32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid

Nr. 47 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2012

Hierbij bied ik u conform de toezegging in de mensenrechtenstrategie «Verantwoordelijk voor Vrijheid» het Actieplan Mensenrechtenverdedigers aan.

In dit actieplan is de Nederlandse inzet in relatie tot (het werk van) mensenrechtenverdedigers wereldwijd nader gespecificeerd.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

Actieplan mensenrechtenverdedigers

Inleiding

Het vergroten van veiligheid en welvaart en het bevorderen van vrijheid zijn de drie onderling verweven pijlers van het Nederlands buitenlands beleid. De Nederlandse mensenrechtenstrategie kent vijf prioriteiten, te weten vrijheid van meningsuiting, inclusief internetvrijheid en vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, gelijke rechten voor iedereen, ondersteuning van mensenrechtenverdedigers, maatschappelijk verantwoord ondernemen en aandacht voor aanpak van de ernstigste schenders. Nederland geeft steun aan mensenrechtenverdedigers1. Mensenrechtenverdedigers en hun organisaties zetten zich in hun maatschappijen in voor fundamentele vrijheden en ondersteunen daarmee de verdere democratisering van binnenuit. Vaak is samenwerking met overheden mogelijk, maar in een flink aantal landen worden mensenrechtenverdedigers vanwege hun werk bedreigd door overheden en niet-statelijke actoren zoals gewapende groepen, private (beveiligings)bedrijven en individuen. Deze aanvallen worden vaak niet onderzocht of vervolgd. Steun aan mensenrechtenverdedigers blijft van belang en één van de prioriteiten van het Nederlandse mensenrechtenbeleid.

Nederland zet zich in voor de fysieke veiligheid en vrijwaring van intimidatie van mensenrechtenverdedigers. Zo kunnen zij zich doelgericht inzetten voor de bescherming en bevordering van mensenrechten en fundamentele vrijheden in eigen land of regio. Speciale aandacht gaat uit naar twee kwetsbare groepen van mensenrechtenverdedigers: vrouwen en LHBT2.

De Nederlandse inzet op het gebied van mensenrechtenverdedigers gebeurt veelal multilateraal, vooral in EU-verband. Het Verdrag van Lissabon moet ook op het terrein van mensenrechten zorgen voor een eendrachtiger en daadkrachtiger beleid van de EU. In aanvulling wordt waar nodig bilateraal en op nationaal niveau actie ondernomen. Hieronder worden de verschillende instrumenten waarover Nederland beschikt, uiteengezet.

Samenwerking binnen de Europese Unie

  • 1. Nederland heeft een actieve rol in de, mede op voorstel van Nederland onder de EU-Raadswerkgroep Mensenrechten en democratisering (COHOM) ingestelde taakgroep mensenrechtenverdedigers. Deze actieve inbreng draagt bij aan de implementatie van de EU-richtsnoeren voor mensenrechtenverdedigers en de aandacht voor mensenrechtenverdedigers in de uitvoering van landenstrategieën, via EU-mensenrechtendialogen en in het bredere EU-mensenrechtenbeleid.

  • 2. Nederland zet in op EU-coördinatoren voor mensenrechtenverdedigers bij de EU-delegaties en een jaarlijkse bijeenkomst op landenniveau van de EU, lidstaten en mensenrechtenverdedigers. Nederland neemt veelvuldig het initiatief tot en ondersteunt verklaringen van de Hoge Vertegenwoordiger over mensenrechten. Dit vergroot de zichtbaarheid van het werk van mensenrechtenverdedigers.

  • 3. Nederland steunt het «European Shelter City Initiative», uitgewerkt onder Tsjechisch voorzitterschap in 2009, om op gecoördineerde wijze mensenrechtenverdedigers in acute noodsituaties tijdelijk onderdak te bieden in een netwerk van steden of regio’s.

    Nederland levert een actieve bijdrage aan het voorbereidende onderzoek van de Europese Commissie om het initiatief verder uit te werken. Op reguliere basis wordt contact met gemeenten en NGO’s onderhouden en een actieve bijdrage aan de gedachtenvorming en concrete initiatieven met betrekking tot Shelter Cities geleverd. Dit draagt bij aan de mogelijkheden voor opvang als de mensenrechtenverdediger in nood eenmaal in Nederland arriveert.

Verenigde Naties

  • 4. Nederland spant zich in voor het behoud van de onafhankelijkheid van de zogenaamde «speciale procedures» van de VN, waaronder de Speciale VN-Rapporteur (SR) inzake Mensenrechtenverdedigers. De SR levert via rapporten aan Mensenrechtenraad en de Algemene Vergadering van de VN waardevolle informatie over de situatie van mensenrechtenverdedigers wereldwijd, bruikbaar in het Nederlands beleid.

