Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 32735 nr. K |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 32735 nr. K |
Vastgesteld 31 augustus 2020
De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid1 hebben kennisgenomen van de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken van 18 mei 2020 waarin hij mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming, de Rapportage 2019 – Internationale Mensenrechtenprocedures, aan de Kamer aanbiedt.2
Naar aanleiding hiervan is op 9 juli 2020 een brief gestuurd aan de Minister van Buitenlandse Zaken.
De Minister heeft op 31 augustus 2020 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Van Dooren
Aan de Minister van Buitenlandse Zaken
Den Haag, 9 juli 2020
De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 18 mei 2020 waarin u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming, de Rapportage 2019 – Internationale Mensenrechtenprocedures, aan de Kamer aanbiedt.3 De leden van de fractie van GroenLinks danken u voor de toezending van de rapportage en zouden alvorens een inhoudelijke appreciatie te vragen, graag meer informatie willen ontvangen over het doel en de achtergrond van deze rapportage. De leden van de D66-fractie sluiten zich hierbij aan.
Graag vernemen de leden van de GroenLinks-fractie voor wie en met welk doel de toegezonden rapportage wordt geschreven. Is de rapportage gebaseerd op een verdragsrechtelijke of nationale verplichting? Zo ja op welke? Wordt de rapportage jaarlijks opgesteld? Sinds wanneer? Rapportages over voorgaande jaren overziend zijn niet alle rapportages even uitputtend. Is voorgeschreven waarover (tenminste) gerapporteerd moet worden?
Het valt de leden van de GroenLinks-fractie op dat er in de rapportage over 2019 geen vergelijking wordt gemaakt met de (statistische) informatie over eerdere jaren. De rapportage biedt daarmee geen inzicht in trends en ontwikkelingen. Waarom gebeurt dit niet? Is die trendinformatie over de zaken waar Nederland bij is betrokken elders gepubliceerd/inzichtelijk gemaakt?
De focus van de rapportage ligt bij individuele zaken waarbij Nederland partij is. Is deze informatie volledig? Omvat het alle zaken onder alle verdragen waarbij individuen bij een internationaal gerecht of toezichthoudend comité kunnen procederen of klagen over mogelijke schendingen van mensenrechten in Nederland?
In aanvulling op het overzicht van de individuele zaken worden in het hoofdstuk «Overige ontwikkelingen» ook inbrengen van Nederland en rapportages over Nederland genoemd die niet over individuele zaken gaan, opgesplitst naar «Raad van Europa» en «Verenigde Naties». Is dit overzicht compleet? Zo nee, hoe en door wie wordt de selectie gemaakt? Welke ontwikkelingen worden genoemd?
Bij het overzicht van de verdragsrapportages van de VN-verdragen wordt niets vermeld over de inhoud van de rapportages en aanbevelingen aan Nederland, waarom niet?
Worden alle rapportages van Nederland aan de diverse verdragscomités (VN en andere organisaties zoals de Group of experts on violence against women and domestic violence (GREVIO)) en de rapportages van die Comités over Nederland aan de beide kamers van het parlement gestuurd? Kunt u een overzicht geven van de rapportages die in de afgelopen vijf jaar door of over Nederland zijn uitgebracht, met de vermelding wanneer deze rapportages aan de Eerste Kamer zijn gestuurd?
De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.
De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, De Boer
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 augustus 2020
Op 9 juli 2020 ontving ik het verzoek van uw commissie om nader in te gaan op een aantal vragen van de commissieleden over de Rapportage 2019 – Internationale Mensenrechtenprocedures (Jaarrapportage), die u onlangs is toegezonden. Graag voldoe ik met deze brief aan uw verzoek. In verband met het zomerreces en het verlof van diverse collega’s, is het helaas niet mogelijk gebleken binnen de door u gestelde termijn aan het verzoek te voldoen.
Doel en grondslag van de Jaarrapportage
Het doel van de Jaarrapportage is om het parlement jaarlijks te informeren over de internationale mensenrechtenprocedures waar Nederland bij betrokken is geweest, de mensenrechtenrapportages die door Nederland zijn ingediend bij verdragscomités van de Verenigde Naties (VN) die toezicht houden op de naleving van verdragen inzake mensenrechten en andere relevante internationale ontwikkelingen rondom internationale mensenrechtenprocedures.
