32 772 Beleidsdoorlichting Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nr. 38 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2023

Uw Kamer heeft mij een aantal aanvullende vragen gesteld over mijn brief met daarin de opzet van de periodieke rapportage geneesmiddelen, medische technologie en lichaamsmateriaal. Die bieden mij een goede gelegenheid om een aantal dingen nader toe te lichten, dan wel te schetsen op welke manier ik zaken zal uitwerken.

1.

Kunt u de hoofdvraag verder specificeren in deelvragen? Welke onderzoeksvragen worden uitgevraagd bij een externe partij om te beantwoorden?

De hoofdvraag zal verder worden gespecificeerd in deelvragen, maar dat is nog niet gebeurd. Uiteraard zal dat plaatsvinden voordat deze worden uitgevraagd bij een externe partij.

2.

Op welke manier zal het synthese onderzoek worden uitgevoerd? Hoe wordt bepaald of ingezette beleidsinstrumenten doelmatig en doeltreffend zijn geweest?

Hoe de externe partij het synthese onderzoek zal uitvoeren, is aan die partij. Bij de uitvraag van het onderzoek zal ik er expliciet op aansturen dat doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid worden meegenomen in het onderzoek en de onderzoekers duidelijk maken hoe zij dit gaan meten.

3.

Kunt u een overzicht geven van de verschillende beleidsinstrumenten die onderzocht zullen worden en de daarmee gemoeide budgetten?

Ik ben bezig om de scope van het onderzoek nader te bepalen. In samenspraak met de onderzoekers zal ik tot een overzicht van beleidsinstrumenten komen dat onderdeel gaat uitmaken van het onderzoek. Dit overzicht zal worden opgenomen in de eindrapportage.

4.

In hoeverre is door het ministerie zelf, ter voorbereiding op deze geplande periodieke rapportage, al gekeken welke evaluaties op dit terrein beschikbaar zijn en waar eventuele kennishiaten zitten? Wat gaat u doen indien er op onderdelen nog (te) weinig evaluaties beschikbaar zijn?

De inventarisatie van de relevante evaluaties in de benoemde periode is gedaan. Daaruit is naar voren gekomen dat er veel bekend is, zoals ook is vermeld in de verschillende brieven die ik in de afgelopen periode aan uw Kamer heb gestuurd. Bij de verdere uitwerking van de onderzoeksopdracht zal worden geïnventariseerd waar de kennishiaten zitten en op welke wijze en met welke onderzoeksvragen mogelijk meer inzicht kan worden verschaft.

5.

Welke deskundigen of welke partijen gaat u benaderen om dit onderzoek uit te voeren? Hoe wordt de stuurgroep samengesteld en welke rol en bevoegdheden krijgen zij? Wie wordt de methodologische en/of beleidsinhoudelijk onafhankelijk deskundige die een oordeel geeft over de validiteit en betrouwbaarheid van de bevindingen van het uitgevoerde onderzoek? Op welke wijze wordt deze deskundige bij het onderzoek betrokken?

Ik realiseer me dat de hoofdvraag zoals ik die heb gesteld, breed is. Dat vraagt iets van de externe partij die dit onderzoek zal gaan uitvoeren. In het aanbestedingstraject is dan ook ruimte voor partijen met verschillende expertises die gezamenlijk een onderzoeksvoorstel indienen.

De stuurgroep staat onder leiding van een onafhankelijk voorzitter. Leden zullen door de opdrachtgever worden geselecteerd op basis van inhoudelijke expertise. Afhankelijk van de fase van het onderzoek en onderwerp is het voorstelbaar dat door het onderzoeksbureau specifieke themasessies worden georganiseerd met relevante stakeholders. De concept eindrapportage van het onderzoeksbureau zal uiteindelijke ter inhoudelijke goedkeuring aan de stuurgroep worden voorgelegd.

De validiteit en betrouwbaarheid van de bevindingen van het onderzoek zijn in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de onderzoekers van de externe partij. De stuurgroep zal hier eveneens op toezien.

6.

Waarom wordt (in de hoofdvraag) gekozen tot inperking van het aspect beschikbaarheid terwijl bij een periodieke rapportage de doeltreffendheid en doelmatigheid van ingezette rijksinstrumenten centraal staan?

Wordt ook gekeken naar de mate waarin ingezette beleidsinstrumenten een bijdrage hebben geleverd aan kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg en ondersteuning?

Zoals ik mijn brief al heb aangegeven heb ik hiervoor gekozen omdat beschikbaarheid van geneesmiddelen, medische technologie en lichaamsmateriaal in de genoemde periode een steeds dominanter thema is geworden én het een thema is waar in de verschillende sectoren op een andere manier mee wordt omgegaan. Dat maakt het interessant om een evaluatie uit te voeren, omdat in de drie sectoren dezelfde overheid beleid maakt ten aanzien van beschikbaarheid.

Ik heb hierbij ook aangegeven dat juist het thema beschikbaarheid raakt aan de publieke waarden kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. Deze waarden worden dus vanzelfsprekend meegenomen als wordt gekeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de ingezette beleidsinstrumenten.

7.

Wordt beoogd dat de periodieke rapportage straks ook conclusies en beleidsaanbevelingen zal bevatten?

Kunt u bevestigen dat de periodieke evaluatie, conform de eisen uit de Regeling periodiek evaluatieonderzoek (RPE), lessen voor het vergroten van de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid zal bevatten, aanknopingspunten voor verbetering en minimaal een besparingsoptie van 20% op de budgettaire grondslag van het (beleids)thema?

De periodieke rapportage zal worden uitgevoerd conform de eisen uit de RPE en zal ook conclusies en beleidsaanbevelingen bevatten, rekening houdend met het feit dat het onderhavige beleidsterrein zowel uit begrotingsgeld als premiemiddelen wordt gefinancierd.

8.

Kunt u in de periodieke rapportage ook expliciet aandacht besteden aan de rol die de factor arbeid(besparing) in de onderzoeksperiode heeft gespeeld binnen de te onderzoeken beleidsthema’s?

Hoewel de factor arbeid niet direct raakt aan beschikbaarheid van medische producten kunnen problemen op gebied van beschikbaarheid wel degelijk effect hebben op de inzet van arbeid, bijvoorbeeld in de openbare apotheek. Ik vind dit derhalve een interessante suggestie en zal er in de onderzoeksopdracht op aansturen dat dit aspect wordt meegenomen in de periodieke rapportage.

9.

Kunt u in de periodieke rapportage ook expliciet ingaan op de aandacht die is besteed aan het aspect «security» (veiligheid van data en systemen) in de onderzoeksperiode binnen de te onderzoeken beleidsthema’s?

De veiligheid van data en systemen als zodanig, is niet een onderwerp dat van belang is, waar het de doelmatigheid en doeltreffendheid van ingezette beleidsinstrumenten voor de beschikbaarheid van geneesmiddelen, medische technologie en lichaamsmateriaal betreft. Het aspect security blijft daarmee buiten beschouwing in dit onderzoek. De veiligheid van deze producten aan zich is uiteraard wel een thema.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven