32 753 Werkbezoek van een delegatie uit de commissie voor de Rijksuitgaven aan Europese instellingen in Brussel van 11 april 2011

Nr. 1 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK

Vastgesteld 28 april 2011

Op maandag 11 april 2011 heeft een delegatie uit de commissie voor de Rijksuitgaven1 een werkbezoek gebracht aan de Europese instellingen in Brussel.

De delegatie bestond uit de leden Van Gerven (delegatieleider, SP), Braakhuis (GroenLinks), Ten Broeke (VVD) en Koolmees (D66). De delegatie werd ambtelijk begeleid door de heer Groen, griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven, de heer Noordsij, medewerker Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven en de heer Van Kessel, adjunct-griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken.

Doel van het werkbezoek was om in het algemeen te spreken over de verantwoording over Europese middelen en specifiek over de herziening van het Financieel Reglement van de Europese begroting. De delegatie heeft zich sterk gemaakt voor het invoeren van een nationale lidstaatverklaring die openbaar is en waarover politieke verantwoording plaatsheeft. Verder heeft de delegatie zich kritisch opgesteld ten opzichte van het invoeren van een aanvaardbaar foutenrisico (tolerable risk of error).

Het programma omvatte gesprekken met de heer Oldenburg, plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij de EU; de heer Słowik, kabinetslid van de Eurocommissaris voor financiële programmering en begroting; de Nederlandse leden van de commissies begroting en begrotingscontrole van het Europees Parlement; mevrouw Gräßle, rapporteur namens het Europees Parlement voor de herziening van het Financieel Reglement, de heer Šemeta, Eurocommissaris voor Belastingen, Douane, Audit en Anti-fraude.

De delegatie dankt alle gesprekspartners die aan het welslagen van het werkbezoek hebben bijgedragen en in het bijzonder de heer Debets, financieel attaché bij de permanente vertegenwoordiging van Nederland bij de EU in Brussel, en de permanent vertegenwoordiger van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor hun inhoudelijke bijdrage aan het programma en de verdere organisatie.

De delegatie brengt als volgt verslag uit.

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Van Gerven

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Groen

Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de EU in Brussel (PVEU)

De start van het werkbezoek betrof een gesprek/briefing op de PVEU door de heer Oldenburg, plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger en de heer Debets, financieel attaché. Tijdens dit gesprek gaven zij een procedurele en inhoudelijke toelichting op de lopende onderhandelingen over de herziening van het Financieel Reglement.

Er werd er ondermeer gesproken aan de hand van de regeringsbrief over de onderhandelingen over de herziening van het Financieel Reglement (Kamerstuk 32437–9), die kort voor het werkbezoek aan de Kamer was gezonden. Het tussentijds versturen van een brief met informatie over de ontwikkelingen in de onderhandeling is het gevolg van de afspraken die de Kamer heeft gemaakt met de regering tijdens het algemeen overleg over het parlementair behandelvoorbehoud op de herziening van het Financieel Reglement op 5 oktober 2010. In deze brief gaat de regering specifiek in op de stand van zaken rond het invoeren van een aanvaardbaar foutenrisico, de nationale lidstaatverklaring en een kader voor een groter gebruik van (innovatieve) financiële instrumenten.

Er werd aangegeven dat het oorspronkelijke voorstel om een aanvaardbaar foutenrisico (AFR) in te voeren per begrotingsonderdeel en berekend op basis van een kosten-batenanalyse van controles niet meer op tafel lag. In een gewijzigd (afgezwakt) voorstel is de vaststelling van het AFR niet meer gerelateerd aan de jaarlijkse déchargeprocedure en is de competentie van de Europese Commissie beperkt tot het monitoren van foutenniveaus. De normen van de Europese Rekenkamer en daarmee voor de formele déchargeprocedure blijven daarmee voor alle uitgavencategorieën gebaseerd op één uniforme, maximale tolerantiegrens voor fouten van 2%. De Nederlandse regering heeft aangegeven het afgezwakte voorstel nog altijd onwenselijk te vinden, omdat daarmee toch de principediscussie is geopend om af te stappen van de 2%-norm. Het advies aan de delegatie was dan ook om deze Nederlandse lijn door te trekken.

