32 757 Bouwbesluit 2012

Nr. 80 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 30 augustus 2013

De algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister voor Wonen en Rijsdienst over de brief van 11 juni 2013 inzake de Aanbieding ontwerpbesluit houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012, betreffende uitvoering van de verordening bouwproducten (Kamerstuk 32 757, nr. 71).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 28 augustus 2013. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, De Rouwe

De griffier van de commissie, Van der Leeden

Vraag 1

In welke mate is er sprake van lagere eisen aan kwaliteit voor bouwmaterialen nu de nationale eisen worden vervangen door Europese eisen? Kunt u dit toelichten?

Antwoord 1:

De Europese regelgeving stelt geen eisen aan de kwaliteit van bouwmaterialen of -producten. De regels bepalen met name hoe producten, die in de handel worden gebracht, moeten worden getest of beoordeeld op specifieke producteigenschappen ofwel essentiële kenmerken en geeft aan welke klassen of waarden kunnen worden gehanteerd voor het uitdrukken van de productprestaties op die essentiële kenmerken. Deze essentiële kenmerken zijn afgeleid van de fundamentele eisen voor bouwwerken uit de nationale (bouw)regelgevingen van de EU-lidstaten. De fundamentele eisen betreffen onder andere constructieve veiligheid, brandveiligheid, gezondheid en milieu.

De eisen die indirect aan de kwaliteit van bouwmaterialen of -producten worden gesteld, blijven onderwerp van nationale regelgeving. Zo volgt uit het Bouwbesluit of een product bijvoorbeeld 20 minuten brandwerend of juist 30 minuten brandwerend moet zijn, afhankelijk van zijn toepassing. De wijze waarop de brandwerendheid van een product moet worden bepaald en kenbaar moet worden gemaakt volgt uit de Europese regelgeving (geharmoniseerde norm of beoordelingsdocument) die van toepassing is op het bouwproduct.

Voor de aansluiting van de productprestaties van de CE-markering op de eisen van het Bouwbesluit worden momenteel zogenaamde «aansluittabellen» gemaakt. De fabrikant kan deze aansluittabellen gebruiken om te bepalen welke informatie in de prestatieverklaring kan worden opgenomen om aan te tonen dat wordt voldaan aan de eisen die worden gesteld aan de producten die worden verwerkt in het bouwwerk.

Vraag 2

In welke mate wijken Europese tests qua normstelling af van de nationale eisen die nu vervallen?

Antwoord 2:

In zijn algemeenheid geldt dat er geen normstelling (ofwel grenswaarden) of eisen bestaan in de geharmoniseerde normen voor CE-markering op bouwproducten. In de geharmoniseerde norm staan slechts de methoden voor het testen en beoordelen van de prestaties van het bouwproduct, om aan te kunnen tonen of wordt voldaan aan de nationale eisen met betrekking tot bouwproducten. Wel is het zo dat wanneer een Europees geharmoniseerde norm (ten behoeve van de CE-markering) gereed is, de nationale norm die hetzelfde regelt moet worden ingetrokken. In dat geval zal de bij de geharmoniseerde norm behorende test worden gebruikt in plaats van de bij de nationale normen behorende test, prestatieniveaus en/of klassen. Echter dit heeft geen invloed op het prestatieniveau van de eisen in het Bouwbesluit.

Vraag 3

Klopt het dat een Chinese producent van bouwmaterialen zelf zorg draagt voor het uitvoeren van de Europese test waarmee het CE-keurmerk wordt verstrekt?

Antwoord 3:

In het geval er een geharmoniseerde norm van toepassing is op zijn product en de overgangsperiode van die norm is verstreken, dan moet de fabrikant nagaan welke testen uitgevoerd dienen te worden om de prestaties van zijn product te kunnen bepalen. In deze geharmoniseerde norm staat welke testen of beoordelingen hij zelf mag uitvoeren én voor welke producteigenschappen of kenmerken hij een derde onafhankelijke partij moet inschakelen. Die derde partij is daarvoor aangemeld bij de Europese Commissie (EC) door de minister voor Wonen en Rijksdienst. Wie wat mag testen is afhankelijk van het risico voor veiligheid en gezondheid en is bepaald door de EC in samenspraak met de EU-lidstaten. Deze beslissing per product(groep) is vastgelegd in het besluit dat door de EC wordt gepubliceerd in het Official Journal van de Europese Unie (OJEU). Deze besluiten zijn uiteindelijk verwerkt in de geharmoniseerde normen die fabrikanten moeten gebruiken voor het testen en beoordelen van bouwproducten die in de Europese Economische Ruimte (EER) in de handel worden gebracht.

