Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2011
Het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) is in 2000 bij koninklijk besluit ingesteld als tijdelijk adviescollege,
met als taak adviezen uit te brengen die kunnen leiden tot substantiële vermindering van de administratieve lasten voor het
bedrijfsleven.
In het Regeerakkoord «Vrijheid en verantwoordelijkheid» is er een nieuwe ambitie geformuleerd om de regeldruk in Nederland
verder te verminderen. Het kabinet acht de inzet van Actal daarbij van groot belang. Actal wordt hierbij omgevormd tot een
orgaan dat adviseert op basis van concrete signalen over de mogelijkheden om administratieve lasten en regeldruk te verminderen,
waarbij het de mogelijkheid krijgt tot «naming and shaming». Actal zal verantwoordelijk zijn voor een (steekproefsgewijze)
systeemtoetsing. Naar aanleiding van een verzoek van de heer Dijkgraaf (SGP) zal Actal daarnaast ook een ex ante toetsing
op een beperkt aantal zware dossiers behouden. Bij de uitvoering hiervan krijgt Actal in overleg met bewindspersonen die het
aangaan, toegang tot individuele dossiers conform de motie Groot c.s.1 Met het oog op adviezen daarover kan Actal (overeenkomstig artikel 19, tweede lid Kaderwet adviescolleges) zich doen bijstaan
door andere personen, voor zover dat voor de invulling van zijn taak nodig is.
In overeenstemming met het oordeel van de ministerraad ben ik derhalve voornemens om tot een nieuw Instellingsbesluit Actal
te komen. In samenhang met de omvorming van Actal wordt tevens een nieuw college benoemd.
Met de motie Dijkgraaf c.s.2 wordt, om de onafhankelijkheid van het adviescollege te waarborgen, verzocht de benoeming van de voorzitter van Actal in
handen van de Tweede Kamer te geven. Ik deel de mening van uw Kamer dat de onafhankelijkheid van de advisering van Actal een
groot goed is en gewaarborgd moet zijn en blijven. De benoeming van de voorzitter in handen geven van de Kamer vind ik echter
niet in overeenstemming met het feit dat het kabinet regeert en de Kamer controleert. Daarnaast levert het geen directe bijdrage
aan de onafhankelijkheid van de benoeming. Leden (inclusief de voorzitter) van adviescolleges in de zin van de Kaderwet adviescolleges
worden nu bij koninklijk besluit benoemd (artikel 11 van de Kaderwet adviescolleges). Benoeming bij koninklijk besluit doet
geen afbreuk aan de onafhankelijkheid van adviescolleges. De Kaderwet adviescolleges bevat immers bepalingen, onder meer over
het ontslag van de leden, waarmee de onafhankelijkheid van adviescolleges gewaarborgd is. Ik ben dan ook van mening dat de
onafhankelijkheid van Actal op dit moment, en ook de komende vier jaar met het nieuw instellingsbesluit, voldoende is gewaarborgd.
Om wel aan de onderliggende wens van de motie tegemoet te komen zal ik op verschillende manieren de onafhankelijkheid van
Actal en de te benoemen voorzitter waarborgen en verder versterken. Ik zeg u toe dat, zoals ook bij andere benoemingen het
geval is, de selectie en benoeming van de voorzitter uiterst zorgvuldig zal plaatsvinden en dat ik in de geest van motie zal
handelen. In het functieprofiel van de voorzitter is dan ook nadrukkelijk opgenomen dat de voorzitter zich onafhankelijk kan
opstellen en in die hoedanigheid ook in staat is kritische adviezen uit te brengen. Bovendien zal er worden gezocht naar een
voorzitter met een bewezen binding met het bedrijfsleven en die in staat is een open dialoog te voeren met de achterban. De
sollicitatiecommissie die ik hiervoor heb ingesteld zal zeer nauwlettend te werk gaan juist als het gaat om bovenstaande functie-eisen.
Bijgaand heb ik daarom voor uw Kamer het functieprofiel van de voorzitter bijgevoegd3.
Zoals aangegeven acht ik de onafhankelijkheid van het college Actal als geheel zeer waardevol en wenselijk. Ik zeg u dan ook
toe dat om deze onafhankelijkheid te behouden het college Actal fysiek op afstand van de Ministeries gehuisvest zal blijven.
Op deze wijze kan de onafhankelijke en strategische advisering van Actal op een deugdelijke manier blijven plaatsvinden.
In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad informeer ik u, mede namens mijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties, over bovenvermeld voornemen om te voldoen aan artikel 5, tweede lid, van de Kaderwet adviescolleges.
Het huidige instellingsbesluit van Actal vervalt per 1 juni a.s. Het nieuw instellingsbesluit treft u in de bijlage aan3.
De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M. J. M. Verhagen