Voor wat betreft het gedeelde beheer van de verantwoording over Europese middelen door de Europese Commissie en de lidstaten heeft de regering aangegeven dat het oorspronkelijke Commissievoorstel afgezwakt is. Het oorspronkelijke voorstel betrof een «Management Declaration of Assurance», die de verantwoording over de rechtmatigheid van de bestedingen expliciet bij de lidstaten legt. In de onderhandelingen is het voorstel onder druk van de lidstaten gewijzigd naar een «statement» over het functioneren van het systeem en niet meer over de rechtmatigheid van de bestedingen. Het advies aan de delegatie was om in de gesprekken de noodzaak voor verbetering van nationale (politieke) verantwoording over EU fondsen te benadrukken, evenals het belang te benadrukken van het openbaar maken van de verklaringen (ongeacht de uiteindelijke vorm ervan).

Kabinet van Eurocommissaris Lewandowski

Na de eerdere ontmoetingen tussen Tweede Kamerleden en Eurocommissaris Lewandowski op 29 maart 2011 in Den Haag en 21 februari 2011 in Brussel, werd er gesproken met de heer Słowik, die als kabinetslid van Eurocommissaris Lewandowski dossierverantwoordelijk is voor de herziening van het Financieel Reglement. De heer Słowik begon met een presentatie over het EU-voorstel voor de herziening van het Financieel Reglement.

De belangrijkste doelen van de herziening van het Financieel Reglement zijn vereenvoudiging van de regelgeving, betere mogelijkheden voor hefboomwerking van niet EU-middelen en het verbeteren van de verantwoording. Met betrekking tot de vereenvoudiging wees de heer Słowik ondermeer op de balans die gezocht moet worden bij het uitwerken van regelgeving in het Financieel Reglement en het bijbehorende implementatiereglement enerzijds en in sectorale regelgeving anderzijds. Daarbij is het noodzaak dat de regels in het Financieel Reglement niet te gedetailleerd worden. De situatie waarin personen of instellingen geen subsidie meer aanvragen, omdat de verschillen tussen de diverse (sectorale) procedures te ingewikkeld zijn, moet echter ook voorkomen worden.

De openstaande discussiepunten op het gebied van verantwoording in gedeeld beheer waren volgens de heer Słowik de accreditatie van en toezicht op instellingen die EU-fondsen beheren. Verder zou er een discussie zijn over de procedurele deadline voor het inleveren van de Management Declarations bij de Europese Commissie (medio of eind maart). Verder gaf hij aan dat EP-rapporteur Gräßle waarschijnlijk met een amendement zou komen voor het opnemen van een tekst over een vrijwillig uitgeven van nationale lidstaatverklaringen.

Naast het stellen van informerende vragen, heeft de delegatie tijdens de discussie benadrukt dat het lastig is om de kiezers de noodzaak van de EU te laten inzien, op het moment dat er geen goede verantwoording is. Verantwoording over EU-geld raakt direct aan de geloofwaardigheid van de EU en het vertrouwen in de overheid.

Nederlandse Europarlementariërs commissies Begroting en Begrotingscontrole

De delegatie heeft vervolgens een werklunch in het Europees Parlement gehad met de Nederlandse leden van de commissies Begroting (BUDG) en Begrotingscontrole (CONT) van het Europees Parlement. Het betrof de heer Mulder (VVD), de heer Eickhout (GroenLinks), de heer Hartong (PVV), de heer Gerbrandy (D66) en mevrouw De Lange (CDA). In een informele discussie hebben de Nederlandse Europarlementariërs verschillende accenten aangebracht. In het algemeen werd de Nederlandse lijn om openbaarheid van de verantwoording en het belang van verantwoording op politiek niveau gedeeld. De heer Mulder heeft onder andere het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement en de Raad over de Financiële Perspectieven 2007 -2013 uit 2006 in herinnering geroepen, waarin de lidstaten zich ertoe hebben verbonden om o.a. jaarlijks op het passende nationale niveau een overzicht op te stellen van de beschikbare controles en verklaringen.

EP-rapporteur Gräßle

De delegatie had vervolgens een gesprek met Dr. Ingeborg Gräßle, die rapporteur is van het Europees Parlement betreffende de herziening van het Financieel Reglement. Aan dit gesprek deden ook de overgebleven Nederlandse Europarlementariërs mee. Op het gebied van de transparantie van de af te geven verklaringen deelde mevrouw Gräßle het belang van transparantie voor de legitimiteit van de EU-uitgaven en gaf aan een amendement hierover te overwegen.