Vraag 4

Welke controle zal Nederland uitvoeren om de kwaliteit van CE-gemarkeerde bouwmaterialen te verifiëren?

Antwoord 4:

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is door mij aangewezen voor het toezicht en de handhaving op de CE-markering op bouwproducten. Fabrikanten, importeurs en distributeurs van bouwproducten worden gecontroleerd op het voeren van de CE-markering op hun producten. Daarbij controleert de ILT op volledigheid en juistheid van de informatie die moet worden verstrekt bij de CE-markering. De ILT zal hierop voldoende inzet plegen.

Het toezicht op de aangemelde instanties die werkzaamheden uitvoeren onder de geharmoniseerde norm wordt gedaan door de Raad voor Accreditatie (RvA).

Het toezicht op technische beoordelingsinstanties, die fabrikanten helpen bij het opstellen van een Technisch Beoordelingsdocument en die een rol spelen bij de beoordeling van het product, wordt uitgevoerd door Stichting Bouwkwaliteit in opdracht van de minister voor Wonen en Rijksdienst.

Vraag 5

Hoeveel procent van het totale volume aan bouwmaterialen valt onder de CE-markering?

Antwoord 5:

Ik kan u niet precies zeggen hoeveel procent van het totale volume aan bouwmaterialen op dit moment onder de CE-markering valt, maar bijna alle producten die in de bouw worden toegepast hebben te maken met de regels van de Verordening bouwproducten.

De CE-markering is bijvoorbeeld van toepassing op bouwproducten als bakstenen, kozijnen, vlak glas, deuren, balken (hout, staal, beton), dakpannen, tegels, schroeven, etc., maar ook de elementen die deel uitmaken van een systeem en definitief geïntegreerd zijn in het bouwwerk, zoals rookdetectoren en kranen.

Voor veel producten bestaat al een geharmoniseerde norm, die verplicht tot het aanbrengen van de CE-markering op het product, of is deze in ontwikkeling. Er zijn al ruim 430 geharmoniseerde normen die fabrikanten verplichten tot het aanbrengen van de CE-markering op hun product. Voor producten waarvoor nog geen geharmoniseerde norm bestaat kan de fabrikant kiezen een Europees Technisch Beoordelingsdocument te laten opstellen op grond waarvan een beoordeling kan plaatsvinden en de CE-markering worden aangebracht op het product.

Vraag 6

Welke extra kwaliteitsborging, bovenop de CE-markering, kan een opdrachtgever afdwingen bij opdrachtverlening, en in welke fase van het bouwontwikkelingsproces kan dat op het laatst?

Antwoord 6:

Een opdrachtgever kan private eisen stellen of om een kwaliteitsverklaring vragen bij wijze van extra kwaliteitsborging, maar alleen voor producteigenschappen die niet zijn opgenomen in de geharmoniseerde norm. Bij private eisen kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een specifieke kleur of vorm van het product. De CE-markering op bouwproducten is van toepassing op het in de handel brengen van het product en gaat dus niet over de kwaliteitsborging op gebouw- of bouwwerkniveau. De opdrachtgever is vrij om hier eisen aan te stellen in welke fase van het bouwproces dan ook.

Vraag 7

In welke mate corresponderen de Europese tests die de kwaliteit van CE-gemarkeerde producten moet staven, met de eisen voor kwaliteit van bouwwerken zoals we die in nationale wetgeving hebben vastgelegd?

Antwoord 7:

De tests die de kwaliteit van CE-gemarkeerde producten moeten staven en de eisen aan de kwaliteit van bouwwerken, zoals deze in het Bouwbesluit zijn opgenomen, zijn twee geheel verschillende zaken. Ik kan dan ook niet aangeven in welke mate die zaken met elkaar corresponderen. Met het gebruik van CE-gemarkeerde producten wordt natuurlijk een bijdrage geleverd aan het realiseren van de in het Bouwbesluit voorgeschreven kwaliteit van bouwwerken. Zie ook mijn antwoord op vraag 1.