  • 5. De SR signaleert dat mensenrechtenverdedigers die samenwerken met de VN (inclusief de Speciaal Rapporteurs) problemen ondervinden. Nederland brengt dit onderwerp onder de aandacht van de VN en – lidstaten – bijvoorbeeld tijdens zittingen van de Mensenrechtenraad. Ambassades verlenen de mensenrechtenverdedigers waar mogelijk en bij voorkeur in EU-verband, steun om zo bescherming te bieden tegen intimidatie en hun veiligheid te vergroten.

  • 6. In de onderhandelingen over de VN-resoluties over de situatie van mensenrechtenverdedigers ziet Nederland er op toe dat hun rechten voorop staan en dat deze zo min mogelijk elementen bevatten die hun werk bemoeilijken. Zo kunnen zij een waardevolle bijdrage blijven leveren aan de bevordering van mensenrechten.

OVSE

  • 7. Nederland moedigt de dialoog binnen de zogenoemde «menselijke dimensie» van de OVSE tussen mensenrechtenverdedigers uit de OVSE-regio en hun regeringen aan en faciliteert mensenrechtenverdedigers die willen deelnemen aan OVSE-bijeenkomsten en/of een forum willen organiseren.

Bilateraal

  • 8. Mensenrechtenfonds: vanuit het Mensenrechtenfonds (MRF) steunt Nederland tot en met 2013 zes organisaties die regionaal of wereldwijd werken ter ondersteuning van mensenrechtenverdedigers3. Daarnaast worden projecten gefinancierd die bijdragen aan de bescherming van mensenrechtenverdedigers op het internet 4.

    Ook na 2013 worden uit het MRF projecten ter ondersteuning van mensenrechtenverdedigers gefinancierd, voor zover er geschikte voorstellen worden ingediend onder de bestaande tenderprocedures.

  • 9. Bezoeken: Nederlandse bewindspersonen en hoge ambtenaren continueren de ontvangst van mensenrechtenverdedigers uit binnen- en buitenland. Bij buitenlandse bezoeken van bewindspersonen en hoog ambtelijke delegaties worden – waar dienstig – individuele zaken aan de orde gesteld en ontmoetingen met mensenrechtenverdedigers georganiseerd, om zo extra aandacht te geven aan hun werk.

  • 10. Daarnaast heeft de Mensenrechtenambassadeur – zowel in Nederland als op zijn buitenlandse reizen – contacten en ontmoetingen met NGO’s en individuele mensenrechtenverdedigers. Dit levert informatie op voor de vormgeving van het Nederlands beleid, ondersteunt de mensenrechtenverdedigers in hun zichtbaarheid en geeft hen daardoor bescherming als zij deze nodig hebben. De reisagenda van de Mensenrechtenambassadeur wordt bepaald door een goede verdeling van de regio’s en landen waar een bezoek gerechtvaardigd is vanwege de ernst van mensenrechtenschendingen. De situatie van mensenrechtenverdedigers speelt bij die keuze een belangrijke rol. Het Breed Mensenrechten Overleg (BMO) bestaat sinds 1979 en is een samenwerkingsverband van niet-gouvernementele organisaties in Nederland. Veel van deze organisaties werken ook in het buitenland en staan veelvuldig in contact met mensenrechtenverdedigers en hun organisaties. Het BMO heeft één keer per jaar overleg met de Minister van Buitenlandse Zaken. Circa vier keer per jaar vindt op ambtelijk niveau overleg plaats tussen het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het BMO.

  • 11. Verklaringen en demarches: waar opportuun voert Nederland, naast EU-verklaringen, aanvullende demarches op nationale titel uit en legt verklaringen af over de algemene situatie van mensenrechtenverdedigers in een bepaald land of de situatie van individuele mensenrechtenverdedigers. Beoogd resultaat is aandacht te krijgen voor hun werk en ze te ondersteunen.

