

EMU-saldo lokale overheden

– 4,4

   

Feitelijk EMU-saldo

– 21,7

Feitelijk EMU-saldo (in % bbp)

– 3,6%

   

EMU-schuld (in % bbp)

64%

   

bbp

610

BIJLAGE 2 BUDGETTAIR OVERZICHT INTERVENTIES T.B.V. DE FINANCIËLE SECTOR

Stand Voorjaarsnota (bedragen in miljoenen euro)

2008

2009

2010

2011

Artikel

A. Verwerving Fortis/RFS/AA

         

1. Deelneming Fortis/AA

16 800

1 350

490

 

IX-B, art. 3

2. Deelneming RFS/AA

6 540

 

3 038

 

IX-B, art. 3

3. Verkoop FCI

 

– 350

   

IX-B, art. 3

4. Deelneming ABN AMRO Group N.V. – ASR Verzekeringen N.V. – RFS Holdings B.V. (incl. Z-share en residual N-share)*

   

27 971

27 971

Saldibalans

5. Overbruggingskredieten Fortis

44 341

     

IX-A, art. 1

6. Aflossingen overbruggingskredieten Fortis

 

– 36 516

– 3 250

– 825

IX-A, art. 1

7. Renteontvangsten overbruggingskredieten Fortis

– 502

– 705

– 167

– 100

IX-A, art. 1

8. Dividend ABN Amro Group

0

0

0

 

IX-B, art. 3

9. Dividend ASR

0

0

0

 

IX-B, art. 3

10. Dividend RFS

0

0

– 6

– 0,24

IX-B, art. 3

Capital Relief Instrument ABN-AMRO (CRI)

         

11. Garantieverlening (geëffectueerd)

 

32 611

 

IX-B, art. 3

12. Afname voorwaardelijke verplichting (zonder uitgaven)

   

– 32 611

IX-B, art. 3

13. Premieontvangsten uit CRI

 

– 28

– 165

IX-B, art. 3

Mandatory Convertible Notes ABN-AMRO (MCN)

         

14. Verstrekte converteerbare lening (MCN 7/09) **

 

800

– 800

IX-B, art. 3

15. Verstrekte converteerbare lening (MCN 12/09) **

 

1 800

– 1 800

IX-B, art. 3

16. Renteontvangsten uit MCN’s **

   

– 103

IX-B, art. 3

Counter Indemnity ABN-AMRO (garantie)

         

17. Garantieverlening (geëffectueerd)

   

950

 

IX-B, art. 3

18. Premieontvangsten uit garantie

   

– 26

– 26

IX-B, art. 3

∆ Staatsschuld (excl. nr. 4, 11, 12 en 17)

67 179

– 33 649

– 2 686

– 951

 

B. Kapitaalverstrekkingsfaciliteit (20 miljard euro)

         

21. Verstrekt kapitaal ING

10 000

     

IX-B, art. 3

22. Verstrekt kapitaal Aegon

3 000

     

IX-B, art. 3

23. Verstrekt kapitaal SNS Reaal

750

     

IX-B, art. 3

24. Aflossing ING

 

– 5 000

 

– 2 000

IX-B, art. 3

25. Aflossing Aegon

 

– 1 000

– 500

– 750

IX-B, art. 3

26. Aflossing SNS Reaal

 

– 185

   

IX-B, art. 3

27. Couponrente ING

 

– 645

– 39

 

IX-B, art. 3

28. Couponrente Aegon

 

– 166

– 11

 

IX-B, art. 3

29. Couponrente SNS Reaal

 

– 38

– 1

 

IX-B, art. 3

30. Repurchase fee ING

 

– 295

– 52

– 1 000

IX-B, art. 3

31. Repurchase fee Aegon

 

– 108

– 52

– 375

IX-B, art. 3

32. Repurchase fee SNS Reaal

 

0

   

IX-B, art. 3

∆ Staatsschuld

13 750

– 7 436

– 655

– 4 125

 

C. Back-up faciliteit ING EUR/USD wisselkoers

1,44 

1,34 

1,34 

 

33. Funding fee (rente + aflossing)

 

3 903 

4 345

2 778

IX-B, art. 3

34. Management fee

 

59 

47

41

IX-B, art. 3

35. Portefeuille ontvangsten (rente + aflossing)

 

– 3 819 

– 4 058

– 2 535

IX-B, art. 3

36. Garantiefee

 

– 129 

– 103

– 89

IX-B, art. 3

37. Additionele garantiefee

 

– 154

– 134

IX-B, art. 3

38. Additionele fee

 

– 14 

– 77

– 61

IX-B, art. 3

39. Meerjarenverplichting aan ING

 

15 857

13 084

10 536

Saldibalans

40. Alt-A portefeuille

 

18 352

16 376

13 863

Saldibalans

41. Saldo Back-up faciliteit ( 33 t/m 38)

 

0

0

0

IX-B, art. 3

∆ Staatsschuld = 41. Saldo Back-up faciliteit

 

0

0

0

 

D1. Garantiefaciliteit bancaire leningen (200 mld.)

 

 

42. Garantieverlening (geëffectueerd)

2 740

47 535

   

IX-B, art. 2

43. Afname voorwaardelijke verplichting (zonder uitgaven)

 

– 3 174

– 8 103

– 5 788

IX-B, art. 2

44. Premieontvangsten op basis van garanties bancaire leningen

0

– 116

– 407

– 358

IX-B, art. 2

45. Schade-uitkeringen

0

0

0

 

IX-B, art. 2

           

D2. Stabiliteitsmechanisme

         

46. Garantie NL-aandeel EU-begroting

   

2 946

 

IX-B, art. 4

47. Garantie NL-aandeel EFSF

   

25 872

30 039

IX-B, art. 4

48. Deelneming EFSF

   

1

1

IX-B, art. 4

∆ Staatsschuld (excl. nr. 42, 43, 46 en 47)

 

– 116

– 406

– 357

 

E1. IJsland

         

49. Uitkeringen depositogarantiestelsel Icesave

1 236

192

   

IX-B, art. 2

50. Uitvoeringskosten IJslandse DGS door DNB

 

7

   

IX-B, art. 2

51. Vordering op IJsland

1 322

7

   

Saldibalans

52. Opgebouwde rente op vordering

 

74

41

42

Saldibalans

53. Correctie n.a.v. nieuw voorgestelde overeenkomst

   

– 64

 

Saldibalans

54.-55. Ontvangsten lening IJsland (i.) aflossing, (ii.) rente

 

0

0

 

IX-B, art. 2

           

E2. Griekenland

         

56. Lening Griekenland

   

1 248

2 191

IX-B, art. 4

57. Vordering Griekenland

   

1 248

3 439

Saldibalans

58. Premieontvangsten lening Griekenland

   

– 30

– 101

IX-B, art. 4

∆ Staatsschuld (excl. nr. 51,52, 53 en 57)

1 236

199

1 218

2 090

 

F. Overige gevolgen

         

59. Uitvoeringskosten en inhuur externen

11

43

8

10

IX-B, art. 3

60. Terug te vorderen uitvoeringskosten inhuur externen

0

3

0

0

Saldibalans

61. Ontvangen uitvoeringskosten externen

– 2

– 12

– 5

– 2

IX-B, art. 3

∆ Staatsschuld (excl. rentelasten)

82 165

– 41 002

– 2 529

– 3 343

 

Staatsschuld cumulatief (excl. rentelasten)

82 165

41 163

38 634

35 291

 

62. Toegerekende rente over staatsschuld

450

2 036

1 493

1 436

 

* Cumulatief saldo van posten: 1,2,3,14,15 en 16, conform opname Jaarverslag IX-B 2010.

** De MCN’s zijn na segregatie en separatie van ABN Amro N-share onderdelen geconverteerd in regulier aandelenkapitaal van ABN Amro Group N.V. Dit zelfde geldt voor de renteopbrengsten op de MCN’s.

Toelichting op bijzonderheden:

A. Verwerving Fortis/RFS/AA

2. Van het aan oorspronkelijk te verstrekken kapitaal (als onderdeel van de herkapitsalisatie) stond nog 302 miljoen euro geraamd voor de verrekening RFS. In het oorsponkelijke kapitaalplan was hiervoor 740 miljoen euro gereserveerd. Aangezien de verrekening met RFS heeft plaatsgevonden en de Z-share 100% gekapitaliseerd is, worden de geraamde middelen niet meer uitgegeven.

B. Kapitaalverstrekkingsfaciliteit (20 miljard euro)

24, 25, 30 en 31. Aegon heeft voor 750 miljoen euro van de in 2008 verstrekte CT-1 securities teruggekocht. Hierbij ontving de Staat tevens een repurchase fee, zijnde een vergoeding voor vervroegde aflossing, ter waarde van 375 miljoen euro. Onder dezelfde faciliteit heeft ook ING afgelost, de aflossing bedroeg 2 miljard euro aan hoofdsom en eveneens werd een repurchase fee ontvangen van 1 miljard euro.

D1. Garantiefaciliteit bancaire leningen (200 miljard euro)

43 en 44. De premieontvangsten onder de interbancaire garantieregeling zijn neerwaarts bijgesteld als gevolg van de afkoop van garanties door NIBC. De mutatie is hier genetteerd weergegeven en is inclusief de closing-out-fee ter waarde van 0,7 miljoen euro. Als gevolg van de afkoop daalt tevens de omvang van de uitstaande garanties sneller dan geraamd (zie tabel 4).

D2. Stabiliteitsmechanisme

43 en 44. Garantstelling Nederland in EU begroting ter dekking van het EFSM ter waarde van 2,9 miljard euro (BFB 2010–548M).

De leencapaciteit van het EFSF zal op korte termijn hersteld worden naar het oorspronkelijk beoogde bedrag van 440 miljard euro. Voor het herstel van de leencapaciteit van EFSF wordt gewerkt aan een combinatie van hogere eerstelijns garanties en achtervang garanties.

De eerstelijns garanties dienen hierbij de directe dekking van de netto leningen van het EFSF en de daaraan gekoppelde rentelasten. Aanvullende achtervang garanties zijn nodig om de AAA rating van het EFSF te garanderen. Voor Nederland gaat het dan voor de netto leningen en bijbehorende achtervang garanties om ruim 44 miljard euro. Om te allen tijde de leencapaciteit van 440 miljard euro te garanderen, moeten ook de rentelasten worden gegarandeerd. Deze bewegen mee met de renteontwikkeling. Volgens de huidige renteramingen gaat het voor Nederland om ruim 11 miljard euro aan garantie en achtervang garantie voor de rentelasten van het EFSF.

Aangezien rentestanden zich kunnen ontwikkelen in de toekomst, en om de leencapaciteit van 440 miljard euro zeker te stellen, zullen de garanties voor de rentelasten mee bewegen met deze ontwikkelingen. Zoals ook bij andere begrotingsposten het geval is, zullen daarom de garanties voor de rentelasten van het EFSF geactualiseerd worden bij reguliere begrotingsmomenten met de dan geldende CPB-ramingen.

E2. Griekenland

51–53. Met het oog op de financiële stabiliteit in de Eurozone is een leningenprogramma gestart voor Griekenland. Nederland heeft hierin een aandeel van 4,7 miljard euro over de gehele periode 2010–2013. Voor het huidige jaar is geraamd dat hiervan circa 2,2 miljard euro zal worden verstrekt.

Op de Eurotop van 11 maart 2011 is besloten dat de rente die Griekenland betaalt voor deze leningen aangepast wordt met 100 basispunten. Griekenland betaalt dan een rentevergoeding die samengesteld is uit de driemaands euribor rente plus een opslag van 200 basispunten, plus een additionele opslag van 100 basispunten voor bedragen die langer dan drie jaar uitstaan. Voor 2011 is derhalve becijferd dat circa 101 miljoen euro aan premies zal worden ontvangen.

Tabel 2: Balans (standen en mutaties in miljoenen euro’s)

Op de balans staan de vorderingen en verplichtingen welke vanwege de crisis zijn aangegaan. Balansonderdelen zijn hierbij opgenomen op nominale basis. Voor de financiering van opgenomen bezittingen vindt een uitsplitsing plaats naar drie componenten: I staatsschuld, II het resultaat en III het uitgavenkader.

Omschrijving:

2009

2010

2011*

Omschrijving:

2009

2010

2011*

A. Verwerving Fortis/RFS/AA 

       

I: Financiering met schuld (excl. rente)

41 163

38 634

– 3 343

35 291

1. Deelneming Fortis/AA (+ 3)

17 800

490

             

2. Deelneming RFS/AA

6 540

438

   

II: Financiering uit resultaat (tabel 3)

44

– 519

558

39

14. Converteerbare lening

800

             

15. Converteerbare lening

1 800

     

II: Financiering uitgavenkader

43

43

8

51

16. Rente uit MCN’s

103

               
                   

4. Deelneming ABN AMRO Group N.V. – ASR Verzekeringen N.V. – RFS Holdings B.V. (incl. Z-share en residual N-share)

 

 27 971

27 971

Toerekenbare rentelasten op staatsschuld (cumulatief)

2 486

3 979

1 436

5 415

                   

5. Overbruggingskredieten Fortis (+ 6)

7 825

4 575

– 825

3 750

C. Back-up faciliteit ING

       

40. Meerjaren-verplichting aan ING

15 857

13 084

– 2 548

10 536

         

Te betalen funding fee

31

22

– 22

0

 B. Kapitaalverstrekkings-faciliteit (20 mld)

       

Voorziening

2 530

3 324

– 10

3 314

21. Verstrekt kapitaal ING (+ 24)

5 000

5 000

– 2 000

3 000

Resultaat 2011 voor voorziening

   

13

13

22. Verstrekt kapitaal Aegon (+ 25)

2 000

1 500

– 750 

750

         

23. Verstrekt kapitaal SNS Reaal (+ 26)

565

565

 

565

         
                   

 C. Back-up faciliteit ING

                 

41. Alt-A portefeuille

18 352

16 376

– 2 513

13 863

         

Te ontvangen rente

65

54

– 54

0

         
                   

D2. Stabiliteitsmechanisme

                 

48. Deelneming EFSF

 

1

1

2

         
                   

E1. IJsland

                 

51. Vordering op IJsland

1 329

1 329

 

1 329

         

52. Opgebouwde rente

74 

115

42

93

         

53. Correctie n.a.v. nieuw voorgestelde overeenkomst

 

– 64

             

Totale vordering op IJsland

1 403

1 380

42

1 422

         
                   

E2. Griekenland

                 

57. Vordering Griekenland

 

1 248

2 191

3 439

         
                   

F. Overige gevolgen

       

Technische correcties (vanwege afronding en niet geldelijke betalingen)

– 1

104

1

104

Saldo terug te vorderen uitvoeringskosten

3

0

0

0

         

Totale activa:

62 153

58 670

– 3 908

54 762

Totale passiva:

62 153

58 670

– 3 908

54 762

* Voor 2011 op basis van ramingen. Vanwege afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Tabel 3a: Toerekenbare kosten en opbrengsten (in miljoenen Euro’s)

In deze tabel vindt een toerekening plaats van kosten en opbrengsten van crisismaatregelen met gebruik van bedrijfseconomische principes. Op basis van een grove toerekening is een resultaat op interventies opgenomen.

(toerekenbare) Kosten

       

(toerekenbare) Opbrengsten

Omschrijving:

2009

2010

2011*

Omschrijving:

2009

2010

2011*

               

Toerekenbare rentelasten

2 036

1 493

1 436

A. Verwerving Fortis/RFS/AA

     
       

7. Renteontvangsten overbruggingskredieten Fortis

705

167

100

E1. IJsland

     

8. Dividend ABN Amro Group

0

 

Kosten i.v.m. topping up

106 

   

9. Dividend ASR

0

 
       

10. Dividend RFS

6

0,24 

F. Overige gevolgen

     

13. Premieontvangsten uit CRI

28

165

59. Uitvoeringskosten en inhuur externen

43

8

10

18. Premieontvangsten uit garantie

 

26

26

61. Ontvangen uitvoeringskosten

– 12

– 5

– 2

       
       

B. Kapitaalverstrekkings-faciliteit (20 mld.)

     
       

27. t/m 29. Ontvangen couponrente

848

51 

       

30. t/m 32. Ontvangen repurchase fees

 403

104

1 375

               
       

C. Back-up faciliteit ING

     
       

Resultaat IABF (na voorziening)

0

0

0

               
       

D1. Garantiefaciliteit bancaire leningen (200 mld.)

     
       

44. Premieontvangsten op basis van garanties bancaire leningen)

116

407

358

               
       

E1. IJsland

     
       

52. Opgebouwde rente op vordering

74

41

42

       

53. Correctie n.a.v. nieuw voorgestelde overeenkomst

 

– 64

 
               
       

E2. Griekenland

     
       

58. Premieontvangsten lening Griekenland

 

30

101

Totale kosten:

2 173

1 496

1 444

Totale opbrengsten:

2 174

933

2 002

Resultaat (negatief teken is verlies)

43

– 563

558

       

* Voor 2011 op basis van ramingen. Vanwege afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Tabel 3b: Kastabel ING IABF

Er zijn geen onttrekkingen en/of toevoegingen aan de faciliteit geraamd. De kastabel is daarom dit keer niet opgenomen.

Tabel 4: Verstrekte garanties (in miljoenen euro’s)

Omschrijving:

Stand 2009

Stand 2010

Stand 2011*

A. Verwerving Fortis/RFS/AA

       

Capital Relief Instrument ABN-AMRO (CRI) (11+12)

32 611

0

 

Counter Indemnity ABN-AMRO (17)

 

950

0

950

         

D1. Garantiefaciliteit bancaire leningen (€ 200 mld.)

       

Garantiefaciliteit bancaire leningen (200 mld.) (42+43)

47 101

38 998

– 5 788

33 210

         

D2. Stabiliteitsmechanisme

       

46. Garantie NL-aandeel EU-begroting

 

2 946

0

2 946

47. Garantie NL-aandeel EFSF

 

25 872

30 039

 55 911

Saldo openstaande garanties:

79 712

68 766

24 251

93 017

* Voor 2011 op basis van ramingen. Vanwege afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

BIJLAGE 3: Beoordelingskader Infrafonds 2021-2028

Een substantieel deel van de totale investeringsruimte 2021–2028 dient beschikbaar te blijven voor volgende kabinetten. Daarom zal het kabinet deze kabinetsperiode maximaal – van de totale investeringsruimte (de «beschikbare investeringsruimte») gebruiken voor projecten waarover het naar verwachting een voorkeursbeslissing neemt. Over de aanwending van de resterende – (de «gereserveerde investeringsruimte») kunnen volgende kabinetten een besluit nemen. De omvang van de totale investeringsruimte 2021–2028 wordt bepaald door het voor deze periode beschikbare Infrastructuurfondsbudget (59,8 miljard euro) te verminderen met reserveringen voor doorlopende verplichtingen.

In eerste instantie wordt een reservering getroffen voor beheer en onderhoud. Het kabinet heeft vastgesteld dat de budgetten voor beheer en onderhoud structureel te laag zijn en dat vervangingsinvesteringen op korte termijn noodzakelijk zijn. Daarom wordt fors ingezet om het ontstaan van nieuwe achterstanden te voorkomen. Hiertoe wordt 40 procent van het beschikbare Infrastructuurfondsbudget (24,4 miljard euro) gereserveerd voor beheer en onderhoud. Zodra vastgesteld is dat voor het op orde houden van de bestaande hoofdinfrastructuur minder dan 40 procent nodig is kan het aandeel beheer en onderhoud worden verlaagd.

Daarnaast wordt rekening gehouden met verplichtingen voor onder andere DBFM-contracten, bestuursakkoord water en Rijkswaterstaat (totaal 16 miljard euro). Hiermee rekening houdend bedraagt de totale investeringsruimte 19,4 miljard euro. Derhalve wordt in de huidige kabinetsperiode voor hooguit 7,3 miljard euro aan voorkeursbeslissingen genomen. De 12,1 miljard euro blijft als gereserveerde investeringsruimte beschikbaar voor volgende kabinetten.

In aanvulling hierop zal het kabinet bij de beoordeling van projectvoorstellen nog vijf aanvullende overwegingen in acht nemen:

  • 1. De structurele kosten van beheer en onderhoud en vervanging worden op «life cycle costing-basis» tegelijk met de aanlegkosten geraamd en binnen de begroting gereserveerd.

  • 2. Nieuwe verbindingen kunnen mede worden bekostigd met tol. Uit behoedzaamheid wordt bij de startbeslissing over een tolproject waarvoor het tolrisico door het Rijk wordt gedragen in de beschikbare investeringsruimte een reservering gemaakt ter grootte van de geraamde tolontvangsten.

  • 3. Conform regeerakkoord kunnen decentrale overheden MIRT-investeringen voorfinancieren als zij de kosten van voorfinanciering volledig dragen. Er kan pas sprake zijn van voorfinanciering als de bekostiging van het project volledig rond is en vastgelegd in bestuurlijke afspraken.

  • 4. Projecten worden op sobere en doelmatige wijze uitgevoerd. Cofinanciering door het Rijk aan inpassingsmaatregelen kan aan de orde zijn indien en voor zover een dergelijke aanvullende investering maatschappelijk rendabel is.

  • 5. Tegenvallers worden primair binnen het betreffende project of programma opgevangen; en indien dit niet mogelijk is binnen de totale investeringsruimte.