Vraag 8

Welke gevolgen heeft twijfel over de kwaliteit van CE-gemarkeerde bouwmaterialen voor het behalen van de in nationale wetgeving vastgelegde eisen aan bouwkundige en constructieve veiligheid en welke middelen heeft de overheid om dergelijke twijfel weg te nemen?

Antwoord 8:

Indien er twijfel is over de in de prestatieverklaring genoemde prestaties van het bouwproduct of bouwmateriaal kan de toeleverancier worden gevraagd nadere informatie aan te leveren. Eveneens kan de ILT worden benaderd met de vraag de juistheid van de informatie over de prestaties van het bouwproduct te controleren. Wanneer de fabrikant zich niet houdt aan de Europese regels voor de CE-markering zal de ILT interveniëren (bijvoorbeeld door het opleggen van een last onder dwangsom). Wanneer een fabrikant moedwillig verkeerde informatie geeft over zijn product is er sprake van een economisch delict en kan de ILT optreden op grond van de Wet economische delicten (Wed).

Vraag 9

In welke mate zal de overheid gaan toezien op de kwaliteit van de CE-gemarkeerde bouwmaterialen?

Antwoord 9:

Zie mijn antwoord op vraag 4.

Vraag 10

Op welke manier wordt de onafhankelijkheid en kwaliteit van de certificeerders van bouwmaterialen gewaarborgd?

Antwoord 10:

De instanties (vaak Certificerende Instellingen) die aangemeld willen worden voor de uitvoering van de werkzaamheden onder een geharmoniseerde norm van de Verordening bouwproducten worden beoordeeld door de RvA. Nadat de RvA beoordeeld heeft of de betreffende instantie voldoet aan de eisen en de accreditatie toereikend is voor de uitvoering van werkzaamheden onder de verordening worden de instanties door de minister voor Wonen en Rijksdienst aangemeld bij de EC. Eenmaal aangemeld ziet de RvA toe op de uitvoering van werkzaamheden van deze instanties en controleert of de onafhankelijkheid en kwaliteit van de instantie voldoende gewaarborgd is. Dit doet zij op basis van de criteria van accreditatie, die ook gelden voor de private merken.

De RvA is ingevolge de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie aangewezen als de nationale accreditatieorganisatie.

Vraag 11

Welke inspanningen verrichten u en de EU om valse CE-markeringen uit te bannen? Zal er toename plaatsvinden in de opsporing van valse CE-markeringen?

Antwoord 11:

Het markttoezicht onder de Verordening bouwproducten is vergeleken met het toezicht onder de Richtlijn bouwproducten, die per 1 juli 2013 is ingetrokken, verbreed.

Naast het aanbrengen van de CE-markering dient voor het product een prestatieverklaring te worden opgesteld. Deze prestatieverklaring is het bewijsdocument voor wat betreft de prestaties die het product levert wanneer het wordt verwerkt in een bouwwerk. Met de ondertekening van deze prestatieverklaring erkent de fabrikant of importeur aansprakelijk te zijn voor de mogelijke schade die kan optreden wanneer het product niet de prestaties levert die hij heeft aangegeven in de prestatieverklaring.

Fabrikanten, importeurs en distributeurs worden regelmatig gecontroleerd op de informatie die zij bij hun product verstrekken. Wanneer «valse» CE-markeringen of onvolledige prestatieverklaringen worden opgespoord zal daartegen worden opgetreden.

Op Europees niveau wordt binnen het kader van een Europees handhavingsoverleg valse CE- markeringen uitgewisseld tussen de EU-lidstaten. Producten die een gevaar opleveren voor de gezondheid en veiligheid worden uitgewisseld via het zogeheten RAPEX-systeem.

Vraag 12

Heeft u zicht op de extra administratieve lasten van de CE-markering voor de Nederlandse bouwsector?