  • 12. Ambassades: door hun directe contacten met mensenrechtenverdedigers en NGO’s ter plekke spelen de ambassades een belangrijke rol in de uitvoering van het beleid voor mensenrechtenverdedigers. In sommige landen kunnen ambassades – waar mogelijk in EU-verband5 – een voortrekkersrol vervullen en zichtbaar voor mensenrechtenverdedigers opkomen tijdens openbare bijeenkomsten en in de media. Ambassades ontvangen jaarlijks het verzoek op of rond de Internationale dag van de rechten van de mens (10 december), een activiteit te organiseren waarbij aandacht wordt gevraagd voor het werk van mensenrechtenverdedigers en mensenrechten in het algemeen. Ambassades zien er op toe dat op lokaal niveau opvolging wordt gegeven aan de EU-richtsnoeren ten aanzien van mensenrechtenverdedigers, participeren actief in bijeenkomsten op lokaal niveau van de EU met NGO’s en mensenrechtenverdedigers, stellen individuele situaties aan de orde en wonen rechtszaken tegen mensenrechtenverdedigers bij. In Europa vervullen de Nederlandse ambassades een voortrekkersrol bij de bescherming van rechten van LHBT. Waar nodig steunen zij de organisatie van «Gay Prides» die in Europese landen georganiseerd worden. Met Nederlandse steun heeft de Mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa recent een LHBT rapport uitgebracht.

  • 13. Sinds 2008 wordt aan een mensenrechtenverdediger die bijzondere morele moed heeft getoond door op te komen voor de mensenrechten in zijn/haar land, de Mensenrechtentulp uitgereikt. De winnaar staat symbool voor het belangrijke werk van mensenrechtenverdedigers wereldwijd. Ik beraad mij over de modaliteiten van deze prijs.

  • 14. Respijtvisa: conform de brief van 2 mei 2011 aan de Tweede Kamer faciliteert het Ministerie van Buitenlandse Zaken de versnelde afgifte van Schengenvisa voor kort verblijf voor mensenrechtenverdedigers in nood die tijdelijk in Nederland willen verblijven. Het initiatief voor het aanvragen van een visum bij de Nederlandse Ambassade ligt bij de mensenrechtenverdediger zelf. De verantwoordelijkheid voor opvang en financiële ondersteuning in Nederland ligt bij het maatschappelijk middenveld en eventueel gemeenten en andere partners.


X Noot
1

«Personen, groeperingen en maatschappelijke instanties die universeel erkende mensenrechten en fundamentele vrijheden bevorderen en beschermen. Verdedigers van mensenrechten streven naar de bevordering en bescherming van burgerlijke en politieke rechten en de bevordering, bescherming en verwezenlijking van economische, sociale en culturele rechten. Mensenrechtenverdedigers bevorderen en beschermen ook de rechten van leden van groepen zoals inheemse gemeenschappen. Personen of groepen die geweld plegen of propageren, vallen niet onder de definitie.»

X Noot
2

LHBT: Lesbiennes, Homoseksuelen, Biseksuelen, Transgenders.

X Noot
3

Frontline, werkt aan de (digitale) veiligheid van mensenrechtenverdedigers en biedt bescherming en tijdelijke opvang in Ierland of de regio waar de mensenrechtenverdediger werkt; International Federation for Human Rights (FIDH), zet zich in voor mensenrechtenverdedigers om in veiligheid te kunnen werken, en om hun nationale capaciteit en inspraakmogelijkheden bij internationale organisatie te vergroten; International Service for Human Rights (ISHR) verzorgt trainingen voor mensenrechtenverdedigers om hun effectiviteit bij de VN en regionale organisaties te vergroten; De Martin Ennals Award, bestaat uit een groot aantal bekende mensenrechten-NGO’s zoals Amnesty International, Human Rights Watch. De organisatie reikt elk jaar een prijs uit aan een mensenrechtenverdediger; De regionaal werkende organisatie East and Horn of Africa Human Rights Defenders Project (EHAHRD), beoogt de kwetsbaarheid van mensenrechtenverdedigers in de regio voor vervolging te verkleinen en hun capaciteit te vergroten. Nederland draagt de komende jaren financieel bij aan het door de Verenigde Staten opgerichte fonds «Lifeline», dat NGO’s in noodsituaties ondersteunt zodat zij hun werk kunnen voortzetten.

X Noot
4

Er wordt onder andere een project van Hivos gefinancierd dat professionalisering van bloggers, activisten en mensenrechtenverdedigers op internet nastreeft. Ook zal door middel van een project van Free Press Unlimited een «Wireless Reporting App» ontwikkeld worden waarmee training wordt gegeven in het veilig observeren, opnemen en uploaden van informatie.

X Noot
5

In Mexico bestaat een regionale werkverdeling tussen de EU-delegatie en de vertegenwoordigingen van EU-lidstaten. De verantwoordelijke delegatie zorgt voor monitoring en agendering van bepaalde zaken in het EU-mensenrechtenoverleg en bespreekt deze met de (lokale) autoriteiten. Indien nodig wordt het initiatief genomen tot een lokale EU-verklaring of signalering naar Brussel met een voorstel voor een verklaring.

Naar boven