BIJLAGE 4 OVERHEVELING KINDREGELINGEN

Na het vaststellen van de uitgavenkaders bij Startnota zijn de uitgaven aan de kindregelingen en de bijbehorende nominale reserveringen overgeheveld van kader Rijksbegroting in enge zin naar kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt. Deze overheveling van de kindregelingen van kader RBG-eng naar SZA heeft geen gevolgen voor het totaalkader, maar leidt wel tot andere deelkaderstanden. Hieronder de gecorrigeerde standen van de betreffende uitgavenkaders:

Tabel 1 Kader Rijksbegroting in enge zin (in miljoenen euro)
 

2011

2012

2013

2014

2015

1. Raming uitgaven bij Startnota 2010 nieuw

117 924

118 297

119 913

123 007

123 467

( Raming uitgaven bij Startnota 2010 oud

125 053

124 880

126 527

129 705

130 356)

2. pNB ten tijde van Startnota

1,0188

1,0413

1,0644

1,0867

1,1091

3. Reële ijklijn nieuw

115 746

113 610

112 658

113 188

111 322

( Reële ijklijn oud

122 743

119 932

118 872

119 351

117 534)

4. NB-deflator

1,0188

1,0413

1,0644

1,0867

1,1091

5. Overboekingen

0

0

0

0

0

6. Statistisch

0

0

0

0

0

7. Uitgavenkader RBG-eng in lopende prijzen

117 924

118 297

119 913

123 007

123 467

Tabel 2 Kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (in miljoenen euro)
 

2011

2012

2013

2014

2015

1. Raming uitgaven bij Startnota 2010 nieuw

69 326

70 064

72 276

74 820

77 100

( Raming uitgaven bij Startnota 2010 oud

62 198

63 481

65 662

68 123

70 212)

2. pNB ten tijde van Startnota

1,0188

1,0413

1,0644

1,0867

1,1091

3. Reële ijklijn nieuw

68 045

67 287

67 904

68 848

69 517

( Reële ijklijn oud

61 049

60 965

61 689

62 685

63 305)

4. NB-deflator

1,0188

1,0413

1,0644

1,0867

1,1091

5. Overboekingen

0

0

0

0

0

6. Statistisch

0

0

0

0

0

7. Uitgavenkader SZA in lopende prijzen

69 326

70 064

72 276

74 820

77 100

w.v. begrotingsgefinancierd

19 905

19 379

19 618

19 748

20 159

w.v. premiegefinancierd

49 420

50 685

52 658

55 072

56 942

BIJLAGE 5 KAPITAALUITBREIDING TENNET

Tennet Holding B.V. («Tennet») heeft onder meer de wettelijke taak te zorgen voor voldoende capaciteit voor het Nederlandse elektriciteitstransport en een kwalitatief hoogstaand hoogspanningsnet. De elektriciteitsvraag en -aanbod in Nederland zijn toegenomen en daar moet Tennet dus het Nederlandse hoogspanningsnet op aanpassen. Om hieraan invulling te geven heeft Tennet een investeringprogramma van 5 miljard euro uit te voeren. Door een storting op de bestaande aandelen à 600 miljoen euro (300 miljoen euro in 2011 en 300 miljoen euro in 2012) wordt Tennet in staat gesteld de wettelijke taak in Nederland naar behoren uit te blijven voeren en een financieel gezonde onderneming te blijven. Bij Tennet kan alleen de Staat als 100 procent aandeelhouder eigen vermogen verschaffen en in de kapitaaluitbreiding voorzien. Het betreft een investering in Tennet, een gezonde onderneming, waarop door de Staat een passend rendement wordt gemaakt7. Om deze redenen wordt uitbreiding van het eigen vermogen aangemerkt als een financiële transactie, die niet op het EMU-saldo drukt en niet-relevant is voor het uitgavenkader.

Tennet TSO B.V., een volledige dochter van Tennet, is aangewezen als beheerder van het Nederlandse hoogspanningsnet. Het hoogspanningsnet omvat de netten die bestemd zijn voor het transport van elektriciteit op een spanningsniveau van 110 kV of hoger. In de Elektriciteitswet 1998, onder meer artikel 16, wordt aan de netbeheerder een aantal taken toegewezen, waaronder het zorg dragen voor de veiligheid en betrouwbaarheid van de netten alsmede het herstellen, vernieuwen en uitbreiden van de netten en het aansluiten van nieuwe grootschalige productie-eenheden op het hoogspanningsnet. Uit hoofde van deze wettelijke taken en op basis van een door Tennet uitgevoerde analyse van de verwachte vraag en het verwachte aanbod van elektriciteit in Nederland, stelt Tennet tweejaarlijks een kwaliteits- en capaciteitsplan op, dat op grond van de Elektriciteitswet 1998 wordt ingediend bij de NMa. Op basis van dit plan stelt Tennet een concreet investeringsplan vast dat de daaropvolgende jaren moet voorzien in de gewenste kwaliteit en capaciteit van het landelijk hoogspanningsnet.

De geschatte totale investeringsagenda tot 2020 in Nederland bedraagt ongeveer 5 miljard euro. De Nederlandse investeringsagenda is aanzienlijk, voornamelijk vanwege enkele grootschalige uitbreidingsinvesteringen in de Nederlandse 220/380 kV netten alsmede uitbreidingen in de Nederlandse 110/150 kV netten die Tennet in 2008 heeft overgenomen. Het kabinet onderschrijft het nut en de noodzaak van de in het investeringsprogramma genoemde investeringen die onder de Rijkscoördinatieregeling vallen (namelijk de grootschalige uitbreidingsinvesteringen in de Nederlandse 220/380 kV netten). Hierbij wordt een integrale afweging gemaakt van publieke belangen, waarbij kosten, veiligheid, leefomgeving en natuur en milieu een belangrijke rol spelen. De kapitaaluitbreiding is overigens, op voorspraak van het kabinet, nadrukkelijk niet bedoeld voor de Duitse activiteiten van Tennet en zou ook benodigd zijn geweest zonder de overname van Transpower. Voor het Duitse investeringsplan zal Tennet langs andere weg eigen vermogen proberen aan te trekken.

De Staat als enig aandeelhouder van Tennet ziet onder meer toe op de financiële stabiliteit van de onderneming. Een kapitaaluitbreiding is nodig om de investeringsagenda van Tennet in Nederland uit te voeren en aantasting van de huidige financiële soliditeit van de onderneming te voorkomen. Een verlaging van het kredietprofiel van Tennet is onwenselijk gegeven het beleid dat de Staat als aandeelhouder voorstaat, namelijk minimaal een credit rating single A. Momenteel heeft Tennet een credit rating single A minus. Indien Tennet daaronderzakt, dan wordt het aantrekken van vreemd vermogen op de markt aanzienlijk moeilijker en duurder. Ook zou Tennet dan niet langer in staat zijn het gereguleerde rendement te realiseren. Een externe adviseur heeft bevestigd dat een kapitaaluitbreiding nodig is om Tennets credit rating te behouden.

Tennet kan met de voorgestelde kapitaaluitbreiding de uitvoering van zijn wettelijke taken in Nederland de komende jaren naar verwachting waarmaken. Gegeven de omvangrijke investeringen geldt dat er druk op het eigen vermogen van Tennet blijft en is een kapitaaluitbreiding in de toekomst niet uitgesloten. Hierbij zal opnieuw worden getoetst op de noodzaak voor het behoud van de financiële soliditeit en het behalen van een passend rendement. Indien dit aan de orde is, zal het kabinet de Kamer wederom tijdig om goedkeuring vragen.

BIJLAGE 6 VERTICALE TOELICHTING

De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht voor alle begrotingen van budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de Ontwerpbegroting 2011, zodoende inclusief alle mutaties die hebben plaatsgevonden n.a.v. het Regeerakkoord en de herverkaveling van de begrotingen. Er wordt per begroting een cijfermatig overzicht gepresenteerd, gevolgd door een toelichting op de voornaamste veranderingen. Voor een meer gedetailleerde toelichting op de veranderingen wordt verwezen naar de afzonderlijke begrotingen.

De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën mutaties:

  • 1. mee- en tegenvallers;

  • 2. beleidsmatige mutaties;

  • 3. technische mutaties.

Alle overboekingen, desalderingen, statistische correcties en mutaties die niet tot een ijklijn behoren, zijn in de laatste categorie technische mutaties geclusterd. Overigens hebben vrijwel alle overboekingen en desalderingen wél een beleidsmatig karakter. Dit komt tot uitdrukking in de toelichtingen. Ingeval samenhangende mutaties in meerdere categorieën voorkomen, worden deze eenmaal toegelicht.

De totalen per begroting worden in eerste instantie gepresenteerd exclusief de bedragen die onder de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) vallen. Door middel van een aansluitregel wordt het deel van de begroting dat onder HGIS valt, zichtbaar gemaakt. De veranderingen die optreden binnen het HGIS-deel van de begroting worden gepresenteerd en toegelicht in de verticale toelichting van alle HGIS-uitgaven.

De laatste regel geeft per begroting de totaalstand inclusief HGIS aan.

De ondergrens is afhankelijk van de omvang van de begroting en verschilt voor de verschillende categorieën mutaties. De post diversen bevat de mutaties die onder de ondergrens vallen en wordt in principe alleen toegelicht, indien zich bijzonderheden voordoen.

De Koning

I DE KONING: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

39,2

39,1

39,1

39,1

39,1

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

  Diversen

0,1

0,0

0,0

0,0

0,0

 

0,1

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

0,3

0,3

0,3

0,3

0,3

 

0,3

0,3

0,3

0,3

0,3

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

0,4

0,3

0,3

0,3

0,3

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

39,6

39,4

39,4

39,4

39,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

39,6

39,4

39,4

39,4

39,4

I DE KONING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

0,8

0,0

0,0

0,0

0,0

 

0,8

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

0,8

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

0,8

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

0,8

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen – technische mutaties

Deze diversenpost bevat de loon- en prijsbijstelling.

Diversen – beleidsmatige mutaties – ontvangsten

Deze diversenpost bevat de afrekening van de einddeclaratie over 2010 met de Dienst van het Koninklijk Huis.

Staten-Generaal

IIA STATEN-GENERAAL: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

137,3

138,7

133,7

133,7

133,7

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

0,0

0,0

– 3,0

– 5,0

– 6,0

Diversen

3,5

0,3

0,3

0,3

0,3

 

3,5

0,3

– 2,7

– 4,7

– 5,7

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

2,0

2,0

1,9

1,9

1,9

 

2,0

2,0

1,9

1,9

1,9

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

5,4

2,2

– 0,9

– 2,9

– 3,9

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

142,7

141,0

132,8

130,8

129,8

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

142,7

141,0

132,8

130,8

129,8

IIA STATEN-GENERAAL: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

2,5

2,5

2,5

2,5

2,5

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

 

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

3,0

3,0

3,0

3,0

3,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

3,0

3,0

3,0

3,0

3,0

Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

Dit betreft maatregel A1 uit het Regeerakkoord.

Diversen – beleidsmatige mutaties

Deze post betreft meerdere mutaties, waaronder verwachte meeruitgaven vanwege hogere fractiekosten in verband met vervroegde verkiezingen (2,1 mln.), beheerskosten Staten-Generaal Digitaal (0,3 mln.) en de invoering van de Rijkspas (0,4 mln.).

Diversen – technische mutaties

Deze post betreft meerdere mutaties, waaronder de uitgekeerde loon- en prijsbijstelling.

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

IIB OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN KABINETTEN: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

116,0

108,0

107,5

107,6

107,6

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

0,0

0,0

– 3,0

– 4,0

– 6,0

   Diversen

5,8

3,5

2,9

2,8

2,6

 

5,8

3,5

– 0,1

– 1,2

– 3,4

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

1,6

1,3

1,2

1,2

1,2

 

1,6

1,3

1,2

1,2

1,2

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

7,4

4,7

1,1

0,0

– 2,2

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

123,4

112,7

108,6

107,6

105,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

123,4

112,7

108,6

107,6

105,4

IIB OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN KABINETTEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

3,7

3,7

3,8

3,8

3,8

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

1,9

1,4

1,4

1,4

1,4

 

1,9

1,4

1,4

1,4

1,4

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

1,9

1,4

1,4

1,4

1,4

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

5,6

5,1

5,2

5,2

5,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

5,6

5,1

5,2

5,2

5,2

Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

Dit betreft maatregel A1 uit het Regeerakkoord.

Diversen – beleidsmatige mutaties

Deze post betreft meerdere mutaties, waaronder toename van het aantal reguliere zaken en asielzaken hoger beroep vreemdelingen (2,2 mln.), een uitbreiding van de organisatie van het Kabinet Gouverneur Aruba (0,4 mln.) en de verwerking van diverse kasschuiven.

Diversen – technische mutaties

Deze post betreft meerdere mutaties, waaronder de uitgekeerde loon- en prijsbijstelling.

Algemene Zaken

III ALGEMENE ZAKEN: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

68,6

61,8

61,4

61,1

61,1

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

2,7

0,0

0,0

– 1,0

– 1,0

 

2,7

0,0

0,0

– 1,0

– 1,0

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

– 1,8

– 1,8

– 0,6

– 0,7

0,6

 

– 1,8

– 1,8

– 0,6

– 0,7

0,6

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

0,8

– 1,8

– 0,6

– 1,7

– 0,4

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

69,4

60,0

60,8

59,5

60,7

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

69,4

60,0

60,8

59,5

60,7

III ALGEMENE ZAKEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

6,2

6,1

6,1

6,1

6,1

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

0,1

0,0

0,0

0,0

0,0

 

0,1

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

0,1

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

6,2

6,1

6,1

6,1

6,1

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

6,2

6,1

6,1

6,1

6,1

Diversen – beleidsmatige mutaties

Deze diversenpost bevat onder andere het opboeken van de eindejaarsmarge en twee kasschuiven voor de projecten Overheid Nieuwe Stijl en 1Logo.

Diversen – technische mutaties

Deze post bevat onder andere meerdere overboekingen met andere departementen en de loon- en prijsbijstelling.

Diversen – beleidsmatige mutaties – ontvangsten

Dit betreft een technische mutatie in het kader van de doorbelastingnaar de begroting van de Koning.

Koninkrijksrelaties

IV KONINKRIJKSRELATIES: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

134,1

125,2

88,7

88,7

88,7

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diverse projecten Koninkrijksrelaties

6,2

0,0

0,0

0,0

0,0

   Schuldsanering Antillen rente

99,1

79,0

68,7

55,8

49,0

   Schuldsanering Aruba

9,6

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

3,9

1,0

1,0

0,0

0,0

 

118,8

80,0

69,7

55,8

49,0

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

0,2

1,0

0,7

0,7

0,7

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Schuldsanering Antillen aflossing

148,8

215,4

124,2

115,6

120,1

 

149,0

216,4

124,9

116,3

120,8

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

267,8

296,5

194,7

172,2

169,9

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

401,9

421,6

283,4

260,9

258,6

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

401,9

421,6

283,4

260,9

258,6

IV KONINKRIJKSRELATIES: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

8,5

8,4

8,3

8,2

8,1

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Renteontvangsten lopende inschrijving

25,6

25,0

24,6

24,0

23,7

 

25,6

25,0

24,6

24,0

23,7

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

25,6

25,0

24,6

24,0

23,7

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

34,1

33,4

32,9

32,2

31,8

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

34,1

33,4

32,9

32,2

31,8

Diverse projecten Koninkrijksrelaties

De eindejaarsmarge 2010 wordt deels aangewend om diverse projecten op de eilanden te realiseren. Het betreft hier onder meer de aanleg van een zeekabel tussen de Bovenwindse Eilanden en de berging van het in 2009 voor de kust van Bonaire neergestorte vliegtuig van Divi Divi Air.

Schuldsanering Antillen rente + Schuldsanering Antillen aflossing

Per 10 oktober 2010 is de schuldsanering van de Nederlandse Antillen voltooid. De aflossing van en rente over de door Nederland overgenomen restantschuld wordt afgehandeld via dit begrotingshoofdstuk (Koninkrijksrelaties). Deze uitgaven worden tot 2030 verantwoord via een bijdrageconstructie van dit begrotingshoofdstuk aan het begrotingshoofdstuk Nationale Schuld (IX A).

Schuldsanering Aruba

In het kader van de Arubadeal is afgesproken de schuld van Aruba aan Nederland te saneren. De beschikbare middelen kunnen tot en met 2012 worden gebruikt. In 2010 zijn niet alle middelen tot besteding gekomen, deze worden doorgeschoven naar 2011.

Renteontvangsten Lopende Inschrijving

Sint Maarten en Curaçao maken gebruik van de lopende inschrijving. Via deze faciliteit kan (tot een vastgesteld plafond) tegen Nederlands tarief geleend worden op de kapitaalmarkt. Nederland ontvangt hiervoor rente van de eilanden, welke hierbij wordt geboekt. Een gedeelte hiervan (1 mln.) wordt structureel beschikbaar gehouden op begrotingshoofdstuk van Koninkrijksrelaties als buffer om wisselkoersrisico’s op te kunnen vangen.

Buitenlandse Zaken

V BUITENLANDSE ZAKEN: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

6 830,9

7 271,6

7 366,9

8 727,6

8 901,6

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   EU-afdrachten

0,0

68,5

138,9

177,7

218,2

   Regeerakkoord: EU-afdrachten

0,0

0,0

0,0

– 1 000,0

– 1 000,0

 

0,0

68,5

138,9

– 822,3

– 781,8

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

0,0

68,5

138,9

– 822,3

– 781,8

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

6 830,9

7 340,0

7 505,8

7 905,3

8 119,8

Totaal Internationale samenwerking

4 488,7

4 401,9

4 606,7

4 795,9

4 893,4

Stand Voorjaarsnota 2011

11 319,6

11 742,0

12 112,5

12 701,2

13 013,2

V BUITENLANDSE ZAKEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

609,7

620,3

631,2

642,3

653,7

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

609,7

620,3

631,2

642,3

653,7

Totaal Internationale samenwerking

127,6

120,2

123,9

127,9

127,9

Stand Voorjaarsnota 2011

737,2

740,5

755,2

770,2

781,5

Relatie begroting Buitenlandse Zaken en de Homogene groep internationale samenwerking (HGIS)

Er zijn twee soorten uitgaven op de begroting van Buitenlandse Zaken: HGIS en niet-HGIS. Niet-HGIS uitgaven zijn de afdrachten aan de Europese Unie. HGIS-uitgaven zijn alle andere buitenlanduitgaven. De HGIS-uitgaven staan op diverse begrotingen en worden elders toegelicht; hier wordt alleen ontwikkeling van de EU-afdrachten belicht.

EU-afdrachten

Op basis van de meest recente macro-economische ontwikkelingen is de raming voor de EU-afdrachten omhoog bijgesteld.

Regeerakkoord: EU-afdrachten

Dit betreft maatregel D4 uit het Regeerakkoord.

Veiligheid en Justitie

VI VEILIGHEID EN JUSTITIE: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

5 956,0

5 930,5

5 914,8

5 886,6

5 889,0

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Beperken instroom en verkorten doorlooptijden

0,0

– 20,0

– 30,0

– 50,0

– 50,0

   Dekking kosten SBF-regeling en 2e carrière

38,7

0,0

0,0

0,0

0,0

   Griffierechten

0,0

0,0

– 15,0

– 15,0

– 15,0

   Intensivering politie

300,0

300,0

300,0

300,0

300,0

   Kasschuif tbv herberekening ODA toerekening

– 15,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   Negatieve eindejaarsmarge Najaarsnota 2010

– 20,7

0,0

0,0

0,0

0,0

   Pluk Ze (investeringen)

10,0

15,0

20,0

20,0

20,0

   PMJ: straf jeugdbescherming

– 19,0

– 17,4

– 17,4

– 17,4

– 17,4

   Rechtsbijstand

0,0

0,0

0,0

– 50,0

– 50,0

   Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

0,0

0,0

– 62,0

– 119,0

– 175,0

   Veiliger op straat: veel voorkomende criminaliteit en wijkgebonden criminaliteit

20,5

20,5

20,9

20,5

20,4

   Verdubbeling gepakte criminele organisaties

14,6

14,8

14,7

15,1

15,2

   Verhogen leges regulier

0,0

0,0

– 10,0

– 10,0

– 30,0

   Diversen

68,6

39,1

35,8

20,1

9,8

 

397,3

352,0

257,0

114,3

28,0

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Herverkaveling (van Jeugd en Gezin)

87,5

86,5

86,5

86,6

86,4

   Herverkaveling Bureaus Jeugdzorg, voogdij en OTS (van Jeugd en Gezin)

330,0

308,6

295,3

281,9

280,3

   Herverkaveling BZK

4 530,6

4 440,9

4 399,1

4 344,8

4 278,0

   Loonbijstelling tranche 2011

63,8

63,8

63,4

61,9

61,3

   PMJ: stijging Raad voor de Rechtspraak

25,0

88,0

88,0

88,0

88,0

   Prijsbijstelling tranche 2011

67,0

65,2

63,5

62,4

61,5

   Diversen

50,8

55,6

55,7

49,0

48,0

 

5 154,7

5 108,6

5 051,5

4 974,6

4 903,5

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

5 552,0

5 460,6

5 308,5

5 088,8

4 931,4

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

11 508,0

11 391,0

11 223,3

10 975,4

10 820,4

Totaal Internationale samenwerking

41,3

27,0

33,9

30,2

35,2

Stand Voorjaarsnota 2011

11 549,3

11 418,0

11 257,3

11 005,6

10 855,7

VI VEILIGHEID EN JUSTITIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

1 137,3

1 254,5

1 292,6

1 275,6

1 219,5

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Dekking kosten SBF-regeling en 2e carrière

30,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   Griffierechten

0,0

0,0

225,0

225,0

225,0

   Pluk Ze

0,0

5,0

10,0

20,0

40,0

   Diversen

0,0

10,0

10,0

13,0

13,0

 

30,4

15,0

245,0

258,0

278,0

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Herverkaveling BZK

400,8

0,8

0,5

0,5

0,5

   PMJ stijging: Raad voor de Rechtspraak

25,0

88,0

88,0

88,0

88,0

   Diversen

3,9

0,8

1,3

1,3

1,3

 

429,7

89,6

89,8

89,8

89,8

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

460,0

104,6

334,8

347,8

367,8

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

1 597,4

1 359,1

1 627,4

1 623,4

1 587,3

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

1 597,4

1 359,1

1 627,4

1 623,4

1 587,3

Beperken instroom en verkorten doorlooptijden

Dit betreft maatregel C3 uit het Regeerakkoord.

Dekking kosten SBF-regeling en 2e carrière

Bij Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) zijn er extra uitgaven voor een meer dan geraamd gebruik van de regelingen Sociaal Bezwarende Functies en 2e carrière. Deze worden grotendeels gefinancierd door de incidentele terugvordering van de minder dan geraamde output bij DJI.

Griffierechten

Dit betreft maatregel A7 uit het Regeerakkoord. In totaal wordt er 240 mln. bespaard (zie ook ontvangsten).

Intensivering politie

Dit betreft intensivering B1 uit het Regeerakkoord. Dit is de eerste tranche van de structureel beschikbare 370 mln.

Kasschuif tbv herberekening ODA toerekening

De toerekening van de kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit de DAC-landen is, door een lagere instroom, lager uitgevallen dan geraamd. De eerder beschikbare gestelde middelen zijn overgeboekt naar het budget voor Ontwikkelingssamenwerking.

Negatieve eindejaarsmarge Najaarsnota 2010

Bij Najaarsnota leek de VenJ-begroting een overschrijding te gaan realiseren. Daarom is toen een intertemporele schuif ingezet. Dit is de tegenboeking daarvan.

Pluk Ze (investeringen)

Dit betreft maatregel A12 uit het Regeerakkoord (zie ook ontvangsten). Deze uitgaven betreffen de intensiveringen die nodig zijn om de totale extra opbrengsten te kunnen realiseren.

Prognosemodel Justitiële Keten: straf jeugdbescherming

Op basis van de ramingen van het Prognosemodel Justitiële Keten (PMJ) wordt een overschot verwacht bij de jeugdbescherming enerzijds door de invoering van de Deltamethodiek, anderzijds door een afname van de verblijfsduur.

Rechtsbijstand

Dit betreft maatregel A4 uit het Regeerakkoord.

Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

Dit betreft maatregel A1 uit het Regeerakkoord.

Veiligheid op straat: veel voorkomende criminaliteit en wijkgebonden criminaliteit

Deze maatregel is onderdeel van de intensiveringsreeks voor de justitiële keten en betreft maatregel B2 uit het Regeerakkoord.

Verdubbeling gepakte criminele organisaties

Deze maatregel is onderdeel van de intensiveringsreeks voor de justitiële keten en betreft maatregel B2 uit het Regeerakkoord.

Verhogen leges regulier

Dit betreft maatregel C2 uit het Regeerakkoord.

