32 737 (R1952) Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Regering van Australië inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen; Canberra, 16 december 2009

B/ nr. 2 HERDRUK 1 ADVIES RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State van het Koninkrijk d.d. 15 juli 2010 en het nader rapport d.d. 28 maart 2011, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 25 mei 2010, no.10.001396, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Regering van Australië inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen; Canberra, 16 december 2009 (Trb. 2010, 45), met toelichtende nota.

Het Verdrag ziet op de uitwisseling van informatie met het oog op de belastingheffing. De Raad van State van het Koninkrijk onderschrijft de goedkeuring van het Verdrag, maar plaatst daarbij enige kanttekeningen.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 25 mei 2010, nr. 10.001396, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake het bovenvermelde Verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 15 juli 2010, nr. W02.10.0188/II/K, bied ik U hierbij aan.

1. Spontane informatie-uitwisseling

Artikel 6 van het Verdrag bevat de mogelijkheid (niet de verplichting) spontaan informatie uit te wisselen. Blijkens de toelichtende nota is dit artikel op verzoek van Aruba in het Verdrag opgenomen, bijvoorbeeld voor gevallen waarin het vermoeden bestaat dat in het andere land belastinginkomsten worden misgelopen. In die gevallen kunnen gegevens spontaan aan het andere land worden medegedeeld. Behoudens de algemene bepalingen van de artikelen 1 tot en met 4 van het Verdrag, bevat het Verdrag geen nadere voorwaarden, waarborgen of beperkingen bij deze spontane gegevensverstrekking. In de toelichtende nota is niet uiteengezet welke de wettelijke2 voorwaarden en beperkingen zijn waaraan de spontane informatie-uitwisseling moet voldoen.

De Raad adviseert hier in de toelichtende nota op in te gaan.

1. Spontane informatie-uitwisseling

De toelichting op artikel 6 is aangevuld, in aanmerking genomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad.

2. Toepassing Verdrag

Artikel 14, tweede volzin, onderdeel a, van het Verdrag bepaalt dat vanaf de datum van inwerkingtreding het Verdrag van toepassing is «for criminal tax matters on that date». In de toelichtende nota wordt hierover het volgende opgemerkt: «Het Verdrag kent geen terugwerkende kracht. Met andere woorden, ten aanzien van fiscale strafbare feiten die zijn begaan voor de inwerkingtreding van het Verdrag kan geen informatie-uitwisseling plaatsvinden. Dit geldt eveneens voor informatie die betrekking heeft op belastingtijdvakken die liggen voor de inwerkingtreding van het Verdrag.»

Vergelijkbare verdragen die het Koninkrijk der Nederlanden voor het in Europa gelegen deel van het Koninkrijk heeft gesloten, kennen op dit punt een gelijkluidende verdragtekst3 maar een toelichtende nota die een andere strekking heeft: «Voor strafrechtelijke belastingzaken, als gedefinieerd in artikel 4, eerste lid, onderdeel [....], is het belastingtijdvak niet van belang. Dit betekent dat informatie kan worden ingewonnen zowel voor belastingtijdvakken die liggen voor de datum van inwerkingtreding van het Verdrag, als voor belastingtijdvakken die beginnen op of na de datum van inwerkingtreding van het Verdrag.»4

De Raad adviseert op het verschil in strekking in te gaan en zo nodig de toelichtende nota aan te passen.

2. Toepassing verdrag

In aanmerking genomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad, wordt opgemerkt dat een onbedoeld verschil was opgetreden in de toelichtingen bij gelijkluidende inwerkingtredingsbepalingen van enerzijds onderhavig verdrag en anderzijds soortgelijke verdragen die gesloten zijn ten behoeve van Nederland. De toelichting is aangepast, overeenkomstig het advies van de Afdeling advisering.

3. Beëindiging

In afwijking van het Model Agreement on Exchange of Information on Tax Matters is in artikel 15, eerste lid, van het Verdrag opgenomen dat het Verdrag de eerste drie jaar na de inwerkingtreding niet kan worden opgezegd.

De Raad adviseert hier in de toelichtende nota op in te gaan.

3. Beëindiging

De toelichting op artikel 15 is aangevuld conform het advies van de Afdeling advisering van de Raad.

4. Voor een redactionele kanttekening verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage.

4. Redactionele kanttekening

Aan de redactionele kanttekening is gevolg gegeven.

5. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele redactionele verbeteringen aan te brengen.

De Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal en aan de Staten van Aruba, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De waarnemend Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk,

P. van Dijk

Ik moge U verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan de Staten van Aruba.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

Bijlage bij het advies van de Raad van State van het Koninkrijk betreffende no. W02.10.0188/II/K met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft.

  • De toelichting op artikel 10 van het Verdrag (verdeling van kosten verbonden aan de uitwisseling van informatie) aanvullen met een toelichting op de door de verzoekende partij te dragen «extraordinary costs».


X Noot
1

I.v.m. een correctie in de eerste alinea.

Het eerder als kamerstuk 32 737 (R 1952), B/nr. 2 gepubliceerde document komt hiermee te vervallen.

X Noot
2

Algemene landsverordening belastingen, met name artikel 41.

X Noot
3

Zie artikel 12, tweede volzin, onderdeel a, van het Verdrag met Antigua en Barbuda (Trb. 2009, 158), artikel 13, tweede volzin, onderdeel a, van het Verdrag met Saint Christopher (Saint Kitts) en Nevis (Trb. 2009, 159) en artikel 13, tweede volzin, onderdeel a, van het Verdrag met Saint Vincent and the Grenadines (Trb. 2009, 156). En zie ook het vergelijkbare artikel 13, tweede volzin, onderdeel a, van het Verdrag met Bermuda (Trb. 2009, 108).

X Noot
4

Zie Kamerstukken I/II 2009/10, 32 229, A en nr. 1, blz. 6 (inzake het Verdrag met Antigua en Barbuda), Kamerstukken I/II 2009/10, 32 230, A en nr. 1, blz. 7 (inzake het Verdrag met Saint Christopher (Saint Kitts) en Nevis), Kamerstukken I/II 2009/10, 32 232, A en nr. 1, blz. 7 (inzake Saint Vincent and the Grenadines) en Kamerstukken I/II 2009/10, 32 231, A en nr. 1, blz. 8 (inzake Bermuda).

Naar boven