32 752 Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen)

O BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2018

Bij brief van 8 mei 2017 bent u geïnformeerd over de instelling en de taakopdracht van de Evaluatie – en Adviescommissie Wet financiering politieke partijen (verder de commissie). Deze commissie heeft de afgelopen periode de Wet financiering politieke partijen (verder de Wfpp) integraal geëvalueerd en heeft vandaag haar eindrapport aan mij aangeboden. Hierbij bied ik u dit rapport aan. Tevens zend ik u hierbij een in opdracht van de commissie door de Universiteit Leiden uitgevoerd internationaal vergelijkend onderzoek naar de financiering van politieke partijen toe. In de brief die ik vandaag naar de Tweede Kamer heb gestuurd, die ik als afschrift bij deze brief heb gevoegd, ga ik nader op enkele aspecten van de evaluatie en de planning van de kabinetsreactie op de evaluatie in.

Tijdens de behandeling van de Wfpp in de Eerste Kamer in 2013 is toegezegd dat de volgende onderwerpen bij de evaluatie van de wet zouden worden betrokken:

  • TO1682: Het principe van gelijkheid van kansen en bezien of dit tot een giftenmaximum moet leiden.1

  • TO1686: De keuze voor het sanctiestelsel.2

De commissie heeft deze onderwerpen bij haar evaluatie betrokken en ik stel daarom vast dat aan deze toezeggingen is voldaan.

In de kabinetsreactie op het advies van de commissie zal ik ingaan op twee andere toezeggingen die tijdens de Eerste Kamerbehandeling van de Wfpp zijn gedaan. Dit betreft de volgende toezeggingen:

  • TO1687: het bij een volgende gelegenheid dichten van de lacune in de Wfpp van kandidaten die zich hebben afgesplitst, zich niet als vereniging organiseren en daardoor niet (direct) onder de wet vallen.3

  • TO1688: het betrekken van een instrumentondersteuning voor lokale partijen ten behoeve van de financiële rapportage te betrekken bij de voorbereiding van het wetsvoorstel dat de financiering van deze partijen regelt.4

Ik verwacht uw Kamer uiterlijk kort na het zomerreces van 2018 over de kabinetsreactie op de voorstellen van de commissie te kunnen informeren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Handelingen I 2012/13, nr. 18, item 5, blz. 22–23.

X Noot
2

Handelingen I 2012/13, nr. 18, item 5, blz. 28.

X Noot
3

Handelingen I 2012/13, nr. 18, item 5, blz. 31–32.

X Noot
4

Handelingen I 2012/13, nr. 18, item 5, blz. 28.

Naar boven