Diversen – beleidsmatige mutaties

Deze post is grotendeels een saldo van de intensiveringsreeks voor de justitiële keten (gedeelte intensivering B2, totaal 85 mln., uit het Regeerakkoord) en een aantal andere Regeerakkoordmaatregelen zoals minder groepstaakstraffen (A6) en het toespitsen van hoger beroep en cassatie (A5). Ten slotte behoort tot deze post ook het saldo van alle overige Prognosemodel Justitiële Keten gerelateerde mee- en tegenvallers.

Herverkaveling (van Jeugd en Gezin)

Dit betreft de overboeking van de relevante middelen van de begroting Jeugd en Gezin naar de begroting van Veiligheid en Justitie

Herverkaveling Bureaus Jeugdzorg, voogdij en Onder Toezicht Stelling (van Jeugd en Gezin)

Dit betreft de overboeking van middelen van de begroting Jeugd en Gezin naar de begroting van Veiligheid en Justitie.

Herverkaveling BZK

Dit betreft het saldo van de overboekingen van middelen van de begroting van Binnenlandse Zaken naar de begroting van Veiligheid en Justitie (DG Veiligheid) en overboekingen van middelen van de begroting van Veiligheid en Justitie naar de begroting van Binnenlandse Zaken (Integratie en Asiel).

Prognosemodel Justitiële Keten: stijging Raad voor de Rechtspraak

Het PMJ model verwacht een toename van de instroom van het aantal zaken bij de Raad voor de Rechtspraak. Gezien de onzekerheden ten aanzien van de gevolgen van de economische crisis zijn de verwachte ramingen afgetopt vanaf 2012. Vanaf dat jaar zullen de griffierechten kostendekkend zijn waardoor extra uitgaven volledig gefinancierd worden door de extra ontvangsten.

Diversen – technische mutaties

Deze post wordt voor een groot gedeelte veroorzaakt door resterende mutaties die horen bij de herverkaveling van de begroting van Jeugd en Gezin naar de begroting van Veiligheid en Justitie en door de doorverdeling van de uitgekeerde prijsbijstelling van vorig jaar.

Dekking kosten SBF regeling en 2e carrière

Bij Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) zijn er extra uitgaven voor de meer dan geraamde uitgaven voor regelingen Sociaal Bezwarende Functies en 2e carrière. Deze worden grotendeels gefinancierd door de incidentele terugvordering van de minder dan geraamde output bij DJI. Deze extra ontvangst is de terugvordering van de beschikbaar gestelde middelen aan het moederdepartement.

Herverkaveling BZK

Dit betreft de overboeking van middelen van de begroting van Binnenlandse Zaken naar de begroting van Veiligheid en Justitie.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

VII BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

6 125,2

6 252,0

5 867,6

5 750,2

5 750,6

Mee- en tegenvallers

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Huurtoeslag

84,2

82,5

80,7

76,5

84,9

   Diversen

12,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

96,2

82,5

80,7

76,5

84,9

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Asieltoerekening

83,5

38,2

25,3

22,4

9,5

   Intensivering Immigratie en Asiel

50,4

50,4

50,4

50,4

50,4

   Intensivering Veiligheid

15,0

15,0

15,0

15,0

15,0

   Kosten evenementen

0,0

– 30,0

– 30,0

– 30,0

– 30,0

   Montfransgelden

0,0

– 41,0

– 41,0

– 41,0

– 41,0

   Nationale Politie

0,0

0,0

– 30,0

– 50,0

– 80,0

   Politieonderwijs

0,0

0,0

0,0

0,0

– 60,0

   Politietoezichthouder

0,0

– 10,0

– 20,0

– 30,0

– 30,0

   Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

0,0

0,0

– 25,0

– 66,0

– 91,0

   Diversen

26,2

0,9

11,0

– 6,6

– 15,7

 

175,1

23,5

– 44,3

– 135,8

– 272,8

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Naar VenJ in verband met departementale herindeling

– 5 319,9

– 5 235,8

– 5 181,2

– 5 110,6

– 5 025,4

   Nationale Hypotheekgarantie

50,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Van VenJ in verband met departementale herindeling

793,2

775,4

763,4

754,3

746,7

   Van VROM in verband met departementale herindeling

103,6

97,2

81,6

64,4

54,8

   Van WWI in verband met departementale herindeling

3 139,2

3 022,9

2 929,6

2 871,5

2 897,5

   Diversen

97,0

52,0

47,1

45,0

34,1

 Niet tot een ijklijn behorend

         

   Liquiditeitsbehoefte VUT-fonds

– 130,0

– 300,0

300,0

0,0

0,0

   Diversen

5,2

5,2

5,2

5,2

5,2

 

– 1 261,7

– 1 583,1

– 1 054,3

– 1 370,2

– 1 287,1

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

– 990,5

– 1 477,2

– 1 017,9

– 1 429,5

– 1 475,2

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

5 134,8

4 774,8

4 849,7

4 320,8

4 275,4

Totaal Internationale samenwerking

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

Stand Voorjaarsnota 2011

5 135,3

4 775,3

4 850,2

4 321,3

4 275,9

VII BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

612,6

44,1

77,8

416,7

772,1

Mee- en tegenvallers

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Huurtoeslag

123,8

82,5

80,7

76,5

84,9

   Minder terugvorderingen inburgeringstrajecten

– 31,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

92,8

82,5

80,7

76,5

84,9

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Vertraging terugvordering inburgeringstrajecten

100,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   VUT-fonds (rente)

13,1

16,2

22,7

36,2

34,5

   Diversen

– 0,7

0,5

– 7,3

– 11,9

– 14,4

 

112,4

16,7

15,4

24,3

20,1

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Naar VenJ in verband met departementale herindeling

– 400,8

– 0,8

– 0,5

– 0,5

– 0,5

   Nationale Hypotheekgarantie

50,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Van VROM in verband met departementale herindeling

32,3

32,2

29,9

29,9

29,9

   Van WWI in verband met departementale herindeling

433,5

448,5

439,3

425,6

426,1

   Diversen

57,2

0,3

– 0,2

– 0,2

– 0,2

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Van WWI in verband met departementale herindeling

3,5

4,0

4,0

764,0

764,0

   VUT-fonds (rente)

– 13,1

– 16,2

– 22,7

– 36,2

– 34,5

 

162,6

468,0

449,8

1 182,6

1 184,8

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

367,8

567,3

545,9

1 283,4

1 289,8

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

980,5

611,4

623,7

1 700,1

2 061,9

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

980,5

611,4

623,7

1 700,1

2 061,9

Huurtoeslag

De hogere huurtoeslag uitgaven zijn grotendeel een gevolg van de nieuwe wijze van verantwoorden door de Belastingdienst. In de administratie van de Belastingdienst werden in het verleden een aantal uitgaven en ontvangsten met elkaar gesaldeerd. Met het vervallen van deze saldering stijgen zowel de uitgaven als de ontvangsten.

Diversen – mee- en tegenvallers

Deze post bestaat met name uit de afrekening Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN). Voor 2005–2006 is de afrekening in 2010 niet geheel tot betaling gekomen. Het restant wordt zodoende in 2011 beschikbaar gesteld voor verdere afwikkeling.

Asieltoerekening

De kosten van eerstejaarsopvang van asielzoekers uit ontwikkelingslanden worden volgens internationale afspraken toegerekend aan ODA. De toerekening zal in de loop van het begrotingsjaar worden vastgesteld op basis van de relevante variabelen. Definitieve afrekening vindt plaats in jaar t+1 bij Voorjaarsnota, waarbij alle relevante realisatiegegevens van voorafgaand jaar meegenomen worden. De hogere asieltoerekening leidt tot herprioritering binnen het Ontwikkelingssamenwerkingbudget. Het bedrag uit 2011 bestaat voor een deel (41,2 mln.) uit een hogere toerekening voor 2011. Het restant (42,3 mln.) is de naheffing uit 2010.

Intensivering Immigratie en Asiel

Dit betreft de intensiveringen C uit het Regeerakkoord. Hiermee kunnen maatregelen worden getroffen op het gebied van immigratie, onder regie van de minister van Immigratie en Asiel. Met deze maatregelen worden de kosten van de vreemdelingenketen beperkt. De maatregelen hebben tevens een dempende werking op de instroom van asielzoekers tot gevolg.

Intensivering Veiligheid

Dit betreft de intensivering B2 uit het Regeerakkoord. Hiermee kan de AIVD onder meer de beschikbare dataopslag- en analysecapaciteit aanpassen aan de huidige eisen.

Kosten evenementen

Dit betreft maatregel A3 uit het Regeerakkoord. Deze maatregel is met de departementale herindeling overgeboekt naar de begroting van Veiligheid en Justitie.

Montfransgelden

Dit betreft maatregel A15 uit het Regeerakkoord. Deze maatregel is met de departementale herindeling overgeboekt van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar de begroting van Veiligheid en Justitie.

Nationale Politie

Dit betreft maatregel A3 uit het Regeerakkoord. Deze maatregel is met de departementale herindeling overgeboekt naar de begroting van Veiligheid en Justitie.

Politieonderwijs

Dit betreft maatregel A8 uit het Regeerakkoord. Deze maatregel is met de departementale herindeling overgeboekt naar de begroting van Veiligheid en Justitie.

Politietoezichthouder

Dit betreft maatregel A14 uit het Regeerakkoord. Deze maatregel is met de departementale herindeling overgeboekt naar de begroting van Veiligheid en Justitie.

Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

Dit betreft maatregel A1 uit het Regeerakkoord.

Diversen – beleidsmatig

Deze post betreft meerdere mutaties, waaronder het voortzetten van de aanpak van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak (4,5 mln.), de inhaalslag voor de wijkenaanpak in de 40+gemeenten voor niet gerealiseerde voornemens in 2010 (3,9 mln.).

Naar VenJ in verband met departementale herindeling

Dit betreft de overboeking van middelen van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar de begroting van Veiligheid en Justitie.

Nationale Hypotheekgarantie

Bij deze mutatie wordt 50 mln. gestort in de (nieuwe) reserve voor de NHG. Per 1 januari 2011 staan de gemeenten niet langer achterborg voor nieuwe NHG borgstellingen, waardoor het Rijk voor deze garanties 100 procent borg staat i.p.v. 50 procent. Ter compensatie heeft het Rijk van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) 50 mln. ontvangen (zie ontvangsten) als reserve voor het financiële risico op de NHG.

Van VenJ in verband met departementale herindeling

Dit betreft de overboeking van middelen van de begroting van Veiligheid en Justitie naar de begroting van Binnenlandse Zaken.

Van VROM in verband met departementale herindeling

Dit betreft de overboeking van middelen van de begroting van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Van WWI in verband met departementale herindeling

Dit betreft de overboeking van middelen van de begroting van Wonen, Wijken en Integratie naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Diversen – technische mutaties

Deze post betreft meerdere mutaties, waaronder een hogere omzet en dientengevolge hogere uitgaven van de baten-lastendiensten 4FM, Fasam, Doc-direkt, P-Direkt en de Werkmaatschappij 24 mln.), een wijziging van de financiering voor diverse soorten huisvesting van de Rijksgebouwendienst (7,7 mln.) en budget voor de ontwikkeling van e-overheidsvoorzieningen in het kader van het Programma Implementatie Agenda ICT beleid (8,5 mln.). Daarnaast valt de loon- en prijsbijstelling onder de technische mutaties (resp. 4,8 mln. en 23,2 mln.).

Liquiditeitsbehoefte VUT-fonds

Op grond van nadere analyses blijkt dat steeds meer mensen besluiten later gebruik te maken van de regeling Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU). Als gevolg hiervan wijzigt de leenbehoefte van het VUT-fonds.

Huurtoeslag

De hogere huurtoeslagontvangsten komt voornamelijk door een aanpassing van de administratie van de Belastingdienst.In de administratie van de Belastingdienst werden in het verleden een aantal uitgaven en ontvangsten met elkaar gesaldeerd. Met het vervallen van deze saldering stijgen zowel de uitgaven als de ontvangsten. Daarnaast is sprake van een versnelling van de invordering door de Belastingdienst met hogere ontvangsten tot gevolg

Minder terugvorderingen inburgeringstrajecten

Gemeenten hebben in het verleden meer geld als voorschot ontvangen voor inburgeringstrajecten, dan waarop zij recht hadden. Op basis van verantwoordigingsinformatie van gemeenten over het aantal gerealiseerde inburgeringtrajecten is nu tot een definitieve vaststelling gekomen. De terugontvangsten vallen lager uit dan aanvankelijk verwacht. Gemeenten hebben meer inburgeringstrajecten afgewikkeld dan destijds voorzien.

Vertraging terugvordering inburgeringstrajecten

Gemeenten hebben in het verleden meer geld als voorschot ontvangen voor inburgeringstrajecten, dan waarop zij recht hadden. De afrekening in 2010 is met een jaar vertraagd omdat de verantwoordingsinformatie later dan gepland is binnengekomen. De bijbehorende terugontvangsten van 100 mln. zijn om die reden niet in 2010 gerealiseerd, maar doorgeschoven naar 2011.

VUT-fonds (rente)

De rentelasten zijn door het kabinet onder het kader geplaatst. Deze mutatie, samen met de afboeking bij de technische mutaties, is de verwerking hiervan.

Naar VenJ in verband met departementale herindeling

Dit betreft de overboeking van ontvangsten van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar de begroting van Veiligheid en Justitie.

Van VROM in verband met departementale herindeling

Dit betreft de overboeking van ontvangsten van de begroting van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Van WWI in verband met departementale herindeling

Dit betreft de overboeking van ontvangsten van de begroting van Wonen, Wijken en Integratie naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Van WWI in verband met departementale herindeling

Dit betreft de overboeking van (de niet-kaderrelevante) ontvangsten van de begroting van Wonen, Wijken en Integratie naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

36 707,6

36 760,6

36 822,6

36 964,0

37 114,0

Mee- en tegenvallers

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Leerlingen volume referentieraming 2011

38,6

130,1

205,0

232,6

266,2

   Ramingsbijstelling studiefinanciering

– 79,3

– 75,8

– 20,0

19,4

79,2

   Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

– 40,7

54,3

185,0

252,0

345,4

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Aanpassing kasritme RA intensivering intensiteit onderwijs

0,0

– 50,0

40,0

10,0

0,0

   Aanpassing RA-maatregel langstudeerders

0,0

308,0

– 8,0

– 13,0

– 23,0

   Aanpassing RA-maatregel passend onderwijs

0,0

50,0

200,0

100,0

0,0

   Aanpassing uitgavenpatroon FES-bijdrage

47,0

– 9,2

– 9,2

2,9

3,2

   Doorverdelen eindejaarsmarge

– 129,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   Eindejaarsmarge

141,6

0,0

0,0

0,0

0,0

   FES beelden voor de toekomst

– 26,1

– 2,1

– 9,4

– 6,6

0,0

   Gedeeltelijk uitkeren RA-enveloppe prestatiebeloning

0,0

0,0

0,0

0,0

120,0

   Intensiveringen Regeerakkoord 2010 kwaliteitsimpuls / ramingsrisico

0,0

70,0

180,0

220,0

270,0

   Intertemporele compensatie loonbijstelling tranche 2011 deel VO

56,0

– 56,0

0,0

0,0

0,0

   Intertemporele compensatie OV-jaarkaart

120,0

– 150,0

– 50,0

0,0

0,0

   Inzet prijsbijstelling ter dekking passend onderwijs & langstudeerders

– 120,0

– 120,0

– 62,0

0,0

0,0

   Inzet RA-enveloppe kwaliteitsimpuls / ramingsrisico

0,0

– 70,0

– 180,0

– 220,0

– 270,0

   Inzet RA-enveloppe prestatiebeloning tbv aanpassing RA

0,0

0,0

0,0

0,0

– 120,0

   RA aanpassingen kinderopvangtoeslag

0,0

– 110,0

– 150,0

– 180,0

– 200,0

   RA cultuursubsidies

– 30,0

– 50,0

– 100,0

– 150,0

– 200,0

   RA efficiency onderzoek en innovatie

0,0

– 90,0

– 90,0

– 90,0

– 90,0

   RA ho geen OV-jaarkaart langstudeerders

0,0

0,0

– 10,0

– 10,0

– 30,0

   RA ho langstudeerders efficiencykorting instellingen

0,0

– 190,0

– 170,0

– 160,0

– 140,0

   RA ho langstudeerders gedragseffect

0,0

0,0

– 30,0

– 60,0

– 90,0

   RA ho langstudeerders verhoging collegegeld met € 3 000

0,0

– 180,0

– 170,0

– 150,0

– 140,0

   RA mbo invoeren leeftijdsgrens 30 jr voor bekostiging

0,0

0,0

– 80,0

– 110,0

– 170,0

   RA mbo vereenvoudiging kwalificatiestructuur

0,0

0,0

– 30,0

– 50,0

– 140,0

   RA budgettering passend onderwijs

0,0

– 50,0

– 300,0

– 300,0

– 300,0

   RA po gewichtenregeling

0,0

– 10,0

– 30,0

– 40,0

– 50,0

   RA taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

0,0

0,0

– 27,0

– 72,0

– 100,0

   RA taakstelling subsidies

0,0

– 140,0

– 140,0

– 140,0

– 130,0

   RA takenpakket publieke omroep

0,0

0,0

– 50,0

– 100,0

– 200,0

   RA VO efficiencykorting lesmateriaal

0,0

0,0

0,0

– 30,0

– 30,0

   RA VO vereenvoudigen bekostigingsmodel, tegengaan studievertraging

0,0

0,0

– 50,0

– 60,0

– 60,0

   RA VO verminderen aantal profielen HAVO/VWO

0,0

0,0

0,0

– 20,0

– 50,0

   Diversen

98,0

37,5

– 11,5

– 25,6

– 42,8

 

157,1

– 811,8

– 1 337,1

– 1 654,3

– 2 182,6

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   ISB: overgang kinderopvang naar SZW

– 2 939,5

– 2 585,7

– 2 509,9

– 2 503,7

– 2 560,0

   ISB: overgang TNO naar EL&I (basissubsidie)

– 116,4

– 109,4

– 104,1

– 95,3

– 89,9

   ISB: overgang TNO naar EL&I (doelsubsidies)

– 71,0

– 66,0

– 61,6

– 61,5

– 61,5

   Loonbijstelling tranche 2011

131,0

128,6

126,0

125,0

123,7

   Prijsbijstelling tranche 2011

178,2

176,4

174,5

173,6

171,5

   Diversen

17,6

9,7

29,9

35,5

45,5

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Bijstelling raming leningen studiefinanciering

– 166,8

– 85,1

– 159,5

– 258,3

– 342,5

   RA HO invoeren sociaal leenstelsel masterfase

0,0

– 15,0

– 50,0

– 50,0

– 50,0

   RA HO langstudeerders extra collegegeld (€ 3 000)

0,0

30,0

60,0

60,0

60,0

   Diversen

2,3

3,9

– 0,7

– 6,2

– 25,1

 

– 2 964,6

– 2 512,6

– 2 495,4

– 2 580,9

– 2 728,3

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

– 2 848,1

– 3 270,2

– 3 647,4

– 3 983,1

– 4 565,6

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

33 859,5

33 490,4

33 175,1

32 980,8

32 548,4

Totaal Internationale samenwerking

71,7

67,7

66,6

66,3

66,3

Stand Voorjaarsnota 2011

33 931,2

32 558,1

33 241,7

33 047,2

32 614,7

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

2 135,8

2 208,2

2 236,9

2 317,1

2 369,8

Mee- en tegenvallers

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Ramingsbijstelling studiefinanciering

50,3

49,8

53,8

50,5

50,5

   Diversen

– 0,3

0,3

0,5

0,0

0,4

 

50,0

50,1

54,3

50,5

50,9

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Afboeken FES

– 138,8

– 121,0

– 86,5

– 59,7

– 0,4

   Diversen

0,0

0,0

0,0

– 5,8

– 5,8

 

– 138,8

– 121,0

– 86,5

– 65,5

– 6,2

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   ISB: overgang kinderopvang naar SZW

– 164,7

– 209,7

– 184,7

– 189,7

– 204,7

   ISB: overgang TNO naar EL&I (doelsubsidies)

– 71,0

– 66,0

– 61,6

– 61,5

– 61,5

   Diversen

23,8

0,0

0,0

0,0

0,0

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Bijstelling raming leningen studiefinanciering

44,8

52,4

59,5

68,9

80,2

   ISB: overgang kinderopvang naar SZW

– 692,0

– 712,0

– 739,0

– 770,0

– 801,4

   Diversen

19,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

– 840,1

– 935,3

– 925,8

– 952,3

– 987,4

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

– 928,9

– 1 006,1

– 958,0

– 967,3

– 942,7

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

1 206,9

1 202,1

1 278,9

1 349,8

1 427,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

1 206,9

1 202,1

1 278,9

1 349,8

1 427,2

Leerlingen volume referentieraming 2011

In de verschillende onderwijssectoren is het aantal leerlingen en studenten per saldo hoger dan waarmee tot nu toe in de begroting rekening was gehouden. De grootste opwaartse mutaties doen zich voor het in het VO en het MBO. In het VO stijgt de gemiddelde verblijfsduur iets. In het MBO hangt de geraamde stijging vooral samen met het vorig jaar zich al aftekenende, maar nu meerjarig verwerkte substitutie-effect tussen BOL en BBL. In het HBO doet zich in 2011 overigens een kleine daling voor.

Ramingsbijstelling studiefinanciering

De raming van de uitgaven voor studiefinanciering vertoont tot en met 2013 per saldo een meevaller, daarna worden per saldo tegenvallers geraamd. De ramingsbijstelling is het gevolg van een aantal ontwikkelingen. Bij de omzetting van prestatiebeurs in gift worden op grond van de actuele inzichten in het omzettingsritme de eerste jaren meevallers verwacht, die vanaf 2015 omslaan in tegenvallers. Bij de aanvullende beurs is er een lager gebruik dan eerder werd geraamd. Daarnaast zijn de renteontvangsten hoger dan eerder geraamd. Dit leidt tot een structurele meevaller. Bij de uitgaven voor de OV-studentenkaart doen zich tegenvallers voor.

Aanpassing kasritme RA intensivering intensiteit onderwijs

Het kasritme van de RA middelen voor verhogen intensiteit (hoger) onderwijs wordt geoptimaliseerd.

Aanpassing RA-maatregel langstudeerders + Aanpassing RA-maatregel passend onderwijs

De Tweede Kamer is op 13 april jl. per brief geïnformeerd over de fasering van de RA-maatregelen passend onderwijs en langstudeerders (verhoging collegegeld en efficiencykorting op instellingen) (32 618 VIII, nr. 32). In de brief zijn de budgettaire gevolgen van deze fasering en de bijbehorende dekking opgenomen. Zowel de budgettaire gevolgen als de dekking worden bij Voorjaarsnota verwerkt.

Aanpassing uitgavenpatroon FES-bijdrage

De belegde ruimte van het FES op het gebied van Verkeer en Vervoer, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Duurzaamheid en Kennis en Innovatie is uitgekeerd aan departementale begrotingen.