Antwoord 12:

De EC heeft in 2008 een studie uitgevoerd naar administratieve lasten van de Europese regels voor bouwproducten. Er is in deze studie overigens niet specifiek gekeken naar de administratieve lasten voor Nederlandse bedrijven. Omdat de verordening een rechtstreekse werking heeft bestaan er in principe geen noemenswaardige verschillen tussen de landen.

Uit de studie van de EC volgt weliswaar dat bijvoorbeeld fabrikanten kosten maken om te voldoen aan de Europese regels, maar dat ze er ook voordeel van hebben, omdat niet voor elk land apart nieuwe testen moeten worden uitgevoerd bij het in de markt aanbieden van hun product. Wel kan er sprake zijn van extra administratieve lasten ten opzichte van de Richtlijn bouwproducten vanwege het opstellen en ter beschikking stellen van de prestatieverklaringen aan de afnemers van bouwproducten. De CE-markering (verordening) levert echter geen extra administratieve lasten op voor opdrachtgevers, architecten, werkvoorbereiders en bouwondernemers.

De voorgestelde wijzigingen op Bouwbesluit 2012 vloeien voort uit de Verordening bouwproducten. De wijzigingen in het Bouwbesluit zelf leiden niet tot een kostenverhoging, maar leiden mijns inziens tot een kostenverlaging voor partijen in de bouw. Dit komt omdat de CE-markering en bijbehorende prestatieverklaring als voldoende bewijs kunnen dienen bij de aanvraag om een vergunning voor het bouwen. Hiervoor is dus geen (private) kwaliteitsverklaring meer nodig.

Vraag 13

Welke mogelijkheden worden in Europees verband onderzocht om tot een vermindering van de administratieve lasten te komen?

Antwoord 13:

In Europees verband zijn er stappen gezet om te komen tot een vermindering van administratieve lasten voor de bouwtoelevering. Dit vindt plaats via zogenoemde gedelegeerde handelingen (in het Engels: «delegated acts»).

De eerste gedelegeerde handeling betreft het aanbieden van de prestatieverklaring via de website in plaats van de levering van de electronische versie van de prestatieverklaring aan de eindgebruiker, waarmee kosten kunnen worden bespaard op de toezending van de prestatieverklaring.

Een tweede gedelegeerde handeling is de aanpassing van de inhoud van de prestatieverklaring zoals nu opgenomen in bijlage 3 bij de verordening, waardoor fabrikanten minder kosten behoeven te maken om deze verklaringen gedurende een periode van 10 jaar na het in de handel brengen van het product op te stellen en te beheren.

Vraag 14

Wanneer worden de resultaten van het onderzoek in Europees verband bekend?

Antwoord 14:

Voor de beide in mijn antwoord op vraag 13 genoemde gedelegeerde handelingen zijn voorstellen door de EC in voorbereiding. Op het moment worden deze besproken met experts uit de EU-lidstaten. Naar verwachting zullen deze voorstellen dit najaar worden besproken met de lidstaten waarna publicatie en inwerkingtreding kan plaatsvinden.

Vraag 15

Op welke manier wordt de verordening gehandhaafd?

Antwoord 15:

Zie mijn antwoord op vraag 4.

Vraag 16

Hoe wordt de Nederlandse bouwsector over de verordening geïnformeerd?

Antwoord 16:

Het eerste voorstel voor de Verordening bouwproducten stamt uit 2008. Vanaf dat moment heeft BZK over de ontwikkeling en de totstandkoming van de nieuwe verordening gecommuniceerd, onder anderen door het organiseren van een aantal informatieve bijeenkomsten. Daarnaast overlegt BZK regelmatig met alle voor de bouw relevante partijen over de Europese regels met betrekking tot bouwproducten.

Voorts heeft het ministerie een dossier bouwproducten op haar website met uitleg over de Europese regels en is er onlangs een brochure «CE-markering op bouwproducten» gepubliceerd en geplaatst op de website van de rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl .

In juli van dit jaar is samen met partijen uit de sector een Communicatieforum voor CE-markering op bouwproducten opgezet om de bouwsector en bouwtoelevering te informeren over de CE-markering en kwaliteitsborging in de bouw. Vanaf 1 april 2012 bestaat het Contactpunt bouwproducten om de markt (fabrikanten, importeurs, distributie) uitleg te geven over de verplichtingen die marktactoren hebben en welke eisen de bouwregelgeving stelt aan bouwproducten.

