32 767 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met verhoging van de leeftijd waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat van 65 naar 66 jaar (Wet verhoging pensioenleeftijd naar 66 jaar)

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 mei 2011

Op 10 mei is het voorstel van wet Verhoging pensioenleeftijd naar 66 jaar (Kamerstukken 32767) aan de Tweede Kamer aangeboden. Hierbij licht ik graag de noodzaak toe van een zodanige behandeling van dit wetsvoorstel dat het voor het zomerreces door uw Kamer afgehandeld kan worden. Het is nodig nu al stappen te zetten in de vorm van dit wetsvoorstel. In het regeerakkoord is namelijk een taakstellende besparing op het Witteveenkader opgenomen per 1-1-2013 van € 700 miljoen. Voor deze taakstelling is het van belang dat pensioenfondsen voldoende tijd hebben de pensioenreglementen aan te passen aan het nieuwe Witteveenkader.

Gezien het voorgaande zou ik het zeer op prijs stellen wanneer het mogelijk zou zijn de inbreng op het wetsvoorstel op 8 juni (een week eerder dan in de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid is afgesproken) te kunnen ontvangen. Van mijn zijde zal ik zorg dragen voor beantwoording van het verslag op 14 juni.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp

Naar boven