Doorverdelen eindejaarsmarge + Eindejaarsmarge

In 2010 zijn diverse budgetten niet volledig tot besteding gekomen. Deze middelen gaan via de eindejaarsmarge over naar 2011. Deze middelen worden doorverdeeld via het verdeelartikel 17 naar verschillende artikelen op de begroting.

FES beelden voor de toekomst

Het FES-project beelden voor de toekomst is stopgezet. Hierover is de Kamer reeds geïnformeerd bij Najaarsnota. Deze mutaties betreffen de meerjarige doorwerking hiervan.

Gedeeltelijk uitkeren RA-enveloppe prestatiebeloning + Inzet RA-enveloppe prestatiebeloning tbv aanpassing RA

De RA-enveloppe prestatiebeloning wordt gedeeltelijk uitgekeerd. Dit betreft intensiveringsmaatregel E4 uit het Regeerakkoord. Deze middelen worden ingezet ter dekking van de fasering van de RA-maatregelen langstudeerders en passend onderwijs.

Intensiveringen Regeerakkoord 2010 kwaliteitsimpuls /ramingsrisico + Inzet RA-enveloppe kwaliteitsimpuls/ramingsrisico

Dit betreft intensiveringsmaatregel E12 uit het Regeerakkoord. Deze enveloppe wordt nu ingezet ter dekking van de gestegen leerlingen- en studentenaantallen.

Intertemporele compensatie loonbijstelling tranche 2011 deel VO

De loonbijstelling 2011 is gedeeltelijk uitgekeerd. Hierdoor is voor de arbeidsvoorwaarden in het VO een liquiditeitsprobleem ontstaan. Ter dekking hiervan wordt de raming van 2011 verhoogd, ten laste van 2012, in de veronderstelling dat in 2012 dekking kan plaatsvinden uit de loonbijstelling 2012. In het geval dat die loonbijstelling niet beschikbaar komt zal in 2012 alternatieve dekking worden aangebracht.

Intertemporele compensatie OV-jaarkaart

Bij Najaarsnota is besloten om een deel van de verplichtingen voor de OV-jaarkaart van 2011 reeds in 2010 te voldoen. Om die reden wordt de betalingsverplichting voor 2011 nu met hetzelfde bedrag verlaagd. Daarnaast is bij voorjaarsnota besloten om een deel van de verplichtingen voor de OV-jaarkaart voor 2012 en 2013 vooruit te betalen.

Inzet prijsbijstelling ter dekking passend onderwijs & langstudeerders

De prijsbijstelling tranche 2011 word gedeeltelijk ingezet ter dekking van de fasering van de RA-maatregelen langstudeerders en passend onderwijs.

RA aanpassingen kinderopvangtoeslag

Dit betreft maatregel F5 uit het Regeerakkoord.

RA cultuursubsidies

Dit betreft maatregel B5 uit het Regeerakkoord.

RA efficiency onderzoek en innovatie

Dit betreft maatregel G13 uit het Regeerakkoord.

RA ho geen OV-jaarkaart langstudeerders

Dit betreft maatregel G9 uit het Regeerakkoord.

RA ho langstudeerders efficiencykorting instellingen

Dit betreft maatregel G12b uit het Regeerakkoord.

RA ho langstudeerders gedragseffect

Dit betreft maatregel G12c uit het Regeerakkoord.

RA ho langstudeerders verhoging collegegeld met € 3 000

Dit betreft maatregel G12a uit het Regeerakkoord.

RA mbo invoeren leeftijdsgrens 30 jr voor bekostiging

Dit betreft maatregel G7 uit het Regeerakkoord.

RA mbo vereenvoudiging kwalificatiestructuur

Dit betreft maatregel G6 uit het Regeerakkoord.

RA po budgettering passend onderwijs

Dit betreft maatregel G3 uit het Regeerakkoord.

RA po gewichtenregeling

Dit betreft maatregel G2 uit het Regeerakkoord.

RA taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

Dit betreft maatregel A1 uit het Regeerakkoord.

RA taakstelling subsidies

Dit betreft maatregel B6 uit het Regeerakkoord.

RA takenpakket publieke omroep

Dit betreft maatregel A31 uit het Regeerakkoord.

RA VO efficiencykorting lesmateriaal

Dit betreft maatregel G8 uit het Regeerakkoord.

RA VO vereenvoudigen bekostigingsmodel, tegengaan studievertraging

Dit betreft maatregel G5 uit het Regeerakkoord.

RA VO verminderen aantal profielen HAVO/VWO

Dit betreft maatregel G4 uit het Regeerakkoord.

Diversen – beleidsmatige mutaties

Onder deze post valt onder andere de inzet van de eindejaarsmarge, waarvan het grootste deel overlopende verplichtingen zoals declaraties in het Mbo voor ESF subsidies, vsv-convenanten en regeling kenniswerkers. Daarnaast vallen onder deze post de Regeerakkoordmaatregelen G1, G11 en A28a. Tevens bevat deze post de verlaging van het budget voor de maatschappelijke stage en de inzet van een deel van de RA-intensiveringsmiddelen voor centrale en uniforme toetsing en een reservering voor de vernieuwing van de studiefinancieringssystemen van de Dienst Uitvoeringsorganisatie Onderwijs (DUO).

ISB: overgang kinderopvang naar SZW

Dit betreft de overboekingen bij ISB van middelen voor kinderopvang naar de begroting van SZW.

ISB: overgang TNO naar EL&I (basissubsidie)

Dit betreft de overboekingen bij ISB van middelen voor de basissubsidie van TNO inclusief het bijbehorende aandeel in de taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo´s (Regeerakkoordmaatregel A1) naar de begroting van EL&I.

ISB: overgang TNO naar EL&I (doelsubsidies)

Dit betreft de overboekingen bij ISB van middelen voor de doelsubsidies van TNO naar de begroting van EL&I.

Diversen – technische mutaties

De diversenpost bevat onder andere de bijdragen van VWS en EL&I aan de in het Regeerakkoord aangekondigde maatregel (G7) dat de publieke bekostiging van MBO opleidingen voor studenten vanaf 30 jaar stopt. Dit levert een besparing op van 80 mln. in 2013 oplopend naar 170 mln. in 2015, waaraan EL&I in 2013 7 mln. bijdraagt oplopend naar 15 mln. in 2015. Daarnaast wordt er een nieuw onderwijsarrangement voor 30-plussers ingericht dat de maatschappelijke belangen goed borgt. Aan dit arrangement betaalt het ministerie van VWS vanaf 2015 structureel 20 mln. mee. Dit arrangement is reeds aan de Kamer gecommuniceerd (31 524 VIII, nr. 89).

RA HO invoeren sociaal leenstelsel masterfase

Dit betreft maatregel B11 uit het Regeerakkoord.

RA HO langstudeerders extra collegegeld (€ 3 000)

Dit betreft maatregel G12a uit het Regeerakkoord.

Ramingsbijstelling studiefinanciering

De groei in de leningen studiefinanciering is minder groot dan eerder geraamd. Aangezien dit leningen betreft, zijn deze niet relevant voor het uitgavenkader Rijksbegroting-eng. Daarnaast wordt er structureel minder aanvullende beurs als prestatiebeurs toegekend. Ook dit is een niet-kaderrelevante uitgave.

Diversen – beleidsmatige mutaties

Deze diversenpost bevat onder andere de RA-maatregel G9 «geen OV jaarkaart langstudeerders». Deze maatregel valt vanwege de gehanteerde ondergrens voor technische mutaties van 50 mln. in de diversenpost.

Afboeken FES

In het Regeerakkoord is afgesproken dat de belegde ruimte wordt overgeheveld naar het Infrafonds, resp. de departementale begrotingen. Dit betekent dat de FES-begroting voor de jaren 2011 en volgende is leeggeboekt. Tegelijkertijd zijn de FES-bijdragen aan de ontvangstenkant van de corresponderende vakbegroting tot nul teruggebracht; deze mutatie is hiervan het gevolg. De betreffende projecten worden voortaan uitsluitend via de uitgavenkant van de begroting verantwoord, en vinden gewoon doorgang.

ISB: overgang kinderopvang naar SZW

Dit betreft de overboekingen bij ISB van de geraamde ontvangsten uit hoofde van te veel bevoorschotte toeslagen kinderopvang naar de begroting van SZW.

ISB: overgang TNO naar EL&I (doelsubsidies)

Dit betreft de overboekingen bij ISB van middelen voor de doelsubsidies van TNO naar de begroting van EL&I.

Bijstelling raming leningen studiefinanciering

De raming voor de ontvangsten van de hoofdsom van leningen (niet-kaderrelevant) zijn naar boven bijgesteld. Er wordt meer afgelost dan eerder geraamd.

ISB: overgang kinderopvang naar SZW

Dit betreft de overboekingen bij ISB van middelen voor kinderopvang naar de begroting van SZW.

Nationale Schuld

IXA NATIONALE SCHULD (TRANSACTIEBASIS): UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

15 570,0

18 068,4

22 668,8

24 922,0

26 425,2

Mee- en tegenvallers

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Rentelasten kasbeheer

– 41,2

0,3

0,0

0,0

0,0

   Wijziging geldmarktberoep en rente

– 620,2

– 330,2

– 422,7

– 511,2

– 561,2

   Wijziging kapitaalmarktberoep en rente

90,7

– 166,4

151,8

328,2

598,2

   Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

– 570,7

– 496,3

– 270,9

– 183,0

37,0

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Nader saldo Regeerakkoord

12,4

24,0

22,7

27,8

35,2

   Regeerakkoord omlabeling

11 219,3

12 095,0

13 643,8

15 040,5

15 946,8

   Saldo Regeerakkoord

– 8,8

– 70,1

– 251,7

– 598,3

– 1 089,7

 

11 222,9

12 048,9

13 414,8

14 470,0

14 892,3

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

 Niet tot een ijklijn behorend

         

   Leningen kasbeheer

183,0

232,6

31,6

29,7

3,6

   Mutatie Regeerakkoord

182,8

51,5

– 1 370,7

244,4

1 950,1

   Mutaties rekening courant

2 225,9

– 892,1

– 508,7

– 763,1

– 691,4

   Ontmantelen AOW-spaarfonds

– 1 939,6

– 2 140,8

– 2 368,0

– 2 623,9

– 2 895,5

   Regeerakkoord omlabeling

– 11 219,3

– 12 095,0

– 13 643,8

– 15 040,5

– 15 946,8

   Rentelasten kasbeheer

106,1

134,7

77,1

0,0

0,0

   Wijziging geldmarktberoep en rente

– 59,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

– 3,2

0,0

0,0

0,0

0,0

 

– 10 522,8

– 14 708,6

– 17 782,0

– 18 152,9

– 17 579,5

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

129,3

– 3 155,9

– 4 638,3

– 3 866,1

– 2 650,1

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

15 699,3

14 912,5

18 030,6

21 055,9

23 775,1

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

15 699,3

14 912,5

18 030,6

21 055,9

23 775,1

IXA NATIONALE SCHULD (TRANSACTIEBASIS): NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

1 604,4

1 634,4

2 010,4

3 933,2

3 058,5

Mee- en tegenvallers

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

23,1

– 5,9

– 5,7

– 6,2

– 7,9

 

23,1

– 5,9

– 5,7

– 6,2

– 7,9

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Regeerakkoord omlabeling

18,5

45,6

425,8

830,7

1 114,8

   Rentebaten kasbeheer

52,3

45,9

37,7

32,5

28,0

 

70,8

91,5

463,5

863,2

1 142,8

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

0,3

0,3

0,3

0,3

0,3

 Niet tot een ijklijn behorend

         

   Leningen kasbeheer

339,9

461,9

168,5

295,4

184,0

   Regeerakkoord omlabeling

– 18,5

– 45,6

– 425,8

– 830,7

– 1 114,8

   Rentebaten kasbeheer

0,0

– 60,2

– 170,9

– 320,6

– 369,7

   Diversen

12,5

21,9

– 7,4

4,8

67,1

 

334,2

378,3

– 435,3

– 850,8

– 1 233,1

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

428,1

463,8

22,5

6,2

– 98,2

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

2 032,5

2 098,2

2 032,9

3 939,4

2 960,3

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

2 032,5

2 098,2

2 032,9

3 939,4

2 960,3

Rentelasten kasbeheer

De raming voor rentelasten kasbeheer is aangepast, als gevolg van een wijziging van de rekenrente en veranderingen bij de aangehouden middelen.

Wijziging geldmarktberoep en rente

De geraamde rentebaten en -lasten over de vlottende schuld worden bijgesteld als gevolg van aanpassing van de korte rekenrente en wijzigingen van het verwachte beroep op de geldmarkt welke zijn gewijzigd naar aanleiding van nieuwe inzichten in het tekort.

Wijziging kapitaalmarktberoep en rente

Gewijzigde inzichten in de ontwikkeling van het tekort alsmede de veronderstelde lange rente leiden tot aanpassingen in de rentebaten en rentelasten op de vaste schuld.

Saldo regeerakkoord + nader saldo regeerakkoord

De maatregelen uit het Regeerakkoord leiden tot nieuwe standen voor de financiering van de staatsschuld.

Leningen kasbeheer + mutaties kasbeheer

Gewijzigde inzichten in het leengedrag van RWT’s (Rechtspersonen met een wettelijke taak) leiden tot een aanpassing van de voorziene uitgaven en ontvangsten leningen kasbeheer.

Mutaties rekening courant

De inleg van de sociale fondsen is gewijzigd als gevolg van (onder meer) mutaties in de premieontvangsten en de premiegefinancierde uitgaven. Hierdoor verandert ook de rentevergoeding over de inleg.

Ontmantelen AOW-spaarfonds

Tot 2011 maakte de post rentevergoedingen aan het AOW-spaarfonds deel uit van de totale rentelasten. Deze post is met ingang van 2011 verdwenen, omdat het AOW-spaarfonds is opgeheven (conform het advies van de studiegroep begrotingsruimte).

Regeerakkoord omlabeling

Uit hoofde van het Regeerakkoord is de rente op de staatsschuld relevant geworden voor het kader Rbg-eng. Deze mutatie betreft de technische verwerking hiervan.

Rentebaten kasbeheer

De raming voor rentebaten kasbeheer zijn aangepast als gevolg van een wijziging van de rekenrente en een aanpassing van de verstrekte leningen.

Financiën

IXB FINANCIEN: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

9 179,9

7 221,1

6 099,5

5 536,1

5 364,1

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Differentiëren heffings- en invorderingsrente met 1,5%

0,0

0,0

– 69,0

– 137,0

– 192,0

   EKV schadeuitkeringen

20,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Heffings- en invorderingsrente

– 45,0

– 38,0

– 38,8

– 40,0

– 41,1

   Kasschuif accoladebudget

– 32,0

32,0

0,0

0,0

0,0

   Kasschuif detectiesystemen douane

– 20,0

15,7

4,3

0,0

0,0

   Taakstelling rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

0,0

0,0

– 46,0

– 93,0

– 139,0

   Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

15,5

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

37,5

8,9

10,0

15,0

16,0

 

– 24,0

18,6

– 139,5

– 255,0

– 356,1

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

31,0

41,4

39,3

39,0

37,0

   Niet tot een ijklijn behorend

         

   Back-up faciliteit ING

– 203,0

– 113,0

0,0

– 6,0

0,0

   European Stability Mechanism

0,0

0,0

915,2

915,2

915,2

   Kapitaalstorting Tennet

300,0

300,0

0,0

0,0

0,0

   Lening Griekenland

486,0

178,0

– 111,0

0,0

0,0

   RFS

– 302,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

5,1

0,0

0,0

0,0

0,0

 

317,1

406,4

843,5

948,2

952,2

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

293,1

425,0

704,1

693,2

596,2

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

9 473,0

7 646,1

6 803,6

6 229,3

5 960,3

Totaal Internationale samenwerking

339,8

227,5

139,3

202,2

245,6

Stand Voorjaarsnota 2011

9 812,8

7 873,6

6 942,9

6 431,4

6 205,8

IXB FINANCIEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

6 270,8

6 280,7

6 356,8

6 935,7

6 718,8

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Boetes

– 70,0

– 70,0

– 70,0

– 70,0

– 70,0

   Dividend staatsdeelnemingen

– 45,0

– 65,0

– 65,0

– 65,0

– 65,0

   Heffings- en invorderingsrente

50,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Verkoop onroerende zaken

– 13,0

15,0

15,0

15,0

15,0

   Winstafdracht DNB

255,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

15,1

8,9

8,9

8,9

8,9

 

192,1

– 111,1

– 111,1

– 111,1

– 111,1

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

6,5

5,6

6,4

7,4

7,4

   Niet tot een ijklijn behorend

         

   Aflossing en fee Aegon

1 125,0

– 375,0

0,0

0,0

0,0

   Aflossing en fee ING

3 000,0

0,0

– 333,0

– 333,0

– 334,0

   Aflossing lening DNB

87,2

6,0

0,0

0,0

0,0

   Aflossing lening Griekenland

0,0

0,0

– 515,5

– 1 482,0

– 1 268,4

   Back-up faciliteit ING

– 203,0

– 113,0

0,0

– 6,0

0,0

   Renteontvangsten lening Griekenland

– 20,8

16,2

40,8

107,6

185,2

   Diversen

3,4

0,2

– 0,1

0,0

0,0

 

3 998,3

– 460,0

– 801,4

– 1 706,0

– 1 409,8

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

4 190,4

– 571,1

– 912,5

– 1 817,1

– 1 520,8

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

10 461,2

5 709,6

5 444,3

5 118,7

5 198,0

Totaal Internationale samenwerking

8,9

8,3

7,8

3,7

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

10 470,1

5 718,0

5 452,1

5 122,4

5 198,0

Differentiëren heffings- en invorderingsrente met 1,5%

Dit betreft een onderdeel van maatregel J2 uit het Regeerakkoord.

EKV schadeuitkeringen

De raming van de schade-uitkeringen wordt met 20 mln. verhoogd in 2011. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door schade en aanzienlijke schadedreigingen.

Heffings- en invorderingsrente

De raming van de heffings- en invorderingsrente is naar aanleiding van nieuwe realisaties naar beneden bijgesteld.

Kasschuif accoladebudget

Een herschikking van het zgn. accoladebudget (dat bestemd is voor intensivering van toezicht en ICT) biedt de Belastingdienst de kans om aanpassingen in de organisatie te faseren die aansluiten bij het MLT-plan.

Kasschuif detectiesysteem douane

De kasschuif voor de detectiesystemen van de douane wordt uitgevoerd omdat de aanbesteding langer duurt dan verwacht en het tot overeenstemming komen met de diverse partners meer tijd in beslag neemt.

Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

Dit betreft maatregel A1 uit het Regeerakkoord.

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

Deze uitgaven vloeien voort uit in het verleden verkochte (gedeelten van) staatsdeelnemingen.

Diversen – beleidsmatige mutaties

Deze diversenpost bevat meerjarig onder andere het budget voor het StAk en hogere zakelijke lasten van het RVOB. Zowel de kosten van het StAk als van het RVOB worden grotendeels doorbelast, deze doorbelasting is terug te vinden aan de ontvangstenkant. Voor 2011 bevat deze post ook nog hogere onderhouds- en beheerskosten bij het RVOB. Deze kosten worden niet doorbelast.

Diversen – technische mutaties

Deze diversenpost bestaat grotendeels uit de uitgekeerde loon- en prijsbijstelling.

Back-up faciliteit ING

Op basis van de realisaties van dit jaar tot nu toe wordt de raming van de Illiquid Asset Back-up Faciliteit voor 2011 aangepast. Dit is een budgettair neutrale aanpassing (de ontvangsten zijn gelijk aan de uitgaven).

European Stability Mechanism (ESM)

Tijdens de Europese Raad van 24 en 25 maart 2011 is een akkoord bereikt over de opzet van het permanente noodmechanisme ESM dat als sluitstuk van de versterkte economische beleidscoördinatie in noodgevallen steun kan bieden aan lidstaten. Het ESM zal vanaf medio 2013 de opvolger zijn van de tijdelijke noodmechanismen EFSF en EFSM.

Het gaat in het geval van het ESM voor Nederland om een betalingsverplichting van 4,6 mld. voor de periode van 2013 tot en met 2017 aangevuld met een garantieverplichting van 35,5 mld. vanaf het moment dat het ESM is opgezet. Het gaat derhalve om een totaal van circa 40 mld. aan verplichtingen.

Kapitaalstorting Tennet

Als landelijk netbeheerder heeft Tennet de wettelijke taak om ondermeer het landelijk hoogspanningsnet te onderhouden en daar waar nodig uit te breiden en te verzwaren. Voor het uitvoeren van de investeringsagenda in Nederland en om de huidige credit rating te behouden is een aanvulling van het eigen vermogen van Tennet noodzakelijk.

Lening Griekenland

De derde tranche van de lening aan Griekenland is niet in 2010 maar in 2011 uitgekeerd. Daarnaast wordt verwacht dat een gedeelte van de leningen dat niet in 2010 is opgevraagd in de volgende jaren zal worden opgevraagd.

RFS (Royal Bank of Schotland, Fortis en Santander)

In verband met een verrekening die met RFS heeft plaatsgevonden, worden de geraamde middelen niet meer uitgegeven. Daarmee valt 302 mln. vrij.

Boetes

Naar aanleiding van de realisatie 2010 is de raming voor bestuurlijke boetes bijgesteld.

Dividend staatsdeelnemingen

Gegeven de investeringsagenda van enkele staatsdeelnemingen en mogelijk tegenvallende winsten (mede naar aanleiding van de economische situatie) zijn de ontvangsten met 65 mln. naar beneden bijgesteld.

Heffings- en invorderingsrente

De raming 2011 wordt met 50 mln. verhoogd als gevolg van incidentele renteopbrengsten.

Verkoop onroerende zaken

Voor 2011 worden tegenvallende verkoopontvangsten verwacht. Dit komt doordat eind 2010 grond sneller verkocht is dan verwacht. Deze tegenvaller is hangt dus samen met een meevaller in 2010. De verwachting is dat er structureel meer wordt opgehaald met verkoop onroerende zaken.

Winstafdracht DNB

De winstraming voor DNB wordt voor 2011 opwaarts bijgesteld in het licht van de gerealiseerde winst in 2010.

Diversen – beleidsmatige mutaties

Deze diversenpost bevat onder andere de doorbelasting van de kosten voor het StAk en de zakelijke lasten van het RVOB.

Aflossing en fee Aegon + aflossing en fee ING

Van het resterende kapitaal heeft Aegon 750 mln. afgelost en ING 2 mld. Hierbij betaalde Aegon de Staat tevens een vergoeding (fee) voor terugbetaling ter waarde van 375 mln. en ING een fee van 1 mld. Omdat de opbrengsten uit kredietcrisis interventies aan het begin van de kabinetsperiode moeilijk te ramen waren, is hier destijds een stelpost voor 2012 t/m 2015 voor opgenomen. Met het materialiseren van de afbetaling door Aegon en ING in 2011 vindt nu tevens een technische overboeking plaats vanuit de stelpost in de jaren 2012 t/m 2015 naar het desbetreffende begrotingsartikel in 2011.

Aflossing lening DNB

In 2010 heeft DNB een lening ontvangen van 93 mln. als voorfinanciering ten behoeve van het depositogarantiestelsel. Dit wordt in 2011 en 2012 terugbetaald.

Aflossing lening Griekenland

Tijdens de Europtop van 11 maart j.l. is afgesproken dat de gemiddelde looptijd van de leningen aan Griekenland verlengd zal worden van de huidige 4 jaar en 1 maand naar 7 jaar en 6 maanden. Hierdoor vinden de terugbetalingen later plaats dan geraamd.

Renteontvangsten lening Griekenland

Tijdens de Eurotop van 11 maart j.l. is afgesproken dat de rente die Griekenland betaalt aangepast zal worden met 100 basispunten. Daarnaast is de raming aangepast voor de laatste renteraming van het CPB voor korte leningen.

Defensie

X DEFENSIE: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

8 167,2

8 003,9

7 996,8

8 034,4

8 016,4

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Doelmatige inzetbaarheid defensie en minder JSF’s

– 200,0

– 400,0

– 500,0

– 500,0

– 500,0

   Eindejaarsmarge

– 60,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Hogere uitgaven CDC

20,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Inzet investeringen t.b.v. exploitatie

– 75,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Taakstelling rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

0,0

0,0

– 29,0

– 77,0

– 106,0

   Toevoeging exploitatie t.l.v. investeringen

75,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Van BuZa bescherming ambassades door Kmar

16,1

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

20,6

6,8

5,7

6,1

– 6,2

 

– 203,3

– 393,2

– 523,3

– 570,9

– 612,2

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Prijsbijstelling

39,9

33,5

32,1

41,2

39,2

   Diversen

34,6

34,9

34,7

32,8

32,8

 Niet tot een ijklijn behorend

         

   Diversen

0,7

0,7

0,7

0,7

0,6

 

75,2

69,1

67,5

74,7

72,6

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

– 128,2

– 324,0

– 455,8

– 496,2

– 539,6

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

8 039,0

7 679,9

7 541,1

7 538,2

7 476,8

Totaal Internationale samenwerking

340,2

211,7

213,2

213,2

213,2

Stand Voorjaarsnota 2011

8 379,1

7 891,6

7 754,3

7 751,4

7 690,0

X DEFENSIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

455,9

334,6

316,2

274,4

244,8

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Aanpassing ontvangsten

20,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Eindejaarsmarge

19,6

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

2,7

0,0

0,0

0,0

0,0

 

42,3

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

42,3

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

498,2

334,6

316,2

274,4

244,8

Totaal Internationale samenwerking

1,4

1,4

1,4

1,4

1,4

Stand Voorjaarsnota 2011

499,6

336,0

317,6

275,8

246,2

Doelmatige inzetbaarheid Defensie en minder JSF’s

Dit betreft maatregel A16 uit het Regeerakkoord.

Eindejaarsmarge

Defensie heeft haar budget in 2010 met 79,5 mln. overschreden. Deze overschrijding bestond voor 60 mln. uit overschrijdingen aan de uitgavenkant en voor een kleine 20 mln. uit ontvangstentegenvallers. De overschrijding 2010 wordt bij Voorjaarsnota, via de reguliere systematiek van de eindejaarsmarge, in mindering gebracht op het budget 2011. Aan de uitgavenkant worden de budgetten van de krijgsmachtsonderdelen en het Commando Diensten Centra (CDC) in totaal met 60 mln. verlaagd. Aan de ontvangstenkant wordt de raming met 19,6 mln. verhoogd (zie ontvangsten).

Hogere uitgaven CDC

Naar aanleiding van een intern onderzoek naar het realisme van de ramingen van de exploitatiekosten zijn deze bij het CDC opwaarts bijgesteld.

Inzet investeringen t.b.v. exploitatie

Om de toevoeging aan het budget voor materiële exploitatie te dekken, is het investeringsbudget bij Voorjaarsnota verlaagd met 75 mln. Dit is budgettair mogelijk, daar in afwachting van de uitwerking van de maatregelen uit het Regeerakkoord een verplichtingenstop werd afgekondigd, waardoor diverse projecten zijn vertraagd naar latere jaren en niet meer in 2011 tot betaling komen. Bijvoorbeeld de aanschaf van het tweede testvliegtuig JSF.

Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

Dit betreft maatregel A1 uit het Regeerakkoord.

Toevoeging exploitatie t.l.v. investeringen

Om de verwachte ontwikkeling van de exploitatiekosten te kunnen accommoderen is in 2011 in totaal 75 mln. toegevoegd aan de logistieke ondersteuning van de land- lucht- en zeestrijdkrachten. De structurele oplossing van deze exploitatieproblematiek, vanaf 2012, is onderdeel van het op 8 april aan de Kamer gemelde pakket van maatregelen.

Van BuZa bescherming ambassades door Kmar

De Koninklijke Marechaussee zal ook in 2011 de beveiliging van ambassades verzorgen. Hiervoor levert het ministerie van Buitenlandse Zaken een bijdrage van 16,1 mln.

Aanpassing ontvangsten

Een aantal baten-lastendiensten hebben een eigen vermogen dat hoger is dan de afgesproken normering. Dit deel wordt afgeroomd waarmee de ontvangsten toenemen.

Eindejaarsmarge

Bepaalde verkopen die oorspronkelijk voor 2010 geraamd stonden, zijn in dat jaar niet gerealiseerd en vormden in 2010 een tegenvaller. De verwachting is dat deze verkopen in 2011 wel tot realisatie komen. De raming van verkoopopbrengsten is om die reden in 2011 met 19,6 mln. verhoogd. Het betreft 5 mln. aan roerende zaken als gevolg van doorgeschoven ontvangsten uit het NATO Sea Sparrow Project Office en 14 mln. aan onroerende zaken, te weten de afstoting van de Topografische Dienst Emmen, Vliegbasis Twente, het stafgebouw van het opleidingscentrum van de Koninklijke Marechaussee in Apeldoorn en de Militair Geneeskundige Dienst in Ede.

Infrastructuur en Milieu

XII INFRASTRUCTUUR EN MILIEU: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

9 070,2

9 300,9

8 638,3

8 732,0

8 911,7

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Aanpassing kasritme basispakket beheer en onderhoud hoofdwegennet

– 200,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Aanpassing voeding IF

– 20,0

– 80,0

– 100,0

– 260,0

– 810,0

   Afboeking FES

1 566,3

1 005,1

1 237,6

1 630,6

565,6

   Geluidsisolatie Schiphol

22,7

0,1

0,0

– 1,7

0,0

   Kasritme verschuiving van projecten voorheen FES

– 24,4

26,2

2,0

8,2

0,0

   Kasschuif bestuursakkoord water

– 254,3

– 24,2

231,6

30,4

16,4

   Kasschuif GIS

– 18,2

10,6

0,0

1,9

5,7

   Omlabeling stimuleringspakket

33,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   RA maatregel A1 – Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

0,0

0,0

– 53,0

– 142,0

– 196,0

   RA maatregel A21 – Aanbesteden OV grote steden

0,0

0,0

– 60,0

– 60,0

– 120,0

   RA maatregel B10 – Korting BDU/exploitatie bijdrage regionaal OV

– 30,0

– 60,0

– 90,0

– 120,0

– 160,0

   RA maatregel B9 – Taakstelling (incl. bezien takenpakket KNMI)

– 10,0

– 30,0

– 40,0

– 60,0

– 80,0

   Verwerking technische kasschuif tbv rijksbrede problematiek

100,0

– 250,0

– 75,0

75,0

150,0

   Zandmotor en quick wins binnenhavens

37,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

30,3

6,3

6,2

6,3

5,7

 

1 232,8

604,1

1 059,4

1 108,7

– 622,6

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Departementale herindeling

883,1

764,3

711,4

463,5

590,0

   Prijsbijstelling

111,9

107,6

105,6

109,7

91,3

   Prijsbijstelling hoofdstuk xii

28,8

39,0

34,0

29,8

30,8

   Verwerking DBFM-contract A12

– 78,0

– 5,4

– 78,3

13,2

13,2

   Diversen

– 29,6

– 18,0

– 9,5

– 1,6

– 2,0

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Omlabeling stimuleringspakket

– 33,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

883,2

887,5

763,2

614,6

723,3

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

2 116,0

1 491,6

1 822,6

1 723,2

100,7

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

11 186,2

10 792,5

10 460,9

10 455,2

9 012,4

Totaal Internationale samenwerking

114,3

123,1

117,8

20,2

20,1

Stand Voorjaarsnota 2011

11 300,4

10 915,6

10 578,7

10 475,3

9 032,5

XII INFRASTRUCTUUR EN MILIEU: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

99,8

94,6

88,3

86,3

93,3

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Afboeking FES

– 41,4

– 36,5

– 28,0

– 26,0

– 26,0

 

– 41,4

– 36,5

– 28,0

– 26,0

– 26,0

   Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

– 0,6

– 0,8

– 0,9

– 0,9

– 0,9

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Departementale herindeling

0,0

0,0

700,0

700,0

700,0

 

– 0,6

– 0,8

699,1

699,1

699,1

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

– 42,0

– 37,3

671,1

673,1

673,1

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

57,7

57,3

759,4

759,4

766,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

57,7

57,3

759,4

759,4

766,4

Aanpassing kasritme basispakket beheer en onderhoud hoofdwegennet

Om het kasritme van de staat te optimaliseren is een uitgave van 200 mln. ten behoeve van het basispakket Beheer en Onderhoud Hoofdwegennet die voorzien was voor 2011, al in 2010 bij Najaarsnota 2010 voldaan.

Aanpassing voeding IF

Naar aanleiding van maatregelen die voorvloeien uit het Regeerakkoord wordt de voeding van het IF aangepast.

Afboeking FES

In het Regeerakkoord is besloten de belegde ruimte in het Fonds Economische Structuurversterking (FES) van middelen op het gebied van Verkeer en Vervoer, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Duurzaamheid en Kennis/Innovatie over te hevelen naar het Infrastructuurfonds respectievelijke de departementale begrotingen.

Geluidsisolatie Schiphol (GIS)

De onderuitputting uit 2010 wordt in 2011 weer toegevoegd.

Kasritme verschuiving van projecten voorheen FES

Bij het leegboeken van het FES is er de mogelijkheid geboden om het kasritme aan te passen. De mutatie betreft het per saldo doorschuiven van middelen voor projecten van 2010 en 2011 naar latere jaren.

Kasschuif bestuursakkoord water

Er vindt een kasschuif plaats op het IF die het sluiten van het bestuursakkoord water mogelijk maakt. Zowel binnen deze kabinetsperiode als daarna is deze schuif intertemporeel budgettair neutraal.

Kasschuif GIS

Dit betreft een kasschuif die de begrotingsstand in lijn brengt met de prognose Geluidsisolatie Schiphol zoals met de Tweede Kamer is gedeeld.

Omlabeling stimuleringspakket

De uitgaven in het kader van het stimuleringspakket van het kabinet Balkenende IV zijn binnen het uitgavenkader geplaatst. Het betreffen gelden uit de Motie van Geel voor de N57 Middelburg-Oosterscheldekering en de N18 bij Varsseveld (zie tegenhanger bij niet-relevante mutaties).

Regeerakkoord maatregel A1 – Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

Dit betreft maatregel A1 uit het Regeerakkoord.

Regeerakkoord maatregel A21 – Aanbesteden OV grote steden

Dit betreft maatregel A21 uit het Regeerakkoord.

Regeerakkoord maatregel B10 – Korting BDU/exploitatiebijdrage regionaal OV

Dit betreft maatregel B10 uit het Regeerakkoord.

Regeerakkoord maatregel B9 – Taakstelling (incl. bezien takenpakket KNMI)

Dit betreft maatregel B9 uit het Regeerakkoord.

Verwerking technische kasschuif ten behoeve van de rijksbrede problematiek

Om het kasritme van de Staat te optimaliseren, vindt er bij Voorjaarsnota een kasschuif plaats. Het betreft diverse technische boekingen die via de begroting van I&M (XII) lopen.

Zandmotor en quick wins binnenhavens

Bij het project Zandmotor en quick wins binnenhavens is in 2010 een onderuitputting ontstaan van respectievelijk 28,0 mln. en 9,3 mln. Dit bedrag wordt in 2011 weer aan de begroting van I&M toegevoegd.

Diversen – beleidsmatige mutaties

De grootste post betreft de finale btw-compensatie (11,0 mln.) ten behoeve van de Betuweroute en de HSL, welk eenmalig aan de begroting van I&M wordt toegevoegd. Andere wijzigingen betreft de toevoeging van de eindejaarsmarge van hoofdstuk XII.

Departementale herindeling

Dit betreft de overboeking van middelen van de VROM begroting naar de begroting van I&M.

Verwerking DBFM-contract A12

De uitgaven voor het traject A12 Lunetten–Veenendaal zijn conform de begrotingsregels voor PPS (Publiek Private Samenwerking) uitgesmeerd over de jaren. Daarnaast zijn de beschikbare begrotingsbedragen in overeenstemming gebracht met het kasritme van het DBFM contract.

Diversen – technische mutaties

De grootste posten betreffen de overboeking van innovatiemiddelen NLR naar EL&I en de overboeking naar het gemeentefonds en het provinciefonds in het kader van het Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn (23,2 mln.).

Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

XIII ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

2 882,9

2 801,2

2 660,1

2 683,9

2 707,1

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Afwikkeling FES

147,3

135,9

133,3

127,3

99,1

   Apurement

139,9

0,0

0,0

0,0

0,0

   Compensatie FES projecten 2010

– 26,1

0,0

0,0

0,0

0,0

   Dekking onvermijdelijke uitgaven

– 38,1

– 53,7

– 54,0

– 76,2

– 8,3

   Eindejaarsmarge

65,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   Kasschuif CCS

– 57,0

45,0

12,0

0,0

0,0

   Kasschuif MEP/SDE

– 58,3

– 65,1

– 54,8

– 27,8

– 8,8

   Kasschuif natuur (NJN 2010)

– 36,3

0,0

0,0

0,0

0,0

   Kernenergie

7,9

15,9

18,7

0,0

0,0

   Ondernemingsklimaatsubsidies

– 16,8

– 47,0

– 93,9

– 120,7

– 167,7

   SDE

0,0

0,0

– 50,0

– 90,0

– 90,0

   Taakstelling rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

0,0

0,0

– 34,0

– 94,0

– 128,0

   Themagerichte innovatiesubsidies

– 30,0

– 84,0

– 168,0

– 216,0

– 300,0

   Diversen

43,0

2,5

2,5

2,5

3,2

 

141,3

– 50,5

– 288,2

– 494,9

– 600,5

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   ISB

2 550,9

2 146,4

2 026,3

1 782,3

1 669,6

   Prijsbijstelling

29,2

32,0

30,7

27,1

24,5

   Van OCW inzake TNO

116,5

109,5

104,3

95,5

90,0

   Diversen

104,7

63,2

60,3

53,3

47,0

 Niet tot een ijklijn behorend

         

   Diversen

– 0,2

0,3

0,2

0,3

0,3

 

2 801,1

2 351,4

2 221,8

1 958,5

1 831,4

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

2 942,4

2 301,0

1 933,7

1 463,5

1 230,7

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

5 825,3

5 102,2

4 593,7

4 147,4

3 937,8

Totaal Internationale samenwerking

204,7

193,7

184,7

129,8

113,1

Stand Voorjaarsnota 2011

6 030,0

5 295,9

4 778,4

4 277,2

4 050,9

XIII ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

8 036,5

8 188,5

7 922,2

7 291,8

7 974,9

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Afboeken FES

– 487,4

– 398,4

– 353,0

– 113,8

– 9,5

   CO2 veilingopbrengsten

– 55,0

– 55,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

14,1

0,2

0,2

0,3

0,3

 

– 528,3

– 453,2

– 352,8

– 113,5

– 9,2

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   ISB

158,3

150,8

162,4

116,1

121,1

   Diversen

43,1

0,0

0,0

0,0

0,0

 Niet tot een ijklijn behorend

         

   Aardgasbaten

1 600,0

1 400,0

750,0

– 100,0

– 200,0

   Afboeken FES afdracht

2 722,6

2 174,2

2 310,2

2 478,5

1 445,1

   CO2 veilingopbrengsten

55,0

55,0

0,0

0,0

0,0

   ISB

303,0

303,0

303,0

303,0

303,0

   SDE+

0,0

0,0

100,0

200,0

300,0

   Diversen

10,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

4 892,0

4 083,0

3 625,6

2 997,6

1 969,2

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

4 363,8

3 629,8

3 272,7

2 884,1

1 960,1

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

12 400,2

11 818,4

11 195,0

10 175,9

9 934,9

Totaal Internationale samenwerking

11,8

11,8

9,3

9,3

1,8

Stand Voorjaarsnota 2011

12 412,1

11 830,2

11 204,3

10 185,2

9 936,7

Afwikkeling FES

De belegde ruimte van het FES op het gebied van Verkeer en Vervoer, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Duurzaamheid en Kennis en Innovatie is overgeheveld naar departementale begrotingen. Daarbij is bij een aantal projecten ook het kasritme aangepast.

Apurement

Om EL&I in de gelegenheid te stellen een aantal (toekomstige) financiële correcties vanuit de EU op te kunnen vangen is 139,9 mln. vrij gemaakt binnen de eigen begroting. Het betreft correcties op Nederlandse declaraties bij Europese fondsen voor die gevallen, waarbij de uitvoering naar de mening van de Commissie niet conform Europese regelgeving heeft plaatsgevonden.

Compensatie FES projecten 2010

Het betreft hier compensatie omdat er op meerdere artikelen meer FES-middelen in 2010 zijn gedeclareerd dan er oorspronkelijk geraamd stond.

Dekking onvermijdelijke uitgaven

Om de onvermijdelijke uitgaven te dekken heeft binnen de EL&I begroting een herprioritering van middelen plaats gevonden. Het betreft dan met name de inzet van nog niet gecommitteerde voormalige FES middelen en middelen op de beleidsterreinen ondernemen, kennis en innovatie, energie en telecom.

Eindejaarsmarge

De eindejaarsmarge wordt ingezet voor overlopende verplichtingen uit het stimuleringspakket 2010. Het gaat hier dan onder andere om projecten rondom de kenniswerkers, high tech topprojecten, elektrische auto, investeringsregelingen duurzame stallen en luchtwassers.

Kasschuif Carbon, Capture and Storage (CCS)

In het kader van het programma Carbon, Capture and Storage (CCS) wordt voor het Road project budget naar latere jaren verschoven omdat uitgaven later tot betaling komen dan geraamd.

Kasschuif MEP/SDE

Omdat de voor de MEP/SDE beschikbare middelen later tot betaling komen dan geraamd, wordt het budget verschoven naar latere jaren. Dit wordt mede veroorzaakt doordat in 2010 niet alle aanvragen zijn verwerkt tot een daadwerkelijke beschikking, dit zal in 2011 alsnog gebeuren.

Kasschuif natuur (NJN 2010)

Bij Najaarsnota 2010 is een aantal knelpunten op het terrein van natuur en landschap opgelost waaronder hogere uitvoeringskosten Programma Beheer en implementatiekosten van het nieuwe (provinciale) subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer en de kosten van de programma’s Biodiversiteit en Leren voor Duurzame Ontwikkeling. De dekking heeft plaatsgevonden via een horizontale kasverschuiving vanuit 2011.

Kernenergie

In verband met de behandeling van een mogelijke vergunningaanvraag voor de bouw van een nieuwe kerncentrale wordt er budget vrij gemaakt voor het vergunningverleningtraject in afwachting van de aanpassing van het Bijdragenbesluit kernenergiewet 1981, waarna de kosten bij de vergunningaanvrager kunnen worden neergelegd. Daarnaast is er budget nodig voor de uitbreiding van menskracht en voor middelen in verband met een aantal (verwachte) vergunningaanvragen, onder meer voor de vervanging hoge flux reactor in Petten en de uitbreiding van Urenco, en voor de uitvoering van besluiten, die genomen zijn door het vorige kabinet zoals het langer openhouden van Borssele.

Ondernemingsklimaatsubsidies

Dit betreft maatregel B3 uit het Regeerakkoord.

SDE

Dit betreft maatregel B1 uit het Regeerakkoord.

Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

Dit betreft maatregel A1 uit het Regeerakkoord.

Themagerichte innovatiesubsidies

Dit betreft maatregel B2 uit het Regeerakkoord.

Diversen – beleidsmatige mutaties

Deze post bestaat grotendeels uit aanpassingen van kasramingen en herschikkingen tussen operationele doelstellingen. Daarnaast is er in 2011 incidenteel 10 mln. vrijgemaakt voor de nieuwe Voedsel en warenautoriteit en 5,5 mln. voor de schikking, omdat bij de FM frequentie verdeling in 2003 een vergunning te laat is afgegeven.

Incidentele suppletoire begroting (ISB)

Het betreft hier alle mutaties uit de ISB, belangrijkste onderdeel hierin is het samenvoegen van de begroting van oud-LNV in die van oud-EZ tot de nieuwe begroting EL&I.

Van OCW inzake TNO

Conform het Regeerakkoord is de verantwoordelijkheid voor TNO onder gebracht bij het ministerie van EL&I.

Diversen – technische mutaties

Belangrijkste post hierin betreft de overheveling van het budget behorende bij de grote technologische instituten zoals Marin en Deltares van I&M naar EL&I.

Afboeken FES + Afboeken FES afdracht

Met het Regeerakkoord wordt de belegde ruimte in het Fonds Economische Structuurversterking op het gebied van Verkeer en Vervoer, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Duurzaamheid en Kennis en Innovatie overgeheveld naar het Infrastructuurfonds respectievelijk de departementale begrotingen. Met de nota van wijzigingen is in het kader van de overheveling een tweetal begrotingstechnische aanpassingen verwerkt. In de eerste plaats zijn alle geraamde ontvangsten uit het FES afgeboekt. In de tweede plaats zal vanuit de begroting van EL&I in de toekomst niet meer worden bijgedragen aan het FES, omdat ook geen sprake meer zal zijn van een voeding vanuit de aardgasbaten.

CO2 veilingopbrengsten

Het betreft een technische correctie waarmee de CO2 veilingopbrengstenvoor 2011 en 2012 conform de begrotingsregels buiten de ijklijn geplaatst zijn en daarmee niet relevant.

Aardgasbaten

De aardgasbatenraming is opwaarts bijgesteld. De belangrijkste reden van de bijstelling is dat het CPB het scenario voor de olieprijs 2011 en 2012 naar boven heeft bijgesteld.

SDE +

Dit betreft maatregel 13 van de lasten uit het Regeerakkoord.