Daarnaast hebben diverse partijen in de bouwsector hun eigen achterban geïnformeerd, onder anderen door het organiseren van symposia georganiseerd in de aanloop naar 1 juli 2013.

Vraag 17

Wanneer zal de «delegated act», waarbij met betrekking tot de prestatieverklaring naar de website verwezen mag worden, in werking treden?

Antwoord 17:

Naar verwachting zal de gedelegeerde handeling met betrekking tot het aanbieden van de prestatieverklaring op een website, in het najaar van 2013 van kracht worden. Zie ook mijn antwoord op de vragen 13 en 14.

Vraag 18

Bent u van plan om soepel om te gaan met de handhaving van de verplichting om papieren prestatieverklaringen te verstrekken in anticipatie op de «delegated act»? Kunt u uw antwoord motiveren?

Antwoord 18:

Handhaving op het beschikbaar stellen van de prestatieverklaring zal plaatsvinden indien in de wetenschap en tegen de achtergrond dat naar verwachting dit najaar een gedelegeerde handeling ter zake zal worden vastgesteld. Overigens bestaat er in de verordening geen verplichting tot het leveren van een papieren prestatieverklaring anders dan wanneer de afnemer van het bouwproduct hier nadrukkelijk om vraagt.

Vraag 19

Op welke wijze levert een CE-verklaring over een bouwproduct (artikel 1.8, eerste lid) het bewijs dat het bouwwerk aan de bouwwerkeisen van het Bouwbesluit 2012 voldoet?

Antwoord 19:

De CE-markering is vanaf 1 juli 2013 onlosmakelijk verbonden met een prestatieverklaring. Wanneer een fabrikant een prestatieverklaring opstelt die aansluit op de eisen van het Bouwbesluit (op bouwwerkniveau), dan kan deze prestatieverklaring worden gebruikt als bewijsmiddel bij de aanvraag om een vergunning voor het bouwen. De fabrikant zal daarvoor in de prestatieverklaring en achterliggende documenten moeten aangeven op welke essentiële kenmerken van het product hij aansluit op de eisen van het Bouwbesluit en hoe de prestaties van het product er aan bijdragen dat het bouwwerk of constructieonderdeel voldoet aan het Bouwbesluit. Hij kan dit bijvoorbeeld doen door te omschrijven op welke wijze het product moet worden verwerkt om aan de in de prestatieverklaring genoemde prestaties te kunnen voldoen.

Vraag 20

Kan worden uitgelegd op welke wijze het Bouwbesluit 2012 eisen stelt aan bouwproducten zoals beschreven in artikel 1.8 tweede lid?

Antwoord 20:

Het Bouwbesluit stelt geen (directe) eisen aan bouwproducten maar aan bouwwerken. Zie ook mijn antwoord op vraag 19.

Het tweede lid van artikel 1.8 maakt het mogelijk om voor bouwproducten, waarvoor (nog) geen geharmoniseerde norm beschikbaar is, of waarvoor in de geharmoniseerde norm nog geen test-methode voor het bepalen van de prestaties op de essentiële kenmerken is opgenomen, gebruik te maken van een kwaliteitsverklaring onder het erkende stelsel van kwaliteitsverklaringen. Hiermee kan worden aangetoond dat wordt voldaan aan de op grond van het Bouwbesluit vereiste prestatie.

Vraag 21

Kan worden uitgelegd waar in het Bouwbesluit 2012 eisen aan het bouwproces zijn gesteld, aangezien in artikel 1.8, derde lid, wordt gesproken over een bouwproces?

Antwoord 21:

Het Bouwbesluit stelt geen eisen aan bouwprocessen. Wel bestaat de mogelijkheid om met een kwaliteitsverklaring onder het erkende stelsel van kwaliteitsverklaringen aan te geven dat wanneer een proces wordt uitgevoerd, zoals omschreven in de kwaliteitsverklaring, dit als bewijs kan dienen dat daarmee een bijdrage wordt geleverd aan de op grond van het Bouwbesluit gestelde prestaties.