Er is geen verdragsrechtelijke verplichting om het parlement te informeren over deze zaken. Wel is in het kader van het Interlaken-proces van de Raad van Europa in 2010 afgesproken nationale parlementen beter op de hoogte te houden van zaken bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
Sinds 1996 worden samenvattingen van uitspraken van het EHRM naar de Tweede Kamer toegezonden, zulks naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek van de Tweede Kamer van 22 februari 1996. Tijdens het Algemeen Overleg van 26 april 2001 in de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken, inzake de Raad van Europa (Kamerstukken II 2000/01, 25 668, nr. 18), werd de Minister van Buitenlandse Zaken daarnaast verzocht de Tweede Kamer regelmatig te informeren over uitspraken van het EHRM die voor Nederland van belang zijn.
In een brief van 22 januari 2002 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2001/2, 28 224, nr. 1) heeft de toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken, samen met zijn ambtgenoot van Justitie, voorgesteld om de Tweede Kamer, in beginsel één of – indien daartoe aanleiding bestaat – twee keer per jaar, te informeren over:
– uitspraken van het EHRM in zaken tegen Nederland;
– uitspraken van het EHRM in zaken tegen andere landen, indien Nederland daarbij als (derde) partij betrokken is geweest.
Naar aanleiding van de vragen van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken op de eerdergenoemde brief (Kamerstukken II 2001/2, 28 224, nr. 1) werd een derde categorie aan de Jaarrapportage toegevoegd, namelijk beslissingen van het EHRM in zaken tegen Nederland, waarin de zaak van de rol wordt geschrapt na de totstandkoming van een minnelijke schikking tussen klager(s) en de Staat.
Sinds 2005 werd er een separate brief «Jaarbericht Internationale Mensenrechtenprocedures» toegezonden aan het parlement. In deze Jaarberichten werden alle lopende internationale mensenrechtenprocedures tegen Nederland besproken die niet het EHRM betroffen. De jaarlijkse rapportage en de «Jaarberichten» zijn sinds 2013 samengevoegd. Sindsdien bevat de jaarlijkse rapportage ook informatie over Nederlandse zaken bij andere internationale mensenrechteninstanties, zoals het Europees Comité voor Sociale Rechten en de verdragsorganen van de VN.
Sinds 2013 is het parlement jaarlijks op deze wijze geïnformeerd over de internationale mensenrechtenprocedures.
Trends en ontwikkelingen
Ten aanzien van de vraag of de Jaarrapportage trends en ontwikkelingen moet signaleren, wijs ik erop dat deze rapportage geen analyse bevat, maar ter informatievoorziening dient. Het doel is niet om trends te herkennen of te analyseren. Opvallende zaken en in het oog springende ontwikkelingen van het afgelopen jaar worden genoemd in het voorwoord.
Volledigheid
De Jaarrapportage bevat een omschrijving van uitspraken in alle zaken bij het EHRM, VN-verdragscomités en ESCR tegen Nederland waarvan de regering op de hoogte is gesteld (zaken die zijn «gecommuniceerd»). Zaken die door het EHRM niet ontvankelijk worden verklaard zonder dat de regering hiervan op de hoogte wordt gesteld, worden niet genoemd. Dit betreft zaken die door een «single judge» als kennelijk ongegrond worden aangemerkt.
Tevens gaat de Jaarrapportage in op (de Nederlandse inbreng ten aanzien van) ontwikkelingen in het kader van de Raad van Europa met betrekking tot de werking van het systeem van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Jaarrapportage benoemt ook alle gevallen waarin Nederland inbreng heeft geleverd bij een verdragsorgaan van de VN in het kader van een rapportageverplichting of een call for input van de VN op bijvoorbeeld concept General Comments. De rapportage geeft niet de inhoud van de Nederlandse inbreng weer. Alle mensenrechtenrapportages van het Koninkrijk en inbreng op General Comments zijn publiekelijk beschikbaar op de websites van de desbetreffende comités.