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

25 880,0

26 943,3

27 903,8

28 609,7

29 131,2

Mee- en tegenvallers

         

 Sociale zekerheid

         

   IOAW

0,3

8,5

20,5

37,2

48,7

   Kinderbijslag

34,5

31,4

30,1

36,8

39,7

   Kinderopvangtoeslag

220,0

303,0

359,0

395,0

426,0

   Kindgebonden budget

20,9

– 45,4

– 123,6

– 166,7

– 201,5

   Re-integratie Wajong

15,0

35,0

35,0

35,0

35,0

   Toeslagenwet

– 14,3

– 23,0

– 26,7

– 27,5

– 22,8

   Wajong

13,5

14,8

18,4

22,0

32,0

   Wet werk en bijstand

– 140,1

– 180,9

– 162,6

– 63,2

17,7

   Diversen

– 1,0

– 3,0

2,2

9,9

24,4

 

148,8

140,4

152,3

278,5

399,2

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

2,9

0,0

0,0

0,0

0,0

  Sociale zekerheid

         

   Aanpak fraude

0,0

– 50,0

– 90,0

– 140,0

– 180,0

   AHK in referentieminimumloon afbouwen

0,0

– 54,0

– 99,0

– 145,0

– 192,0

   AWIR effect kinderopvang

– 16,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Beperken nieuwe instroom WSW

0,0

0,0

0,0

– 30,0

– 100,0

   Beperken Wajong tot volledig en duurzaam arbeidsongeschikten

0,0

– 20,0

– 40,0

– 70,0

– 90,0

   Geen AOW tegemoetkoming bovenop aio bij onvolledige opbouw

0,0

– 20,0

– 20,0

– 20,0

– 20,0

   Gerichte bemiddeling

0,0

– 30,0

– 50,0

– 80,0

– 100,0

   Gerichte re-integratie en begeleiding ontschotte WWB, Wajong en WSW

0,0

– 200,0

– 290,0

– 420,0

– 490,0

   Maatregelen WWB

0,0

– 50,0

– 100,0

– 100,0

– 100,0

   Omlabeling stimuleringspakket

78,2

0,0

0,0

0,0

0,0

   Overboeken participatiebudget van WSW budget

0,0

0,0

2 363,8

2 363,8

2 363,8

   Overboeken WSW budget naar participatiebudget

0,0

0,0

– 2 363,8

– 2 363,8

– 2 363,8

   Taakstelling rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

0,0

0,0

– 80,0

– 209,0

– 288,0

   Taakstelling subsidies

0,0

0,0

– 10,0

– 10,0

– 20,0

   Toeslagenwet volume

0,0

4,6

10,3

19,4

25,2

   Uitstel invoering MKOB

– 355,7

0,0

0,0

0,0

0,0

   Verlagen uitkering gedeeltelijk arbeidsongeschikten

3,0

50,0

37,0

– 50,0

– 100,0

   Wegsmelten bevriezen W-deel en WSW

27,7

33,8

34,5

36,8

38,5

   Diversen

– 3,8

22,5

17,5

– 2,5

– 6,6

 

– 263,7

– 313,1

– 679,7

– 1 220,3

– 1 622,9

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

6,8

6,1

6,0

6,0

6,0

  Sociale zekerheid

         

   Loonbijstelling

61,8

52,8

50,8

47,2

45,2

   Overboeking UWV voorzieningen

32,0

12,0

12,0

12,0

12,0

   Overheveling van Jeugd & Gezin

4 484,2

4 273,3

4 215,8

4 174,2

4 180,0

   Overheveling van OCW

2 937,2

2 583,4

2 507,6

2 501,5

2 557,8

   Diversen

– 18,4

23,2

21,7

20,3

19,7

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   BIKK AOW en Anw

2,1

– 107,3

– 109,6

– 115,5

– 121,6

   Omlabeling stimuleringspakket

– 78,2

0,0

0,0

0,0

0,0

   Ontmantelen AOW-spaarfonds

– 3 426,0

– 3 539,5

– 3 652,9

– 3 766,4

– 3 879,8

   Rijksbijdrage vermogenstekort ouderdomsfonds

75,1

– 492,4

0,0

0,0

0,0

   Uitstel invoering MKOB

390,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

4,1

8,1

13,5

19,3

25,8

 

4 471,5

2 819,7

3 064,9

2 898,6

2 845,1

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

4 356,7

2 646,9

2 537,5

1 956,7

1 621,4

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

30 236,6

29 590,2

30 441,3

30 566,3

30 752,5

Totaal Internationale samenwerking

0,7

0,7

0,7

0,7

0,7

Stand Voorjaarsnota 2011

30 237,4

29 591,0

30 442,0

30 567,1

30 753,3

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

1 049,5

847,1

769,5

705,8

705,8

Mee- en tegenvallers

         

  Sociale zekerheid

         

   Kindgebonden budget

6,0

– 40,0

– 72,0

– 89,0

– 97,0

   Diversen

0,0

3,0

9,0

5,0

6,0

 

6,0

– 37,0

– 63,0

– 84,0

– 91,0

Beleidsmatige mutaties

         

  Sociale zekerheid

         

   Diversen

10,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

10,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         

  Sociale zekerheid

         

   Overheveling van Jeugd en Gezin

161,3

182,3

187,3

191,3

191,3

   Overheveling van OCW

164,7

209,7

184,7

189,7

204,7

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Overheveling van OCW

692,0

712,0

739,0

770,0

801,4

 

1 018,0

1 104,0

1 111,0

1 151,0

1 197,4

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

1 034,0

1 067,0

1 048,0

1 067,0

1 106,4

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

2 083,5

1 914,1

1 817,5

1 772,8

1 812,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

2 083,5

1 914,1

1 817,5

1 772,8

1 812,2

IOAW

Dit betreft een bijstelling van de raming op basis van CEP. De macro-economische doorwerking van het Regeerakkoord leidt tot een hogere doorstroom vanuit de WW naar de IOAW, waardoor de IOAW-uitkeringslasten stijgen.

Kinderbijslag

De raming voor kinderbijslag is meerjarig naar boven bijgesteld op basis van nieuwe volumeramingen van de SVB.

Kinderopvangtoeslag

De raming voor de kinderopvangtoeslag is naar boven bijgesteld als gevolg van een ramingsbijstelling ten aanzien van een hogere deelnameontwikkeling (zowel dagopvang als buitenschoolse opvang), het aantal afgenomen uren en een aanpassing van gedragseffecten. Daarnaast werkt de uitvoeringstegenvaller uit 2010 structureel door in latere jaren en leidt de nieuwe bevolkingsraming van het CBS tot een stijging van de uitgaven.

Kindgebonden budget

De ramingen van het kindgebonden budget zijn bijgesteld n.a.v. recente inkomensgegevens van het CPB en realisatiegegevens van de Belastingdienst (deze waren ten tijde van het Regeerakkoord nog niet bekend). Doordat de inkomens stijgen terwijl de inkomensgrens t/m 2015 niet wordt geïndexeerd, krijgen minder huishoudens recht op kindgebonden budget. Dit leidt tot lagere uitgaven. Hierdoor daalt ook de bevoorschotting door de Belastingdienst, wat weer leidt tot lagere terugontvangsten.

Re-integratie Wajong

Stijgende uitgaven bij de werkvoorzieningen (deze zijn niet gebudgetteerd) leiden tot een tegenvaller bij de re-integratie Wajong.

Toeslagenwet

De uitvoeringsinformatie laat voor 2011 een meevaller zien. Dit is voornamelijk te danken aan een lager aantal WW-uitkeringen dan geraamd bij de begroting 2011. Voor latere jaren is de volumeontwikkeling van de regelingen waarop de wet van toepassing is, gevolgd.

Wajong

Uit uitvoeringsinformatie is gebleken dat de instroomvolumes in de Wajong hoger zijn dan waar in de meest recente lange-termijn raming vanuit werd gegaan.

Wet Werk en Bijstand

Deze mutatie is een saldo van bijstellingen als gevolg van de macro-economische doorwerking van het Regeerakkoord en het afnemend beroep op de bijstand als gevolg van lagere werkloosheidscijfers (CEP). De mutatiereeks verloopt grillig omdat de maatregelen voortvloeiend uit het Regeerakkoord verschillende jaren van inwerkingtreding en verschillende ingroeipaden kennen en omdat in het nieuwe Bestuursakkoord een andere berekeningssystematiek wordt gehanteerd dan in het oude Bestuursakkoord. In het Bestuursakkoord 2008–2011 is met de gemeenten afgesproken dat t/m 2011 gemeenten binnen een bandbreedte van 12 500 extra bijstandsgerechtigden zelf verantwoordelijk zijn voor de dekking van de extra uitgaven. Voor zover het aantal bijstandsgerechtigden boven deze bandbreedte komt compenseert het Rijk t/m 2011 de uitgaven voor het deel van de mensen wat er boven zit. In het Bestuursakkoord 2011 – 2015 is afgesproken dat met ingang van 2012 het macro-budget weer wordt vastgesteld conform de systematiek die voorafgaand aan het Bestuursakkoord 2008–2011 gold.

Aanpak fraude

Dit betreft een nadere uitwerking van maatregel F12 uit het Regeerakkoord. Conform het Regeerakkoord wordt fraude in de sociale zekerheid harder aangepakt. Bij een eerste overtreding wordt het genoten voordeel teruggevorderd en wordt een boete ter hoogte van het genoten voordeel opgelegd. Recidive leidt bij uitkeringsfraude tot uitsluiting van de betreffende uitkering voor vijf jaar (vanwege het vangnetkarakter is dit bij de bijstand drie maanden). Voor bedrijven leidt recidive tot hogere boetes en kan uiteindelijk tot stillegging of invordering van een dwangsom worden overgegaan.

AHK in referentieminimumloon afbouwen

De overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting in de berekening van het referentieminimumloon, waarop de uitkeringen worden gebaseerd, wordt in 20 jaar afgebouwd.

AWIR effect kinderopvang

Het effect van de bezuiniging in 2012 heeft in december 2011 effect omdat in de AWIR (Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen) is geregeld dat huishoudens de kinderopvangtoeslag ontvangen in de maand voorafgaand aan de daadwerkelijke opvang.

Beperken nieuwe instroom WSW

Dit betreft een onderdeel van maatregel F3 uit het Regeerakkoord.

Beperken Wajong tot volledig en duurzaam arbeidsongeschikten

Dit betreft een onderdeel van maatregel F3 uit het Regeerakkoord.

Geen AOW tegemoetkoming bovenop Aio bij onvolledige opbouw

Om stapeling van AOW-tegemoetkoming/MKOB en de bijstandsvoorziening Aanvullende inkomensvoorziening ouderen (Aio) te voorkomen wordt de MKOB voortaan opgenomen in de middelentoets van de bijstand.

Gerichte bemiddeling

Dit betreft een onderdeel van maatregel F3 uit het Regeerakkoord.

Gerichte re-integratie en begeleiding ontschotte WWB, Wajong en WSW

Dit betreft een onderdeel van maatregel F3 uit het Regeerakkoord.

Maatregelen WWB

Dit betreft een onderdeel van maatregel F3 uit het Regeerakkoord.

Omlabeling stimuleringspakket

De uitgaven in het kader van het stimuleringspakket van het vorige kabinet zijn binnen het uitgavenkader geplaatst (zie tegenhanger bij niet-relevante mutaties).

Overboeken participatiebudget van WSW budget

Dit betreft een onderdeel van maatregel F3 uit het Regeerakkoord.

Overboeken WSW budget naar participatiebudget

Dit betreft een onderdeel van maatregel F3 uit het Regeerakkoord.

Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

Dit betreft maatregel A1 uit het Regeerakkoord.

Taakstelling subsidies

Dit betreft maatregel B11 uit het Regeerakkoord.

Toeslagenwet volume

De macro-economische doorwerking van het Regeerakkoord leidt tot een hoger aantal TW-uitkeringen.

Uitstel invoering MKOB

De Mogelijkheid Koopkrachttegemoetkoming Oudere Belastingplichtigen (MKOB) wordt per 1 juni 2011 ingevoerd in plaats van per 1 januari 2011. De raming wordt verlaagd met 355 mln. De MKOB vervangt de AOW-tegemoetkoming, die als gevolg van de vertraging langer doorloopt. De rijksbijdragen AOW-tegemoetkoming worden daarom met 390 mln. verhoogd. Per saldo kost de vertraagde invoering 35 mln.

Verlagen uitkering gedeeltelijk arbeidsongeschikten

In het Regeerakkoord is opgenomen dat de bestaande Wajong-populatie wordt heringedeeld in «volledig en duurzaam» arbeidsongeschikt en «gedeeltelijk» arbeidsongeschikt, waarbij de uitkering voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten per 2014 wordt verlaagd van 75% naar 70% van het WML. In de eerste jaren zijn extra middelen uitgetrokken voor de herindeling van de bestaande populatie.

Wegsmelten bevriezen W-deel en WSW

Vorig jaar is besloten het Wsw-budget en het W-deel niet te indexeren. Een deel van deze besparing is verloren gegaan, doordat in het RA is afgesproken de loonbijstelling 2011 (voor zover het de contractloonstijging betreft) niet uit te keren. Dit besparingsverlies maakt deel uit van de totale problematiek waarvoor dekkende maatregelen zijn genomen.

Overboeking UWV voorzieningen

De voorzieningen re-integratie Wajong waren ten onrechte ten laste van de WAO/WIA/WAZ geboekt op begrotingshoofdstuk 40. Met deze mutatie worden de middelen overgeheveld naar de re-integratie Wajong op begrotingshoofdstuk 15.

Overheveling van Jeugd en Gezin

Dit betreft de overboeking van middelen van de begroting van Jeugd en Gezin naar de begroting van SZW (zowel aan de uitgaven als de ontvangstenkant).

Overheveling van OCW

Dit betreft de overboeking van het budget voor kinderopvangtoeslag van de begroting van OCW naar de begroting van SZW.

BIKK AOW en Anw

De rijksbijdragen ter compensatie van de kosten van de heffingskortingen voor de sociale fondsen (AOW en Anw) zijn naar boven bijgesteld. Dit is het gevolg van de neerwaartse bijstelling van de totale omvang van de heffingskortingen in de CEP ten opzichte van de MEV.

Ontmantelen AOW-spaarfonds

Deze mutatie betreft de ontmanteling van het AOW-spaarfonds.

Rijksbijdrage vermogenstekort Ouderdomsfonds

De premie-inkomsten van het Ouderdomsfonds zijn ten opzichte van de MEV 2011 met ongeveer 1 mld. verlaagd als gevolg van een extra afrekening tussen belasting- en premie-inkomsten over oude jaren. Hierdoor ontstaat een hoger exploitatietekort en is een grotere rijksbijdrage benodigd. Deze wordt echter verrekend met het vermogensoverschot eind 2010 van ruim 1 mld. waardoor de rijksbijdrage slechts marginaal toeneemt. Voor 2012 is de inkomstenraming opwaarts bijgesteld, waardoor het ouderdomsfonds een kleinere rijksbijdrage behoeft.

Overheveling van OCW (Sociale Zekerheid)

Dit betreft een overboeking van de terugontvangsten van de Belastingdienst van OCW naar SZW als gevolg van de besluitvorming in het Regeerakkoord.

Overheveling van OCW (Niet tot een ijklijn behorend)

Dit betreft een overboeking van de werkgeversbijdrage van OCW naar SZW als gevolg van de besluitvorming in het Regeerakkoord.

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

16 293,8

16 594,9

16 798,9

17 603,7

18 569,6

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Stelselwijziging orgaandonatie

– 21,5

– 5,0

0,0

0,0

0,0

   Subsidietaakstelling

– 16,5

– 46,4

– 73,8

– 91,0

– 92,2

   Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

0,0

0,0

– 7,0

– 16,0

– 25,0

   Tegemoetkomingen-programmagelden Wtcg

75,7

40,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

84,7

25,9

– 5,8

– 6,4

– 4,4

  Zorg

         

   Zorguitgaven BES-eilanden

22,5

15,2

15,2

14,5

14,1

   Diversen

– 7,6

– 8,0

0,0

0,0

0,0

 

138,3

21,7

– 59,8

– 102,9

– 107,5

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Gesloten jeugdzorg

241,8

235,5

237,6

238,8

240,0

   Jeugdgezondheidszorg

213,4

210,5

210,5

210,5

210,5

   Preventief jeugdbeleid (centra voor Jeugd &Gezin)

151,8

149,8

149,8

149,8

149,8

   Provinciaal gefinancierde jeugdzorg

1 194,5

1 207,70

1 237,8

1 237,9

1 146,9

   Huisartsenopleiding

– 133,7

– 136,3

– 135,3

– 135,3

– 135,3

   Loonbijstelling

36,8

35,3

35,0

34,5

33,6

   Tegemoetkomingen-programmagelden Wtcg

– 75,7

– 40,0

0,0

0,0

0,0

   Overgangsrecht kosten ouderenregeling ambulancepersoneel

32,0

31,0

30,0

28,0

28,0

   Diversen

58,4

71,7

73,9

69,1

63,0

  Zorg

         

   Huisartsenopleiding

133,7

136,3

135,3

135,3

135,3

   Tegemoetkomingen-programmagelden Wtcg

75,7

40,0

0,0

0,0

0,0

   Middelen fonds ziekenhuis opleidingen

112,0

112,0

112,0

112,0

112,0

   Diversen

33,8

36,3

36,7

37,3

37,6

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Bevriezing doelgroep zorgtoeslag

0,0

– 600,0

– 1 300,0

– 1 700,0

– 2 100,0

   Vermogenstoets zorgtoeslag

0,0

0,0

– 170,0

– 170,0

– 170,0

   Macromutaties

32,2

– 108,2

52,6

27,2

– 796,1

   Diversen

– 12,1

– 13,1

– 13,1

– 13,1

– 13,1

 

2 094,6

1 368,5

692,8

262,0

– 1 057,8

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

2 232,9

1 390,1

633,2

159,1

– 1 165,3

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

18 526,7

17 985,0

17 432,1

17 762,8

17 404,3

Totaal Internationale samenwerking

8,3

6,8

5,9

5,3

4,9

Stand Voorjaarsnota 2011

18 534,9

17 991,8

17 438,0

17 768,2

17 409,2

 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

151,1

103,9

88,4

69,4

45,2

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Afwikkeling FES

– 48,2

– 52,3

– 34,8

– 22,6

– 4,5

   Diversen

– 4,0

– 8,2

– 5,9

– 6,1

0,0

  Zorg

         

   Opleidingsfonds

20,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

– 32,2

– 60,5

– 40,7

– 28,7

– 4,5

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Ontvangsten

4,6

1,6

1,6

1,6

64,6

   Diversen

2,2

0,9

0,9

0,9

0,9

 

6,8

2,5

2,5

2,5

65,5

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

– 25,3

– 58,1

– 38,1

– 26,1

61,0

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

125,7

45,8

50,3

43,2

106,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

125,7

45,8

50,3

43,2

106,2

Stelselwijziging orgaandonatie

Eerder geraamde kasuitgaven voor een stelselwijziging orgaandonatie in 2011 en 2012 vallen, door het niet doorgaan van de stelselwijziging, vrij. De middelen (totaal 26,5 mln.) worden geparkeerd op de Aanvullende Post, geoormerkt voor dit onderwerp. Afhankelijk van de besluitvorming over dit onderwerp wordt de inzet van deze middelen over de jaren heen bepaald.

Subsidietaakstelling

De post «subsidietaakstelling» betreft de maatregel B6 uit het Regeerakkoord op de begroting van VWS. Voor nadere invulling van de subsidietaakstelling verwijzen wij naar de brief «Invulling subsidietaakstellingen VWS» welke onlangs aan de Tweede Kamer is verstuurd.

Taakstelling Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

Deze post betreft de invulling van de maatregel A1 uit het Regeerakkoord.

Tegemoetkomingen programmagelden Wtcg

Deze posten betreffen de invulling van een overboeking over de ijklijnen vanuit de begroting van VWS ter bekostiging van de programmagelden van de Wet tegemoetkoming Chronisch zieken en Gehandicapten. Oorzaak van de mutatie is enerzijds overloop uit 2010 en daarnaast hogere uitgaven dan geraamd. Hiervoor zijn binnen Rbg-eng extra middelen beschikbaar gesteld die middels een ijklijnoverboeking worden overgeheveld naar het Wtcg-budget, dat onderdeel uitmaakt van het BKZ.

Diversen – beleidsmatige mutaties

Deze post betreft ondermeer een aantal intensiveringsmiddelen vanuit het Regeerakkoord (A2 en A3) en de toevoeging van de eindejaarsmarge aan de begroting. De beschikbaar gestelde eindejaarsmarge is volledig benut voor overlopende verplichtingen uit 2010.

Zorguitgaven BES-eilanden

Door toename in zorgvolume worden er op de BES-eilanden meer zorgkosten gemaakt dan begroot, als gevolg hiervan is de raming bijgesteld.

Gesloten Jeugdzorg + Jeugdgezondheidszorg+ Preventief jeugdbeleid+ Provinciaal gefinancierde jeugdzorg

Dit betreffen overboekingen van de middelen van de begroting van Jeugd en Gezin, naar aanleiding van de herverkaveling (opheffing Jeugd en Gezin) volgend uit het Regeerakkoord, naar de begroting van VWS.

Huisartsenopleiding

Deze post betreft de overheveling van middelen voor huisartsopleidingen, gereserveerd binnen de begroting, naar het BKZ.

Overgangsrecht kosten ouderenregeling ambulancepersoneel

Deze post betreft de overheveling van de middelen gereserveerd op het BKZ voor de kosten van de ouderenregeling ambulancepersoneel (FLO) naar de begroting van VWS.

Diversen – technische mutaties – rijksbegroting in enge zin

Deze post omvat ondermeer de overboekingen van middelen gereserveerd binnen het BKZ (bijvoorbeeld voor aanschaf van HPV-vaccins, kosten voor de maatregelen binnen de AWBZ naar aanleiding van het Regeerakkoord en kapitaallasten van het Nederlands Kanker Instituut) naar de begroting van VWS.

Middelen fonds ziekenhuis opleidingen

Dit betreft de overheveling van de middelen voor de opleiding van gespecialiseerde verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel vanuit de binnen het BKZ gereserveerde middelen voor de ziekenhuizen naar de begroting van VWS.

Diversen – technische mutaties – zorg

Deze post omvat ondermeer de prijsbijstelling voor begrotingsgefinancierde uitgaven op de begroting van VWS en overhevelingen van de middelen gereserveerd op de begroting van VWS naar het BKZ.

Bevriezing doelgroep zorgtoeslag + Vermogenstoets zorgtoeslag

Deze posten betreffen de invulling van de maatregelen F2 en F16 uit het Regeerakkoord.

Macromutaties

De posten «macromutaties» betreffen mutaties als gevolg van ramingsbijstellingen voor diverse uitgaven op de begroting van VWS. De ramingsbijstellingen worden naar aanleiding van de ramingen van de CPB (CEP) opgesteld. De uitgaven betreffen de bijdrage zorgtoeslag, rijksbijdrage 18- en de Bikk.

Afwikkeling FES

In het Regeerakkoord is afgesproken dat de belegde ruimte wordt overgeheveld naar het Infrafonds, resp. de departementale begrotingen. Dit betekent dat de FES-begroting voor de jaren 2011 en volgende is leeg geboekt. Tegelijkertijd zijn de FES-bijdragen aan de ontvangstenkant van de corresponderende vakbegroting tot nul teruggebracht; deze mutatie is hiervan het gevolg. De betreffende projecten worden voortaan uitsluitend via de uitgavenkant van de begroting verantwoord, en vinden gewoon doorgang.