Vraag 22

Wanneer wordt de uitkomst van het onderzoek naar administratieve lasten van CE-markering en kwaliteitsverklaringen verwacht? Verwacht u dat de administratieve lasten omlaag kunnen en zo ja, is het dan niet verstandig op dat rapport te wachten zodat ondernemers niet met onnodige lasten worden opgezadeld? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 22:

Naar ik veronderstel verwijst u in uw vraag naar de opmerking in de toelichting van het Bouwbesluit dat in Europees verband onderzocht zal worden welke mogelijkheden er zijn om tot een vermindering van de administratieve lasten te komen. Deze opmerking verwijst naar de uitvoering van de gedelegeerde handelingen onder leiding van de Europese Commissie. Deze gedelegeerde handelingen zijn er op gericht de administratieve lasten voor de fabrikanten en de bouwtoelevering te verlagen. Zie ook mijn antwoord op de vragen 13, 14 en 17.

De verplichtingen die ondernemers hebben ten aanzien de CE-markering op bouwproducten volgen uit de Europese Verordening bouwproducten. De verordening heeft een rechtstreekse werking. Het is dus niet mogelijk om hier op nationaal niveau van af te wijken door onderdelen van de verordening buiten toepassing te verklaren.

Vraag 23

Is het mogelijk dat wordt gewacht op de «delegated act» uit Brussel die naar verwachting eind dit jaar effectief wordt, zodat ondernemers geen papieren prestatieverklaring per product per levering per taalgebied hoeven af te geven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 23:

Nee, dit is niet mogelijk. Tot het moment dat de betreffende «delegated act» van kracht wordt geldt de verplichting om een prestatieverklaring of in electronische vorm of op papier ter beschikking te stellen. Zie ook mijn antwoord op vraag 22.

Voorts is het nu al wel mogelijk om de prestatieverklaring ook op de eigen website te plaatsen om de afnemers van het product de mogelijkheid te bieden de prestatieverklaring daar te downloaden, vooruitlopend op de gedelegeerde handeling die naar verwachting dit najaar van kracht wordt. Zie ook mijn antwoord op vraag 17.

Vraag 24

Welk uitgangspunt is leidend bij de keuze voor de CE-markering in plaats van nationale tests: kostenvoordeel of kwaliteit van de bouwmaterialen?

Antwoord 24:

Oogmerk van de Europese regels voor de CE-markering op bouwproducten is te voorkomen dat de EU-lidstaten handelsbelemmeringen (extra eisen) opwerpen voor producten die in de handel worden gebracht. De kwaliteit van bouwmaterialen, ofwel de prestatie die het product moet leveren in het bouwwerk, wordt evenals de vraag of er kostenvoordeel mogelijk is bepaald door de opdrachtgever. Overigens is de CE-markering op bouwproducten geen keuze, maar een verplichting op basis van de Verordening bouwproducten. Wanneer een fabrikant de prestaties van zijn product op de essentiële kenmerken van het product wil aangeven richting de afnemer van het product dan dient hij dit te doen met de CE-markering en de daaraan gekoppelde prestatieverklaring, waarbij de prestaties zijn bepaald volgens de Europese testmethodes. Hij mag dit niet doen op basis van eventuele nationale normen of testmethodes.

Vraag 25

Wordt gecontroleerd of producten met een prestatieverklaring ook een CE-markering hebben? In hoeverre leidt dit tot toenemende handhavingskosten?

Antwoord 25:

Een fabrikant (of importeur) die een bouwproduct in de handel brengt en zijn product heeft voorzien van de CE-markering is vanaf 1 juli 2013 verplicht een prestatieverklaring op te stellen voor het product en deze te verstrekken aan de eindgebruiker (oftewel de afnemer van het product).

De ILT controleert of een bouwproduct is voorzien van de verplichte CE-markering, alsook op de aanwezigheid en inhoud van de prestatieverklaring die bij het product hoort. De CE-markering en prestatieverklaring zijn onlosmakelijk verbonden en leiden dus niet tot toenemende handhavingskosten.

Vraag 26

Welke categorieën bouwmaterialen vallen nu onder de CE-markering en hoeveel procent van het totale volume aan bouwmaterialen is dit?

Antwoord 26:

Zie mijn antwoord op vraag 5.

Naar boven