Voor wat betreft de politieke verantwoording gaf zij aan dat het noodzakelijk was om eerst betrouwbare managementverklaringen te krijgen en dat het pas daarna mogelijk is om ook politieke verantwoording af te dwingen. De delegatie heeft hierbij aangegeven dat er juist politieke verantwoordelijkheid en druk (ownership) nodig is om betrouwbare managementverklaringen af te dwingen. Mevrouw Gräßle ging ook in op de vraag waarom het voor Duitsland lastig was om een nationale lidstaatverklaring af te geven en wees erop dat in Duitsland de relevante budgettaire bevoegdheden op het niveau van de Länder liggen. De Nederlandse delegatie heeft benadrukt dat politieke verantwoording gewenst is op het op het passende politieke niveau, dus in het geval van Duitsland kan politieke verantwoording over Europese uitgaven op Länder-niveau passend zijn.

Eurocommissaris Šemeta

Tot slot heeft de delegatie een gesprek gehad met Eurocommissaris Šemeta, Eurocommissaris voor Belastingen, Douane, Audit en Anti-fraude. De Eurocommissaris gaf aan dat de Nederlandse nationale lidstaatverklaring in de buurt zit van de uiteindelijk te bereiken, adequate verantwoording. Hij deelde de opvatting dat er politieke verantwoording op het passende, bij voorkeur hoogst mogelijke, niveau moet zijn en constateerde dat sommige lidstaten inderdaad problemen hebben bij het nemen van deze verantwoordelijkheid (zoals Duitsland). Met betrekking tot de onderhandelingen en de weg naar nationale lidstaatverklaringen was hij voorstander van een aanpak in twee stappen. Allereerst zou er in het voorstel van het Financieel Reglement een goede omschrijving moeten komen van de management verklaringen, waarbij de invulling van de inhoud en criteria erg belangrijk zijn. De volgende stap zou pas de politieke goedkeuring kunnen zijn.

Op de vraag wat de Europese Commissie concreet doet om de verantwoording in lidstaten te verbeteren, verwees de Eurocommissaris allereerst naar de lopende onderhandelingen, naar de analyse die de Europese Commissie heeft gemaakt van de huidige, bestaande vormen van nationale lidstaatverklaringen en naar nieuwe verplichtingen voor DG’s om hun Eurocommissaris te informeren over (problemen bij) de verantwoording in de verschillende sectoren. Op de vraag of de Europese Commissie ook geld terugvordert indien er fouten worden geconstateerd bij de besteding van Europese middelen, gaf hij aan dat vooral het onderbreken of verminderen van opeenvolgende betalingen als instrumenten worden ingezet.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Slob, A. (CU), Omtzigt, P.H. (CDA), Veen, E. van der (PvdA), Neppérus, H. (VVD), Gerven, H.P.J. van (SP), voorzitter, Blanksma-van den Heuvel, P.J.M.G. (CDA), Dijck, A.P.C. van (PVV), Broeke, J.H. ten (VVD), ondervoorzitter, Ouwehand, E. (PvdD), Heijnen, P.M.M. (PvdA), Bashir, F. (SP), Sap, J.C.M. (GL), Harbers, M.G.J. (VVD), Plasterk, R.H.A. (PvdA), Groot, V.A. (PvdA), Braakhuis, B.A.M. (GL), Vliet, R.A. van (PVV), Mulder, A. (VVD), Dijkgraaf, E. (SGP), Verhoeven, K. (D66), Koolmees, W. (D66), Besselaar, I.H.C. van den (PVV) en Vacature (CDA).

Plv. leden: Rouvoet, A. (CU), Knops, R.W. (CDA), Vermeij, R.A. (PvdA), Ziengs, E. (VVD), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Haverkamp, M.C. (CDA), Gerbrands, K. (PVV), Beek, W.I.I. van (VVD), Thieme, M.L. (PvdD), Monasch, J.S. (PvdA), Irrgang, E. (SP), Grashoff, H.J. (GL), Straus, K.C.J. (VVD), Hamer, M.I. (PvdA), Kuiken, A.H. (PvdA), Gent, W. van (GL), Beertema, H.J. (PVV), Boer, B.G. de (VVD), Staaij, C.G. van der (SGP), Pechtold, A. (D66), Koşer Kaya, F. (D66), Graus, D.J.G. (PVV) en Hijum, Y.J. van (CDA).

Naar boven