Opleidingsfonds

Deze post betreft de inzet van terugontvangen subsidies uit het opleidingsfonds (begrotingsgefinancierde BKZ) ter dekking van uitgaven binnen het BKZ.

Infrastructuurfonds

A INFRASTRUCTUURFONDS: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

8 321,9

8 203,5

7 995,5

8 541,6

7 598,5

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Omlabeling stimuleringspakket

28,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Toedelen voordelig saldo 2010

406,7

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

4,3

0,0

0,0

0,0

0,0

 

439,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Aanpassing kasritme basispakket Beheer en Onderhoud Hoofdwegennet

– 200,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Kasschuif bestuursakkoord water

– 254,3

– 24,2

231,6

30,4

16,4

   RA maatregel A19 – Breder toepassen pps bij aanleg infrastructuur

0,0

0,0

– 10,0

– 30,0

– 50,0

   RA maatregel A22 – Niet invoeren kilometerheffing

0,0

– 40,0

– 40,0

– 40,0

– 300,0

   RA maatregel A23 – Hogere gebruiksvergoeding spoor

0,0

0,0

0,0

0,0

– 50,0

   RA maatregel A24 – Temporisering en versobering kaderrichtlijn water

– 20,0

– 20,0

– 20,0

– 40,0

– 50,0

   RA maatregel A25 – Ruimtelijke inpassing bovenwettelijk

0,0

– 20,0

– 30,0

– 50,0

– 50,0

   RA maatregel A26 – Vereenvoudiging omgevingsrecht

0,0

0,0

0,0

– 50,0

– 50,0

   Verwerking DBFM-contract A12

– 78,0

– 5,4

– 78,3

13,2

13,2

   Verwerking technische kasschuif tbv rijksbrede problematiek

100,0

– 250,0

– 75,0

75,0

150,0

   Diversen

21,0

34,0

13,6

– 19,0

– 23,9

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Omlabeling stimuleringspakket

– 28,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

– 459,2

– 325,6

– 8,1

– 110,4

– 394,3

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

– 20,3

– 325,6

– 8,1

– 110,4

– 394,3

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

8 301,6

7 877,8

7 987,4

8 431,2

7 204,1

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

8 301,6

7 877,8

7 987,4

8 431,2

7 204,1

A INFRASTRUCTUURFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

8 321,9

8 203,5

7 995,5

8 541,6

7 598,5

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Omlabeling stimuleringspakket

28,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Toedelen voordelig saldo 2010

51,9

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

4,3

0,0

0,0

0,0

0,0

 

84,2

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Aanpassing kasritme basispakket beheer en onderhoud hoofdwegennet

– 200,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Aanpassing voeding IF

– 20,0

– 80,0

– 100,0

– 260,0

– 810,0

   Kasschuif bestuursakkoord water

– 254,3

– 24,2

231,6

30,4

16,4

   RA maatregel A20 – verhoogde opbrengst spoorsector en meer doelmatigheid

0,0

0,0

0,0

0,0

160,0

   RA maatregel A28b – Maatregelen waterschappen

0,0

0,0

0,0

50,0

100,0

   Verwerking DBFM-contract A12

– 78,0

– 5,4

– 78,3

13,2

13,2

   Verwerking technische kasschuif tbv rijksbrede problematiek

100,0

– 250,0

– 75,0

75,0

150,0

   Zandmotor en quick wins binnenhavens

37,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

16,3

34

13,6

– 19,0

– 23,9

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Omlabeling stimuleringspakket

– 28,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Toedelen voordelig saldo 2010

354,8

0,0

0,0

0,0

0,0

 

– 104,4

– 325,6

– 8,1

– 110,4

– 394,3

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

– 20,3

– 325,6

– 8,1

– 110,4

– 394,3

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

8 301,6

7 877,8

7 987,4

8 431,2

7 204,1

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

8 301,6

7 877,8

7 987,4

8 431,2

7 204,1

Omlabeling stimuleringspakket

De uitgaven in het kader van het stimuleringspakket van het kabinet Balkenende IV zijn binnen het uitgavenkader geplaatst. Het betreffen gelden uit de Motie van Geel voor de N57 Middelburg-Oosterscheldekering en de N18 bij Varsseveld (zie tegenhanger bij niet-relevante mutaties).

Toedelen voordelig saldo 2010

In 2010 was er een voordelig saldo of het IF. Het bedrag komt ten gunste c.q. ten laste van het artikel waarop dit ontstaan is.

Aanpassing kasritme basispakket Beheer en Onderhoud Hoofdwegennet

Om het kasritme van de staat te optimaliseren is een uitgave van 200 mln. ten behoeve van het basispakket Beheer en Onderhoud Hoofdwegennet die voorzien was voor 2011, al in 2010 bij Najaarsnota voldaan.

Kasschuif bestuursakkoord water

Er vindt een kasschuif plaats op het IF die het sluiten van het bestuursakkoord water mogelijk maakt. Zowel binnen deze kabinetsperiode als daarna is deze schuif intertemporeel budgettair neutraal.

Regeerakkoord maatregel A19 – Breder toepassen pps bij aanleg infrastructuur

Dit betreft maatregel A19 uit het Regeerakkoord.

Regeerakkoord maatregel A22 – Niet invoeren kilometerheffing

Dit betreft maatregel A22 uit het Regeerakkoord.

Regeerakkoord maatregel A23 – Hogere gebruiksvergoeding spoor

Dit betreft maatregel A23 uit het Regeerakkoord.

Regeerakkoord maatregel A24 – Temporisering en versobering kaderrichtlijn water

Dit betreft maatregel A24 uit het Regeerakkoord.

Regeerakkoord maatregel A25 – Ruimtelijke inpassing bovenwettelijk

Dit betreft maatregel A25 uit het Regeerakkoord.

Regeerakkoord maatregel A26 – Vereenvoudiging omgevingsrecht

Dit betreft maatregel A26 uit het Regeerakkoord.

Verwerking DBFM-contract A12

De uitgaven voor het traject A12 Lunetten-Veenendaal zijn conform de begrotingsregels voor PPS (Publiek Private Samenwerking) uitgesmeerd over de jaren. Daarnaast zijn de beschikbare begrotingsbedragen in overeenstemming gebracht met het kasritme van het DBFM contract.

Verwerking technische kasschuif ten behoeve van de rijksbrede problematiek

Om het kasritme van de Staat te optimaliseren, vindt er bij Voorjaarsnota een kasschuif plaats. Het betreft diverse technische boekingen die via de begroting van I&M (XII) verlopen.

Diversen – technische mutaties

De grootse posten binnen de technische diversen post betreffen ten eerste de finale btw-compensatie (11,0 mln.) ten behoeve van de Betuweroute en HSL, welk eenmalig aan de begroting van I&M wordt toegevoegd. Ten tweede het amendement 13 van het lid De Rouwe ten behoeve van de N23 (21,6 mln.) en ten derde een overboeking naar het gemeentefonds en het provinciefonds in het kader van het Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn (21,2 mln.).

Aanpassing voeding IF

Naar aanleiding van maatregelen die voortvloeien uit het Regeerakkoord wordt de voeding van het IF aangepast.

Regeerakkoord maatregel A20 – Verhogen opbrengst spoorsector en meer doelmatigheid

Dit betreft maatregel A20 uit het Regeerakkoord.

Regeerakkoord maatregel A28b – Maatregelen waterschappen

Dit betreft maatregel A28b uit het Regeerakkoord.

Zandmotor en quick wins binnenhavens

Bij het project Zandmotor en quick wins binnenhavens is in 2010 een onderuitputting ontstaan van respectievelijk 28,0 mln. en 9,3 mln. Dit bedrag wordt in 2011 weer aan de begroting van I&M toegevoegd.

Gemeentefonds

B GEMEENTEFONDS: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

18 110,9

17 820,0

17 862,0

17 797,9

17 640,6

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Normeren lokaal inkomensbeleid

0,0

– 40,0

– 40,0

– 40,0

– 40,0

   NUP

27,5

31,5

31,5

31,5

– 122,0

   Selectieve en gerichte schuldhulpverlening

0,0

– 20,0

– 20,0

– 20,0

– 20,0

   Verminderen politieke ambtsdragers

0,0

0,0

0,0

0,0

– 110,0

   Wijziging betalingsverloop

245,3

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

1,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

273,8

– 28,5

– 28,5

– 28,5

– 292,0

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

89,9

10,9

5,3

1,3

1,3

  Zorg

         

   WMO huishoudelijke hulp

72,9

72,9

72,9

72,9

72,9

 

162,8

83,8

78,2

74,2

74,2

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

436,5

55,3

49,7

45,7

– 217,8

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

18 547,4

17 875,4

17 911,6

17 843,5

17 422,8

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

18 547,4

17 875,4

17 911,6

17 843,5

17 422,8

Normeren lokaal inkomensbeleid

Dit betreft maatregel F8 uit het Regeerakkoord.

NUP

In het Bestuursakkoord is met de VNG afgesproken dat de implementatie van het Nationaal Uitvoeringsprogramma E-overheid (NUP) wordt voorgefinancierd middels een kasschuif in het gemeentefonds.

Selectieve en gerichte schuldhulpverlening

Dit betreft maatregel F10 uit het Regeerakkoord.

Verminderen politieke ambtsdragers

Dit betreft maatregel A28c uit het Regeerakkoord.

Wijziging betalingsverloop

In 2010 is een gedeelte van het gemeentefonds niet uitbetaald aan gemeenten. Dit is veroorzaakt doordat de verdeelmaatstaven niet allemaal in 2010 definitief konden worden vastgesteld, waardoor niet kon worden overgegaan tot betaling aan de gemeenten. Het resterende bedrag wordt in 2011 uitbetaald. Hiertoe wordt de begroting van het gemeentefonds verhoogd.

Diversen – technische mutaties

De post diversen bestaat voornamelijk uit een aantal overhevelingen van middelen van departementale begrotingen, die via het gemeentefonds aan gemeenten worden uitgekeerd. Dit gaat bijvoorbeeld om Brede scholen (23 mln.), Nationaal Actieplan Sport en bewegen (10 mln.) of Pieken in de Delta (9 mln.).

WMO huishoudelijke hulp

Het WMO budget 2011 wordt verhoogd tot totaal 1 455,9 mln. zoals overeengekomen is in het Bestuursakkoord.

Provinciefonds

C PROVINCIEFONDS: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

1 142,5

1 086,0

1 090,0

1 071,8

926,8

Mee- en tegenvallers

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

– 0,2

0,0

0,0

0,0

0,0

 

– 0,2

0,0

0,0

0,0

0,0

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Verminderen politieke ambtsdragers

0,0

0,0

0,0

0,0

– 10,0

 

0,0

0,0

0,0

0,0

– 10,0

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Pieken in de Delta

19,7

0,0

0,0

0,0

0,0

   Regio Specifiek Pakket Zuiderzeelijn

15,9

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

– 0,2

5,3

– 1,0

– 1,0

0,0

 

35,4

5,3

– 1,0

– 1,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

35,1

5,3

– 1,0

– 1,0

– 10,0

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

1 177,7

1 091,3

1 089,0

1 070,8

916,8

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

1 177,7

1 091,3

1 089,0

1 070,8

916,8

Verminderen politieke ambtsdragers

Dit betreft maatregel A28c uit het Regeerakkoord.

Pieken in de Delta

Voor het programma Pieken in de Delta waarbij bedrijven, kennisinstellingen en samenwerkingsverbanden subsidie kunnen krijgen bij projecten voor ontwikkeling en toepassing van hoogwaardige kennis, wordt in 2011 eenmalig 19,7 mln. toegevoegd aan het provinciefonds. Deze middelen zijn afkomstig van de begroting van EL&I.

Regio Specifiek Pakket Zuiderzeelijn

In juni 2008 is het Convenant Regiospecifiek Pakket (RSP) Zuiderzeelijn ondertekend door voorheen Verkeer en Waterstaat, de Stuurgroep Zuiderzeelijn en de provincies Fryslân, Groningen, Drenthe en Flevoland. De gelden voor de RSP-onderdelen Ruimtelijk-economisch Programma en Concrete bereikbaarheidsprojecten worden uitgekeerd middels een decentralisatie-uitkering. Deze middelen worden overgeheveld van de begroting van I&M.

Diergezondheidsfonds

F DIERGEZONDHEIDSFONDS: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

9,1

9,1

9,1

9,1

9,1

Technische mutaties

         

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Toevoeging eindsaldo 2010

12,9

0,0

0,0

0,0

0,0

 

12,9

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

12,9

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

22,0

9,1

9,1

9,1

9,1

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

22,0

9,1

9,1

9,1

9,1

F DIERGEZONDHEIDSFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

9,1

9,1

9,1

9,1

9,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

9,1

9,1

9,1

9,1

9,1

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

9,1

9,1

9,1

9,1

9,1

Toevoeging eindsaldo 2010

Het positief eindsaldo 2010 wordt in 2011 aan de DGF-begroting toegevoegd.

BTW-compensatiefonds

G BTW-COMPENSATIEFONDS: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

2 844,2

2 894,7

2 896,4

2 896,4

2 896,4

Technische mutaties

         

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Nota ruimte: afdracht btw-compensatie

0,0

47,7

0,0

0,0

0,0

   Diversen

– 15,5

– 15,5

– 15,5

– 15,5

– 15,5

 

– 15,5

32,2

– 15,5

– 15,5

– 15,5

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

– 15,5

32,2

– 15,5

– 15,5

– 15,5

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

2 828,7

2 926,8

2 880,8

2 880,8

2 880,8

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

2 828,7

2 926,8

2 880,8

2 880,8

2 880,8

Nota Ruimte: afdracht btw-compensatie

In het FES was 47,7 mln. gereserveerd voor btw-compensatie over projecten uit de Nota Ruimte. Bij het opheffen van het FES zijn deze middelen vrijgevallen en direct aan het fonds toegevoegd.

Diversen

De raming van het BCF is structureel verlaagd met 15,5 mln. Deze verlaging houdt verband met het inwerkingtreden van de Wet Veiligheidsregio’s per 1 oktober 2010. De aan veiligheidsregio’s opgedragen taken komen sinds die datum niet langer via de deelnemende gemeente in aanmerking voor btw-compensatie – voor de brandweer geldt de compensatie vooralsnog nog wel. Het nadelige effect dat hierdoor voor de regio’s ontstaat, bedraagt op jaarbasis ca. 15,5 mln. Een kwart van dit bedrag is reeds bij Najaarsnota 2010 toegevoegd aan de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die het bedrag via een brede doeluitkering ten goede laat komen aan de Veiligheidsregio’s. Afgesproken is dit bedrag bij Voorjaarsnota 2011 structureel over te hevelen naar de (nieuwe) begroting van Veiligheid en Justitie.

Waddenfonds

H WADDENFONDS: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

80,5

40,5

37,6

39,3

41,0

Technische mutaties

         

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Overheveling eindsaldo 2010

27,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

0,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

 

27,8

– 5,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

27,8

– 5,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

108,3

35,5

32,6

34,3

36,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

108,3

35,5

32,6

34,3

36,0

H WADDENFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

33,9

33,9

37,6

39,3

41,0

Technische mutaties

         

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Diversen

0,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

 

0,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

0,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

– 5,0

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

33,9

28,9

32,6

34,3

36,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

33,9

28,9

32,6

34,3

36,0

Overheveling eindsaldo 2010

De onderuitputting op het Waddenfonds uit 2010 wordt in 2011 toegevoegd.

BES-fonds

I BES-FONDS: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

21,3

21,3

21,3

21,3

21,3

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

0,7

0,7

0,7

0,7

0,7

 

0,7

0,7

0,7

0,7

0,7

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

2,9

2,9

2,9

2,9

2,9

 

2,9

2,9

2,9

2,9

2,9

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

3,6

3,6

3,6

3,6

3,6

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

24,9

24,9

24,9

24,9

24,9

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

24,9

24,9

24,9

24,9

24,9

Diversen – beleidsmatige mutaties

Deze post bestaat uit de indexatie van het BES-fonds naar prijspeil 2011 (à 0,7 mln.)

Diversen – technische mutaties

Deze post bevat een overheveling (2,9 mln.) van de begroting van VWS ten behoeve van uitgaven door de BES-eilanden aan werkgeverspremies zorg die bij de eerdere verdeling abusievelijk niet aan de vrije uitkering voor de eilanden waren toegevoegd.

Homogene Groep Internationale Samenwerking

HOMOGENE GROEP INTERNATIONALE SAMENWERKING: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011

6 029,0

6 200,8

6 141,0

6 358,4

6 566,2

Mee- en tegenvallers

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Bnp aanpassing

– 43,7

– 14,8

– 18,3

– 41,2

– 35,4

   Diversen

0,2

0,2

0,2

0,2

0,2

 

– 43,5

– 14,6

– 18,1

– 41,0

– 35,2

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Armoedevermindering

– 10,7

– 17,3

– 13,9

– 12,6

4,1

   Asieltoerekening

– 83,5

– 38,2

– 25,3

– 22,4

– 9,5

   Beperken instroom en verkorten doorlooptijden

0,0

10,0

10,0

20,0

20,0

   Beveiliging ambassades (naar Defensie)

– 16,1

0,0

0,0

0,0

0,0

   Eindejaarsmarge HGIS opboeken

68,1

43,7

65,6

0,0

0,0

   Europees ontwikkelingsfonds

20,2

0,0

0,0

0,0

0,0

   HIV/aids

– 59,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   Humanitaire hulpverlening

25,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   Kasschuif multilaterale banken en fondsen

– 50,0

16,7

16,7

16,7

0,0

   Kasschuif ODA

60,0

– 31,5

– 28,5

0,0

0,0

   Kennisontwikkeling

– 28,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   Milieu en water

– 22,7

0,1

0,4

0,1

0,1

   Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden

80,9

0,0

0,0

0,0

0,0

   Ondernemingsklimaatsubsidies

– 3,2

– 9,0

– 18,1

– 23,3

– 32,3

   Onderwijs

– 78,3

0,0

0,0

0,0

0,0

   Participatie civil society

66,5

0,0

0,0

0,0

0,0

   Regeerakkoord: HGIS vrijwillige afdrachten internationale organisaties

– 10,0

– 10,0

– 30,0

– 40,0

– 50,0

   Regeerakkoord: OS gemiddeld op 0,7% bnp

– 340,0

– 840,0

– 660,0

– 690,0

– 750,0

   Regeerakkoord: taakstelling rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

0,0

0,0

– 18,0

– 48,0

– 67,0

   Regeerakkoord: toerekening conform ODA-criteria

– 60,0

– 60,0

– 60,0

– 60,0

– 60,0

   Regionale stabiliteit en crisisbeheersing

24,8

– 0,2

– 0,2

– 0,2

0,0

   Water en stedelijke ontwikkeling

20,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

20,2

10,2

7,8

6,7

6,6

 

– 375,4

– 925,5

– 753,5

– 853,0

– 938,0

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

– 418,9

– 940,2

– 771,7

– 894,0

– 973,1

Stand Voorjaarsnota 2011

5 610,1

5 260,6

5 369,3

5 464,4

5 593,1

HOMOGENE GROEP INTERNATIONALE SAMENWERKING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011

140,3

132,4

133,4

133,2

122,0

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

9,4

9,3

9,1

9,1

9,1

 

9,4

9,3

9,1

9,1

9,1

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

9,4

9,3

9,1

9,1

9,1

Stand Voorjaarsnota 2011

149,7

141,7

142,4

142,3

131,1

De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is een aparte budgettaire constructie waarin de uitgaven aan Internationale Samenwerking van de verschillende departementen worden gebundeld. Het uitgavenniveau van de HGIS wordt aangepast voor macro-economische ontwikkelingen. Het ODA-deel van het HGIS budget is gekoppeld aan het bruto nationaal product (bnp) en wordt gecorrigeerd voor veranderingen van het bnp. Het non-ODA deel van de HGIS wordt gecorrigeerd voor prijsveranderingen. Het merendeel van de HGIS-uitgaven wordt via de begroting van Buitenlandse Zaken verantwoord.

Bnp aanpassing

Als gevolg van macro-economische ontwikkelingen is de omvang van de HGIS bijgesteld.

Armoedevermindering

De mutatie in 2011 wordt veroorzaakt door een verlaging van het budget voor algemene macrosteun. Daarnaast daalt het budget vanwege het terugdraaien van de in de incidentele suppletoire begroting (ISB) opgenomen kasschuif op middelen aanvulling voor multilaterale banken, aanpassing van het Wereldbank partnership programma en het aanpassen van de eerder opgenomen korting op kennisinstellingen bij OC&W. Ten slotte worden ook, vanwege het gebruikelijke verdeelkarakter, mutaties op dit artikel verwerkt gerelateerd aan lagere bnp cijfers voor 2011, waardoor het ODA budget afneemt.

Asieltoerekening

De kosten van eerstejaarsopvang van asielzoekers uit ontwikkelingslanden worden volgens internationale afspraken toegerekend aan ODA. De toerekening zal in de loop van het begrotingsjaar worden vastgesteld op basis van de relevante variabelen. Definitieve afrekening vindt plaats in jaar t+1 bij Voorjaarsnota, waarbij alle relevante realisatiegegevens van voorafgaand jaar meegenomen worden. De hogere asieltoerekening leidt tot herprioritering binnen het ontwikkelingssamenwerkingbudget. Het bedrag uit 2011 bestaat voor een deel (41,2 mln.) uit een hogere toerekening voor 2011. Het restant (42,3 mln.) is de naheffing uit 2010.

Beperken instroom en verkorten doorlooptijden

Dit betreft maatregel C3 uit het Regeerakkoord.

Beveiliging ambassades (naar Defensie)

Overheveling van budget naar Defensie in verband met de inbesteding van de persoonsbeveiliging op ambassades in hoog-risico landen aan de Koninklijke Marechaussee.

Eindejaarsmarge HGIS opboeken

De onderuitputting in 2010 is via de eindejaarsmarge doorgeschoven naar 2011. Vervolgens wordt deze verspreid over meerdere jaren uitgedeeld aan de HGIS-departementen.

Europees Ontwikkelingsfonds

In de Nota van Wijziging werd dit subartikel met ca. 20 mln. verlaagd als gevolg van de proportionele verdeling van de ODA-korting van 400 mln. (conform Regeerakkoord) over de verschillende artikelen van de begroting Buitenlandse Zaken. In de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking is besloten het Europees Ontwikkelingsfonds niet te korten.

HGIS vrijwillige afdrachten internationale organisaties

Dit betreft maatregel D3 uit het Regeerakkoord.

HIV/Aids

De verlaging van het budget op HIV/Aids wordt verklaard door de vermindering van bijdragen in het kader van de HIV/Aids. De verlaging komt uit verschillende programma’s. De bijdragen aan de volgende organisaties worden verlaagd: GFATM, UNFPA, UNAIDS en WHO. Ook wordt het budget van de bilaterale landenprogramma’s en de bijdrage aan MFS verlaagd. Hier staat tegenover dat bij de behandeling van de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking voor HIV/Aids twee amendementen zijn aangenomen waardoor het budget op dit onderdeel verhoogd wordt. Het betreft de amendementen Dijkhoff/Irrgang (nr. 22) en Ferrier/Dijkhoff (nr. 55). Per saldo is er sprake van een verlaging.