De mensenrechtenrapportages van het Koninkrijk worden weliswaar gecoördineerd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, maar worden opgesteld door de betrokken vakdepartementen, waarbij het verantwoordelijke departement samenhangt met het verdrag waar het om gaat. Het is gebruikelijk de Tweede Kamer te informeren over een verzonden rapportage; dit wordt gedaan door het verantwoordelijke vakdepartement. In de bijlage vindt u een overzicht van de mensenrechtenrapportages die de afgelopen vijf jaar naar de Tweede Kamer zijn verstuurd.
De Afdeling internationaal recht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de internationale procedures die aanhangig zijn bij de VN en het EHRM; de rapportageverplichtingen die volgen uit de verdragen van de Raad van Europa zijn als zodanig niet opgenomen in de Jaarrapportage.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Ministerie van Justitie en Veiligheid
Verenigde Naties
– Kamerbrief bij conclusies en aanbevelingen VN Mensenrechtencomité 2019, 5 september 2019, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/09/05/tk-conclusies-en-aanbevelingen-vn-mensenrechtencomite-2019.
– Kamerbrief over tussentijdse reactie op aanbevelingen VN comité tegen Foltering, 13 december 2019, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/12/13/tk-afschrift-tussentijdse-reactie-op-aanbevelingen-vn-comite-tegen-foltering.
– Kamerbrief bij conclusies en aanbevelingen VN-comité tegen Foltering 2018, 23 januari 2019, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/01/23/tk-conclusies-en-aanbevelingen-vn-comite-tegen-foltering-2018.
Verenigde Naties, Verdrag Handicap
– Kamerbrief over toelichting op de schaduwrapportage van de Alliantie over het VN-Verdrag handicap in relatie tot de indicatoren en voortgangsrapportage van het programma Onbeperkt meedoen!, 18 december 2019 (TK), https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/12/18/kamerbrief-over-toelichting-op-de-schaduwrapportage-van-de-alliantie-over-het-vn-verdrag-handicap-in-relatie-tot-de-indicatoren-en-voortgangsrapportage-van-het-programma-onbeperkt-meedoen.
– Kamerbrief over indiening initiële rapportage van Nederland over de implementatie VN-Verdrag Handicap bij het Comité voor de rechten van personen met een handicap, 13 juli 2019 (TK),
Verenigde Naties, overig
– Commissiebrief naar aanleiding van de conclusies en aanbevelingen van het VN-Comité tegen Foltering, 29 maart 2019,
– Kamerbrief over reactie op VN-rapport over mensenrechten in de geestelijke gezondheidszorg, 15 maart 2019,
– Brief over het VN rapport mensenrechten in de ggz, 13 maart 2019, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brieven/2019/03/13/brief-over-het-vn-rapport-mensenrechten-in-de-ggz.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Verenigde Naties
– Kamerbrief over reactie op tussenrapportage VN Vrouwenverdrag, 24 mei 2019, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/05/24/kamerbrief-over-reactie-op-tussenrapportage-vn-vrouwenverdrag.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Verenigde Naties
– Kamerbrief afschrift Nederlandse periodieke rapportage CERD, 23 januari 2019, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/01/23/kamerbrief-afschrift-nederlandse-periodieke-rapportage-cerd.
Ministerie van Binnenlandse Zaken
Verenigde Naties
– Kamerbrief met kabinetsreactie op eerste rapportage van de VN speciaal rapporteur racisme, 27 juli 2020, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/01/27/kamerbrief-met-kabinetsreactie-op-eerste-rapportage-van-de-vn-speciaal-rapporteur-racisme.
– Universal Periodic Review (UPR) rapportage aan de VN-mensenrechtenraad, 28 februari 2017, https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2017Z03403&did=2017D06986.
Samenstelling:
Backer (D66), De Boer (GL), (voorzitter), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Nooren (PvdA), Rombouts (CDA), Bikker (CU), Baay-Timmerman (50PLUS), Adriaansens (VVD), Arbouw (VVD), Bezaan (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Cliteur (FVD), Dittrich (D66), Doornhof (D66), Gerbrandy (OSF), Janssen (SP), Karimi (GL), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD), Otten (Fractie-Otten), (ondervoorzitter), Van Pareren (FVD), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Veldhoen (GL) en Van Wely (FVD).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32735-K.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.