Humanitaire hulpverlening

In de Nota van Wijziging werd humanitaire hulpverlening verlaagd als gevolg van de proportionele verdeling van de ODA-korting van 400 mln. (conform Regeerakkoord) over de verschillende artikelen van de begroting Buitenlandse Zaken. In de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking is dit onderdeel uitgezonderd van kortingen en wordt daarom met 27,2 mln. verhoogd.

Kasschuif multilaterale banken en fondsen

In de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking is vastgesteld dat er een kasschuif ter grootte van 50 mln. plaatsvindt van de betalingen aan de Wereldbank/IDA.

Kasschuif ODA

Er vindt een kasschuif plaats van ODA middelen door een aanpassing van het ritme van betalingen aan de Wereldbank/IDA.

Kennisontwikkeling

De verlaging op kennis en ontwikkeling is de invulling van de aangekondigde bezuiniging in de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking. Het budget van het internationaal onderwijsprogramma en onderwijsinstituten worden verlaagd. Ook wordt gekort op het onderzoeksprogramma.

Milieu en Water

De verlaging van het budget voor Milieu en Water wordt met name veroorzaakt doordat het aantal partnerlanden afneemt. Bij deze exitlanden zullen alleen de lopende programma’s nog uitgevoerd worden en geen nieuwe meer worden gestart. Daarnaast is in de In de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking opgenomen om de bijdrage aan de VN programma’s op dit terrein te verminderen.

Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden

Conform de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking wordt Ondernemingsklimaat voor wat betreft ODA uitgezonderd van kortingen en is een intensivering voorzien ten behoeve van private sectorontwikkeling en voedselzekerheid. De keuze voor deze prioritaire thema’s weerspiegelt de verschuiving van sociale naar economische sectoren. Deelterreinen waar intensivering op relatief korte termijn en met inzet van Nederlandse kennis en kunde resultaten kan bieden zijn: uitbreiding van publiek private partnerschappen, zoals het Initiatief Duurzame Handel, financiële sectorontwikkeling (SME’s, verzekeringen, sparen), onderzoek en innovatie op het gebied van landbouw en voedselzekerheid, bilaterale ambassadeprogramma’s, innovatieve financieringsinstrumenten waarbij met overheidsgaranties en -leningen private investeringen voor ontwikkelingsdoelen worden gekatalyseerd.

Ondernemingsklimaatsubsidies

Dit betreft maatregel B3 uit het Regeerakkoord.

Onderwijs

De verlaging van Onderwijs wordt grotendeels verklaard door de verschillende bezuinigingen die in de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking aangekondigd zijn. Het betreft de verlaging van de landenprogramma’s die deels wordt ingevuld door de vermindering van het aantal partnerlanden. Ook de bijdrage aan het Education for All/Fast Track Initiative en de bijdrage aan UNICEF wordt verlaagd. Ten slotte wordt het thema basisonderwijs gekort.

OS gemiddeld op 0,7% bnp

Dit betreft maatregel D1 uit het Regeerakkoord.

Participatie civil society

De verhoging van het budget voor participatie civil society wordt veroorzaakt door een bijstelling van het budget voor Medefinancieringsstelsel (MFS), zowel I als II. Voor MFS I is een verhoging voorzien vanwege het betalen van nog lopende verplichtingen. Voor MFS II wordt de stijging veroorzaakt doordat betalingen voor latere jaren naar 2011 gebracht zijn om zodoende tegemoet te komen aan de wens van de organisaties de bezuinigingen op MFS geleidelijker te laten verlopen. Ten slotte worden vanuit de relevante artikelen bedragen overgeheveld om zodoende alle MFS uitgaven te bundelen binnen het artikel voor participatie civil society.

Regeerakkoord: HGIS vrijwillige afdrachten internationale organisaties

Dit betreft maatregel D3 uit het Regeerakkoord.

Regeerakkoord: OS gemiddeld op 0,7% bnp

Dit betreft maatregel D1 uit het Regeerakkoord.

Regeerakkoord: Taakstelling rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s

Dit betreft maatregel A1 uit het Regeerakkoord.

Regeerakkoord: Toerekening conform ODA-criteria

Dit betreft maatregel D2 uit het Regeerakkoord.

Regionale stabiliteit en crisisbeheersing

Conform het Regeerakkoord en de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking wordt geïntensiveerd bij regionale stabiliteit en crisisbeheersing. Deze intensivering zal worden ingezet ten behoeve van crisisbeheersing, conflictpreventie en rechtsorde.

Water en stedelijke ontwikkeling

In de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking is opgenomen dat er extra wordt ingezet voor kennisontwikkeling op gebied van water en klimaat. Op die reden wordt het budget voor drinkwater en sanitaire voorzieningen verhoogd.

Prijsbijstelling

PRIJSBIJSTELLING: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

500,6

1 354,5

1 889,5

2 550,0

3 141,6

Mee- en tegenvallers

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Nominale ontwikkeling

– 59,0

– 154,7

– 187,4

– 225,8

– 230,6

   Nominale ontwikkeling MLT

122,2

225,5

357,1

444,7

509,3

   Sociale zekerheid

         

   Nominale ontwikkeling

– 2,9

– 7,4

– 10,9

– 17,8

– 26,3

   Diversen

0,8

1,3

2,1

2,3

2,0

  Zorg

         

   Nominale ontwikkeling

2,5

17,7

24,4

32,4

42,6

   Diversen

1,9

4,2

7,0

8,4

8,7

 

65,5

86,6

192,3

244,2

305,7

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Overboeken prijsbijstelling kinderopvang

– 19,6

– 34,2

– 46,0

– 59,2

– 76,1

   Uitkeren tranche 2011

– 536,9

– 562,0

– 546,7

– 546,6

– 522,6

   Diversen

0,4

0,0

0,0

0,0

0,0

  Sociale zekerheid

         

   Overboeken prijsbijstelling kinderopvang

19,6

34,2

46,0

59,2

76,1

   Diversen

– 11,6

– 23,6

– 21,9

– 20,4

– 19,8

  Zorg

         

   Diversen

– 17,5

– 25,0

– 25,4

– 25,7

– 25,7

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Diversen

– 0,7

– 1,7

– 2,1

– 2,5

– 2,4

 

– 566,3

– 612,3

– 596,1

– 595,2

– 570,5

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

– 500,6

– 525,6

– 403,7

– 351,0

– 264,8

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

0,0

829,0

1 485,8

2 199,1

2 876,9

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

0,0

829,0

1 485,8

2 199,1

2 876,9

Op de aanvullende post Prijsbijstelling worden de middelen gereserveerd die worden gebruikt om de prijsgevoelige uitgaven op de diverse begrotingen te compenseren voor de prijsontwikkeling. Deze compensatie wordt jaarlijks van de aanvullende post overgeboekt naar de departementale begrotingen. De indexering van de prijsbijstelling wordt aangepast aan de macro-economische ontwikkeling.

Nominale ontwikkeling

Als gevolg van nieuwe inzichten op basis van ramingen van het Centraal Planbureau in de ontwikkeling van de prijzen is de uitgavenraming voor de prijsbijstelling bijgesteld.

Overboeken prijsbijstelling kinderopvang

Dit betreft een overheveling van de gereserveerde prijsbijstelling kinderopvang van het kader Rijksbegroting in enge zin naar het kader Sociale Zekerheid. Onder het kabinet Balkenende IV stond het budget voor kinderopvang op de begroting van OCW.

Uitkeren tranche 2011

De prijsbijstelling tranche 2011 is overgeboekt naar de departementale begrotingen.

Indexering Wet Studiefinanciering

INDEXERING WSF: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

6,2

13,8

76,0

146,9

218,7

Mee- en tegenvallers

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

– 0,7

– 1,7

– 1,4

– 2,4

– 4,2

 

– 0,7

– 1,7

– 1,4

– 2,4

– 4,2

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

– 4,2

– 4,4

– 4,4

– 4,4

– 4,4

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Nominale ontwikkeling

1,3

3,1

21,9

35,4

48,6

   Diversen

– 2,5

– 3,6

– 4,8

– 5,3

– 5,9

 

– 5,4

– 4,9

12,7

25,7

38,3

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

– 6,2

– 6,7

11,3

23,2

34,1

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

0,0

7,1

87,3

170,1

252,8

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

0,0

7,1

87,3

170,1

252,8

Diversen – mee- en tegenvallers

Deze diversenpost bevat de nominale ontwikkeling bij de indexering studiefinanciering en de lesgelden. De nominale ontwikkeling van de indexering studiefinanciering geeft de prijsontwikkeling aan van de uit te keren studiefinanciering, bedragen voor de Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten (WTOS) en de lesgelden. Deze nominale ontwikkeling wordt geactualiseerd op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) en de Macro Economische Verkenning (MEV) van het Centraal Planbureau.

Diversen – technische mutaties

Deze diversenpost bevat de uitkering van de prijsbijstelling bij de lesgelden.

Nominale ontwikkeling

Nominale ontwikkeling van de indexering studiefinanciering die niet tot een ijklijn behoort (niet-kaderrelevante mutaties).

Diversen – technische mutaties niet tot een ijklijn behorend

Deze diversenpost bevat onder andere de uitkering van de prijsbijstelling van de studiefinanciering die niet tot een ijklijn behoort (niet-kaderrelevante mutaties).

Arbeidsvoorwaarden

ARBEIDSVOORWAARDEN: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

1 059,0

2 515,2

3 982,6

5 797,2

7 706,1

Mee- en tegenvallers

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Nominale ontwikkeling

91,3

396,3

664,6

402,2

109,1

   Sociale zekerheid

         

   Nominale ontwikkeling

20,9

3,8

– 8,8

– 80,2

– 169,3

  Zorg

         

   Nominale ontwikkeling

2,2

23,2

34,5

48,9

63,8

   Diversen

0,0

– 4,5

– 1,2

– 5,0

– 10,3

 

114,4

418,8

689,1

365,9

– 6,7

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Loonontwikkeling collectieve sector

– 720,0

– 740,0

– 760,0

– 790,0

– 800,0

  Sociale zekerheid

         

   Loonontwikkeling collectieve sector

– 60,0

– 60,0

– 60,0

– 60,0

– 60,0

   Zorg

         

   Diversen

– 10,0

– 10,0

– 10,0

– 10,0

– 10,0

 

– 790,0

– 810,0

– 830,0

– 860,0

– 870,0

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Loonbijstelling tranche 2011

– 310,7

– 306,4

– 303,8

– 300,5

– 299,1

   Overheveling kinderopvang

– 13,1

– 49,8

– 103,1

– 149,7

– 200,4

  Sociale zekerheid

         

   Loonbijstelling tranche 2011

– 61,8

– 52,8

– 50,8

– 47,2

– 45,2

   Overheveling kinderopvang

13,1

49,8

103,1

149,7

200,4

  Zorg

         

   Diversen

– 8,8

– 11,8

– 11,8

– 12,1

– 12,2

  Niet tot een ijklijn behorend

         

   Diversen

– 2,1

– 1,9

– 1,6

– 2,3

– 3,0

 

– 383,4

– 372,9

– 368,0

– 362,1

– 359,5

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

– 1 059,0

– 764,1

– 508,9

– 856,2

– 1 236,2

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

0,0

1 751,1

3 473,7

4 941,1

6 469,9

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

0,0

1 751,1

3 473,7

4 941,1

6 469,9

Nominale ontwikkeling

Als gevolg van nieuwe inzichten op basis van ramingen van het Centraal Planbureau in de ontwikkeling van de lonen en de sociale werkgeverslasten is de uitgavenraming voor de loonbijstelling bijgesteld.

Loonontwikkeling collectieve sector

Dit betreft maatregel E1 uit het Regeerakkoord.

Loonbijstelling tranche 2011

De loonbijstelling tranche 2011 is overgeboekt naar de departementale begrotingen.

Overheveling kinderopvang

Dit betreft een overheveling van de gereserveerde loonbijstelling kinderopvang van het kader Rijksbegroting in enge zin naar het kader Sociale Zekerheid. Onder het kabinet Balkenende IV stond het budget voor kinderopvang op de begroting van OCW.

Koppeling uitkeringen

KOPPELING UITKERINGEN: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

124,3

299,0

512,5

789,5

1 093,2

Mee- en tegenvallers

         

  Sociale zekerheid

         

   Nominale ontwikkeling

5,1

29,4

95,9

131,8

92,2

   Diversen

0,4

0,9

1,3

1,6

2,1

 

5,5

30,3

97,2

133,4

94,3

Technische mutaties

         

  Sociale zekerheid

         

   Bruteringseffect

0,0

19,7

– 9,5

– 42,7

– 32,1

   Overheveling van Jeugd en Gezin

0,0

40,0

125,7

211,0

294,9

   Diversen

0,0

– 3,1

– 5,5

– 6,7

– 10,0

 

0,0

56,6

110,7

161,6

252,8

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

5,6

86,9

208,0

294,9

347,1

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

129,8

385,9

720,5

1 084,3

1 440,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

129,8

385,9

720,5

1 084,3

1 440,4

Nominale ontwikkeling

Ten opzichte van de vorige Miljoenennota wordt de loon- en prijsontwikkeling nu hoger geraamd door het CPB. Deze ontwikkeling volgt uit de macro-bijstellingen.

Bruteringseffect

Diverse uitkeringen zijn netto gekoppeld aan het netto minimum loon, zodat deze evenredig worden aangepast als het minimumloon wordt bijgesteld. Doordat sommige uitkeringen een ander bruto-netto traject kennen dan het minimumloon, kan de bruto uitkering een afwijkende ontwikkeling vertonen dan die van het bruto minimumloon. Het effect hiervan op de uitkeringslasten wordt het bruteringseffect genoemd.

Overheveling van Jeugd en Gezin

Dit betreft de overboeking van middelen van de begroting van Nominale bijstelling AKW naar Koppeling Uitkeringen.

Aanvullende Post Algemeen

ALGEMEEN: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

– 345,6

84,0

60,4

60,4

60,4

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   RA: Immigratie en integratie

51,4

66,4

94,4

99,4

55,4

   RA: Immigratie en integratie (uitkering)

– 50,4

– 50,4

– 50,4

– 50,4

– 50,4

   RA: Infrastructuur

0,0

0,0

100,0

200,0

500,0

   RA: Kwaliteit onderwijs

0,0

540,0

980,0

1 100,0

1 340,0

   RA: Kwaliteit onderwijs kwaliteitsimpuls/reservering ramingsrisico (uitkering)

0,0

– 70,0

– 180,0

– 220,0

– 270,0

   RA: Kwaliteit onderwijs prestatiebeloning (uitkering)

0,0

0,0

0,0

0,0

– 120,0

   RA: Natuur en leefomgeving

30,0

30,0

130,0

230,0

300,0

   RA: Natuur en leefomgeving kasschuif pas

– 25,0

9,0

9,0

7,0

0,0

   RA: Veiligheid

490,0

460,0

440,0

460,0

470,0

   RA: Veiligheid justitieketen (uitkering)

– 100,0

– 100,0

– 100,0

– 100,0

– 100,0

   RA: Veiligheid kasschuif nationale politie

– 90,0

0,0

30,0

30,0

30,0

   RA: Veiligheid politie (uitkering)

– 300,0

– 300,0

– 300,0

– 300,0

– 300,0

   RA: Zorg

20,0

154,0

154,0

94,0

179,0

   Ramingstechnische veronderstelling in=uit

– 966,5

– 43,7

– 65,6

0,0

0,0

   Invulling in=uit-taakstelling

372,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Reserve EL&I

60,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   Reserve voorjaar

500,0

– 125,0

– 125,0

– 125,0

– 125,0

   Reserve voorjaar (inzet)

– 400,0

100,0

100,0

100,0

100,0

   Vrijval diversen

– 40,8

– 47,0

0,0

0,0

0,0

   Diversen

– 15,3

– 18,8

– 26,1

– 16,2

– 16,2

  Sociale zekerheid

         

   Diversen

– 19,1

– 12,5

– 12,5

– 12,5

– 12,5

  Zorg

         

   RA: Zorg

142,0

798,0

798,0

798,0

798,0

   Diversen

– 0,1

– 0,1

– 0,1

– 0,1

– 0,1

 

– 341,8

1 389,9

1 975,7

2 294,2

2 778,2

Technische mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Diversen

3,4

11,4

19,2

22,7

30,2

Zorg

         

   Diversen

1,7

9,7

9,7

9,7

9,6

 

5,1

21,1

28,9

32,4

39,8

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

– 336,8

1 411,0

2 004,5

2 326,5

2 818,0

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

– 682,4

1 495,0

2 064,9

2 386,9

2 878,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

– 682,4

1 495,0

2 064,9

2 386,9

2 878,4

Invulling in=uit-taakstelling

Bij Startnota is de in=uit-taakstelling die voor 2011 in de boeken stond, ingevuld.

RA: Immigratie en integratie

Dit betreft intensiveringen (C) voor immigratie en integratie uit het Regeerakkoord. Bij Voorjaarsnota is 50,4 mln. aan BZK als regisseur uitgekeerd.

RA: Infrastructuur

Dit betreft intensiveringen (D) voor infrastructuur uit het Regeerakkoord.

RA: Kwaliteit onderwijs

Dit betreft intensiveringen (E) voor kwaliteit onderwijs uit het Regeerakkoord. De reeks E11 en een deel van E2 en E4 worden bij Voorjaarsnota overgeheveld naar de OCW begroting.

RA: Natuur en leefomgeving

Dit betreft intensiveringen (F) voor natuur en leefomgeving uit het Regeerakkoord. Bij reeks F1 vindt een kasschuif plaats om het kasritme aan te passen aan de behoefte.

RA: Veiligheid

Dit betreft intensiveringen (B) voor veiligheid uit het Regeerakkoord. Tranche 2011 van reeks B1 is bij ISB overgeheveld naar de V&J begroting. Reeks B2 wordt in zijn geheel overgeheveld naar de begroting van BZK (bij ISB) en naar V&J (bij Voorjaarsnota). Daarnaast zijn de middelen behorend bij maatregel A2 voor de nationale politie, geschoven in de tijd.

RA: Zorg

Dit betreft intensiveringen (A) voor de zorg uit het Regeerakkoord (Rbg-eng middelen).

Ramingstechnische veronderstelling in=uit

Bij Voorjaarsnota wordt de eindejaarsmarge uitgekeerd aan de departementale begrotingen. Als tegenhanger hiervan wordt de ramingstechnische veronderstelling in=uit op de Aanvullende Post verwerkt. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de onderuitputting die zich in 2010 heeft voorgedaan ook in 2011 zal optreden. De eindejaarsmarge voor de HGIS middelen en daarmee de corresponderende in=uit wordt over drie jaren verspreid.

Reserve EL&I

Om EL&I in de gelegenheid te stellen een aantal (toekomstige) financiële correcties vanuit de EU op te kunnen vangen, is een reservering aangelegd. Het betreft correcties op Nederlandse declaraties bij Europese fondsen voor die gevallen, waarbij de uitvoering naar de mening van de Commissie niet conform Europese regelgeving heeft plaatsgevonden.

Reserve voorjaar

Bij Startnota is een reserve voor het voorjaar 2011 op de Aanvullende Post geboekt, hiervoor is voor de jaren 2012 t/m 2015 een taakstelling ingeboekt om het beeld intertemporeel te laten sluiten. Bij Voorjaarsnota is een groot gedeelte ingezet voor de problematiek.

Vrijval diversen

Op de Aanvullende Post worden middelen per definitie tijdelijk «geparkeerd». Voor de herziening van de staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk was op Aanvullende Post een reservering opgenomen om de schulden van de Antillen te saneren. Per 10 oktober 2010 is de schuldsanering Antillen afgerond en daarom vallen de hiervoor gereserveerde middelen in 2011 en 2012 vrij.

RA: Zorg

Dit betreft intensiveringen (A) voor de zorg uit het Regeerakkoord (zorg).

Consolidatie

CONSOLIDATIE: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

– 9 131,5

– 8 757,6

– 8 235,3

– 8 452,2

– 7 309,3

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Afboeken consolidatie FES

2 722,6

2 174,2

2 310,2

2 487,5

1 445,1

 

2 722,6

2 174,2

2 310,2

2 487,5

1 445,1

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

2 722,6

2 174,2

2 310,2

2 487,5

1 445,1

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

– 6 408,9

– 6 583,4

– 5 925,1

– 5 964,7

– 5 864,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

– 6 408,9

– 6 583,4

– 5 925,1

– 5 964,7

– 5 864,2

CONSOLIDATIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro’s
 

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Miljoenennota 2011 (excl. IS)

– 9 131,5

– 8 757,6

– 8 235,3

– 8 452,2

– 7 309,3

Beleidsmatige mutaties

         

  Rijksbegroting in enge zin

         

   Afboeken consolidatie FES

2 722,6

2 174,2

2 310,2

2 487,5

1 445,1

 

2 722,6

2 174,2

2 310,2

2 487,5

1 445,1

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2011

2 722,6

2 174,2

2 310,2

2 487,5

1 445,1

Stand Voorjaarsnota 2011 (subtotaal)

– 6 408,9

– 6 583,4

– 5 925,1

– 5 964,7

– 5 864,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2011

– 6 408,9

– 6 583,4

– 5 925,1

– 5 964,7

– 5 864,2

De post Consolidatie wordt gebruikt voor het corrigeren van de Rijksbegroting voor dubbeltellingen die ontstaan door het bruto-boeken van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het ontvangende departement raamt daarnaast de te ontvangen bijdragen ook aan de ontvangstenkant van de begroting. Hierdoor wordt het rekenkundig niveau van de totale rijksuitgaven en de rijksontvangsten hoger dan het feitelijk niveau. Door de post Consolidatie wordt hiervoor gecorrigeerd. De hoogte van de post wordt in belangrijke mate bepaald door de bijdragen via de begrotingen van Verkeer en Waterstaat en het FES aan het Infrastructuurfonds.

Afboeken consolidatie FES

Met de ontmanteling van het FES bij Startnota wordt de post consolidatie daarvoor gecorrigeerd.


X Noot
1

«Risico’s en Zekerheden», dertiende rapport Studiegroep Begrotingsruimte (april 2010).

X Noot
2

«Kingdom of the Netherlands–The Netherlands 2011 Article IV Consultation: Preliminary Conclusions», Internationaal Monetair Fonds (18 maart 2011).

X Noot
3

De Medium-Term Objective (MTO) is de middellange termijndoelstelling voor het structurele EMU-saldo.

X Noot
4

Tijdens het plenaire debat op woensdag 23 maart 2011.

X Noot
5

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 618 VIII, nr. 32

X Noot
6

De economische groei wordt afgemeten aan de volumeontwikkeling van het bbp. Voor de ontwikkeling van de belasting- en premieontvangsten is de waardeontwikkeling (=volume- x prijsontwikkeling) van het bbp, oftewel de nominale ontwikkeling van het bbp, relevant.

X Noot
7

De NMa staat op de Nederlandse, gereguleerde investeringen een maximaal, nominaal rendement op eigen vermogen toe van 7,7 procent per jaar, hetgeen wordt aangemerkt als een passend rendement in het geval van Tennet.

Naar boven